voor de Kuidhollandiche en JKeeuwsehe Eilanden
Woensdag 9 Mei 1906.
21s" Jaargang 1ST. 1185,
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN,
hl
FEUILLETON.
EEN DONKERE WEG
Ulle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiëgs en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever
Vervroegde Winkel
sluiting.
Uit de Peas.
.1 mma—iim i iii
Deze Courant verschijnt eiken 11 oeusdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
SOMMELSMJH
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en ^maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Diasdag- ea Vrijdagmorgen 10 uur.
Zoo blijkt dus, dat men algemeen
dit gevoelen deelter moet komen
een wettelijk verbod; een wettelijk
sluitingsuur.
Maar zijn daar nu geen bezwaren
tegen? Zeer zeker.
1. De Overheidsdwang als zooda
nig het gezag der wet, die dwingend
optreedt.
2. Op Zaterdagavond zou er geen
tijd zijn om de klanten te helpen.
3. De straatverkoop zal toenemen.
4. Aangrenzende Gemeenten kun
nen concurrenten leveren.
Wat valt daar tegen in te brengen
Tegen Overheidsdwang. Het is waar,
een eerste eisch van al zulke actie
ishelp u zelf of het zoogenaamde
particulier initiatief ontplooie zich.
Maar dat heeft zich geopenbaard
krachtig genoegin vele groote steden
en toch was het resultaat nihil om
de reeds opgenoemde oorzaken Wat
blijft er dan anders over dan de'
macht der Wet. Natuurlijk kan men
hiervan een principieel tegenstander
zijn, zooals Mr. Lely in dit opzicht
zich uitsprak op 't Congres te Am
sterdam en dan zal men aan de
actie tot vervroegde sluiting niet mee
kunnen doenmaar voor degenen,
die in het dwingend Overheidsgezag
tegenover een al te veeleischend
publiek geen principieel bezwaar zien,
is dit de eenige, door de feiten uit
't verleden, te kiezen weg.
Zaterdagavond. Dit bezwaar is ernstig.
Zaterdagavond is een buitengewone
avond; dat is in de dorpen zoo en
in de steden niet minder. Het moest
in een Christenland geheel anders zijn
De Zaterdagavond is de vóóravond
van den Sabbatdan juist en daarom
reeds moest hij in kalmte en rust
worden doorgebracht. Het moest op
Zaterdagavond te zien zijn in de wo
ningen en op de straten, dat de dag
des Heeren, de Hem gewijde dag
nadert en de stille straten moesten
een voorbode, een heraut, een heen
wijzing zijn naar den Zondag. Maar
al is dat in theorie onweersprekelijk,
de praktijk is anders. De Zaterdag
avond is de avond van de grootste
drukte, wat haar oorzaak niet alleen
vindt in de mannen, die na hun
weektaak zich eens prettig vrij ge
voelen en dus van de vrijheidwenschen
te genieten, maar ook in de uitbe
taling der loonen, die de moeders
noodzaken op Zaterdagavond haar
bestellingen te doen. In één woord
het maatschappelijk leven dringt in
onze dagen tot een drukken Zater
dagavond in de winkels. Moet dan
ook b.v. om 9 uur gesloten worden.
Ons antwoord is als dat van den heer
Besuyen: laat elke gemeenteraad in
zijn verordening met dit feit van
Zaterdagavond-inkoop rekening hou
den en een uitzondering stellen, dan
is 't bezwaar voor stad en dorp ver
dwenen. Als men dan het sluitingsuur
op 10 uur stelt, dan toch waarlijk
kunnen alle inkoopen geschied zijn
bij iederen winkel, die op een laat
uur nog klanten bedient.
Straatverkoop. Ook dit is een ernstig
bezwaar. Zie in de steden van hoe
groote uitgebreidheid daar de straat
verkoop is. Op alle markten, op
hoeken van straten ziet ge de kramen,
kraampjes en karren met hun wal
mende tuitlampen staan, tot 's avonds
elf uur. En werkelijk zou er oneer
lijke concurrentie zijn, als de winkelier
om 9 of 10 uur moest sluiten en de
straatventer en straatkoopman mocht
tot half twaalf openblijven. Hoe is
dat te voorkomen? Niet anders, dan
den straatkoopman te binden aan
dezelfde wet der vervroegde sluiting.
Hij ook moet om 9 of 10 uur zich
van markt of straat verwijderen.
Nogal kras, zegt misschien deze of gene
dat de wet zelfs de vrijheid moet
ontnemen van hem, die zich daar vrij
en. liber op 's heeren straten beweegt,
en 'tden menschen zoo gemakkelijk
maakt door zelfs voor hun deuren
stil te staan. Gewis er zijn bezwaren
om dien straatverkoop te verbieden
't komt de vrijheid van beweging, van
gaan en staan en zitten, van ijverige,
werkzame burgertjes, die geen weer
of wind ontzien, wat al te na. Maar
is er een andere weg om de oneerlijke
concurrentie te beletten, om de afbreuk
aan de fluitende winkels tegen te gaan?
Ons is geen ander bekend. En daarom,
om der winkelbedienden wil, zeggen
we ookLaat de straatverkooper
sluiten als de winkels sluiten. Noch
tans we herhalen het: de wet treed^
ontzaglijk ingrijpend op. Maar wil
men beslist de vervroegde sluiting,
dan moet het er op die manier naar
toeer is geen andere weg, hoewel
we anderzijds begrijpen, dat eraller-
wege nog niet zooveel sympathie voor
de maatregelen is aangetroffen. Men
is wat huiverig in ons Vrije Nederland
voor zulke bepalingen.
Aangrenzende gemeenten. Ja, dat ar
gument weegt ook niet licht. Als
men in Middelharnis sluit om 9 uur
och, 't is een kleine moeite voor de
winlcèliers uit Sommelsdijk om zelfs
om JO uur daar nog bestellingen te
te gaan afleveren, stel dat de Gemeente
Sommelsdijk in haar Verordening de
10 uur sluiting voorschijft. Hoe moet
men nu die concurrentie weren 'tls
van zef gemakkelijk, als de aangren
zende Gemeenten in elkaar loopen
en één Verordening hebben dooréén
Burgemeester di.er Gemeente klaar
gemaakt. Drie dorpen kunnen één
Burgemeester hebben en allicht valt,
al is er e®n verschillende Gemeente
raad, de verordening in denzelfden
geest uit. Maar hoe, als er zooals
te Sommelsdijk en Middelharnis, die
vlak bij elkaar liggen, twee burge-
gemeesters zijn, die ieder voor hun
burgers het goede moeten zoeken. Dan
is er geen andere weg dan Onder
ling overleg.
Maar als dat overleg niet komt,
wat dan? Dan mislukt de wet, want
zonder overleg van de Gemeenteraden
kan de wet in 't minst geen invloed
doen gelden. Is er tussehen twee
Gemeenten geen samenwerking, dan
worden de bedienden der winkels, de
slachtoffers. Om hen te helpen, moet
men dus tot overleg zien te komen.
Trouwens daar is 't leven vol van.
Met doordrijverij komt men niets
vooruitmaar met onderling overleg
doet men vaak wonderen in ons
Sociale leven. Nochtans, wat we reeds
gezegd hebben is en blijft waar: de
regeling van een en ander is gemak
kelijk op 't papier te bepleiten, maai
de praktijk zal onzes inziens moeilijk
blij ven.
Neen, zeggen de voorstanders, die
zal meevallen. Zie maar naar Duitsch-
land. De heer Besuyen geeft er een
mooien kijk op, 'tvalt niette ontken
nen, maar mr. Levy gaf op 't congres
ook een kiekje, en dat viel niet zoo
mooi uit. In ons volgend artikel zullen
we zeggen, wat de vurige propagandist
Besuyen daaromtrent meedeelt, hoewel
't waar blijft, dat al gaat zoo'n sluiting
in Duitschland flink, ze in Nederland
nog wel mislukken kan. De heer
Besuyen vergeet, dat de winkelstand
in ons Land met andere huis- en
uitgaangewoonten rekenen moet dan
die in Duitschland bestaan. In Duitsch
land staat men vroeger op, eet vroeger
en gaat men vroeger naar bed maar
in Nederlandsche steden begint vaak
om 7 of 8 uur 's avonds de drukte
pas. Dat scheelt voor een winkelier
idem zooveel. Doch we zullen weer
luisteren naar de brochure in ons
volgend artikel.
Wordt vervolgd.)
Vrome openbare onderwijzers.
Wij lezen in de Heraut:
De klimmende tegenzin van ons Chris
telijk volk tegen de openbare godsdienst-
looze school maakt, dat de openbare
onderwijzers niet zonder zorg zijn voor
de toekomst van hun troetelkind. Het
aantal Christelijke Scholen neemt elk jaar
toe. Trots de agitatie van de Frontma
kers ging de Schoolwet-Kuyper er door
en wordt ook door het Liberaal Minis
terie loyaal uitgevoerd. Hier en daar ver
loopt de Openbare School al zoo, dat
bij gebrek aan kinderen de School gesloten
moet worden. Voor de openbare onder
wijzers is dit wel een hard gelag, want
het glorietijdperk, toen zij de heersten van
het landt waren, heett daarmede uit. Als
de Openbare School langzaam maar zeker
door de Christelijke School wordt leeg
gepompt, staan zij straks smaakt aan den
dijk.t
Is het wonder dat onze openbare
onderwijzers onder deze omstandigheden
ook 3>vroom* gaan worden De ruwe
toon, waarop in de bladen der openbare
onderwijzers vroeger den spot werd gedre
ven met God en godsdienst, heeft reeds
plaats gemaakt voor zalvende betoogen,
waarin de openbare school als de »ware
christelijke* wordt aangeprezen. Zoo in
het orgaan van de Afdeeling Zwolle e. o.
van den Bond van N. O. waar in het
April-nummer een stukske voorkomt
onder de titelDe stem van een Christen.
Deze Christen, die tot zijn 40ste jaar het
Christelijk onderwijs gediend heeft, maar
toen blijkbaar de vleeschpotten der Open
bare school lief kreeg, dient zich aan als
iemand die »zondaar zijnde met God
verzoend is door den kruisdood van Jezus
Christus, Gods Zoou en die in den Bijbel,
Gods openbaring, het richtsnoer vindt
van wat hij te gelooven en te doen heeft.
Het hoofdbezwaar van dezen »Christenc
tegen de Christelijke School is, dat er
in deze school gebeden wordt. Want dat
is zonde tegen het gebod Gij zult den
naam des Heeren, uws Godsniet ijdelijk
gebruiken. Bidden in de binnenkamer,
voor de School aanvangt, is goed, maar
bidden in de klasse »maakt het gebed
tot een sleur, t En erger nog dan dat, aan
gezien de »meerderheid der schoolgaande
kinderent is »wat de Schrift noemt natuur
lijke menschen, den geest niet hebbendet,
is het bidden met of voor hen een vrome
schijnt waardoor de onderwijzer ihuiche-
laarst kweekt.
Dat de een of andere renegaat van
het Christelijk ouderwijs door zulk vroom
gekwezel zijn eigen consciëntie tracht te
paaien, is nog te begrijpen. Maar dat
een orgaan der openbare onderwijzers
zulke astemmen* opneemt om daarmede
zieltjes voor de openbare school te win
nen, toont wel tol welk een laag peil de
propaganda voor de Openbare School
zonk. Of zouden de openbare onderwij
zers, wier orgaan dit blad is, heusch uit
eerbied voor Gods gebod in de school
niet durven bidden
Ilollandsche Kozakken.
Onder dit opschrift neemt de Chr, De
mocraat uit de »De Vrije Socialist* het
volgende artikel over en vraagtof zulk
een schandstuk inderdaad in ons land nu
nog mogelijk kan zijn.
Een hoogst ernstig onderzoek dient zeker
te worden ingesteld.
Overal zijn toch de dienaren van het
gezag hetzelfde en daarom zijn ze ook
overal zoo gehaat. De >Volksstrijd« uit
Groningen meldt het volgende uit Uithui-
zermeeden, ondervonden door R. Maring
en W. de Haan:
Dat er in den tegenwoordigen tijd nog toe
standen zijn, die herinneren aan den middel-
eeuwschen tijd, zal bij vele mensohen groote
verwondering wekken. Dit toch is het geval.
Velen zullen hebben gehoord, dat er bij een
paar boerderijen de glasruiten zijn verbrijzeld
en van deze werkzaamheden verdacht men de
ondergeteekenden.
Dat verdenken op zich zelf staat vrij, maar
op welke onbesohofte, laaghartige manier de
mareohaussee van Uithuizen optrad om schrijvers
door
L. VAN BERKEL.
22
Hoofdstuk X.
»Hé, die nare vergaderingent zuchtte zij.
Ze ontrooven je je man, en nooit kan men
eens gezellig bij elkaar zitten.
»Ja, maar,* zei Herman, van avond ga
ik naar een vergadering, die wel in jou
smaak zal vallen, vrouw.*
»Wat voor een vergadering is dat dan
>Een vergadering voor Christelijke Arbei
ders, een zekere mijnheer mr. Kartens
komt daar spreken.
>0, ga dan je gang,* zei Leentje opge
wekt, >hoewel ik het toch niet prettig vindt,
dat je nu juist weg gaat.*
5-Waarom n%t, Leens
»Ach, Herman, dat begrijpt ge wel, ter
wijl zij beide armen om zijn hals sloeg en
in snikken uitbarstte. Je weet wel, dat wij
beiden niet goed hebben gedaan, dat we
geen prettig leven hebben gehad en nu ben
ik zoo blij, dat het van avond eens anders
is. Daar dank ik God voor.*
De zoo zwaar beproefde, de onder zor
gen gebukt gaande vrouw kon niet verder.
Zij legde het hoofd op Hermans schouder
en snikte al dal opgekropte leed uit.
sHoor eens, Leentje* zei Herman, »laten
we daar nu eens van avond of morgen over
pratenik heb je ook nog wat te zeggen
aangaande den toestand van de fabriek.
Nu heb ik daar geen gelegenheid voor,
want dadelijk komt Van der Hoek mij
halen.
5>Je zegt, ga nu eens zitten, dan zal ik
je wat vertellen, en nu had ik toch eigen
lijk den boel nog wat moeten opridderen.
Wat moet Van der Hoek niet denken
;-Laat hij denken, svat hij wil.* Hij zal
begrijpen dat jij je handen vol hebt en
dat zal hem zachter stemmen bij het vel
len van een oordeel.*
»Ja, dat kan nu wel, maar ik zal het
toch nog wat opknappen.*
Opgeruimd, blijmoedig, weer bezield met
den kindergeest toog Lena aan het werk,
terwijl Herman zich wiesch en aankleedde.
Precies op den afgespioken tijd kwam
Van der Hoek.
»Kom binnen,* riep Herman.
»Neen, kom jij nu naar buiten, was het
guitige antwoord,* *>dan gaan we samen
op stap, anders komen wat laat
»In orde; 'k kom dadelijk.*
»Nu, Leens,* terwijl Herman haar een
kus gaf, als het je te laat wordt van
avond, dan ga je maar gerust naar bed en
sluit de deur. 'k Heb toch een sleutel.*
»Als ik het kan, zal ik wachten, tot je
terug komt Herman, 'k Zal mij goed hou
den hoor.*
>Nu, dag hoor
»Dag, hoor!* was de hartelijke weder
groet.
Toen Herman weg was, knielde Lena
neer en dankte haar God, haar hemelschen
Vader, dat hij verandering gegeven had.
Ja, de Heere had haar gebed verhoord,
haar zuchten en kermen beluisterd. "Zijn
kind was getuchtigd, omdat het eigen wegen
bewandelde en geen rekening hield met
Zijn wil en Zijn eisch. De Heere tuchtigd
zóólang als Hij noodig oordeelt, om daarna
Zijn zegenende hand weer uit te steken en
goede gaven te geven in overvloed.
Hoe dankte Lena den Heere.
Het »Wat zal ik met Gods gunsten
overlaan, Dien trouwen Heer voor Zijn
gena vergelden* vloeide haar van de lippen
en tranen, doch nu geen smart-tranen,
maar louter vreugde-tranen rolden haar
onder het zingen over de wangen.
Alles ruimde zij op en het huisvertrek
werd gezellig, zóó gezellig, als in het be
gin van haar huwelijk.
Ze had altijd haar best gedaan, zoo
lang het maar mogelijk was. Doch toen
het leed met den dag toenam, de zorgen
drukkender en de smarten menigvuldiger
werden, week de zin voor netheid en orde
van zelf. Het kon haar op het laatst niet
meer schelen zij verstompte meer en meer.
Gode zij dank, was er een verandering
ten goede gekomen en voelde zij zich her
leven. Moed, volharding, ijver en toewij
ding keerden nu weer terug.
»Als het nu maar zoo blijven mag*
zuchtte zij ook nu. De overgang leek
haar te groot, te plotseling 11a den
storm van jaren was het plotseling stil go-
worden en dat vertrouwde zij niet.
Lena gaf het echter over aan Hem, die
alles in Zijn hand heeft en zond een vurig
gebed op tot i>Haar vader, die in de
hemelen woont.*
Hoofdstuk XI.
Ioen Herman Wouters en Willem van
der Hoek op de Prinsengracht kwamen,
liepen verscheidene personen voor hen uit.
Allen hielden stil voor het gebouw der
Christelijke Jongemannen-vereeniging. Toen
men binnentrad was de zaal reeds goed
bezet. Niet alleen was men gekomen om
den spreker te hooren, maar er zou debat
zijn. Het was bekend geworden, dat een
der kopstukken van de S. D. A. P. heden
avond een lans zou breken voor hel goed
recht der arme, verdrukte, vertrapte prole
tariërs.
Nadat de Voorzitter de vergadering een
hartelijk welkom had toegeroepen en hij
geopend had met het lezen van Rom. 13
en gebed, gaf hij het woord aan den
geachten spreker. Mr. Kartens trad naar
voren en nam achter den lessenaar plaats.
Hij was een man van middelmatige lengte,
doch ook gezet. De breede schouders
droegen het hoofd op plechtstatige wijze.
Het haar begon aan den slapen reeds te
grijzen.
Zijn donkere oogen, die nu kalm de
zaal doorkeken, konden fonkelen, flikkeren
van heilige verontwaardiging.
Kalm en waardig begon hij de verga
dering te wijzen op den ernst der tijden,
maakte hij den aanwezigen den titel zijner
rede bekend en noemde hij de punten op,
die hij achtereenvolgens wenschte te be
handelen.
Wordt vervolgd.)