Woensdag 21 Maart 1906.
21s"' Jaargang W\ 1121.
v®©r de %aidh€ill!in«l^c*lie en SBeeuwsel
Antirevolutionair
Orgaan
ililiilgfltm
IN HOC SIGN O VIN CES
T. BOEK HO VEN. 1
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
ifzonderiyte nummers 5 Cent.
UITGEVER j'
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en K/3 maal.
Dienstaan vragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Q-roote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan.
1 Advert en tiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
411e «tukken voor de fitedaetie t»e«feancl, Advertenliéii en verdere Administratie 1 ratte© toe Ie zenden aan «leis Uitgever.
Het Staangeld in 't Arbeids
contract.
Het staangeld is de som, die de
werkgever tegen schriftelijk bewijs
van het loon mag afhouden om daac-
uit, ingeval de arbeider de dienst
betrekking zonder grondige den pa
troon vooraf medegedeelde redenen
verbreekt of dezen door opzet of schuld
een grondige reden heeft gegeven
om dien werkman te ontslaan, het
verschuldigde op dien werkman te
verhalen.
In art. 29 van 't ontwerp Drucker
staat
Bij schriftelijke overeenkomst of bij
reglement mag worden bedongen dat de
werkgever bij eenige der eerste loon
uitbetalingen tegen schriftelijk bewijs een
zeker bedrag zal inhouden, ten einde daar
uit, in geval de arb ider de dienstbe
trekking onrechtmatig verbreekt het door
dezen volgens art. 58 en 59 verschul
digde te verhalen. Indien de dienstbe
trekking op andere wijze eindigt, wordt
het ingehouden bedrag den arbeider
onmiddelijk uitbetaald
Het in te houden bedrag mag bij
elke loonuitbetaling niet meer zijn dan
een vijfde van het in geld vastgestelde
loon, dat alsdan zou moeten worden
uitbetaald.
In het geheel mag het in te- houden
bedrag niet meer zijn dan des arbeiders
in geld vastgestelde loon van 12 dagen.
Indien de arbeider bij den werkgever
inwoont dan des arbeiders in geld vast -
gestelde loon van 36 dagen.
De intrest zal 4 percent zijn.
Het ontwerp van 1901 had als korting
ook een vijfdedoch het gezamenlijke
bedrag aan kortingen was niet in een
vast cijfer van 12 looudagen aange
geven maar stond in betrekking met
het loon voor den duur van den op
zeggingstermijn enz.
Het ontwerp Loef had als korting
ook een vijfdeen was voorts gelijk
aan dat van 1901.
Het ontwerp van Raalte heeft als
korting een tiendeen als gezamelijk
bedrag weer de 12 dagen, voor hen
die 4 gulden per dag of minder ver
dienen voorts moet het geld in de
Rijkspostspaarbank belegd zijn, ter
wijl de vroegere artikelen het in de
kas der werkgevers moesten storten
Hoezeer dus het ontwerp van Raalte
beter is dan dat der andere auteurs,
toch is de oppositie er niets door
verminderdwant van Socialistische
zijde vervloekt men dat Staangeld,
omdat het plotselinge stakingen tegen
houd, immers staking is nu nog ver
breking van 't Contractdus wie
staakt, is zijn staangeld kwijt. Daarom
willen ze ook, dat staken voortaan zal
zijn opschorting van 't Contract (dus
geen verblekingen dan blijft het staan
geld natuurlijk bij staking hun eigen
dom.
Doch zooals we zeiden't Staan
geld is hun een gruwel. Hoor ze in
„'t Voorloopig Verslag bldz, 111:
Enkele leden wenschten tegen de bij
dit art. voorgestelde regeling een woord
van scherp protest te doen hoorenze
schroomden niet, die regeling een ramp
zalige te noemen omdat ze den werkgever
die reeds een zoo belangrijk economisch
overwicht op den arbeider bezit, nog veel
meer macht zal verschaffen en den ar
beider, met geldelijke banden gekneveld,
aan des werkgevers willekeur zal over
leveren.
Voorts spreken ze van neem voor de
arbeiders zoo schreeuicend onrechtvaardige
bepaling.
Toch waren zij het niet alleen, die
in 't Voorloopig Verslag klaagden. Er
waren er, die in dat artikel een ver
zaking zagen van het beginsel van
gelijkheid tusschen beide partijen.
Immersde werkman moet Staangeld
betalen, maar waarom de werkgever
niet? Kan hij dan 't Contract ook
niet schenden tot scha van den
arbeider, en moet hij dan niet de
scha betalen, die de werkman lijdt?
En omdat de werkgever in 't ontwerp
van Raalte geen Staangeld heeft te
betalen, daarom toornen velen ook
tegen dit artikel.
Er is reeds een amendement inge
diend door de heeren Limburg en
Patijn en ook een door den heer de
Klerk om den werkgever te doen be
talen een Staangeld op de postspaar
bank.
Vanzelf komen nog andere kwesties
aan de orde bij dat artikel, nl. de
korting en de 4 gld. en de 12 dagen,
doch hoofdzaak is de werkgever moet
ook staangeld betalen. De heeren Lim
burg en Patijn willen een twintigste
korten.
Bij de debatten kunnen we ons
spitsen op een scherpe polemiek,
want de Socialisten zullen van zich
afbijten; maar we kunnen wel pro-
ieteeren, dat het staangeld blijft, doch
ook voor den werkgever zal toepas
selijk worden verklaard.
Den 9den Maart hebben de Socia
listen een amendement ingediend, om
heel het staangeldartikel te schrappen.
Het wordt dan
Art. 1638 s. Elk beding tusschen
werkgever en arbeider, waarbij wordt
bedongen, dat de werkgever een zeker
bedrag van het loon niet zal uitbetalen,
ten einde op dit bedrag de schadever
goeding te kunnen verhalen, welke de
arbeider bij het einde der dienstbetrek
king verschuldigd mocht zijn, is nietig.
Is nietigd. w. z. als de werkge
ver staangeld wil heffen, is het con
tract op dat punt van nul en geener
waarde voor den Kantonrechter.
Wat voerde de minister Loef aan
tot verdediging van het staangeld
DitI11 Zwitserland waren de uit
komsten gunstig en de inspecteurs
vau den arbeid aldaar hadden het
zelts in een door hen| opgemaakt
m-delfabrieksreglement ""opgenomen.
En in Nederland komt het veel voor.
»De inhouding, zoo staat er in de
Toelichtig, is zeker te beschouwen
als een van de beste middelen om te
voorkomen, dat de arbeiders de dienst
betrekking eigenmachtig verbreken
zonder hun geldelijke verplichtingen
daarbij na te komen. Doch de toe
passing van het middel behoort, tot
wering van misbruiken, wettelijk te
worden geregeld en beperkt.**
We zullen er niet verder op ingaan
en afwachten de debatten.
Uil de Hamers.
De algemeene beraadslagingen over 't Ar
beidscontract zijn geëindigd. Voor de Socia
listen hebben ze een bitteren nasmaak gehad.
Had 't Volk zijn lezers gewaarschuwd,
dat ze toch vooral de beraadslagingen in
de Kamers eens moesten nagaan, want
dat ze dan zien zouden, hoe de Conser
vatieven zouden afdingen en zij. Socialisten,
eens laten zien hun liefde voor den werk
man, ja waarlij'- de Volklezers hebben er
plezier van kunnen hebben. Want de
Socialistische Kamerleden hebben, hetzij
maar sober uitgedrukt, een mal figuur
gemaakt. Hen is aangetoond, dat al hun
agiteeren in vroeger dagen valsch alarm
was, en het onzedelijke is aangetoond dat
ze nu zelfs de arbeiders nog een duw en
stoot op den koop toe geven.
Voorzeker, de heeren Drucker en Van
Nispen hebben de Socialisten uitgekleed
en hun gedoe aan de kaak gesteld.
Zelfs nu reeds wordt door partijgenooten
en partijbestuuren en agitatiebestuur met
krasse woorden verwijten gericht aan de
heeren Tak, Schaper en Troelstra
Uit, n.l. de algemeene beraadslaging
heeft voor de Socialisten een bijzonder on-
aangenamen indruk achtergelaten.
En nu is men met de artikelen aan den
gang. Behandeld is reeds het amendament
van den heer Lohman en verworpen. Hij
wilde de dienstboden van 't contract uit
sluiten, omdat ze in een geheel andere
verhouding tot de werkgeefster staan dan
bij nijverheid en landbouw. Maar de Kamer
wilde ze niet buiten 't contract houden en
't amendament in stemming gebracht werd,
verworpen met 46 tegen 13 stemmen,
zoodat ook nu de dienstboden en huis
knechts enz enz. in de wettelijke regeling
zijn opgenomen.
De art. 1637, 1637a en 1637b die be
palen tvat een arbeidsovereenkomst is en
wat we onder aanneming van werk ver
staan, werden zonder beraadslaging en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Ook zoo met 1637c na eenige redaciie-
wijziug evenzoo met 1 63 7d dat voorschrijft,
dat, wanneer een overeenkomst schriftelijk
wordt aangegaan, de kosten der akte en
andere bijkomende onkosten ten laste van
den werkgever.
Over 1637e had eenig debat plaats;
dat is de bepaling die aldus luidt Indien
bij het sluiten van 't contract een hand-
of godspenning is gegeven en aangenomen
mag die worden teruggeven, maar 't con
tract blijft bestaan. De heer Van Dedem
meende, dat als de dienstboden de penning
teruggaven, dit 't bewijs moest zijn, dat
het contract was verbroken. Maar de
Minister kon er zich niet mee vereenigen
was de godspenning aangenomen, dan moest
een man éen man en een woord een woord
zijn. Of men moest in 't contract bepalen,
dat het geven van de godspenning op het
verbreken of nakomen der geteekende over
eenkomst geen invloed had. De Kamer
ging met den Ministor mee en 't amenda
ment werd verworpen met 46 tegen iz
stemmen.
Een artikel van meer belang was en is
1637b Het luidt aldus:
Een gehuwde vrouw is bekwaam
als arbeidster zonder bijstand van haren
man arbeidsovereenkomsten aan te
gaanzij staat in alles, wat op de
gesloten arbeidsovereenkomst betrek
king heeft gelijk met eene ongehuwde
meerderjarige.
Dit beteekenteen gehuwde vrouw is
niet baas over haar eigen verdiensten. Nu
is door de heeren Limburg, Patijn en Van
der Vlugt een amendament ingediend om
de vrouw wel baas te laten blijven over
haar verdiensten, en dat alleen, omdat er
mannen zijn, die als dronkaards het geld
der vrouw zouden opteren. Daarom stel
den zij nog een alinea achetr het artikel, n.l.
Hetgeen zij ingevolge de gesloten
overeenkomst te vorderen heeft of te
ontvangen, komt niet ten bate van
eenige tusschen de echtgenooten be
staande gemeenschap van goederen
en is niet onderworpen aan het beheer
van den man, terwijl bij huwelijksche
voorwaarden het tegendeel mocht zijn
bedwongen.
De bedoeling is duidelijkde vrouw
blijft eigenares van haar verdiensten, en
dat in haar positie moet voorzien worden
volgt ook hieruit dat reeds 97900 ge
trouwde vrovwen beroepsmaligen arbeid
verrichten.
In de discussie werd opgemerkt en ook
de heer Limburg sprak ervan, dat al staat
deze bepaling in de wet, de waardij klein
is, want dat het recht van den sterkste
in slechte gezinnen den doorslag geeft. De
vrouw kan zich op de wet beroepen,
zooveel ze wil, maar staat ze haar ver
diend geld niet af, dan krijgt ze hoogst
waarschijnlijk een pak slaag. In theorie
mag dat amendament wat beteekenen,
maar in de praktijk zou het een wassen
neus lijken.
De heer Heemskerk kon zich niet ver
eenigen met het ontwerpartikel, maar ook
niet met 't amendement Limburg Het
artikel stelt daar de gehuwde vrouw gelijk
met een ongehuwde meerderjarige dat is
een verkeerd beginsel. De regel is, dat een
vrouw een contract sluit met goedvinden
van haar man, in 't belang van haar man
en haar gezin en dus volstrekt niet is een
ongehuwde. En dit artikel vei klaart de vrouw
ten opzichte van de arbeidsovereenkomst
als regel los van den huwelijksband. En
daarom stelde hij voor, wat reeds in de
geheele wetgeving werd verondersteld n.l.
de bewilliging van den man, in het artikel
en amendement vast te leggen en tevens
haar te geven het beheer over wat ze ont
vangt. Dan blijft het geld in 't gezin, ten
bate van het gezin en de vrouw blijft baas
er over.
De heer van Nispen had ook bezwaren
door 't amendement Limburg kwam het
geld der vrouw buiten de gemeenschap,
maar al is dat dan volgens den voorsteller
noodig voor de slechte mannen hoe dan
als de vrouwen slecht zijn. Moeten die
dan ook baas blijven over haar geld. En
wie moet als de vrouw tegen den man
gaat procedeeren over dit geld, wie moet
dat proces betalen Natuurlijk de man,
uit 't geld dat hij alleen verdient, maar
toch wordt de gemeenschap, het gezin er
over aangesproken.
Na nog eenige wijzigingen werd het
amendement Heemskerk aangenomen zonder
hoofdelijke stemming, nadat de heeren
Limburg enz. het hunne hadden ingetrokken.
Voortaan is de vrouw gerechtigd het
geen zij ingevolge de gesloten arbeids
overeenkomst te vorderen heeft, ten bate
van het gezin te gebruiken, en veronder
stelt de wet, dat zij de bewilliging van
haar man heeft bekomen.
Artikel 1637 9> b en worden zonder
stemming aangenomen ze loopen over de
overeenkomst door een minderjarige aan- j
gegaan, of aangegaan tusschen echtgenooten.
Op art. 1637 r en t, die betrekking
hebben op 't reglement, en op de verbind
baarheid dan als de werkman schriftelijk
heeft verklaard zich met dat reglement te
kunnen vereenigenen op de verbreking
der overeenkomst na weigering om het
gewijzigde reglement te aanvaarden, waren
weer amendementen ingediend omtrent den
tijd, waarin de arbeiders van dat reglement
konden kennis nemen. De Socialisten wilden,
dat de arbeiders vier weken voor de vast
stelling een volledig exemplaar kregen om
dat 1.4 dagen te onderzoeken ook de heer
Aalberse had iets in dien geestmaar bij
alle was de bedoeling, dat de arbeiders
geen kat in den zak zouden koopen, maar
goed weten zoude, wat in 't reglement staat.
Aan de orde kwam art. 1637 r, dat
de verbindbaarheid van een reglement vast
stelt, mits de arbeider schriftelijk heeft ver
klaard zich ermee te kunnen vereenigen en
als een volledig exemplaar kosteloos hem
gegeven is, als het ter griffie van het
kantongerecht is gedeponeerd en in een der
fabriekslokalen is opgehangen. En 1637 t:
Wordt gedurende de dienstbetrekking het
reglement gewijzigd of vastgesteld en de
arbeider weigert dat te 'aanvaarden, dan
kan de werkgever dat beschouwen als een
opzegging, maar de arbeider mag dan nog
zoo lang blijven tot het nieuwe reglement
in werking treedt, of hij ontvangt schade
loosstelling, indien de hem beschikbare tijd
tot 't uitzien naar een nieuwe betrekking
door de te late wijziging van het regle
ment in verband met den opzeggingstermijn
ontbreekt.
Daarop waren amendementen ingediend
door den heer Aalberse, die de meerder
jarige arbeiders of hun kern eerst wilde
gehoord hebben vóór 't reglement in wer
king trad, of het bestuur der vereeniging,
waarmee de overeenkomst is gesloten. Ook
een van den heer Schaper om 14 dagen
het reglement ter inzage te geven aan de
werklieden. De bezwaren tegen dat van
mr. Aalberse waren niet heel kleinom
dat ja, het wel goed is om de kern der
arbeiders te hooren, maar die kern staat
meesttijds onder machtiger invloed van den
patroon. In theorie was tegen de vertegen
woordiging der arbeiders, tegen den cou-
stitutioneelen fabrieksvorm niets in te bren
gen, ligt er een sociaal element in maar
als ze onder den invloed van den eigenaar
staan, wanneer hij er voorzitter van is,
zooals aan de werf Conrad te Haarlem,
dan is de overwegende invloed van den
patroon zoo groot, dat ook die kern, die
vertegenwoordigers naar den mond van hun
baas spreken, 't Is dan ook reeds voorge
komen, dat de arbeiders, wanneer er een
verkiezing was voor de bestuursleden van
dien kern of blanco stemden, of het heele-
maal nalieten, of de meest onbekwame en
minst gezienen kozen De vertegenwoordi
ging der arbeiders bij den patroon is goed
maar ze moet niet opgelegd zijn en de
patroon moet er buiten blijven. Mr. Druc
ker voerde aan, dat het voorstel Aalberse
ook hierom onaannemelijk was, omdat voor
den rechter moest kunnen bewezen worden,
dat alle arbeiders het reglement hadden
gezien en bewijst dat eens, stel over 10
jaar, indien er dan eens een kwestie uit
breekt aan de fabriek. De heer Aalberse
trok dan na zoo krachtige argumenten aan
de praktijk ontleend zijn amendement in
dat van Schaper werd behoudens eene
redactioneele wijziging aangenomen.
Artikel 1637 wi dat nietigverklaring
bedoelt van een verklaring, waarbij een
arbeider zich verbindt om een toekomstig
reglement goed te keuren of goed te keu
ren eene toekomstige wijziging, werd aan
genomen. Evenzoo 1637 s, dat afwijking
van 't reglement, alleen dan bij bijzondere
overeenkomst kan plaats hebben, als ze
schriftelijk aangegaan is.
Kwam nu aan de orde 1637 m bis;
het collectieve arbeidscontract. Wat is dat!
Onder collectieve arbeidscontract wordt ver
staan eene regeling, getroffen door een of
meer werkgevers of eene rechtspersoonlijk
heid bezittende vereeniging van werkgevers
met eene rechtspersoonlijkheid bezittende
vereeniging van arbeiders omtrent arbeids
voorwaarden bij het aangaan van arbeids
overeenkomsten in acht te nemen. Wat is
de bedoeling van 1637 m bis ditals een
arbeider met den werkgever een bediDg sluit
dat in strijd is met het gezamenlijke of
collectieve contract, zal ieder der mede
arbeiders, die bij en in dat gezamenlijke
contract zijn begrepen mogen vorderen,
dat dit beding van dien eenen arbeider
wordt nietig verklaard.
Op dit artikel was een amendament
ingediend en door Aalberse en door Scha
per het eerste bedoelde voortzetting van
de verplichtingen voor werkgever of arbeider,
al is hij geen lid meer van de vereeniging,
die een collectief contract heeft gesloten