Woensdag 30 Mei 1006.
21s,e Jaargang JS°. 1141.
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Kuidhollaiid^che en leenwiche Eilanden,
N HOC SIGN O VINCE S
T. BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
ONGELOOFLIJK?
HOMMELSntJH.
%I5e stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franc© toe te zenden aan den fJïtg-ever.
Schijnbaar.
Uit de 2*ers.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ÜJTGEVER
Telefoon Intercomm. No. 3.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Het botert niet tusschen Unie-Li
beralen en Vrijzinnig-Democraten.
Reeds na den afloop der verkiezingen,
toen het Kabinet moest samengesteld
worden vielen er in de pers hier en
daar woorden. En nadat het was opge
treden, en in de Kamer door den
Minister van Oorlog eene patriottische
on tboezeming was uitgeloosd, die klet
terde als de sabel van den huzaar op
de straatsteenen, kwam er een mees
muilen bij de Vrijzinnig-Democraten
en een blij geglimlach bij de Unie-
Liberalen.
Die ministerieele uitlatingis de eerste
krachtige schok geweest, die de twee
coalitiepartijen tegen elkaar deed stoo-
ten.
Want natuurlijk, aanstonds kwam
de vraag op 't appelWist mr. Bor-
gesius niet, wat spek hij in de kuip
had De vraagIs dit dan 't loon
voor onze medewerking tegen Dr.
Kuiper, dat we ja wel een minister
Van Raalte als één der onzen hebben,
maar toch ook hebben moeten aan-
hooren een rede van een Unie Minister
Staal, zóó militairistisch als we ons
dat niet hadden kunnen voorstellen.
Vanzelf bleven de Unieliberalen 't
antwoord niet schuldig, want zoo zei
den zede Vrijzinnig-Democraten
hebben zich onttrokken aan de vorming
van een nieuw Ministerie, en 't gaat
niet aan later den formateur verwijten
te doen van een mislukte keuze, als
men zelf geweigerd heeft om er de
democratische schouders onder te zet
ten.
Mr. Borgesius kon niet anders, omdat
er niets anders te krijgen was dan een
Minister Staal, zoo luidde ongeveer
't antwoordwaarna de Democraten
weer in en buiten de Kamer en de
Pers volhielden, dat zij in de formatie
van 't Kabinet volstrekt niet waren
gekend.
Sinds het optreden van minister
Staal het dan ook tusschen de
twee groepen der Linkerzijde geen
koek en ei geweesten wat men
elkaar in de laatste weken heeft voor
gelegd in de wederzijdsche artikelen
harer bladen, getuigt van onverholen
afkeur, en op 't kantje af persoonlijke
Verbittering. Mr. Treub tegen mr. Bor
gesius de Vrijzinnig-Democraat (het
blad nl.) tegen de Vaderlander; het
getuigt zoo van een antipathie, die
meer is dan een persdebat. Trouwens,
als mr. Treub het uitspreekt, dat mr.
van Houten, de consekwente oud-libe
raal, de vijand van Staatsalvermogen,
de krachtige voorstander van individu-
eele vrijheid hem nog veel aangena
mer is dan mr. Borgesius, die aan de
Genestets modderaar herinnert, dan
gevoelen we, dat mr. Treub nooit of
te nimmer samen kan werken met een
man als de kabinetsformateur.
Treub is mr. Treubde beginsel
drager, nog pas zelfs van principien-
reiterei beschuldigd.
Maar mr. Borgesius is oppertunist
is visscher met 't sleepnet, die aan
weerskanten van den plas zijn knechts
heeft gezet en zelf uit de verte staat
te plonsen, opdat de opgeschrikte die
ren maar ijlings zouden heenzwemmen
naar het voortgesleepte net.
Verbroedering kan tusschen die
twee hoofdmannen nooit komen.
De Unieliberalen en de Oud-Libe
ralen blijkens hun verkiezingsmani
fest och, ze mogen mekaar best
lijden Iets harder moeten de laatsten
loopen, iets zachter de eerstenen
ze hebben mekaar.
Maar tusschen Unie-Liberalen en
Democraten ligt verschil van politiek
temperamentniet alleen de snellere
voet, maar ook het vuriger kloppend
hart, maakt onderscheid en schifting.
Unie-Liberalen zijn bang om zich
aan koud water te brandende De
mocraten zien heel graag een brandje,
waarbij een paar stoomspuiten noodig
zijn.
Unie Liberalen kijken eerst, als een
kwajongen, die Meitakken uit de heg
gen snijdt, overal heen of er geen
onraad isen hebben ze geen politie
bespeurd, dan draaien ze 't mes nog
eens om en om, zoeken voorzichtig
uit, waar de doornen niet zijn kijken
nog eens her en der en ja, ein
delijk gaat de tak er af, en dan
ze hebben hem en triomfankelijk roe
pen zeDa's de onze, zie eens, wat
moois, ruik eensalles geur
De Vrijzinnig-Democraten in hun
hoofdmannen staan daartegenover
zelfs al staat de agent op den loer
ze komen voorbij de heg, nemen het
mes, -snijden af en loopen weg, alsof
er volstrekt niets geen gevaar was
te duchten.
Zie, er is verschil in politiek tem
perament. De Unie mannen zijn hazen
de Vrijzinnig Democratische leiders
(volgers zijn er niet veel!) jachthon
den.
Nochtans, men vergisse zich niet.
Als we ze tegenover elkaar plaat
sen is er groot verschil.
Maar staan ze tegenover ons, dan is
er een bewonderingswaardige eenheid.
Anti-clericaal wordt en is de een
parige leuze der twee groepen en
dat is het krachtige cement, hetwelk
de fundatie der liberalen tegenover
ons steunt en krachtig stut.
Al dat twistgeschrijf tegen elkaaral
diesmoesjes over eenondemocratischen
ministeral dat geblaas als een nijdige
kat tegenover een kefhondje; 't is in
den grond der zaak slechts papier- en
inktvermorsing.
Komt het tot een strijd tegen ons,
(en dat toch alleen is thans de kern der
politiek wie de meerderheid zal wezen
in de Kamer en wie aan de Groene
Tafel zullen zitten) dan houdt al dat
geblaas en gesar op, en op 't alarm-
blazen van opportunist Borgesius, en
den principieelen Treub met den vrij
handelaar Plate komt uit alle hoek en
gat Jong en Oud-Liberaal aangerend
om storm te loopen op de clericalen
Vergeten en vergeven wordt voor
eenige dagen of weken en in massa
vallen de verbonden anti-clericalen op
ons aan. Omdat ze »anti« zijn.
Zeker de kat lust graag melk de
hond graag een kluifjemaar in tijd
van honger staan ze allebei te springen
tegen de vogelkooi om zelfs eenige
vederen te pakken te krijgen.
Dat men zich dus niet misleide.
Schijnbaar is er hevige twist in hun
ne gelederen.
In werkelijkheid tegenover ons
Ongehoorde tegenzin.
En ten allen tijde zal die tegenzin
blijken de machtigste te zijn.
Al dat gepraat over Democratie
tegen Conservatisme is in strijd met
door
L. VAN BERKEL.
i Hoofdstuk I.
»Ik kom terstond, vrouwtje sprak kapi
tein Hoos tot zijn nog jeugdige echtgenoote,
die hem reeds meermalen aan den disch
genoodigd had. Ditmaal echter bleef de
vriendelijke vrouw glimlachend naast haar
werkzamen echtgenoot staan en spoedig
was zijn werk gereed, De koopman sloot
de schrijftafel na een pakje met verzegelde
brieven verschoven te hebben.
»Ziezoo, nu is alles geregeld en gereed.
Ook mijn Neptunus is zeilree en wacht
slechts op een gunstigen wind om ons fier
door de golven van den oceaan te dragen,*
zeide de kapitein en wierp daarbij een
teederen blik op zijn vrouw en het lieve,
driejarig meisje, dat zij op den arm ge
nomen had.
Mijnheer Hoos was eigenaar van een
groot koopvaardijschip, waarmede hij reeds
vele reizen naar Zuid Amerika gedaan had
Hij was een man van een ernstig, degelijk
karakterde groote handelaars der stad
stelden het volste vertrouwen in hem en
droegen hem gaarne hun orders op. Er
scheen dan ook een bijzondere zegen te
rusten op al, wat de kapitein ondernam.
Telkens was hij zonder eenig ongeval en
met den gelukkigsten uitslag van de reis
thuis gekomen en hij was er juist de man
naar, om dit niet aan eigen beleid of erva
ring, maar aan Gods bestuur toe te schrijven.
Een geboren zeeman vindt maar moeilijk
rust op het land en, toen dan ook de
winter voorbij was en de voorjaarsstormen
uitgewoed hadden, verlangde kapitein Hoos
naar boord. Hij nam deel aan een groote
handelsonderneming en met dubbel aan
gename vooruitzichten zag hij de reis
tegemoet.
Ditmaal toch zou hij alles medenemen,
wat hem lief was. Zijn echtgenoote, die
de vorige maal zonder vrienden of bescher
mers in haar woning alleen gebleven was,
had met eenigen schroom toegestemd in
den wensch van haren echtgenoot om hem
te vergezellen, overtuigd als zij was, dat
de mensch daar eerst recht thuis is, waar
hij zich door zijn eigen lieven omringd ziet.
Wel is waar werd zij angstig, wanneer zij
aan de groote reis over de wijde zee dacht,
die zij nooit bevaren had, maar de overtui
ging, dat Gods oog ook op de groote
wateren rust, bemoedigde haar straks
weder.
Vertrouwelijk en getroost reikte zij
daarom haar man de hand, toen deze, be
zorgd als hij altijd voor haar was, vraagde,
of ze nu met het oog op de aanstaande
reis, moed had hem te volgen. Een be
diende meldde daar even, dat de eerste
stuurman de boodschap gebracht had, dat
alle maatregelen voor de reis op het schip
genomen waren en de Neptunes zeilree lag.
De maaltijd was weldra geëindigd.
Marie, die reeds vroeg van haar ouders
geleerd had, den Heer voor alle ontvangen
weldaden te danken, vouwde de handjes
samen en stamelde haar dankgebed.
Daarna sloeg zij de kleine armen om
den hals haars vaders en kuste hem, toen
hij naar boord ging om zich te overtui
gen, of zijn bevelen stipt opgevolgd waren.
Ook mevrouw Hoos verliet spoedig daarop
de kamer, om nu van hare zijde alles tot
de reis gereed te maken en bij het inpakken
van de noodige bagage tegenwoordig te
zijn. Marie, die naar de kinderkamer ge
gaan was, droeg met beide handjes haar
speelgoed naar moeder „om het in den
reiskoffer te laten bergen. Maar haar heen
en weer dribbelen hinderde moeder, die
zij voortdurend in den weg liep, en daarom
s.tuurde moeder het kind naar een andere
kamer.
»Ik houd toch zooveel van moesje 1*
zeide het kind schreiende en wendde zich
de feiten in en buiten de Kamers.
Nederland, of liever de politiek staat
nog jaren lang in 't teeken der anti
these en van t anticlericalisme.
Er is voorloopig geen denken aan,
dat het anders wordt.
Buiten ons Vaderland, overal gaat
de Religie hoe langs zoo meer den
strijd beheersehen en dat zit em in 't
verleden. Het materialisme, het onge
loot, de schoolstrijd, de levendwording
en meerdere bewustheid der kerken,
alles drijft beslist naar de hoogere
openbaring der Religie, waartegen de
hoogere openbaring der Gods-ontken
ning komt te staan.
Dat, en dat alleen zal De worsteling
der toekomst zijn
Een liefelijke hulde aan Mr.
Groen van Prinsterer.
Het was 20 Mei 1876, den dag na het
overlijden van Mr. Groen van Prinsterer.
Eeu meisje ongeveer 10 jaren oud, belde
aan het sterfhuis en verzocht een der dienst
boden te spreken.
Toen aan dit verzoek werd voldaan, rijkte
zij een krans van klimop, die zij zelf had
gevlochten, over om dien op het lijk van
den overledene te leggen.
Op de vraag, wat haar daartoe drong,
antwoorde zij
»Verleden jaar was ik ziek en vertoefde
tot herstel mijner gezondheid eenigen tijd
bij den portier van 't paleis »De Pauw*
van Prins Frederik.
s-Terwijl ik eens bij den weg speelde,
kwam een oud heer voorbij wandelen en
sprak mij vriendelijk aanhij vroeg mij,
of ik ook school ging en of ik wel eens
iets van den Heere Jezus gehoord had, die de
kinderen zoo lief heeft.
»Hij zeide daarop dat hij wel zien kon
dat ik ziek was, maar dat diezelfde Heere
Jezus zao machtig was dat Hij zelf den
jongeling te Naïn, die gestorven was, in het
leven teruggebracht had, en dat Hij dus mij
ook wel kon genezen.*
»Dat gesprek*, vervolgd de kleine, heb
ik nooit vergeten. De Heere heeft mij her
steld, en toen ik gisteren hoorde dat de
heer Groen was overleden, ging ik naar
de plaats waar hij zoo vriendelijk met mij
had gesproken, (want ik hoorde naderhand
van anderen, dat hij het geweest was), en
plukte daar dit klimop, waarvan ik een
krans vlocht, om hem na zijn dood te
danken voor zijn vriendelijkheid.
>Gij wilt hem toch wel op zijn lijk leg
gen, niet waar juffrouw
Op de vraag, wie zij was, liep zij haas
tig weg sik kon niet alleen komen, mijne
moeder wacht mij daar ginds*.
Dit was ongetwijfeld een liefelijke, een
treffende hulde aan Mr. Groen van Prinsterer.
Zoo werd hij bij zijn sterven niet alleen
door de grooten der aarde, maar ook door
kinderen van zijn volk, voor wien hij altijd
heeft geleefd, geacht.
Het gesprek van den grooten historie-
vorscher en Staatsman heeft ongetwijfeld
een diepen indruk op dit negenjarig kind
gemaakt.
De schandere, diepzinnige geest, die over
de moeilijkste vraagstukken met groot
talent wist te schrijven, kon zich derhalve
ook in kinderlijke taal met kinderen onder
houden.
Volgen wij zijn voorbeeld en brengen ook
wij, niet het minst door de school met den
Bijbel, het Evangelie onder de kinderen.
Bouw scholen, in wier schoot het Evan-
[gelie-zout,
Uit on- en bijgeloof, een dierbre jeugd
[behoudt.
Graafsch
Wij lezen in »de Standaard* onder het
hoofdje »Inentingsdwang«
Nu hier en daar in ons land weer
enkele gevallen van pokken voorkomen,
dringt zich vanzelf het vraagstuk der
vaccinatie weer op den voorgrond. Te
begrijpen is het dan ook dat bij den
heer A. ter Weeme te Rotterdam een
geschriftje het licht zag, dat tot titel
voertGedachten over de Vaccinatie
en hare nadeelige, uit een midisch oog
punt beschouwd.* De naam van den
schrijver wordt niet genoemd. Dat we
hier met een medicus te doen hebben,
doet de titel slechts vermoedendoch
heel erg schaadt die onwetendheid niet,
want in die weinige bladzijden komen
zooveel medici aan het woord, die, de
een nog sterker dan de ander, de inenting
afbreken en veroordeelen, dat men op
dit gebied voldoende, autoriteiten heeft.
Het geschrift handelt bijna uitsluitend
over Duitsche toestanden en geeft bijna
uitsluitend het oordeel van Duitsche
nog eenmaal met een bedroefd gelaat om.
»Als Mariefje veel van moesje houdt,
moet gij dadelijk doen, wat ik zeg, kindje
Als ge moe gehoorzaam zijt, kan ik het
best zien, dat ge mij lief hebt zeide
mevrouw Hoos en, het lieve kind de lok
ken streelende, troonde zij het zacht de
kamer uit. Toch bleef er op het kleine
gezichtje nog een schaduw van droefheid
achter en zelfs de vroolijke vertelseltjes
van Lena, het kindermeisje, waren niet in
staat, die weg te vagen. Eindelijk ging
ze voor het venster staan. De zon wierp
haaf stralen langs de straat en onder den
helderblauwen hemel waaide de adem der
lente. Het gewoel daar beneden op de
straat gaf de kleine afleiding.
j-0 kijk eens, LenaWat mooie bloe
men riep zij juichend. »He, laat mij
er wat koopen -
Een bloemenmeisje stond tegenover het
huis en bood de geurige eerstelingen der
lente aan de voorbijgangers te koop. Hoe
lediger de bloemenmande werd, des te
dringender vroeg Marie de kleine kinder
meid haar naar buiten te brengen. Lena
bedacht zich een oogenblik. Het was
haar streng verboden met de kleine alleen
het huis te verlaten zonder verlof van haar
meesteres. Maar zij kon aan den vriende
lijken drang van Marie geen weerstand
bieden en bovendien, zij zou immers terstond
terugkeeren. Snel dus naar beneden en
het huis uitHet bloemenmeisje was echter
voortgeloopen en Lena moest verder gaan
dan ze zich voorgenomen had. Weldra
waren de handjes van Marie met geurige
viooltjes en sleutelbloemen gevuld, maar
het kind vond het zóó aangenaam op straat
en zag zooveel nieuws, dat zij Lena al
verder troonde. Het hart van Lena klopte
wel, maar, och, een wandeling zou de
kleine geen kwaad doen en mevrouw kon
haar immers toch niet gebruiken. Boven
dien, mevrouw Hoos was uitgegaan om
afscheidsbezoeken af te leggen en zou het
dus niet eens weten. En met zulke schijn-
redenen stelde Lena zich gerust. Weldra
voegden zich lichtzinnige kennissen bij Lena,
die onder gelach den spot dreven met haar
haast om met Marie thuis te komen. Juist
wilde zij teruggaan, toen van een plein in
de nabijheid de tonen van schelle muziek
weerklonken. Daar hadden wilde zigeuners
hun tent opgeslagen, om hun kunsten aan
de menigte te vertoonen. Voor het geld,
dat ze ophaalden, dansten vrouwen en
meisjes op 't koord, mannen maakten hals
brekende toeren op hun paarden en eindelijk
reden bont gekleede kinderen op kleine,
magere dieren. Waarlijk, het was al te
verleidelijk voor onze Lena en uit de verte
bleef zij het met Marie aanzien.
Wordt vervolgd.)