Onder dit opschrift schrijft de Graaf -
schapper
Antwoorden of mededeelingen
i£laatselüli ftieuws,
Cwemieeaileraa<Jl.
Ingezonden ftfufiken.
wat we vonden in „De Boer" voor een week of
vijt. Daar stond 't zoo
Over het drenken der kippen.
Wie kent een boer, die zich om het drinken
geven van zyn kippen bekommert, of ook maar
maakt, dat een ander persoon er zorg voor draagt
Zijn er niet vele landbouwers, die er zelf weinig
uit maken, de grootere huisdieren te drinken te
geven? Zij gelooven genoeg gedaan te hebben,
indien zij zorgen voor de vaste voedingstoffen.
Aan het geven van drinken aan hoenders hapert
zelfs zeer veel. Vaak wordt hun behoefte aan
water onderschat, vaak ook de kip onder de
voor den landbouw nuttige dieren nog steeds
niet de plaats ingeruimd, die haar toekomt. En
toch moet iederen boer weten, dat het water
in het leven van ieder dier een groote rol speelt.
Daarbij bestaan de eieren, waarom men toch
hoofdzakelijk de kippen houdt, bijna geheel uit
water en slechts uit een geringe hoeveelheid
vaste voedingstof. Wie dat weet, zal gemakkelijk
begrijpen, dat het geven van water aan kippen
even noodzakelijk is als het voederen.
Hoe komen de kippen meestal aan water t Uit
goten stillen ze meestentijds haar dorst, met
vuil, smerig water. En in den winter, als de
grond langen tijd met een korst van sneeuw of
jjs bedekt is? Wat blijft de kippen anders over
sneeuw en ijs te pikken En van zulke kippen
verwacht men dan, dat ze eieren zullen leggen I
Ook mag men zich er niet over verwonderen,
indien kippen door besmettelijke ziekten worden
aangetast, als haar lrisch, gezond drinkwater
geruimen tijd ontbreekt.
Het drinkwater voor de kippen moet op koele
dagen minstens eenmaal per dag, op warme dagen
twee tot driemaal hernieuwd worden. Zorgt men
niet voor goed diinkwater voor de kippen, dan
geeft het goed voederen niets.
Misschien zegt ge „toch wel een beetje over
dreven."
Het zij zoo. Niettemin is de gegeven wensch
wel zeer behartenswaardig.
M.
De tuberculose of parelziekte
ouder het rundvee.
Zooals men weet, is de tuberculose
een besmettelijke ziekte. Ze ontstaat door
dat tuberkelbacillen in het lichaam van
het rund geraken.
Op welke wijze ze er inkomen, zullen
we hier niet meedeelen, alleen zij opge
merkt, dat zindelijkheid een krachtig
voorbehoedmiddel is.
De wetgever verdeelt de aan die ziekte
lijdende dieren in twee groepen.
De eerste groep lijdt aan clinische
tuberculose. Hieronder vallen die dieren,
waarvan men bijna met zekerheid zeggen
kan dat zij aan de ziekte onderhevig zijn.
Uiterlijk is het aan de beesten te zien.
De mogelijkheid bestaat echter, dat men
zich toch nog vergist in de oorzaak der
kwaal.
Treedt de clinische tuberculose hefti
ger op, dan ontstaat open tuberculose.
De smetstof verlaat dan het lichaam uit
open wonden of uit den darm, de urine
wegen, de baarmoeder of de uier.
De tweede groep dieren vertoont de
ziekteverschijnselen in zeer geringe mate.
Uitwendig waarneembare verschijnselen
doen zich niet voor. Nu heeft de regee
ring tegen deze ziekte den strijd aange
bonden en zij gebruikt in dien strijd
deugdelijke middelen.
In dat opzicht zijn wij alle landen
vooruit
Wat toch is het geval
Wanneer een landbouwer een koe
heeft, lijdende aan tuberculose, dan kan
hij haar tegen de volle waarde verkoopen
aan de regeering. De boer heeft er dus
geen cent scha bij en hij voorkomt door
den verkoop het gevaar, dat zijn andere
runderen ook worden aangestoken.
De regeering heeft zulk een voor den
veehouder gunstige maatregel genomen,
omdat zij vertrouwde, dat de boer zijn
eigen belang zou inzien en mee zou wil
len werken om deze hoogst gevaarlijke
ziekte, zooal niet uit te roeien, dan toch
te beteugelen.
Laat ons eens zien wat de veehouder
niet de veeopkooper, moet doen in geval
hij een zieke koe heeft. We veronder
stellen, dat hij sterk vermoedt dat een
zijner beesten aangetast is.
Hij waarschuwt dan den voorzitter
van de landbouwmaatschappij in zijn
woonplaats. Wil hij dat niet doen, dan
vervoege hij zich ter secretarie en vraagt
om een formulier voor tuberculose koeien.
Hij krijgt dat gratis, vult het in en
stuurt het zonder postzegel er op naar
den minister van Landbouw, Op het adres
zette hij dan"Aan zijn Exellentie den
Minister van Landbouw. Nijverheid en
Handel».
Raadzaam is 't dat hij hierbij steun
vraagd van het bestuur der landbouw-
afdeeling te zijner plaatse, dan gaat het
wat sneller. Binnen veertien dagen krijgt
hij antwoord van den minister, die in-
tusschen het advies inwint van den
distrikts-veeaits.
Blijkt de koe werkelijk aan tuberculose
te lijden, dan benoemt de burgemeester
een schatter, die opgeeft, welke waarde
het beest heeft voor den boer. Kan de
boer zich met die schatting niet vereenigen,
dan zegt hij dat.
Dan worden er door den minister nog
twee schatters benoemd. Nu schatten ze
met hun drieën het beest nog eens.
Komt men dan nog niet tot een re
sultaat, dan telt men de hoogst en de
laagst geschatte som samen en deelt die
som door twee. Zoo krijgt men dan het
bedrag dat den boer wordt uitbetaald. De
schatters zijn beëedigd. Dat is dus alles
uitmuntend.
Maar het spreekt van zelf, dat de
boer, die op zulk een royale wijze van
zijn ziek beest wordt algeholpen, nu ook
moet toelaten dat zijn andere beesten
ook worden gekeurd. De keuring is
gratis.
Vindt de veearts nog meer zieke koeien
op stal, dan moeten deze ook tegen
marktwaarde aan de regeering worden
verkocht.
Verder neemt de veehouder op zich
om op eigen kosten de stal te ontsmet
ten en te reinigen. De kosten hiervan
zijn gering.
Zoolang de ontsmetting niet is afge-
loopen mag hij geen vee in den stal
zetten. Ziet de veearts dat de ontsmetting
niet voldoende is, dan wordt de stal op
kosten van 't rijk door hem ontsmet.
Men bedenke dat alles wat we hier
boven schreven, slechts geldt voor /oft
en melkvee, niet voor mestvee, omdat
de slager daar ook de waarde voor
wil betalen.
Uit een en ander volgt dus, dat het
den boer zoo gemakkelijk mogelijk wordt
gemaakt en onverantwoordelijk handelt
hij, die uit gemakzucht, ot uit ongegronde
vrees voor schade een zieke koe aan
houdt.
De veehouder kan verzekerd zijn, dat
hij de volle marktu aarde voor zijn beest
terug krijgt. Door verdachte dieren te
laten onderzoeken en blijken ze ziek te
zijD, af te staan aan de regeering, steunt
hij deze in haar loffelijk pogen om de
gevaarlijke ziekte te bestrijden en voor
komt hij het gevaar, dat zijn ander vee
wordt aangestoken of dat hij zelf of zijn
gezin wordt besmet.
Want zoolang niet onomstootelijk is
bewezen, dat de tuberculose van het
rund niet kan overgaan op den mensch,
is het raadzaam aan te nemen dat het
wel kan. Men kan in deze niet te voor
zichtig zijn.
Iraa^haah.
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst
«ijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
921. Wanneer noemt men een kalf een paarde-
bil
922. Heeft kaf nog veel waarde als mest?
Antwoorden en mededeelingen
919. Biest moeilijk verteerbaar? O, neen. Juist
omgekeerd. De natuur bestemde- sse immers voor
't pasgeboren kalf. En zoo'n beestje kan geen
moeilijk verteerbaar voedsel verdragen.
920. Tweehuizige planten Daar is de wilg
een voorbeeld van. Sommige exemplaren dragen
alleen maar meeldraadbloemen, mannelijke bloe
men. En op andere vindt men enkel vrouwelijke
of stamperbloemen. Man en vrouw bewonen dus
samen twee huizen. Vandaar de naam tweehuizig.
Soimuelsdijk. Eene openbare verga
dering van den Raad is belegd tegen
Woensdag den 14 Maart a.s. des namid
dags ten 2/2 ure.
Tot het houden van oefeningen
zullen onder de wapenen worden opgeroe
pen, de verlofgangers der Landweer Johs.
Vroegindewei en Leendert van der Sluis.
Naar wij vernemen is het huis van
W. Geleijnse bij onderhandsche verkoop
overgegaan aan A. van den Doel alhier
om 31 Maart te aanvaarden, die daarin
een nieuwe zaak zal openen,
Middelharnis. Drie personen uit deze
gemeente, die jl. Woensdagavond te Oud-
Beierland vertoefden, werden daar wegens
hun luidruchtigheid tengevolge van dronken
schap door de politie opgepakt en voor een
nacht »in den bakt gebracht, terwijl proces
verbaal tegen hen werd opgemaakt.
Zaterdag had het zoontje van J. A.
S. het ongeluk met een stuk glas twee
toppen zijner vingers bijna geheel af te
snijden.
Historisch, 't Is godsdienstoefening
in de Ned. Herv. kerk. De leeraar verzocht
de gemeente te zingen een vers uit Psalm
141. Men wacht natuurlijk tot het orgel
het voorspel heeft gespeeld. Dit laat echter
tevergeefs op zich wachten, daar de orga
nist blijkbaar in slaap gezonken is en onbe
wust van 't geen om hem heen gebeurt.
Na eenig wachten besluit de voorzanger
om maar zonder orgel te beginnen. Doch
nauwelijks heeft hij zijn stem verheven, of
waardoor de organist opgeschrikt, of deze
komt met het hoofd van achter het gordijn
te voorschijn en roept:»Wat moeten we
zingen,(naam van den voorzanger.) Deze
geeft de psalm op, waarna het orgel begint
te spelen. Doch inplaats van psalm 141
speelt zij psalm 41, waardoor natuurlijk
weer verwarring ontstaat. Nu vliegt één der
kerkeraadsleden naar het orgel om den
organist te waarschuwen dat hij niet goed
speelt. »Ik speel wel goed, ik speel psalm
41.1 zegt deze. Juist,is het antwoord,
imaar ge moet i4r spelen.». Nu wordt
weer van voren af aan begonnen en kon het
gezang zonder verdere verhindering worden
beëindigd
Tengevolge van het ongewoon groot
aantal sterigevallen in 't afgeloopen gedeelte
van dit jaar werden door het Onderling
Begrafenisfonds nu reeds f 900,uitge
keerd, tegen f 1100,het geheele vorige
jaar.
De storm heeft ook de stoomboot
»Middelharnis« parten gespeeld. Zij sloeg
Maandagavond, tengevolge van den hevigen
wind bij het binnenkomen van den buiten
haven, zoodanig tegen den havendam aan,
dat de schroef stuk ging, waardoor zij
Dinsdag gt-en dienst kon doea. De stoom
boot »Padang XII« kwam om 7,30 uur
aan het Hoofd, echter zonder eenige averij,
daarbij vergezeld van de stoomboot »Pa-
dang VI« om Dinsdagmorgen de beesten te
vervoeren. (Dat is zeker geheel anders dan
den dienst staken wegens gebrek aan belang
stelling.)
Een passagier, die op de »Padang XII
was, verklaarde dat hij nog nooit met zulk
noodweer op een boot had gestaan, die
zoo stevig op het water lag, als dat schip.
Bovendien was hij vol bewondering over
de positifiteit van den kapitein, die trotsch
het noodweer zoo duidelijk liet uitblinken,
dat »hij wist wat hij deed« en met vaste
hand zijn schip bracht, daar waar hij het
hebben wilde.
Stad aan 't Haringvliet. Als een
bijzonderheid kan worden gemeld dat bij
den landbouwer C. Bresijn een kalf is ter
wereld gebracht,'met het zeldzaam gewicht
van 114 pond.
De grint van de commissie te den
Bommel (300 M3) is aangenomen door
A. Schuurman alhier voor 3 9 '/2 cent de M3
Een ieder werd verrast door den
hoogen waterstand Op de kaai alhier
stonden circa 4 ure massa's menschen. De
een vreesde dit, een ander dat. Niemand
had gedacht, dat de stoomboot »Den Bom
mek zou arriveereu. Dit gebeurde evenwel
toch boven ieders verwachting, doch er kon
niemand worden afgehaald, hoewel de veer
man J. Peekstok en zijn zoon door het
noodlot gedreven, zich alles trotseerden.
Zij bereikten de boot, doch geen enkele
passagier wilde mee. De veerman met zijn
zoon kwam behouden te land. De stoom
boot voer door, in afwachting van gunstige
thuiskomst.
Den Bommel. Stoomboot »Den Bom-
mek kwam heden onder stormweer en
buitengewoon hoog water ten half zes ure
den haven binnen stoomen. Zeer gelukkig
liep dit niet af daar toen de boot even
binnen het havenhoofd was hij op het
Spnngors terecht kwam en is blijven zitten.
De passagiers kwamen omstreeks negen
uur aan den wal.
Tot bulpbrievengaardster alhier is
benoemdmej. E. Woudstra van den
Bommel.
Door de Rijksveldwachters L. Kor-
pel en K. Kiewit is Procesverbaal opge
maakt wegens gepleegde baldigheden.
De lotelingen der lichting 1906 H.
van Weel, E. L. van 't Hof, M. A. Tig
gelman en L Bakelaar moeten zich 15
dezer onder de wapenen begeven voor
lange oefeningen,
Onze vroegere dorpsgenoot H. M.
Hoevenagel Korp.-titulair der VestiDg-Art.
te Schoonhoven is overgeplaast naar het
fort Kijkduin te den Helder.
Oude Tonge/ Tot het examen
kommies bij de directe belastingen, invoer
rechten en accijnsen, hebben zich twee
jongelieden in deze gemeente aangemeld
(Part. corrttp.)
Bij publicatie heeft de Burgemeester
een waarschuwing gericht tegen het balda
dig vernielen van isolatoren der Rijkstele
graaf en telefoonlijnen en heeft er de
aandacht op gevestigd dat het moedwillig
beschadigen van Rijkstelegraaf en telefoon-
werken, krachtens art. 351 van het Wetb.
van Strafrecht wordt gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste 3 jaren.
Dirksland. De vrouw van Joh. Noordijk
had bij het water scheppen het ongeluk
om in de Kerkgracht te vallen. Op haar
hulp geroep werd zij door hare buren op
het droge gebracht.
Tegen J. v. d, G. alhier is tweemaal
procesverbaal gemaakt, eens wegens de
leerplichtwet, en een voor kinderarbeid,
waarschijnlijk over de zelfde jongen vao
hem, die enkele dagen in de week met
negotie uitgaat. Zal daarin dan nooit
verandering komen?
Terwijl twee ambachtslieden eenige
werkzaamheden van een huis moesten ver
richten, wilde het ongeluk dat een ladder
brak, waardoor J. v. L. die het hoogste
stond naar beneden kwam duikelen. Hoe
dit in ziju werk is toe gegaan begrijpt hij
zelf niet, te meer nog daar hij hoegenaamd
geen letsel bekwam.
Ilerkingen. Dezer dagen is de milicien-
verlofganger A Verschoor naar zijn garni
zoen terug gekeerd ter vervulling van vier
maandelijksche dienst, terwijl de dienstplich
tigden voor 1906 tegen 15 Maart zijn
opgeroepen om te Dordrecht te worden
ingelijfd.
Maandag 12 Maart. Dezen middag
bereikte het zeewater alhier zoo'n hoogte,
dat, waarbij vorige buitengewone vloeden
het water nog kon worden buiten gehouden,
nu ook deze onaangenaamheden daarvan
ondervonden. Bij oogenblikken kon men
het door den wind opgezweepte water
den Zeedijk zien over komen.
Op Woensdag 14 Maart des avonds
zal in de Oud-Gereformeerde Kerk een
bidstond worden gehouden voor het gewas
Stellendam. Verleden week Zaterdag
waren eenige jongens reeds aan 't baden.
Een van hen sprak er zelfs nog over te
gaan zwemmeu, maar daar was 't water nog
te koud voor vonden de anderen. Dit was
wel een vroeg, maar ook een frisch bad.
Door een jougen uit deze gemeente
is verleden week reeds een eeudenei gevon
den in een slootje. Dal is voorwaar vroeg.
Verleden week Donderdag is het
Herhalingsonderwijs in onze gemeente voor
dezen winter geemdigd.
Bij den storm van heden (Maandag)
zijn ingevloeid de Scharrezeepolder en de
Kroningspolder. De dijk voor de Woutrina-
palder moet zeer beschadigd zijn, zoadat
het te vreezen is, dat die polder ook zal
invloeien. De bewoners van die polder
hebben daarom hun have en vee in veilig
heid gebracht
Nader verneemt men nog van de Wou-
trinapolder, dat deze ook voor een gedeelte
is ingevloeid en eenige mannen er reeds
naar toe zijn, om herstellingen aan te bren
gen of zoo mogelijk erger te voorkomen.
Goedereede Hedennamiddag bereikte
het water alhier tengevolge van den hevigen
Noord-Noordwestenwind eene hoogte van
3,20 M. plus A. P., zoodat men.met roei
bootjes over de straat kon varen.
Ongeveer half vijt inundeerde het poldertje
van Mej. de Wed. P. J. Goekoop alhier,
terwijl in den Oostdamdijk een zuiger
ontstond welke echter spoedig ontdekt en
met behulp van zeilen en grond gestopt
werd
Ten huize van den Heer C. A. Vogel
alhier heeft zich een geval der besmette
lijke ziekte «febris typhoïdea* voorgedaau.
Ten overstaan van Notaris A. van
Schouwen alhier zijn verpacht geworden
de landerijen van Mej. Dew. P. J. Goed
koop alhier. Door personen van hier en
uit de naburige gemeenten Ouddorp en
Stellendam werden verschillende perceelen
tegen hooge sommen ingepacht. De pacht
som van het totaal bedraagt ongeveer f 1000
meer dan voorheen.
ÖUildoi'l». Op den 25sten Juni 1906
worden onder de wapenen geroepen van de
lichting 1903: P. Breen en H. Sandifort.
Van de lichting 1904: H Meijer en J v.
d. Wiele. Van de lichting 1905 L. v. d.
Linde, A. Klepper en A. v. Splunder.
Heden (Woensdag 14 MaarL) zal er
's namiddags 4 uur op het Gemeentehuis,
gelegenheid zijn voor de kostelooze inenting.
Maandagmiddag was het water alhier
zoo hoog, dat enkele golven over den dijk
henen sloegen.
Vrijdagavond zal de heer Van Bijlevelt
een lezing houden over landbouwaangele-
genheden in het lokaal »Akershoek.«
Verleden week is een geval van bloed
vergiftiging voorgekomen bij de vrouw vaD
J. T Na inroeping van geneeskundige hulp
is verder gevaar geweken.
Aan den eervol-ontslagen rijksveld
wachter-jachtopziener P. W. C. Maks, is
een pensioen toegekend ad f 435.'s jaars
VERSLAG
van het verhandelde in de Openbare Ver
gadering van den Gemeenteraad te
Goederecde op Donderdag
8 Maart 'sav. 6 ure.
Niet tegenwoordig de Heer G. Joppe.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna
de notulen der vorige zitting werden gelezen,
onveranderd goedgekeuid 00 geteekend.
Wordt voorlezing gedaan van de volgende
ingekomen stukken.
Ie. Schrijven van J. D. van der Waardt,
daarbij mededeelendo, dat hij zijne benoeming
tot Btraatveger, naohtwaker cn lautaarontsteker
aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
2e. Missive van H.H. Ged. Staten, daarbij
goedgekeurd terugzendende de dezerzijds inge
zonden Staat model A, tot het dueu van beta
lingen uit deu post van Onvoorziene Uitgaven
over het dienstjaar 1905.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
3e. Verzoekschrift van Jb. van-Dam alhier,
daarbij mededeelendo. dat hij zjjne benoeming
tot lautaarnouisieker aan het haveuhoold alhier,
aanneemt, daarbij verzoekende, dat de uitgaven
voor het poetsen der lantaarn aan den liaveudam,
voor rekening der gemeente komen, alarm de,
ooi hem eene geringe verhooging hoven het
toegestane bedrag ad f 20.te willen toekennen.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt besloten, adressant te berichten, dat door
hein bij het einde des jaars een nota van gedane
uitgaven ten behoeve dor lantaTn aan den
havenmond kon worden ingediend, terwij! op
het overige van zijn verzoek afwijzend wordt
beschikt.
4e. Sohrijven der plaatselijke Schoolcommissie,
daarbij aanbevelende ter benoeming vau ee'
lid dier Commissie ter vooiziouing in de vaca
ture, ontstaan door het vertrek van den H et
H. van den Heuvel, de H.H. D. Lodder en
S. I van Nooten.
Tot stemming overgaande, worden ui gebraciu
6 stemmen welke allen zijn eroenigd op den
Heer D. Lodder, zoodat deze i» benoemd tot
lid der plaatseijjke Sohooleommissie. Hiervan
zal aan den benoemde kennis worden gegeven.
5e. Adres van Mej. M. don Hartog alhier,
om verhooging harer jaarwedde voor het geven
van haudwerkotiderwijs. Op Voorstel van B.
en W. .wordt met éénparige stemmen beslot n,
aan adressanto eeno verhooging van jaarwedde
ad ƒ25.— toe te kennen, welke verhooging
ger koud zal worden, te zijn ingegaan met 1
Januari j.l. Hiervan zal aan requestrante kennis
worden gegeven.
6e. Missive der Gezondheidscommissie, zete
lende te Middelharnis, houdende goedkeurend
ad-ies ter verlenging van den termijn tot ont
ruiming der woning van A. van der Laan,
eigenaar de Heer F. C. Goekoop alhier. Een
parig wordt goedgevonden, aan Ged. Staten
machtigiag te vragen tot verlenging van den
termijn met een half jaar.
"e. Ingekomen verzoeksokrift van het onder
wijzend personeel aan de O. L. Sohool alhier
om verhooging hunner jaarwedden in verband
met het door hen te betalen bedrag der premie
voor hot pensioneeren van weduwen en weezen.
Met éénparige stemmen wordt hierop afwijzend
beschikt. Hiervan zal aan adressanteu kennis
worden gegeven.
8e. Ingekomen sohrijven der Gezondheids-
Commissie, gezeteld te Middelharnis, daarbij de
wensohelijkheid betoogende tot het aanstellen
vanwege de Gezondheids-Commissie en onder
goedkeuring van het Gemeentebestuur van een
deskundige tot uitvoering der hepulingen van
de bouw01 ordening en diens belooning te rege
len naar verhouding van het bevolkingscijfer.
Op voorstel van het Dagelijksoh Bestuur wordt
daarop met éénparige utemnion afwijzend beschikt.
Alsnu wor leu met algemeene steinmeD vast
gesteld drie staten, model A, B en C betreffende
de gemeente-begrooting over 19U5, welke ter
goedkeuring aan Gedeputeerde Staten dezer
provincie zullen worden aangeboden.
Wordt overgelegd en voor kennisgeving aange
nomen het beredeneerd verslag vau hetgeen met
betrekking tot verbetering der Volkshuisvesting
in deze gemeente is vorrioht over hetjaar 1905.
Alsnu wordt door den Voorz. overgelegd eene
raming en kosten voor het verstratou van eenige
straten in deze gemeente, waarvan de kosten
in totaal zouden boloopen f6646,76. Na
onderlinge gedachtonwisseling hecht de Raad
met 4 tegen 2 stemmen, die van de heeren
Breen en Kooteeuw, zijne goedkeuring aan het
plan met bijvoeging der bestrating \an -het
Toronslop. In verband hiermede zal worden
geïnformeerd, tegen welk bedrag door deze ge
meente eene uunuïteitsleening kan worden aan
gegaan.
Ten slotte wordt goedgevonden, met betrek-
kiug tot voornoemd bestratingsplan in de politie
verordening de er gemeente een artikel op te
nemen, waarbij zal verboden zijn, de Pieterstraat
met zware vrachten te berijden. De Voorz.
geeft toezegging, in eene volgende zitting een
desbetreffend artikel tot toevoegiug aan de
politie-verordeuing aan den Gemeenteraad te
zullen indienen.
Niets meer te verhuudelen zijnde, wordt de
vergadering door den Voorzitter gesloten.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
en Uitgever.
Mynheer de Liedacteur
Vergun mij een klein plaatsje in uw blad.
Verreweg zie ik er tegen op het ingezonden stuk
onderteekend door A. Vroegindewei diaken der
N. H. K. te Sommelsdjjk te beantwoorden. Van
de eene zijde door ongesteldheid, aan de and're
zijde wegens de onbetamelijke en ongepaste manier
van toon, waarvan dit schrijven is doortrokken.
Ware het niet door diepe smarten verontwaar
diging gedrongen, voorzeker zou ik er niet op wil
len antwoorden. Doch het gaat thans zoo ver dat
voorzeker velen met mij, zulks niet ten kwade
zullen duiden. Hoe meer men nog zwijgt, des te
erger schijnen de zaken; van hunnen kant door
diepe onkunde en vijandschap te worden aange
tast. Ja, zegge ik nogmaals, gaat het niet te ver
in deze. Dat mij persoonlijk in de laatste tijden
reeds tot diepe droefheid en ergernis in onder
linge gesprekken naar myn hoetd is geslingerd.
De een door te zeggen wat verwacht ge van steen
en hout, daar onze voorvaderen zelf zoo mochten
treuren over het steen en het gruis. Laat staan
nog de diepe en groote breuke van de Kerk zelf.
De ander laten wij maar voor ons zelven zien te
zorgen, want de Kerk zal er ons niet brengen.
Geiukkig ook. Maar laten we hier voor ons zelve
onze roeping leeren verstaan, vervat in de brieven
van den apostel Paulus. Ja zijn er, welke zoo
ver kwamen die mij en ons allen voor scheur
makers uitmaken, voorbijziende hunne roeping
om ons als Herv. aan te klagen bij het Plaatselijk
Kerkbestuur, dit ligt toch op hun weg. Ja weer
een ander roept mij toe, de Fondamenten uwer
Kerk zijn verrot, (verschrikkelijke woorden). Niet
wetende dat de Grondslag nog de zelfde is als
wanneer onze vaderen deze nederlegde. Jamaar,
komt een ander, uwe Leeraars moeten toch hun
eed afleggen om hun aan de H. Synode te onder
werpen. Verre van daar want dan zoude zij niet
alhier mogen prediken en toch Leeraar blijven
bij de H. K. en onze statuten werden nog minder
Koninkljjk goedgekeurd. Weer ,een ander zegt:
het kan niet dat u langs dezen weg werkzaam
kunt zijndit loopt uit op een afgezonderd Kerkje
en juist daarom zien we hoe onkundig men in
't wilde schermt. Maar ik vraag dezehoe wordt
gij lidmaat der Kerke zonder eerst vooraf onder
biddend opzien voldoende op de hoogte te zijn
gebracht met wetten en ordinantie, Belijdenis en
Reglement, is het dan te verwonderen wanneer
alle laster en leugen in volle mate wordt ver
spreid. Waarom niet liever opheldering gevraagd
aan hen welke zich met zuike zaken durven be
moeien. In plaats op zoo'n wijze te spreken ja te
schrijven en iemand te verontwaardigen als onze
voorzitter en op zulk een wijs. Doch laat het ge
noeg zijn, en staan wij even stil onder de over
denking van dit mijn geschrift. Zou ik dan niet
het recht moge hebben, lettende op alle voor
noemde zaken om alles wat er tegen ons aan
komt, in een woord te noemendat het niet
andera is, als een geesel van doornen opgeraapt
langs dijken en wegen van haat en vijandschap,
en ontsproten uit de afgegledene zaden van bitter
heid, welke verloren zijn uit de wagenvrachten
derzeive reeds al overlang in den donkere nacht
van een halve waarheid binnengebracht. Ja mijn
vrienden zoo is het, en daarom die bitterheid
werden reeds deze winter uit die planten reeds
een monstertje toegezonden aan alle die Leeraars
waar ge uwe neus niet onder kunt houden en
waarvan ook een proeve is gevonden in een
collecte in de Zondagschool (ik bedoel de schan
delijke brief kaarten aan die Leeraars opgezonden).
Daarom herhaal ik nogmaals dat het anders niet
is als laster en vijandschap. In de eerste plaats
de gruwelijke woorden tegen den voorzitter, in de
2de plaats tegen ons werk, in de 3de plaats dan
de verontwaardiging tegen een handjevol Leeraars
niet wetende bet gioot aantal, welke kan worden
genoemd. Diep is dan de verontwaardiging ook
van velen met ons. Getuige de opkomst van deze
winter, welke niet gegeveu zijn „Steenen voor
brood". Neen verre van daar. Doch hoe het ook
moge zijn de zaak zai zijn loop hebben, en boe
onze voorzitter ook moge gegeeseld worden, wij
hoopen dat er door die lang uitziende zielen, die
van de zuiv're bediening des Woords kunnen ge
tuigen, hunne harten mogen buigen tot troosten
steun van onzen arbeid. En nu waarde Vriend,
die volgens mijn inzicht uw naam hier onder
durfde plaatsen uit bloot onkunde: ik vraag u,
moge ik op u rekenen om mondeling met u te
spreken aan mijn huis, of liever voor een openb.
verg. inet alle onze beschuldigers. Komt aan, dan
kan er een einde aan komen, en nu genoeg. Gode
zij onze sterkte en Hij doe ons voorwaarts treden
in dezen moeite vollen weg. En allen die bidden
geleerd hebben gedenke ons en onze veryalle
hutten en steune ons werk op dat we allen nog
eens zamen moge getuige. Niet ons 0 Heere maar
uwe naam alleen zy de eer, dat zij zoo.
Bij voorbaat dank.
A. VOGELAAR, Secr. der Evang.
Middelhabnis.
(Dit stukje is letterlijk door mij zelven geschre
ven en onderteekend, niet door een ander.)
Mijnheer de Redacteur
Vergun mij s. v. p. een plaatsje in uw veelge
lezen blad voor onderstaande regelen.
Gaarne zou ik van schrijven verschoond willen
blijven, om reden men zoo lichtvaardig deze of
gene raakt.
Maar ziende het lasterlijke stuk, onderteekend
door A. Vroegindeweij van Sommelsdijk, kan ik
niet nalaten hier een woord van protest tegen
te schrijven.
Daar ik heel goed weet dat schrijver en on
derteekenaar twee personen zijn, en dat schrijver
den dood gezworen heeft aan de Evangelisatie,
en aan <le ware Evangeliedienaren, gelijk ook
uit zijn stuk blijkt, daar hij het stuk zoo las
terlijk in elkander gezet heeft, dat ieder fatsoen
lijk mensch er van gruwt.
Hy begint het stuk te noemen van Van der
Weide.
Dat staat toch duidelijk te lezen van wien
het is.
Dat Van der Weide er Sommelsdijk bijhaalt,
dat is onrecht, zegt schryver. Ik vraag dan aan
schrijver: is 't zoo wonderlijk, dat er te Som
melsdijk ook nog mannen zijn, die de Orthodoxe
leeraren liever hooren dan die halve water en
melk leeraren E11 nu rekent niet Van der
Weide er Sommelsdijk onder, neen, die mannen
van Sommelsdijk hebben zich zelven bij die
vereeniging aangesloten, die de waarheid be
minnen 1
Ik zal alles niet voor den dag halen, betgeen
schrijver zegt. Een ieder, die de beide stukken
gelezen heeft zal wel gezien hebben, dat bet
laster is om Van der Weide zoo toe te takelen.