voor de Zuldhollandsclie en SleeiiwsclieEilanden.
Woensdag 27 Juni 1906.
21s,c Jaargang 1149,
Antirevo
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
ONGELOOFLIJK?
%81e stukken voor «Ie Medactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te «enden aan den 1'if gever.
De stallen van Chicago.
Uil «ie Pers.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
SOMMELSië MJH
Telefoon Intercomiu. 91 o. 3.
Adyertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal.
Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Diasdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
SiEL/AXOSiMJH
SSEHSCH T.
We hebben bet genoegen onze
abonnès mede te deelen dat wij er in
geslaagd zijn, te bewerkstelligen, dat
wij vanaf aanstaande week en voortaan
in ons Woensdagnummer onder de
Marktberichten ook. zullen opnemen de
Veemarkt, Eieren - en Botermarkt van
Diiisdngmorgeii te Rotterdam
Onze lezers zullen dus Dinsdagmiddag
reeds de Markt van dienzelfden dag
onder de oogen krijgen.
We meenen hiermede zeker niet
ondienstig te zijn.
DE UITGEVER.
leder heeft reeds in de bladen de
geruchtmakende onthullingen over den
vleeschtrust gelezen. De uitvoer is dan
ook al ontzettend verminderd, omdat
men huiverig geworden is om van de
blik-spijzen te eten. Maar niet ieder
weet, wat reusachtig bedrijf daar geoe
fend wordt. Laten we er eens wat
van zeggen, zooals een ooggetuige dat
vermeldt. Hij zegt dit
Wij zijn nog onder den indruk van
alles wat we hoorden en zagen dezen
morgen.
Wij hebben een bezoek gebracht
aan de Union Stock Yards, de plaats,
waar het vee aankomt en verhandeld
wordt. Treinladingen met koeien, paar
den, schapen en varkens komen hier
dag en nacht in, uit het Westen en
Zuiden van Amerika
Dit vee wordt in ruimten gebracht,
die door heiningen afgesloten zijn. We
hoorden het loeien van duizenden
koeien en kalveren, het blaten van dui
zenden schapen en lammeren en het
geknor van tienduizenden varkens.
De bedrijvigheid was groot. Koopers,
veehandelaars, oppassers zagen we
onophoudelijk te paard of te voet, met
zweep of stok gewapend, zich te mid
den van het vee bewegen.
Swift en Co slachten 1000 varkens
per uur, 10 000 eiken dag Voorts 3000
koeien en 1000 schapen per dag.
Er zijn verschillende afdeelingen.
Wij werden het eerst gebracht aan
de plaats, waar de varkens gedood
werden. Zij kregeQ een ketting aan een
der achterpooten en kwamen met den
kop naar beneden te hangen. Lang
zaam zagen wij de dieren in die positie
aankomen, hangende aan een be we
genden stalen draad, die machinaal
voortgedreven werd.
Een man stond hen op te wachten.
Hij stond met zijn laarzen tot over de
enkels in 't bloed. In lange rijen kwa
men de arme schepsels aan, wat knor
rende en zwaaiende, tot zij binnen 't
bereik des doodslagers kwamen, die
hen met een steek den doodstoot toe
bracht.
Een dof gekreun en gerochel, een
geplas van bloed, een gespartel
en gestuiptrek, maar voort gaat de
stervende, voorafgegaan door een
gansche rij en gevolgd door steeds
nieuwe slachtoffers Het mes des dood-
stekers is scherp en wordt telkens
opnieuw gewet. Hij heeft slechts enkele
seconden tijd voor elk varken. Want
hij moet er 1000 in een uur dooden.
Nadat de dieren uitgebloed zijn
komen zij in het water en vervolgens
gaan zijsteeds langzaam voortbewe
gende, door verschillende handen. He
een maakt schoon, de volgende hakt
open, een derde snijdt hier, een vierde
daar. Een groot aantal mannen staan
naast elkander met hun messen of
bijlen in de hand, om het werk op
ieder varken te verrichten, wanneer
het hunne plaats voorbijgaat. Ieder
weet zijn aangewezen werk en moet
zeker zijn van zijn slag en zijn gereed
schappen goed weten te hanteeren.
In '25 minuten is alles klaar. De
varkens, die we om negen uur nog
levend zagen, zagen wij nog voor half
10 in dekoelkamer ophangen. Ofschoon
het midden in den zomer was, was
de temperatuur in dit gebouw onder
het vriespunt.
Wanneer de dieren lang genoeg in
deze koelkamer hebben opgehangen,
worden zij verder geslacht. Hier zagen
we een man met een soort kuipersnij
mes het vleesch van de zijden afsnij
den. Het was maar één streek. Daar
stond een zwaargebouwde neger met
een vervaarlijk kapmes in zijn zwarte
handen. De naakte armen gingen op
en neder, alsof het een machine was
Elk oogenblik kwam er een zijde spek
op het blok voor hem en onmiddelijk
daarna zwaaide de zwarte man zijn
wapen en deelde het in tweën. Hoe de
man dit volhouden kon is ons een raad
sel.
In een ander vertrek zagen wij de
gesmolten reuzel in blikken emmertjes
of in groote emmers doen, om daarna
ingepakt en in.degereedstaande vracht
wagen gebracht en naar alle oorden
der wereld verzonden te worden.
Wij zagen duizenden hammen met
een machine, waaraan een witgloeiend
stempel gehecht was, stempelen. Wij
zagen de hammen met ijzeren wagens
in en uit de droog- en rookkamer
brengen en ook verzenden.
De geleiders brachten ons nu in de
koeienslachterijen. Een onafzienbare
rij kwam door nauwe gangen al loei
ende aanloopen, onbewust van het lot
dat hen spoedig treffen zou. Een man
sloeg hen de een na den ander met
een zwaren hamer op den kop. De
dieren stortten bewusteloos neer. Een
man trok aan een touw, een valdeur
ging naar beneden en het bewustelooze
dier gleed naar den vloer van een groot
gebouw, waar een ketting aan de ach-
terpooten vastgemaakt en het dier
opgehangen werd.
Daar stond een man met een scherp
mes gereed, om de bewustelooze dieren
den hals open te snijden. Het bloed
stroomde en stortte hier letterlijk op
den vloer alsof wij het kletteren van
een stortregen hoorden.
Wat een drukte ook in dit gebouw.
Daar waren de vilders bezig, ginds zag
men de koppen afhakken, hier de inge
wanden uitnemen en aan het eind van
al deze werkzaamheden zagen wij de
beesten schoon en frisch in de koelka
mer ophangen.
Wij zagen ook het slachten der
schapen. Deze zachtmoedige dieren, die
stemmeloos zijn voor hun scheerders
en doodslagers, kwamen in een rij aan
in dezelfde positie als de varkens, met
den kop naar beneden en een der ach-
terpooten door een ketting verbonden
aan een voortbewegende stalen draad.
Een man greep hen bij den kop, ter-
door
L. VAN BEKKEL.
8 Hoofdstuk V.
(Slot.)
»En waar is je pleegzuster vraagde
de generaal schalks aan zijn dochter.
^Hij denk, dat ze zich met den ouden
Ehrhardt wat schuil houdt,zeide Edith.
11 Hebt ge een pleegzusterEdith
vraagde de dame, ^daarvan zoudt ge mij
eens niets zeggen.*
ja, mevrouw, een waar wonderkind.*
Kom, zeide zij, »wij zullen ze beiden maar
eens gaan uitnoodigen, Ehrhardt en Marie 1
Gaat u mede, dan kan ik u tegelijk voor
stellen.*
»Heet zij Marie vraagde de dame en
een doodelijk bleek bedekte haar gelaat.
Toen stond zij op en, den arm van Edith
nemende, ging zij met haar. Haar. echtge
noot had onwillekeurig opgezien, toen hij
en naam Marie had hooren noemen en
ziende, hoezeer zijn gade ontroerde, zeide
- J l°l den generaal
Verschoon mij een oogenblik! Mag ik
even met de dames meegaan.*
»Zekerantwoordde de generaal en
ook hij volgde. Edith opende de deur
van Marie's kamer en zeide
2>Marie, onze gasten verlangen naarul*
Doch nauwelijks had de dame een blik op
het jonge meisje geslagen, of zij bleef een
oogenblik sprakeloos staan. Toen vloog
zij naar haar toe, sloot haar in de armen
en riep snikkende uit
»0, man 1 ons kind, ons eenig kind, onze
Marie 1 o God, hoe wonderlijk zijn uwe
wegen
Wij zullen het geluk der ouders en van
Marie niet beschrijven. Toen allen van
hun ontroering bekomen waren, volgde het
eene verhaal op het andere. Gelukkige
dagen werden in het gezin van den generaal
gesleten en toen eindelijk het rijtuig voor
kwam, waarin de heer en mevrouw Hoos
en Ehrhardt en Marie gezeten waren, stond
juffrouw Becker op den drempel van de
generaalswoning en zeide, weeneDde tot
Edith
»Ik heb het altijd wel gedacht, dat het
eindelijk zoo gaan zou 1*
Hoofdstuk VI.
Vader Tom lag onder de willigen op
het kerkhof aan den oever der rivier. Zijn
trouwe Martha lag naast hem. ^Zij had
hem slechts korten tijd overleeft, toen was
zij blind geworden en Lena had haar als
een trouwe dochter verzorgd tot haar dood,
ook al was het haar vaak moeilijk geweest,
om het dikwijls onvriendelijk en lastig
humeur van moeder Martha te verdragen.
Andries was, om dit te ontgaan, de wijde
wereld ingetrokken en alles was hem mee
geloopen, zoodat hij, toen hij van de reis
terug kwam, zelf een lief huisje koopen
kon, dat op eenigen afstand van vader
Toms woning aan de rivier gelegen was.
Terstond was hij vrouw Martha gaan
opzoeken en zijn hart was met blijdschap
vervuld, toen hij Lena weerzag. Verne
mende, dat vrouw Martha overleden was,
stelde hij Lena voor zijn vrouw te worden,
de bezitting van vader Tom te verkoopen
en met hem in zijn huisje te trekken.
Lena, die evenveel van Andries hield als
hij van haar, slemde toe en beide gevoelden
zich recht gelukkig in eikaars bezit. God
zegende den jongen visscher en met rijke
vangst keerde hij telkens naar huis.
»Kijk eens, oi ik nu niet gelukkig ge
weest ben Zoo'n visch heb ik nog nooit
in het net gehadriep de visscher op
zekere middag tot zijn vrouw.
»Hè ja, dat is een baas Zeg, Andries,
mag ik die de mevrouw op het kasteel als
een geschenk aanbieden
»Zeg, vrouw, hoe heb ik het met je
•wijl een ander hem een diepe snede
in den hals gal. Dat ging zoo snel,
dat schier elke tik van de klok een
nieuw slachtoffer aan de onafzienbare
rij werd toegevoegd.
Tot zoover de ooggetuige.
Dat er na de openbaar gemaakte
viezigheden een leelijke schrap door
de rekening van den trust komt, is
aangenaam te vernemen. Wantzeheeft
de maat nu doen overloopen. Ze werd
gehaat door de vakorganisatie, die er
bestaat, maar die een werkstaking
totaal verloorze werd gehaat door
de boeren, die geen hoogeren prijs
voor hun vee kregen dan de door den
Trust vastgesteldeze werd gehaat
door het publiek, omdat hij eens de
vleeschwaren met 50 percent ver
hoogde totdat nu door alle betrok
kenen een flinke aanval op het mach
tige Lichaam kan worden gepleegd,
die jaren aaneen zal gevoeld worden.
En toch, Amerika schijnt demokra-
tisch, maar is door en door kapitalis
tisch.
Daar regeert de Dollar.
En ongelooflijk, nu reeds lazen we
van de boeren, die steen en been kla
gen, dat ze hun vee niet kwijt kunnen
rakenhun afgevaardigden laten inter-
pelleeren en verzoeken om de Rappor
ten maar niet publiek te maken
om hun schade niet al te groot te doen
zijn. En dus nog den Trust steu
nen
't Zou ons niet verwonderen of over
een jaar is de vuile toestand weer net
eender.
Want de Dollar is een machtige
Monarch.
Over het Arbeids-Contract.
De N. Rotterdamsche Ct. had Donder
dagavond reeds een artikel over de Don
derdagmiddag in de Kamer ten einde
gebrachte discussie over het Arbeids-
Contract. Het heeft lang geduurdzóó
lang, dat menigeen ongeduldig werd doch
het blad meent, dat zij, die de discussie
nog eens overzien, zullen moeten erkennen,
dat zij hoog stond. Het blad laat dan
vooral uitkomen, dat in de debatten de
heer Lohman geschitterd heeft. Met den
afgevaardigde van Goes is de N. R. Ct
het echter niet eens
In de Kamer en ook daarbuiten is
het betoog van den heer Lohman meer
dan eens voor reactionair uitgemaakt.
Wij zien dit en dergelijke woorden niet
gaarne gebezigd. Zij worden meestal meer
gebruikt om den bitteren bijsmaak, dien
zij hebben, dan omdat zij precies weer
geven wat wordt bedoeld. Het komt
ons daarom volstrekt overbodig voor, te
onderzoeken of de houding van den
heer Lohman in den juisten zin van het
woord reactionair was. Maar dit willen
wij wel zeggen niettegenstaande wij in
menig punt zij, die hetgeen wij
vroeger en later over het ontwerp schre
ven, hebben gelezen, zullen het weten
van den heer Lohman verschillen, heeft
het ons met eerbied vervuld, zooals
hij van het begin tot het eind met volle
warmte en onbuigzame consequentie,
zonder een oogenblik den moed te
verliezen, tegen eene overmachtige
meerderheid in, die hem slag op slag
in het ongelijk stelde, zijne opvattingen
en zijne beginselen fier en openhartig
is blijven verdedigen. Zijn houding was
principieel en van rondborstig karakter.
Heel wat minder bewondering heeft het
blad voor de houding van de socialisten
in dezen daarover zegt het o.a.
Als woordvoerder der socialisten trad
aanvankelijk op de heer Tak, de gees
telijke leider* het kenmerkend woord
is van Mr. Troelstra afkomstig van
de agitatie, die tegen het ontwerp buiten
de [Kamer Jwas gevoerd. Hij pakte
het onderwerp s-principieel* aan en
schetste als de groote fout de zuiver
civiel rechterlijke regeling. Het zij zoo.
Maar nu mocht men dan ook verwachten
dat de heer Tak telkens op dit chapiter
zou zijn teruggekomen telkens en telkens
weer, gelijk dat de heer Lohman op
zijn standpunt deed, bij elk artikel, dat
de gelegenheid bood, het absolute on
juiste van den geheelen opzet van het
ontwerp zou hebben in het licht gesteld,
tot eindelijk de Kamer zeidegij hebt
gelijkde leemte, die gij met zooveel
talent en volharding hebt aangewezen,
moet noodzakelijk worden aangevuld.
Verkoop hem aan die mevrouw voor een
blanken daalder, dan hebt ge er nog wat
aan »Maar, komaan, schrei maar niet,*
zeide hij schertsend, toen hij een traan in
het oog zijner vrouw zag glimmen.
»Ga je gang maar
2>Ja,« zeide zij, ik weet niet, wat het is,
maar ik gevoel mij zoo tot die menschen
aangetrokken, al wonen ze hier pas een
zestal weken. Laat mij mijn zin maar eens
hebben, Andries
j-Vooruit maar,* zeide de jonge visscher,
sals gij het mal vindt, dat wij zulken rijken
lieden een geschenk geven.*
2>Wel, ge zijt toch een goede man Ik
vind er niets mals in. Ieder heelt toch
wel gaarne iets ten geschenke en zoo'n
visch past juist op een rijkelui's tafel. Maar
weet gij niet, hoe ze daar heeten F*
j>Dat weet ik niethernam Andries, »de
bedienden noemen hun meester altijd »kap-
tein.< Ik denk, dat het een gewezen
kapitein ter zee is.«
»Jij, waterrot,schertste Lena, »'t kan
wel een gepensioneerd officier zijn.*
>Om 't even,* zeide Andries, »maar het
zijn vrome, vriendelijke menschen, zooveel
weet ik wel
»Dan ga ik des te liever zeide Lena
en een helder wit schort aandoende, begaf
zij zich naar het kasteel, belde aan de
voordeur en verzocht de meesteres des
huizes te spreken. Nauwelijks was deze
echter verschenen en had Lena haar in
het gelaat gezien, of zij stiet een rauwen
geluit," liet haar mandje vallen en lag aan
de voeten van de dame.
»Wat scheelt u, goede vrouw zeide
de dame ontroerd, ssta toch op
Ach, mevrouwVergeef mij mijn kwaad
Ik ben Lena
2>Maar, kind, hoe komt gij hier zeide
mevrouw Hoos want deze was de be
woonster van het kasteel.
»Kom, sta op en haar opheffende,
leidde zij haar naast zich op de canapé.
Het duurde lang, eer Lena haar alles ver
teld had en zij haar wederkeerig verhaald
had, hoe zij Marie terug gevonden hadden.
»Gij hebt zeer verkeerd gedaan,* zeide
mevrouw Hoos, doch hoezeer wij ook
geleden hebben, wij vergeven het u van
harte. God heeft alles goed gemaakt en
ons, ons kleinood weer terug gegeven.*
Juist kwam Marie naar binnen en het
volgende oogenblik lagen zij en Lena in
eikaars armen.
»Zóó heeft Gods vaderzorg alles ten
beste geschikt en ons allen in den smelt
kroes des lijdens geheiligd,* zeide de heer
Hoos, toen ook hij en Andries dien avond
met de vrouwen te zamen waren. Wonder
lijk zijn zijne wegen en Hij voert ze tot
een heerlijk einde