TWEE BLADEM.
Zaterdag 28 April 1906.
Ant ire ro lu êionair
21stc Jaargang N°. 1132,
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN. j
Eerste Blad.
FEUILLETON.
EEN DONKERE W£G
%lle stiifefeeii voor «te kledaciie ijestemd, Advertentie®! en verdere Administratie franco toe te ®eaide«i aan «Iers Uitgever
Vervroegde Winkels
sluiting,
Uil «Se Pers.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 60 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UJTGEYEK 1
SOMMElLSiiiJgi.
Advertentien 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen oO Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advexientiën worden ingewacht tot Diasdag- en Vrijdagmorgeu 10 uur.
Dit nummer bestaat uit
Een vraagstuk, dat ook al heel wat
onderzoek heett gevergd, en nog
vraagt, maar tot heden van zijn oplos
lossing nog zeer ver verwijderd is,
is dat der vervroegde winkelsluiting.
Zie naar de Arbeidstijden. Weinig-
bedrijven zijn er met langer arbeids
dag dan het winkelbedrijf, 's Mor
gens, wanneer de stad begint te leven,
zorgt de winkelbediende op zijn post
te zijneerst als de laatste wandelaars
huiswaarts keeren, komt aan zijn dag
taak een einde. Hij moge dan al niet
voortdurend zijn arbeid hebben gevon
den in het bedienen der koopers, er
is in iederen winkel oneindig veel
meer te doen dan dat. Hec inpakken
der te voorschijn gehaalde artikelen,
het stoffen, etaleeren, bijvullen enz.
is genoeg om in de meeste zaken het
personeel voortdurend in touw te
houden. Onderstaand staaltje geeft
een beeld van den winkeltijd in de ver
schillende bedrijven te Amsterdam.
Bedrijven. Gemiddeld aantal
uren per week.
Bloemisten 80
Boekhandelaars 8i
Meubelen 83
Rappers 85
Huish. Artikelen 85
Confectie 86
Manufacturen 87
Goud en zilver 88
Heeren-mode-artikelen 92
Drogerijen 92
Slagers 93
Koloniale waren 93
Schoenen en Laarzen 95
Comestibles 97
Banketbakkers 106
Apothekers 110
Boter en Raas '110
Tabak en Sigaren 110
Visch en Fruit 110
Melkslijters 115
Bakkers 115
Het behoeft geen betoog, dat onder
dezen langen en onmenschelijken win
keltijd de patroons bijna evenveel te
lijden hebben als de bedienden. Bij
de Enquete der Amsterdamsche com
missie (een »comm. tot onderzoek in
hoeverre en voor welke soorten van
bedrijven in de gemeente Amsterdam
een verordening wenschelijk is tot
Vaststelling van een sluitingsuur,
bleek duidelijk, dat de lange winkel-
tijdefi daar voornamelijk werden ge
vonden waar met weinig of geen
hulppersoneel werd gewerkt. Zoodat,
als er van een vervroegd winkelslui
ting sprake is, waarlijk wel in de
eerste plaats om de kleine patroons moet
gedacht worden, en naast de kleine
patroons heelt aan een wettelijke rege
ling behoefte zijn intern (in huis wo
nend) personeel. Want ja, dat lijkt
wel mooi te bebooren tot het inwo
nend personeel van den winkelier,
maar goed bekeken is zulk een intern
er nog slechter aan toe dan een extern
(die niet inwoont)- Want juist de
intern, die zoogenaamd als lid van het
gezin beschouwd wordt, moet van
's ochtends tot ]s nachts, altijd in de
weer zijn; hij kan ook elk oogenblik
disponibel gesteld wordenwant hij
is een huisgenoot, ziet u.
Dat de gezondheid van de winkel
bedienden veel te wensclien overlaat is
duidelijk. Het Amsterdamsche comité
richtte aan verschillende medici vra
gen, welke de ziekten waren onder
de winkelbedienden en wat de oorzaken
en bijna eensluidend antwoordde men
Ziekten. Oorzaken.
Een vrouwenziekte. Aanhoudend en
te langstaan, ge
dwonge dunne
taille enz.
Aderspatten. Te langstaan.
Ziekte der spijsver
teringsorganen
obstipatie en bloed
armoede. Te langstaange
haaste maaltijden,
gebrek aan tijd tot
een voldoend ab
senteeren gebrek
aan frissche lucht,
inademen van
odeurs en andere
stoffen.
Zenuwzwakte. Haast.
Ruggegraatsver-
kromming.
Voetzwelling.
Chromische Hoofd-
pijn.
Te lange en zware
arbeid.
Te lang staan.
Borstziekte, tering.
Spijsverterings
stoornissen; bloed-
armoe; obstipatie;
zenuwzwakte
vrouwenziekte.
Slechte lucht,
geen zon, veel
arbeid enz.
Een Deenscb statisticus constateert
een ontzaglijk hoog ziektecijfer voor
de winkelbedienden, een idem voor
de kinderen uit den kleinen winkel
stand evén ongunstig als dat der
kinderen uit de arbeidende klasse in
de steden.
Hebben we hiermee aan de hand
eener ons toegezonden brochure over
dat onderwerp, de noodzakelijkheid
aangetoond van meer rust voor den
winkelbediende; het moeilijkste deel
van 't vraagstuk komt natuurlijk ach
terna hoe dat te verhelpen Waar
is de oplossing
In de Brochure wordt de Wijze van
Regeling aangegeven; maar ieder, die
de Rapporten en het Stenografisch
Verslag van het 3e Internationaal
Congres voor den Handeldrij venden
Middenstand gelezen heeft, dat over
deze zaak handelt op bid. 318334,
zal toestemmen dat de Regeling moei
lijk is.
We komen daarop terug, doch willen
eerst weer 't woord geven aan den
heer B 'suyen lid van den Raad te
Leeuwarden, die de brochure geschre
ven heeft en zich uitermate voor de
zaak der Vervroegde Winkelsluiting
in de bres stelt.
De eerste vraag, die hij stelt is deze
Waarom een vervroeging van 't slui
tingsuur en waarom niet een regeling
van arbeids- en rusttijden. En hij
antwoordt
1e. In de eerste plaats toch is het
doel, dat men zich voor oogen stelt
tweeerleihet is niet alleen om den
arbeidsduur van winkelbedienden te
beperken, maar evenzeer om den kleinen
winkelierdie zonder bedienden werkt,
te beschermen tegen zich zelf en het
veeleischend publiek. Regeling van
arbeidsduur van winkelbedienden zou
door
L. VAN BERKEL.
19 Hoofdstuk IX.
De directeur was een man >der zaken
kundig Hij beschikte over een zeer groote
werkkracht en daarom lachte hem deze
regeling bijzonder toe en had hij geen oog
voor de gebreken, welke ook deze regeling
noodwendig aankleefden.
Het is toch duidelijk, dat de werkkrach
ten verschillend zijn. De een werkt bijzon
der vlug de ander langzaam, doch degelijk.
Vanzelf zal dit oorzaak zijn. dat de laatste
ook vlugger gaat werken, doch dit zal
schaden aan de degelijkheid; het werk
wordt dan minder net afgeleverd.
Het is bovendien uiterst moeilijk bij zoo'n
stand van zaken het werk rechtvaardig te
verdeelen. Allen zullen hetzelfde begeeren-
ieder acht zich verongelijkt en ontevreden
heid, ini'-mureering zullen niet uitblijven
Ook zal er een speculatiegeest gewekt
wo, en. De een zal den ander niet meer
cipenhet leenen van gereedschap komt
niet meer voor en het ieder voor zich,
een egoïsme van de ergste soort zal ge
boren worden.
De directeur was echter] zóó met zijn
plan ingenomen, dat hij de gebreken, die
het aankleefde, over het hoofd zag en er
natuurlijk ook geen sprake was van een
onderhandelen met de werklieden. Integen
deel het plan werd hun voorgelegd en
bekend gemaakt, wanneer deze regeling
zou beginnen.
Dit nu was een fout van den directeur.
Een fout, die onmogelijk valt goed te
praten. Men mag hemel en aarde bewe
gen, goed te praten is zoo'n wijze van
optreden nooit.
De directeur had met de betrokkenen
moeten onderhandelen. Het voor en tegen
ware dan vernomen en men had iets tot
stand kunnen brengen, dat beide partijen
bevredigde. Den indruk ware dan gegeven,
dat men werklieden niet behandelt als werk-
slaven, als machines, als j>doode« lichamen.
Nu was dit niet het geval.
Een regeling was niet het product van
gezamenlijk overleg, niet een draagster en
vertegenwoordigster van beider belangen
Ze was opgedrongen, neen juister uitgedrukt
»voorgegooid(( en de werklieden hadden
niets anders te doen dan zich dit te laten
welgevallen, dan ei j>amen« op te zeggen.
Dit was verkeerd en viel bij de werk
lieden niet »in goede aarde.
Zij achtten zich en terecht mis
kend, geminacht en de klassenhaat werd er
door aangewakkerd. De gematigden lieten
hun gematigdheid varen en namen tegenover
de kapitalistische klasse een zeer vijande
lijke houding aan, welke men had kunnen
voorkomen.
Willemsen, de Grootmeester, raasde als
een bezetene. 2>Nou zie je,(( riep hij op
dien gedenkwaardigen morgen uit, toen het
loonstelsel den werklieden aangekondigd
was, »nou, zie je, dat je van de bezittende
klasse niets, letterlijk niets te wachten hebt.
De kapitalisten hebben veel meer gevoel
voor d'r hond en d'r kat dan voor d'r werk
lieden en je bent bij hen in tel als een
rotte kool bij een groenvrouw. Ze nemen
je, omdat het niet anders kan, als ze je
konden "missen, stuurden ze je liever van
morgen weg dan van middag. Ik zeg maar,
wie nou nog iets goeds verwacht van z'n
meerderen, is een gek. Uitzuigen, uitmer
gelen, als een citroen uitknijpen, dat doen
ze je en als je dan uitgeknepen bent, zóó
uitgeknepen, dat al je krachten naar de
maan zijn, dan gooien, de schurken je
verachtelijk weg met den uitroep»daar
leg je Doch wij zullen hen mores leeren,
we zullen toonen, dat we meer dan »doode«
niet de minste vrucht wegdragen voor
den kleinen winkelman.
2e. Is, zooals reeds in de Staten-
Generaal onder instemming is opge
merkt, een behoorlijke naleving dier
regeling niet te controleeren, vooral
niet wanneer de grcote zaken met
ploegen gingen werken
3e. De patroons met bedienden
komen tegenover de kleine winkeltjes
in ongunstige conditie. Zij moeten öt
dubbel personeel aanstellen of hun
zaken eerder sluiten, dan de winkeliers
zonder bedienden.
Wordt vervolgd.)
Ba lanceer-poh tiek
De heer De Roode, verslaggever van
't Volk heeft niet vele weken geleden
terecht gewezen op de balanceer-po-
litiek van dit Ministerie.
Maar het Paaschcongres heeft voor
de toekomst den mond der Socialisten
gesnoerd.
Want als er ooit een vergadering
van partijgenooten is geweest, waar
knutselwerk is verricht in den slecht-
sten zin van het woord, dan is dat
daar gedaan.
Het starre dogma heeft men niet
weggestooten, 't is zoo; 't mag ook
nog adem halen en Gorter, zoowel als
mevrouw Roland en Pannekoek mogen
hun stem verheffen voor de beginselen
maar de vergadering luisterde met
wellust naar de reden van Troelstra
en Schaper, die niet anders bedoelden
dan opportuniseniets anders dan
den weg aanwijzen om zieltjes te
winnen.
De arbeiders, die in de laatste jaren
eer waren teruggeweken dan genaderd
tot de Socialistische partij, moesten
door allerlei hervormende maatregelen
gelokt worden.
De propagandisten zouden in de
toekomst uit visschen gaan met 't
groote, niets socialistisch bezittend
netHervorming.
En ook in de Kamer zou men zien
te halen, wat er te krijgen is.
't Zal dus in de toekomst worden
Een balanceerende politiek, onder 't
mottoHebben is hebben en krijgen
is de kunst. En of de beginselen zullen
toegepast worden, staat te bezien en
is twijfelachtig.
Als lokmiddel is zoo'n politiek wel
voordeelig maar voor de partij is het
de dood.
Een zwakke Begeering.
Frankrijk geeft weer een voorbeeld
hoe een Regeering niet moet optreden
in dagen van gisting
Een groote, ja reusachtige staking
is uitgebroken in 't Noorden van dat
land, onder de mijnwerkers en aan
verwante arbeiders,
Nu is daar veel in te billijken we
zouden het niet willen ontkennen.
Maar een wijze regeering voorkomt
bloedstnrti g.
Gouverner, c' est prevoir heeft een
staatsman gezegdd. w. z. Regeeren
Is voorzorgsmaatregelen nemen.
En het blijkt nu in Frankrijk, dat
die Regeering dat woord niet verstaat.
Er was onrust, hevige gisting maar
Clemenceau bemoeide zich er weinig
mee Als de stakers rustig bleven
zou hij geen soldaten sturen, zei hij.
Als ja, maar als de stakers on
rustig worden, we zien het aan de
laatste dagen, dan is het te laatdan
is er geen houden en beteugelen aan.
Neen, Clemenceau had dadelijk een
groote macht moeten samenbrengen
op 't terrein van de staking, met
opdracht om lankmoedig en hoogst be
dachtzaam op te treden maar
toch een macht die ontzag inboezemde
aan revolutionaire elementen.
Nu is 't te laat. Er vloeit bloed en
de troepen staan besluiteloos.
Oud-Minister Kuijper zou zoo'n
zaakje, adres aan 1903, wel anders
aangepakt hebben. En opgeknapt. Er
is een democratie, die de kanker is
van een Volk en een Regeering.
Kat en Kandeleer.
De heer Roodhuyzen, het liberale en
grappige Kamerlid voor Briefte, heeft dezer
dagen een spreekbeurt vervuld voor de
liberale propaganda-club in district II te
Rotterdam.
In het verslag, dat de N. R. Ct. van
deze vergadering geeft, lezen we omtrent
het debat, dat na de inleiding volgde
»De heer Valk, redacteur van de
Bode, kwam beweren, dat de Regeering
lichamen zijn, we zullen onze tanden laten
zien, de leeuw zal z'n klauwen uitslaan en
daarom proclameer ikstaking.
^Staking Staking Wil je staking, Wil
lemsen Kunnen wij geen anderen weg
inslaan riepen enkele werklieden.
Zekerschreeuwde Willemsen door de
fabriek, terwijl zijn oogen woest van den
eenen kant naar den anderen rolden. »Zeker,
kan je nog een anderen weg inslaan. Je
kunt straks naar den directeur gaan en
hem ootmoedig danken, dat hij zoo goeder
tieren, genadig en barmhartig is geweest.«
»Zeker, kunt ge nog een anderen weg
inslaan« ging de Grootmeester op harts
tochtelijken toon voort. s>Je kunt straks
op je knieën vallen en uitroepen Directeur,
wat zijt ge toch onbaatzuchtig, dat gij ons
zulk een regeling aanbiedt en dat aan ons,
die dat alles toch niet verdiend hebben..
Heusch, directeur, wij kunnen u nooit ge
noeg naar waarde danken. Ziet, zeide
Willemsen »dat kunt ge ook doen, als je
dat beter lijkt.
»Neen, Willemsen, dat is de praat niet,«
roepen eenige werklieden geraakt. Je weet
even goed als wij, dat wij zoo poeslief niet
zijn en het dus volstrekt niet in ons hoofd
komt een voetval te doen. Dat is de zaak
niet, maar wij bedoelen alleen, of wij den
directeur niet met andere middelen dan
staking kunnen noodzaken met zulk een
loonstelsel te breken. Wij zoude}), staking
voor het laatst willen houden.*
3>Wij kunnen eenigen uit ons midden
afvaardigen om naar den directeur te gaan
en hem onze belangen bloot te leggen, doch
heil verwacht ik er niet van, antwoordde
Willemsen op onverschilligen toon.
Wij moeten het toch doen,« riep Herman
Wouters, die tot nu toe gezwegen had;
2"wij moeten het toch doen. Er moet in
onze wijze van handelen niets verkeerds
zijn. Ik stel daarom vooi, dat twee of
drie- uit ons midden van avond naar den
directeur gaan, hem onze belangen bekend
makenwie weet, of alles dan nog niet
tot een goed einde loopt,riep Wouters
op opgewekten toon.
Ach, wat ben jij toch kinderlijk, Wou -
ters,« riep de Grootmeester geërgerd uit
ik kan wel zien, dat je moeder je een
vrome opvoeding gegeven heeft, want de
kinderachtigheid zit er nog in.«
De andere werklieden, die in lachen wilden
uitbarsten, kwamen tot een andere gedachte,
toen zij de uitwerking dezer woorden op
Hermans gelaat waarnamen.
Wordt vervolgd.)