Zaterdag 21 Apr?l ?o06 21s,<> Jaargang N°. 1130. voor de Zaidhollandsclie en ^eenwsche Eilanden. TWEEDE BUD. 2 Antirevolutionair Orgaan JN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. Alle stukken voor de Kedaetie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Uit de Pers. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ÜJTGEYER Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Diasdag- ei Vrijdagmorgen 10 uur. De boeman. De overwinning der vrijzinnigen in Juni 1905 werd behaald onder de louter nega tieve leuze »tegen Kuyper*: Van verdere narmonie was bij hen geen sprake. Nadat de zegepraal bereikt was bleek dit aanstonds uit de opiniën die verschillende vrijzinnigen in zake de oplossing van de Kabinets-crisis ten beste gaven. En nog steeds gaat het voort. Zelfs zeer sterk. De Arnhemsche Courant beschuldigt nu, waarschijnlijk wel volkomen terecht, want zij kan het weten,de unie-liberalen van niets minder dan ^geknoei en gescharrel* bij de onderhandelingen over de Kabinets formatie. Daarover is inzonderheid de Vaderlan der, het bekende vinnige orgaan van de heeren Goemans Borgesius c.s., slechts te spreken. Onder het opschrift Geknoei en geschar rel bij de onderhandelingen over de Ka- binets-format et schrijft zij Het is natuurlijk de Maasbode of de Standaard, die deze bovenstaande woor den neerschrijft Neen, lezershet is de vrijzinnig- democratische Arnhemsche Courant Inderdaad de taal van dat blad wordt meer dan ergerlijk. Laat de Arnhemsche Courant nu eens duidelijk en zakelijk zeggen wie bij de onderhandelingen over de Kabinetsfor matie geknoeid en gescharreld hebben, en waarin dat knoeien en scharrelen be staan heeft. Tot dusver heeft zelfs de felste par tij man der rechterzijde ook maar één feit, dat de qualiteit van knoeierij verdient, niet kunnen vermelden. Wie van de mannen bij de formatie betrokken zou zich trouwens daartoe leenen Diep, diep treurig is het hoe de Vrij zinnig-democraten in het algemeen, en de Arnhemsche Courant in het bijzonder, dag aan dag er maar op los insinueeren en gelijk zij de nederlaag van Doesburg veroorzaakten, nu reeds bezig zijn de nederlaag voor 1907 voor te bereiden. Wat willen die menschen tochP Willen zij het régime-Kuyper terug Dat is toch niet denkbaar. Het wordt eindelijk tijd, dat het vrij zinnig Nederland wete of dit Kabinet in de Vrijzinnig-Democraten vrienden heeft of vijanden. De vrijzinnigen leggen alzoo elkander ten laste een >dag aan dag er maar op los insinueeren*. Kan het scherper En toch, het eenige bruikbaar gebleken medicijn uit de heele vrijzinnige apotheek wordt dan uit de kast gehaald, en dat heet dan nog altoosTegen Kuyper. Dr. Kuyper blijft de groote boeman, die den vrijzinnigen schrik moet aanjagen, en hen kort bij elkander doen neerkruipen. Wat een fierheid toonen zulke menschen En wat een principieele politiek (>Rotterd.<) Geen Parti.jbenoeming Het tegenwoordige Ministerie heette alles zins verzoeningsgezind te zijn. aHetvieler haast van om* aldus indertijd de Arn hemmer. Nu, van dat omvallen daarom, is nog niets gekomen. En daar zal ook niets van komen als het zoo voortgaat. Dat komt ook meermalen uit bij benoe mingen. Opmijnheer Van RijWij moeten weten, hoe uw lijstje er met drie jaar uit ziet. Er valt voor U weer een prachtig geval te boeken, dat U pleizier zal doen. Minister Rink is de aloude traditie ge trouw gebleven en heeft tot Commissaris der Koningin in Zeeland weten benoemd te krijgende liberale secretaris-gene raai van Binnenl. Zaken. Mr. Dijckmeester. En dat, terwijl de Staten van Zeeland reeds jaren hier overwegend anti-liberaal zijn Maar zulk eene kans was te mooi, om te laten worden voorbijgegaan. Want de commissaris maakt de voor dracht op voor de benoeming van Burge meesters in de provincie. En 't is genoeg bekend hoe liberale commissarissen hunne voordrachten opma ken. Of Mr. Dijckmeester dan misschien Zeeuw is en op en top bekend met de Zeeuwen en Zeeuwsche toestanden, dat hem verkieslijk maakte In geenen deele hij is een echte Hage naar, maar heeft vele relatiën in Tiel, van waar ook Mr. Rink afkomstig is. Zou dat niet genoeg verklaren „Getuige." Openbaar en bijzonder onderwijs. In de dagen der verkiezing werd met kwistige hand door de Liberalen verspreid een blaadje vRome en dt Politiekx. De schrijver hield zich schuil als meer in zulke dagen gebeurt. Welnu, in dat blaadje werd iets overgenomen uit een ar tikel in >Het Schoolblad*. Het was na tuurlijk een ^voortreffelijk* artikel. Immers er stond in, dat naar het on derzoek, ingesteld onder de ingelijfden bij de militie, 2,3 pCt. lezen noch schrijven konden in 1901 en 2,1 pCt. in 1902. Dat waren de cijfers voor heel Nederland. Voor Limburg was dat 3,6 in 1901 en 2,6 in 1902. Voor N.-Brabant 4,1 in 1901 en 2,6 in 1902. Hieruit wordt de conclusie getrokken, dat het bijzonder onderwijs aan de Room- sche Scholen slecht is. Maar wat zegt nu het onderwijsverslag over 1903/4. Lezen noch schrijven konden in Nederland 1,95 pCt. in Noord-Brabant 2799 pCt. in Limburg 1,77 pCt, En in de provinciën die alleen vrijzinnige afgevaardigden naar de Kamer zenden Daar is het zóó Groningen 5,02 pCt. Drenthe 4,77 pCt. Wat zou nu blijken, als men den maat staf van den heer Schook wil aanleggen? (»Zeeuw«.) Politieke margarine. Door de eendrachtige samenwer king van alle vrijzinnigen in den lande is het ministerie-Kuyper weggekegeld, en genietenwe nu een liberaal bewind. Hoe staat het echter met de een dracht der overwinnaars na den strijd Dat kan men o.a bespeuren uit de Zutphensche Courant. Dit orgaan legt aan de vrijzinnig democraten het een en ander ten laste, als antwoord op de bewering van de vrij zinnig-democratische Arnhemsche Courant, dat er bij de Kabinets-for- matie »geknoeid« en i>gescharreld» was. Thans schrijft de Zutphensche o.m. Inderdaad, er is ternauwernood iets belachelijkers te vinden, dan de manier waarop hier, in het district Zutphen de Vrijz. Democr. propaganda wordt ge voerd. De eerste voorwaarde voor toetreding schijnt te zijnop de een of andere manier den Unie-liberalen een hak te zetten of roet in hun eten te gooien. Er zijn vereenigingen, die het daarin al een heel eind hebben gebrachtWij zouden daarvan merkwaardige staaltjes kunnen vertellen, en zullen die mede- deelen, zoodra wij den tijd daarvoor gekomen achten. De middeltjes, toegepast om de men schen over te halen, lid van de Vrijz. Democr. vereenigingen te worden, zijn soms allermalst. Werkelijke voorspiege lingen van eere-ambten en candidaturen worden gedaan. Zoodra ergens iets uit lekt van verschillen in dit of dat clubje of vereenigingen van liberalen, kan een der partijen er op rekenen, (en soms beiden) een verzoek te krijgen om zijne vroegere vrienden den rug toe te keeren, en over te gaan naar de Vr. Democr. vereeniging. Kortom het is een politieke propa ganda a la Bluysen's margarinemen wordt uitgenoodigd een pond te koopen, en dan krijgt men nog een pond toe, met een kans op cadeaux daarenboven. Na de stembus-overwinning vertelt dus de eene vrijzinnige groep van de andere, dat zij politieke margarine verkoopt, en dan nog a la Bluyssen een pond met een pond toe. En dat zijn nu de menschen, die er over geklaagd hebben, dat Dr. Kuyper de volks-eenheid in gevaar bracht Wat toonen dezulken nu een broe derlijke liefde, en een hartelijke eens gezindheid Zouden ze voor de stembus ook het volk van Nederland hebben bedrogen (»Rotterdammer.«) Om te onthouden In het verslag der sociaal-democratische Kamerfractie over 1905 komt de merk waardige verklaring voor, dat de openbare onderwijzers aan Minister Kuyper, naast een pensioen voor vrouw en kind bij overlijden, een behoorlijk wachtgeld hebben te danken bij ontslag. En er bij wordt gevoegd, dat »in beide zaken de heer Borgesius, voor wien nog zoovele openbare onderwijzers het vuur uit de sloffen loopen, hen bitter teleurgesteld (had.«) Dit is inderdaad merkwaardig. Een verklaring, op gelijke lijn slaande met wat Henri Polak zeide van Dr. Kuy- pers bemoeiingen in zake de belangen van de diamantbewerkers. De vorige Minister van Binnenlandsche Zaken werd voorgesteld als een vijand van het openbaar onderwijs, en dus ook van de openbare onderwijzersals een vijand van de arbeiders. Het blijkt nu, dat niemand minder dan Henri Polak hulde bracht aan Dr. Kuyper voor hetgeen deze had gedaan in het be lang van arbeiders en dat de sociaal-demo cratische Kamerclub niet anders kan doen dan erkennen, dat Dr. Kuyper meer voor de openbare onderwijzers heeft gedaan dan Mr. Borgesius. Om te onthouden tegen den tijd als 't te pas komt(sStandaard.*) Middernachtzciiding. Wij lezen in onze antirevolutionaire »Nieuwe Provinciale Groninger Courant »Is 't ook mijn roeping niet, Dat ik mijn broeder hoed, Waar hij des boozen strik nietziet, Gespannen-voor zijn voet?* 't Is een barre, koude Decembernacht. Huilend en snuivend, rammelend aan deuren en vensterluiken, jaagt de wind de groote, spoedig smeltende sneeuw vlokken voor zich uit. De flikkerende vlammen der gaslantaarns verspreiden een onzeker licht en de voorwerpen in de nabijheid werpen grillige, beweeglijke schaduwen op de natte straat, die daar somber en schijnbaar geheel verlaten voor ons ligt. Zooeven heeft het carillon van den Martinitoren het tweede uur na midder nacht aangekondigd, en dadelijk nadat de liefelijke tonen zijn weggestorven, komt er leven op de straten, alsof de slapende stad opeens ontwaakt ware. Groepjes pratende en lachende heeren komen huiverend en met haastige schreden voorbijloopen. 't Zijn de bezoekers der cafe's met nachtpremissie, die pas om twee uur sluiten. De meesten zijn in meerdere of mindere mate onder den invloed«. Ze mopperen over den ober, die zoo onbeleefd het gehate »sluiten uitgalmde over de sneeuw, die hunne verhitte aangezichten nat maaktover den wind, die hen noodzaakt de para- pluie gesloten te houden en over nog veel meer Bij anderen heeft het biergebruik misbruik onzineene tegengestelde uitwerking. Ze zijn zeer opgewonden en luidruchtig en brullen nu en dan een stuk van een kermislied uit, op eene wijze die men zingen noemt. Bij ervaring wetende, dat het niet ge raden is buiten noodzaak met het nacht- publiek in aanraking te komen, trekken we ons in de schaduw der huizenrij te rug. Toch heeft een drietal heeren ons bemerkt en blijft even stilstaan, ons aanziende met blikken, waarmee men een zeldzaam dier in den dierentuin be kijkt. »Wa's dat voor een stelletje vraagt er een. jNachtzendelingen, kerelant woordt een tweede. »Weet je niet dat we tegenwoordig in Groningen onder controle staan »Nachtzendelingen Nachtzwendelaars bedoel je herneemt nommer een. En spottend klinkt het tot ons „Zeg éris, wat verdien je met dat baantje Nou Ben je stom Wat ze er mee verdienen ?<r schreeuwt de derde. »Dat zal ik je zeggen En nu volgt een uitdrukking zoo godslaster lijk, zoo gemeen, dat we er niet aan denken ze hier af te schrijven. Vloekend en schaterlachend trekt het edel drietal af, 't Loopt tegen drie uur en het wordt weer stiller op straat. Diep weggedoken in onze jaskragen lbopen we een wijle stampvoetend op en neer, om dan bib berend van koude weer onze schuilplaats in een portiek naast het bewaakte bor deel op te zoeken. Plotseling spitsen we de ooren. De wind heeft het geluid van haastig nade rende voetstappen tot ons overgebracht. We turen in de richting vanwaar het geluid komt en zien de gestalten van vier mannen tusschen dwarrelende vlokken verschijnen. Opmerkzaam naar alle kan ten rondziende staan ze even stil, fluis terend en onderdrukt lachend. Ze ont dekken ons echter niet en treden be hoedzaam op de deur van het huis der schande toe. Zachtkens tikken ze aan het venster. Thans is het voor ons tijd om tus- schenbeide te komen. Hevig verschrikt bemerken de jongelieden want dat blijken ze te zijn eensklaps, dat ze zich vergist hebben, toen ze meenden dat de middernachtzending er niet was en er volgt dadelijk geen antwoord op de kalme vraag«Zou het niet beter zijn hier voorbij te gaan. heeren De eerste schrik is echter spoedig over en de jonge man die aangetikt heeft en de lion van het troepje schijnt te zijn, antwoordt met een spottend glimlachje >Och, waarom? Men is maar eens jong, mijnheer >Juist, mijnheer,is het ernstige we derwoord. »U is maar ééns jong daar om behoort u de nooit terugkeerende jeugd goed te gebruiken.* En nu volgt een vermaan, waarin de jonge man met nadruk gewezen wordt op de ontzettende gevolgen der ontucht voor dit en voor het toekomende leven maar waarin hem ook wordt aangewezen de Eeuwige Bron van kracht, Die ons bekwaam maakt om ook op dit terrien den booze te weder- staan en te overwinnen. Blijkbaar wrevelig en ongeduldig heeft de aangesprokene geluisterd, nu en dan met schuine blikken naar het huis glu rend, waarin geen teeken van leven is te bespeuren. »Nou, ja meneer valt hij eindelijk uit, »ge kunt gelijk hebben, maar spaar uw moeite maar om mij te bekeeren. Geloof me, ik heb al te veel meege maakt om mij door uwe redeneeringen te laten tegenhouden. Wanneer u me vóór vier jaar ontmoet had, dan zou ik nog te bewaren geweest zijntoen was ik nog niet zoo door en door bedorven als nu. Toen ik pas student was droeg ik nog al de indrukken van eene Chris telijke opvoeding mee. Die hebben mijn amices er echter voor goed uitgehaald. Ik wil er niet om liegen dat ik schan delijk veel geld uit de zuinig gevulde beurs van mijne ouders in de bordeelen heb laten zitten. Natuurlijk weten de oude lui dat niet. Ze schrokken zich dood als ze 't wisten. Ik had zelf ook nooit gedacht dat het zoover met mij komen zou. Maar och, hoe gaat hetJe wordt student, je maakt eens een flinke fuif mee, je komt in de stemming en eer je 't weet zit je in een bordeel, wanneer je ten minste een meegaand karakter hebt en wat losse* vrienden treft. Zeg eens, waarom stond hier vier jaar geleden geen middernachtzending Wie lette er toen te middernacht op de jongelui van christelijken huize Niet om mezelf vrij te pleitenmaar 't is toch een feit dat toen de verleider des nachts vrij spel had, en dat de vrome broeders die onder een lekker sigaartje in de gezellige huiskamer zaten te praten over de liefde van Christus wel zoo goed hadden ge daan door hier eens te komen posteeren. Ik ken nu genoeg jongelui die om de Middernachtzending geen verdacht huis durven bezoeken. Laat je dat een be looning zijn voor je moeite. Maar ik ben reeds onverbeterlijk, en dus laat u met mij maar niet verder in. Verduiveld, blijven ze daar binnen slapen Hollo, Corrie En onder dezen uitroep begint de rampzalige jongeman opnieuw op de deur te bonzen. Diep getroffen door zijne synischs bekentenis staan we een oogenblik sprakeloos. Hoe waar is de beschuldi ging, door hem tegen het Christendom ingebrachtUit het diepst van onze ziel stijgt de bede»o, God, leer Uw volk ons werk verstaan en liefhebben Nog moeten we eene poging wagen Wie weet, Gods gunst is immers vrij En andermaal op dezen alge- dwaalden zoon toetredende spreken we hem van de blijdschap der Engelen Gods over eenen zondaar die zich be keert van de vreugde des vaders over den verloren, maar hervonden zoon van de zoekende liefde van Hem, die om zondaren te behouden, stierf aan het hout der vervloeking maar reeds opent zich de deur. Een licht gekleede vrouwengestalte vertoont zich. En ter-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1906 | | pagina 3