Woensdag 23|Mei 1906.
31sle Jaargang INT. 1139.
Antirevo lu
Orgaan
voor de %uidholland§iehe eis SfSeeiiwscise Ki Banden.
INHOCSIGNO VINCES
EEN DONKERE WEG
T. BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
4lle «tukken voor tie Redactie bestemd, Advertentiësa en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Uitgever.
®ij die /Joh nu
aboniieeren, ont
vangen de nog fóór 1
Juni verschijnende num-
mers GRATIS.
Een gewijzigd besluit.
Tuin- en landbouw.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij voornitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cent.
ÏIJTGEYER
SOMiflELSDIJH.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3maal«
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
1 Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
li.
Art. 33 der Wet op de Kamers van
Arbeid eischt een jaarlij ksch verslag
van de handelingen der Kamer, maar
bovendien, en dit was een zeer belang
rijk werk, allerlei inlichtingen die 't
Departement beter inzage zouden ge
ven in de arbeiderswereld. En niet
alleen aan 't Departement, maar ook
aan de Kamersmaar ook aan het
belangstellend sociaal meelevend pu
bliek door de van 't Rijk uitgegeven
officieele cijfers over werkstakingen,
uitsluitingen, arbeidscontracten, zoo
individueele als collectieve, over win
kelnering, arbeidsbeurzen enz. enz.
Wat eigenlijk met dit art. 33 bedoeld
is, is niet recht duidelijk. Het oorspron
kelijk ontwerp sprak niet van sbijeen-
gebrachte inlichtingen, die worden
geordend en periodiek openbaar ge
maakts wel van een Verslag. De
laatste alinea, over die sinlichtingena
en »periodieken« is er door een amen
dement ingekomen maar of den voor
stellers helder voor den geest stond,
hoe de zaken uit de arbeiderswereld
nu met succes aan 't publiek zou wor
den meegedeeld wat voor nuttigheid
die legio cijfers en tabellen wel zou
oefenen wat de arbeidswereld nu zelt
met die cijfers en inlichtingen moest
doen en hoe hun verwerking gunstig
zou werken op 'tlot van vak ot bedrijf,
we twijfelen er aan. Althans ons
is van den grooten invloed der gege-.
vens door de Kamers verstrekt nog
bitter weinig gebleken. Zeer zeker! het
Centraal Bureau voor de Statistiek
geeft in zijn Tijdschrift de inlichtingen
der Kamers weer, vermeerdei d en
verbeterd zelfs (want och arme! als
't Tijdschrift het geheel van de Kamers
moest hebbenmaar het gaat vaak
zelf op inlichtingen uit en ontvangt
ze nog eerder en vollediger dan de
Kamer tot wiens ressort een en ander
behoort)het Tijdschrift is een soort
officieel Arbeidersblad, zooals die in
Engeland, Frankrijk en Duitschland
onder andere namen ook bestaan
maar het verschijnt slechts viermaal
in 't jaar en op ongeregelde tijden.
Zoo onpractisch, dat de opgaven over
Arbeidsbeurzen verschijnen eenige
maanden nadat de Beurs juist haar
functie had moeten doen. De cijfers
komen te laat, en eenige winst is er
alleen mee te doen om te kennen
een voorbijgesneld tijdvak maar
waarin weinig arbeiders belang stel
len slechts de Statisticus, die nog zeer
graag uit dien chaos van tabellen
eenige moeilijke logische en economi
sche besluiten tracht te trekken.
Maar het Centraal Bureau voor
Statistiek is nog belangena niet het
Rijks-Arbeidsbureau, zooals die in den
vreemden bestaan. En zoo iets had Dr.
Kuiper gewenscht in '97 een bureau,
dat aan de Kamers van Arbeid leiding
zou geven en eenheid zou brengen
tusschen allerlei verscheidenheid van
leven meehelpen zou aan het instellen
van Enquetes over Leerlingwezen,
Arbeidswoningen, Arbeidstijden, Loon,
Contracten, Veiligheids wezen, Fabriek
wezen, en alles wat in den waren zin
des woords tot den Arbeid in Vak en
Bedrijf behoort. De Kamers van Ar
beid moesten volgens hem het heele
terrein van den Arbeid overzienaan
dat terrein kleur en teekening geven
door de talloos vele rapportan, flink
in mekaar gezetdegelijk geargumen
teerd en met juiste gevolgtrekkingen.
De Kamers van A. moesten gidsen en
baanbrekers zijn voor nieuwe ideëen,
waar juist zij de gebreken der oude
toestanden herhaaldelijk onder de oo-
gen kregen. Maar er waren andere
Kamerleden in die dagen, welke zoo
hoog niet mikten en met de »inlichtin-
gen« niet veel anders bedoelden dan
een gewone periodiek over het verle
den van een of meer arbeidsweken.
En zoo heeft de Kamer van Arbeid
met de Regeering nu tamelijk wel niets
anders gedaan dan gedobberd. Het
Tijdschrift van 't Centraal Bureau geeft
cijfers, en 't plan van Dr. Kuiper vindt
men terug in onderzoekingen over
vakopleiding, gedwongen nering; huis
arbeid, arbeid van vrouwen en jeug
dige personen enz. enz.
We stipten het reeds aanweinig
Kamers v. A. hebben zich flink moeite
gegeven om eens met degelijk werk
voor den dag te komen de antwoor
den waren vaak onvolledig en het
Centraal Bureau moest er vaak zelf
op uitmaar dat was ook niet prettig
voor de belanghebbenden, aan wiens
deur nu tweemaal geklopt werd.
Waarbij nog een ongeluk komtNie
mand is wettelijk verplicht aan de
Kamers van Arbeid inlichtingen te
geven men mag geven, wat men kwijt
wil zijn. Doch wat baten, wat waarde
hebben zulke rapporten, waaruit men
t precieses nooit te weten komt. Zijn
er werkstakingen en uitsluitingen
men moet naar de leiders der staking
en is geheel afhankelijk vandengoe
den wil dier menschel). OverLoonen
moest de K. v. A. ook rapport uitbren
gen, maar de meeste maken er zich
met een enkel cijfer af, dat eenige
schatting, maar geen juiste stand aan
geeft.
Hoe zeer dus te waardeeren is de
strekking van 't amendement en 't dus
nu bestaande art, 33 in zijn 3de alinea
we zijn op verre na nog niet waar we
zijn moeten en zooals we in ons vorig
artikel schreven de Kamers moeten
veranderen en hun werkwijze moet
gewijzigd worden. Verdeeling naar
dorpen, districten, provinciën en zoo
naar de Eenheid kan baten. Het dis
trict ontvange en groepeere wat uit
de Kamers komt en de Provincie ver
zamelt de gegevens der districten om
ze weer te groepeeren en de Provin
cie-Kamer zendt alles geordend naar
't Departement, waar de groote verza
meling gegevens van uit dorp en stad
bijeen ligt en voor allerlei advies ge
reed.
Maar daarover zullen we nu niet
verder schrijven de reorganisatie zou
»grondig« moeten zijn, en daar komt I
in deze parlementaire periode niets
van.
Toch geeft 't nieuwe Besluit reeds
baat.
Daarover in het Slotartikel.
Slot volgt.
Huisarbeid in Engeland.
Laatst schreven we eenige artikelen
over huisarbeid. De tentoonstelling in
Duitschland, te Berlijndie in Enge
land de komende van het Ned. Werk
lieden Verbond ze gaven ons redenen
om er iets van mee te deelen.
op de tentoonstelling beschouwd, die
pen indruk gemaakt heeft op de
Regeering, bewijst wel 't volgende
berichtje
De Minister Lloyd George heeft
een wetsontwerp ingediend be
treffende huisvlijt een onder
werp, waarop o.a. in Engeland
algemeen de aandacht werd ge
vestigd. In dat ontwerp wordt
bepaald, dat om de vijf jaar van
regeeringswege een telling van de
aan huis. werkende arbeiders en
arbeidsters zal geschieden, te be
ginnen met 1908 een maat
regel, welke natuurlijk toezicht op
die vaak zeer slecht betaalde
arbeiders in zich sluit.
Daar moet het heen
Goed toezicht op den huisarbeid
Want afgedacht nog van de loonen,
die wel vaak laag zijn, maar toch
zooals in Eindhoven en Rotterdam in
de tabaksstripperij niet lager dan aan
de fabriekafgedacht daarvan is de
gezondheid en 't leven, van den huis
arbeid in hooge mate afhankelijk
afgedacht van de loonen, is 't niet in
't belang van 't gezin, dat de vader
na terugkomst uit de fabriek nog een
uur of drie gaat zitten werken om zijn
fabrieksloon van f8 a f9 nog met
een Rijksdaalder voor huisarbeid te
vermeerderen. De lasten des levens
kunnen wat te zwaar worden voor zulke
zwoegers en drankgebruik demora
liseert dan 't geheele bestaan.
MACHINAAL MELKEN.
In No. 19 van de Molkerij Zeitung van 12 Mei
1.1. komt, volgens een opstel van J. Mesdag (zie
Priesch Weekblad van verleden Zaterdag) eene
door
L. VAN BERKEL.
*5
Hoofdstuk XII.
(Slot.)
»Veilig in Jezus' armen,
Veilig aan Jezus' hart,
Daar in zijn teêr erbarmen,
Daar rust zijn ziel van smart,
klonk het vioolspel in de op dit oogenblik
vrij stille straat.
Herman Wouters zat voor het open
venster en paste op Kareltje en zijn jonge
zusjes. De andere waren met moeder naar
de kerk.
In dit stille avonduur had hij de viool
genomen en speelde hij de wijsjes uit zijn
kinderjaren. Hij genoot van 't spel en be
geleidde van tijd tot tijd het spel met zijn
zware mannestem.
»Komt moe nog niet haast pa* vroeg
kleine Lena.
- weet het niet zus, pa zal eens kijken,
hoe laat het is.«
>0, dat kan ik wel,* zei Willem, die
trotsch was op zijn ouderdom en dikwijls
tegen zijn zusjes zei, dat hij al een groote
jongen van z«s jaar was.
»Zoo, Wim, kan jij dat al Waar hebt
ge dat dan geleerd?
»Op school en hier in huis. De juffrouw
heeft het ons geleerd.*
»En kon je dat dan dadelijk
»Neen, pa, maar moe heeft mij gehol
pen en toen kon ik het goed. Ik kon het
beter dan al de andere jongens op school.*
ïNou, dan moogt ge mij eens zeggen,
hoe laat het dan is.*
Met een van vreugde stralend gezichtje
ging de kleine wijsgeer naar de klok, be
studeerde met een ernstig gelaat de wijzer
plaat en riep toen uit, »het is tien minuten
voor achten, pa.*
>Zoo, is het zoo laat, jongen kom dan
eens hier en zeg mij dan ook eens, hoe
laat het op pa's horloge is.«
De kleine wijsneus drong tegen vaders
knie aan, duwde zijn zusjes op zij, nam
het horloge in beide handen, staarde er
op met groote oogen en wijd-geopenden
mond en zei toen moedig »vijftien minuten
voor achten pa.*
2>Nou, dat is knap hoor. Je kunt goed
kijken, maar vertel mij nu eens, waar is
het nu later, op de klok of op mijn hor
loge
»Op de klok, pa
Juist. Ik geloof, dat ge goed naar de
juffrouw luistert op school. Daar ben ik
blij om. Je moet maar goed luisteren,
dan wordt je een knappe jongen.*
Hier werd de opvoedingsles onderbro
ken door de komst van moeder en de
andere kinderen en het was een oogenblik
oorlog in huis. De een duwde den ander
op zei, tot dat vader tusschenbeide kwam
en zei, dat het nu bedtijd was.
Gehoorzaam maakte men aanstalten om
naar bed te gaan. De grootere kleedden
de kleintjes uit. die na hun kinderavond-
gebedje te hebben opgezegd, pa een kus
gaven en door moe in bed werden ge
bracht.
De grootere mochten nog wat opblijven
en gezellig namen zij hun plaats bij de
tafel in.
Liefde en vrede heerschten nu in het
gezin. Moeder vertelde van de preek en
de kinderen moesten den tekst en de spalm-
verzen noemen, die gezongen waren. De
kinderen twistten over het laatste vers, dat
men gezongen had. De een zei, dat het
was geweest Ps. 25 2, de andere Ps. 25 6,
tot dat Kees, de oudste er een eind aan
maakte door te zeggen »jullie weten er
niks van. Wil ik het eens zeggen F*
»Nou
't Was Ps. 42:5 en hij begon
„Maar de Heer zal uitkomst geveu,
Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt
'kZal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied
'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog' treffen,
Tot den God mijns levens heffen."
j>Was het dat vroeg vader.
»Ja, dat was het,* riepen de anderen,
die inzagen, dat zij zich vergist hadden.
»Dan zullen wij dat samen eens zingen.
Speelt u het dan op de viool?* vroeg
Klara.
En toen klonk het eerbiedig, plechtig het
geloofslied, het lied van vertrouwen, dat
reeds zoo menigeen vertroost heeft door
de woning, maar ook door de stille straat.
Toen de kinderen naar bed waren, zei
Lena >Wij hadden wel mogen zingen Maar
de Heer heeft uitkomst gegeven.*
»Zeker, dat heeft God ook,* was Her
mans antwoord, »maar toch zong ik terecht
»Maar de Heer zal uitkomst geven.*
En dat zal God ook. Wanneer weet ik
nog niet, maar dat Hij het doen zal, is
zeker. Wel, ben ik nu van dien verderflij-
ken weg afgebracht, wel zijn mij de oogen
geopend en heb ik het socialisme den rug
toegekeerd wel heb ik mij geschaard onder
de Christelijke Arbeiders en is hun leuze
Tegen de Revolutie het Evangelie de
mijne, maar toch kan ik nog niet zeggen,
dat ik ben, waar ik wezen moet.«
»Daar zal de Heere je brengen, wanneer
ge maar niet ophoudt te bidden om kracht,
om sterkte, om meer licht van Boven.*
»Dat doe ik ook, Lenahet is mijn
dagelijksch gebedik kan er niet meer
buiten.*
»Wij zijn toch erg gelukkig, Herman.*
Zeker, vrouwtje, die staking is een be-
pioeving voor mij geweest en tevens een
middel, dat ik van werkkring veranderd ben.
Ik gevoel mij nu veel beter op mijn plaats
dan toen ik in de fabriek werkte. De
staking was gelukkig voor hem geweest.
Men had gestaakt. De directeur had niet
willen toegevenniettegenstaande men
dreigde met staken. Hij was voor dat
dreigement niet bang.
»Staken« had Willemsen, de Grootmees
ter toen gekommandeerd.
Het bevel was opgevolgd.
Allen legden de bijl er bij neer.
Men was zonder werk.
Herman het langst van allen. Toen de
directeur bleef weigeren, had Willemsen
gevraagd terug te mogen komen en met
hem vele anderen.
Harde woorden waren toen gevallen
tusschen Herman en den Grootmeester.
»Dat is geen manier van doen* had
Herman Wouters hem verweten. 5>Jij hebt
staking bevolen en nou ga je weer voor
ketzelfde loon werken. Noem jij dat man
nenwerk Je bent een ellendeling. Zoo
iets doen kleine jongens, maar geen volwas
senen. 't Is met jou ook »veel geschreeuw,
maar weinig wol.*
Willemsen had niet veel geantwoord.
>Terwille van de boterham* was zijn
argument geweest.
»Doe jij Jiet ook.*
ïNooit* had Wouters uitgeroepen. Nooit
ik spring veel liever in de eene of andere
gracht.
»Wacht maar, mannetje, de honger zal
je wel dwingen.*
»'k Eet veel liever mijn vingers op dan
dat ik zoo iets doe. Is dat socialisten
praktijk Jullie roepen en schreeuwen om
recht, jullie hebben den mond vol over
slaafsheid van de christelijke werklieden en
je bent nog veel enger. Bah, je kunt
met je socialisme naar de maan rijden,
'k Wil er niks meer van weten. Weet je
wat jullie goed kennen Iemands hoofd op
hol brengenzijn geluk verwoesten, zijn
geld uit zijn zak kloppen voor de zooge
naamde proletariërs, 'k Moét er niks meer
van hebben. Je kunt voor mijn part pra
ten wat je wiltik breek met dat laag
hartig gedoe.*
Zoo was Herman gescheiden.
Lang had hij rondgeloopen. Hij moest
toch. eten Steenen uit schuiten gelost,
sjouwermanswerk had hij verricht.
Hij ging niet naar de fabriek, nooit.
De christenen hadden gelijk zij trachten
ten minste te leven naar den Bijbel.
Lang had Herman getobd.
Eindelijk had hij door bemiddeling van
mr. Kartens, wien hij het geheele geval
openhartig had meegedeeld, een anderen
baas gekregen en was hij in zijn vak ge
bleven. Hij verdiende niet zooveel als op
de fabriek, doch het loon zou toenemen
en nu at hij tenminste zijn brood met ver
genoeging.
Andere vrienden had hij gekregen. De
rust was weergekeerd De nieuwe vrienden,
die »fijnen« zooals Willemsen ze altijd
noemde, meenden het goed en zochten Gods
eer, zij het dan ook, dat zij in dat zoeken
van Gods eer veel te kort komen.
Ja, zei Lena, er is veel gebeurd in onzen
trouwdag. Wij beiden zijn door God ge
kastijd. Ik, omdat ik eigen wegen wilde
bewandelen en gij, omdat ge God den rug
toekeerdet. Gewis, onze weg is niet op
rozen gegaan. Wij kunnen van ons huwe
lijk zeggen
»Een donkere weg
>Ja, zeide Wouters, maar even goed Ipn-
nen we zeggen Wie zich bij de socialisten
aansluit, verlaat God en heeft dan smart
op smart te vreezen.