TWEEDE BLAD
I n.
p.
y
Antirevolutionair
Orgaan
I 1
m
IR.
ijen
LN,
oeK-Tafel-
Zaterdag 3 Maart 1906.
21slc Jaargang N". 1116.
2
IN HOC SIGNO VINCES
v®op tie Kiiidiiollaiidsclie en
11
Eilanden,
T
T. BOEKHOVEN.
SOJtlMELSnrJH
i!
(I1
}C3.
axu.
LAND.
ten
en
I HOTEL
spreken
uur.
>ORN.
ibrillen.
arden,
B TONGE.
n
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland by vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Ifzonderlijhe nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dis zij beslaan.
Adverientiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
%lle stukken voor cle üedactte bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitg'
a
Officieel Gedeelte.
s s
Uil «Se S®er§.
ileu
:elen
hw-
the
ten
riën
\eften.
ȃe- en
cms.
I voor
tijlen.
jSDf
§belen.
in,
elzaak
prijzen.
|ideu zal
plaats
en Brillen
Gr. Kerkpl
All.
paf i$~.
voor
Jft van HH
(enelectrisch
cheermessen
■iurantiën,
k 10.
•POSITO
'Va PCt-
er overeen
is verkrijg-
ijwielolie,
sorteering
r p z e n.
veling,
1GOOIJ,
v
USX.
UITGEVER
Bekendmaking.
De PROCUREUR-GENERAAL bij het Gerechts
hof te Amsterdam, looft hierbij krachtens hem
verleende machtiging uit:
Eene belooning van Honderd
Gulden
voor de aanhouding van
Franclaeua Hendrlcus Rosier,
bijgenaamd Haarlemsche FRANS, smid,
oud 31 Jaar,
in den nacht van 19 op 20 Februari 1908 ontsnapt
uit het Rijks-Krankzinnigen-Gesticht te Medem-
blik en behoorende tot de bevolking der bijzondere
strafgevangenis te Leeuwarden.
Aanspraak op de belooning heeft, ter beslis
sing van den Procureur-Generaal voornoemd, hij,
die genoemden ROSIER aanhoudt of die zoo
danige inlichtingen geeft, dat de aanhouding
daarvan het onmiddelijk gevolg is.
In het geval dat meerdere personen aanspraak
op de belooning mochten maken, behoudt de
Procureur-Generaal voornoemd, zich het recht
voor, de uitgeloofde som onder hen te verdeelen.
Inlichtingen te verstrekken aan de naastbij-
zijnde politie-autoriteit.
Signaliment lengte 1.863 meter, haar licht
blond, oogen grijs-blauw, mond klein, kin road,
diepliggende oogen, aan de rechterzijde bovenlip
«en moedervlekje.
AMSTERDAM, 24 Februari 1906.
LANDWEER.
DISTRICT No. XXXVII.
Oproeping onder de wapenen tot het
houden van oefeningen in 1906.
De BURGEMEESTER van Sonmielsdijk maakt,
ingevolge 47 der Landweer-Instructie I, bekend,
dat de in deze Gemeente gevestigde Dienstplich
tige verlofgangers der Landweer, behoorende tot
de hieronder genoemde lichtingen en wapens,
bij deze, voor den tijd van ZES dagen, krachtens
artikel 11 der Landweerwet, tot het HODDEN
VAN OEFENINGEN onder de wapenen worden
geroepen, en dat zij zich daartoe moeten aan
melden op den dag en op de plaats, in den
hieronder vermelden staat aangegeven achter
het wapen of het onderdeel van het wapen,
waartoe zij behooren.
5
O*
a
os
k-
ÖD -ü •-
e
CS
ci
44
•3 V
n H
O
O
a
g
Hg S
8. a *a
»«o
•S 9
33
g
1-5
G g
P 0 0
hh M
Z
to CO vo f->
<N H W
'"S
00 00
G Q i-H TH
ftGs O O
a a
_o r9 'o
ftPy
HN HM
O
CS os
Mede worden by deze opgeroepen de in deze
Gemeente gevestigde en tot de hierboven ver
melde wapens behoorende reserve-onderofflcieren
en reserve-korporaals die krachtens de door hen
aangegane vrijwillige verbintenis of krachtens
de door hen geteekende „aanvullings-verklaring"
tot de Landweer behooren, om zich aan te mel
den op den dag en op de plaats, in den hier
boven vermelden staat gesteld achter het wapen
of het onderdeel van het wapen, waartoe zij be
hooren, met deze uitzondering evenwel, dat de
aanmeldiDg van de hierbedoelde reserve-onder
offlcieren, voor zooveel zij den lang van adjudant
onderofficier of van sergeant-majoor-adminis
trateur bekleeden, ter aangegeven plaatse moet
geschieden twee dagen voor den daar bepaalden
dag.
De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen
dat zij, ieder op den voor zijn wapen of onderdeel
aangegeven dag, in uniform gekleed,en voorzien
van de bun uitgereikte kleeding- en uitrusting
stukken en van hun zakboekje, zich op de
hiervoren aangegeven plaatsen aanmelden des
voormiddags voor twaalf uur. Zij, voor wie het
door den grooten afstand van de plaats hunner
inwoning tot de plaats van opkomst onmogelijk
is zich voor 12 uur iu den voormiddag aan te
melden, behoeven zich echter niet den dag te
voren op Teis te begeven doch moeten zich zoo
vroegtijdig mogeiijk in den middag op de plaats
van opkomst vervoegen.
Het is wenschelijk, dat de opgeroepenen zich
op den laatsten werkdag voor hun vertrek, des
voormiddags tusschen 10 en 12 uur, ter Gemeente
secretarie aanmelden, voorzien van hun zakboekje
met daarin gehechten verlofpas, tot het in ont
vangst nemen van daggeld en ten einde in het
bezit te worden gesteld van de noodige ver-
voerbewijzen en passagebiljetten, een en ander
voor zoover zij daarop recht hebben, en tevens
om, zoo zij die gewenscht achten, inlichtingen
aangaande de reis te bekomen.
Degenen, die per spoor reizen moeten zich
ten minste een half uur voor het vertrek van
den trein aan het station aanmelden.
Ingeval ziekte de opkomst mocht verhinderen
moet de verlofganger hiervan zoodra mogelijk
doen blijken door overlegging van eene op ge
zegeld papier geschreven en gelegaliseerde ge
neeskundige verklaring ter Gemeentesecretarie.
Geldt het verlofgangers, aan wie wegens onver
mogen eene ongezegeide verklaring is afgegeven,
dan kan deze aldus, ter verzending aan wien
behoort, ter gemeentesecretarie worden ingeleverd.
Betreft het verlofgangers, aan wie, in verband
met een vorige oproeping in werkelijken dienst,
door denzelfden geneeskundige reeds eene ver
klaring is uitgereikt, dan kan ook voor niet-on-
vermogenden met eene ongezegelde en niet-gelega-
liseerde verklaring worden volstaan.
De verlofganger van de Landweer, die niet
voidoet aan eene oproeping voor den werkelijken
dienst, wordt als deserteur behandeld.
De verlofganger, die zich niet tijdig op de aan
gegeven plaats van opkomst aanmeldt, maakt
zich strafschuldig.
Het niet-ontvangen eener hoofdelijke oproeping
ontheft den verlofganger geenszins van zijne ver
plichting tot opkomst in werkelijken dienst daar
deze openbare kennisgeving eenig en alleen als
bewijs geldt, dat hij behoorlijk is opgeroepen.
Zoodra de verlofganger in uniform is gekleed,
staat hij onder de krijgswetten.
Vergoeding en Ontheffing.
De aandacht van belanghebbenden wordt
nog gevestigd op het navolgende
le. Verzoeken om vergoeding voor de achterblij
vende familiebetrekkingen van dienstplichtige
verlofgangers oi om ontheffing van vorenbedoel
de opkomst kunnen geen doel treffen, zoolang
nog niet tot Wet is verheven het thans aanhan
gige Voorstel van Wet tot aanvulling van de..,
Landweerwet, welk wetsvoorstel de strekking
heeft het toekennen van eene zoodanige vergoe
ding ot het verleenen van ontheffing mogelijk
te maken
2e. Zoodra de Landweerwet bet toekennen van
vergoeding toelaat, zal de regeling nopens de
indiening van de daartoe strekkende verzoek-
schritten zoo spoedig mogelijk bij openbare ken
nisgeving ter algemeene kennis worden gebracht;
en
3e. In verband met het gestelde hiervoren
onder 2o., wordt den belanghebbenden dringend
aanbevolen, geen verzoekschriften om vergoeding
in te zenden, voordat de daarbedoelde regeling
ter openbare kennis zal zijn gebracht.
Sommelsdijk, den 22sten Februari 1906.
De Burgemeester voornoemd,
DE GRAAFF.
Bekendmaking. Drankwet.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente Ooltgensplaat brengen ter openbare
kennis, dat op 24 Februari 1906 bij hen is inge
komen een verzoekschrift van Cornells van Vugt,
van beroep herbergier, wonende te Ooltgensplaat,
om verlof voorden verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen dan sterken drank in de navol
gende lokaliteit, het beneden voorvertrek aan
den zuidkant van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Ooltgensplaat, sectie BNo 1098. plaat
selijk gemerkt B No. 71, en gelegen aan den
Galatheeschen dijk aldaar. Binnen twee weken
na 4e dagteekening dezer bekendmaking kan
een ieder tegen het verleenen van dit verlof
schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wet
houders inbrengen.
Ooltgensplaat, 27 Februari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
(w g.) J.van PUTTEN. (w.g.)P. van WEEL G.Gz.
De band.
Wij zijn niet roomsch.
Tusschen roomschen en protestanten ligt
een geschiedenis van eenige eeuwen, die
altoos een scheiding tusschen hen zal blijven
maken.
Toch is er ook gemeenschap, gelijk ook
uit de samenwerking op politiek gebied is
te zien.
Roomschen en protestanten hebben
grondbeginselen gemeen, die zij beiden met
alle kracht verdedigen.
Zoo was menig woord uit de laatste
pauselijke encycliek ons waarlijk sympathe-
tisch
En zoo nu treft ons evenzeer menig
vermaan, dat thans door den bisschop van
Breda tot zijn „kudde" wordt gericht.
Inzonderheid waarschuwt hij tegen de
gezagsondermijning en het zaaien van on
tevredenheid, gelijk dat heden ten dage
van revolutionaire zijde geschiedt, en o.a
lezen wij dan
Beminde Geloovigen, luistert toch
nooit naar de bediiegelijke en oproerige
taal van volksmisleiders, die, voorwen
dend uw vrienden te zijn' dikwijls enkel
zichzelf zoeken en, hetzij dan bewust of
onbewust, heendrijven naar uw zedelijke
en stofïelijken ondergang. Leermeesters
van de logen zijn zijWat ze u voor
spiegelen, dat zijn onbereikbare toestan
den wat in hun vermo gen ligt, dat is
enkel en alleen al breken zonder de
kracht om op te bouwen. Vijanden van
alle gezag en zedelijke orde zijn zij. En
wat ze ter bereiking van hun naaste
doel, de onverwerpiug der bestaande
orde van zaken, beoogen, dat is onte
vredenheid zaaien en haat, dat is de
menschen vervreemden van God en
godsdienst.
Nog eens, wij zijn niet roomsch.
Maar bij zulke woorden denken wij tevens
over wat ons in den gemeenschappelijken
strijd tegen ongeloot en revolutie vereenigt.
En voelen wij den band.
Rotterdammers.)
Zijn loon thuis.
Wat is Dr. Kuyper vaak uitgekreten voor
'n slechte wettenmaker Spreken welzeker
spreken kon hij prachtig boeien uitmun
tend wegsleepend zelfs, want 'n oratorisch
talent was hij, welzeker
Maar wetten maken
Heelemaal geen verstand van
Zoo ongeveer sprak onder de velen ook
Mr. Goeman Borgesius.
Dr. Kuyper was in erge mate reactio
nair
Daar had je b.v. de speetwet. Ver
schrikkelijk
Daar had je het ontwerp arbeidscontract.
Geen genade er voor, gansch en al ver
werpelijk.
Daar had je de ziekteverzekering. Geen
lor waard, heette het.
En dan beweerde die Kuyper dat ziekte
verzekering aan ongevallenverzekering vooraf
diende te gaan, en dat kleine ongevallen
onder de ziekteverzekering moesten thuis
gebracht worden!
En dan die ouderdomsverzekeringl Rood-
huyzen kon zich verzekerd houden van 'n
lachsucces, als hij op vergaderingen zoo
moppig kon vragen»wat heeft 'n dooie
aan 'n pensioen Pa
Maar nu
Toen onlangs in de Eerste Kamer de
Ongevallenwet product van Borgesius'
wetgevenden arbeid ter sprake kwam,
regende het klachten.
En zelfs Minister Veegens hoe is het
mogelijk sprak van de kapitale fout,
dat de Ongevallenwet was ingevoerd, zon
der dat er eene legeling der ziekteverzeke
ring aan vooraf was gegaan
Dat is precies 't zelfde, al wat Dr. Kuyper
steed beweerde.
Hoe zal zich daaronder Borgesius gevoe
len, wien bovendien het mislukte product
»de Leerplichtwet« drukt
Zal hij in 't vervolg wat billijker spreken
(GGeluige.*) W.
Meer protectie I
Zoo langzamerhand komt er iets los
van het financieel program van dit Kabinet.
Voor het tijdelijk tekort wist het met
geen ander voorstel te komen dan een
verdubbeling van hetgeen door Minister
Harte was voorgesteld, nl. io opcenten
inplaats van 5 opcenten op de vermogens-
en bedrijfsbelasting.
En nu voor het voorzien in de z.g.
blijvende tekorten komt het Ministerie aller
eerst met een voorstel tot verhooging van
de opbiengst van het tarief van invoer
rechten.
Een voorstel zooals ook door Minister
Pierson was ingediend.
Een voorstel, dat van fiscale strekking
heet te zijn.
Natuurlijk, hoe zou ook van dit Mi
nisterie een protectionistisch voorstel kun
nen verwacht worden.
Wel heeft Minister Pierson indertijd
gezegd, dat ieder invoerrecht protectio
nistisch gewerktmaar dat is al zoo lang
geleden, dat niemand meer er aan denkt.'
Hoe het zij, dit Ministerie, voortgekomen
ook uit de leuze „tegen de protectie,"
komt het eerst met een voorstel om meer
geld uit ons Tarief te slaan.
Precies wat Pierson en wat Harte deden.
Meer geld uit het Tarief!
Dat is de eerste financieele wijsheid,
die door dit Kabinet verkondigd wordt.
Meer geld uit het Tarief dat wil
volgens Dr. Bos zeggenmeer protectie.
(»Stand.«)
De motie-Lieftink.
Het is interessant de Kamerverslagen te
lezen van de zitting van Donderdag, voor
den heer Kolkman een goeden dag, maar
voor het ministerie en de linksche Kamer-
groepen een kwade.
Men begrijpt dat de linksche pers niet
heel veel loslaat. Ware zoo iets met het
Kabinet-K uyper gebeurd, dan zou al wat
vrijzinnig denkt het uitschreeuwen over heel
het land, dat dit ministerie, vooral na de
interpretatie, die de heer Tak aan de
motie-Lieftinck schonk, en waarin de voor
steller zeide in te stemmen, geen motie van
vertrouwen kon krijgen en dus zedelijk ge
dwongen zou zijn heen te gaan.
Maar nu is het wat anders.
Ziehier hoe de N. R. Ct. haar Kamer-
Overzicht eindigt:
De heer Lieftinck werd redder uit den nood
shij stelde voor, dat de Kamer zou verklaren
in het verleende verlof geen motief te vinden,
om aan het Kabinet het verder vertrouwen
te ontzeggen.a Die motie, zou men denben,
had dan toch kans van slagen en de Regeering
kon tevreden zijn.
Alweer misgerebend. Want nu was weerde
heer Lohman niet voor bijlegging van het
verschil te vinden. »Wij hebben nooit ver
trouwen in deze Regeering gesteld Hoe kunnen
wij dan zoggen, dat wij ons vertrouwen niet
verder ontzeggen Zoo dacht ook de heer
Tak er over, maar hij wist er wat op. De
motie van den heer Lieftinck was immers niet
als een votum van algemeen politiek vertrou
wen bedoeld. Haar eenige strekking was slechts,
de Kamer te doen zeggen, dat in het verlof
van den heer Kraus geen voldoende reden
lag, om de eens aangenomen houding tegen
over de Regeering te veranderen.
Ja, viel de heer Lieftinck in, en daarop ging
de motie bij eene stemming zuiver van links
tegen rechts er door. De Regeering was zonder
kleerscheuren door de interpellatie heen ge
komen. Een enkel torntje in de Ministerieele
jas blijft wellicht te repareeren.
De Nieuwe Ct. laat zich ook slapjes uit
Wij willen op dit oogenblik niet oordeelen
H
of het Ministerie verstandig deed met in de
Tweede Kamer uit te lokken, wat zij in de
Eerste Kamer, toen de heer 't Hooft er haar
toe aanspoorde, ondienstig en tegen onze parle
mentaire gewoonte zeide te achten een motie
van bevriende zijde. Zeker heeft de uitslag
bewezen, dat zij aan deze zijde van het Binnen
hof in de omstandigheden van het oogenblik
dit gewaagde spel spelen kon. En in elk geval
heeft zij er door weten te voorkomen, dat het
incident voor haar opeen parlementaire neder
laag uitliep, van schier even ernstige beteekenis,
alsof er over de motie-Kolkman gestemd ware.
De Handelsblad-man vat als volgt zijn
oordeel samen
WIJ
Als eindindruk van dit debat meenen
te mogen constateeren
dat het verlof van Minister Kraus onge
twijfeld ook in de Tweede Kamer algemeene
afkeuring heeft gevonden,
dat de zeer groote meerderheid van links en
rechts van deze quaestie geen politiek geval
heeft willen maken, huiverig is geweest om
dit Ministerie op zulk een zaak den bons te
geven,
dat de Minister van Financiën, door zijn
kordate en kloeke houding, de linkerzijde ten
slotte er toe gebracht heeft om het niet-
politieke karakter van de afkeuring duidelijk
uit te spreken,
maar dat aan die uitspraak, tèn gevolge
van de preciseering door de heeren Tak en
Lieftinck, anderzijds elk karakter van ver
trouwensvotum is ontnomen.
Summa summarum een politiek votum heeft
de Regeering niet getroffeneen geformuleerde
algemeene afkeuring over het enkele, concrete
geval (het verlof-Kraus) is ongetwijfeld haar
deel geworden.
De schrijver in de Telegraaf zegt een
paar rake dingen over de houding links ten
opzichte van de rnotie-Kolkmau. Toen de
heer De Meester die n otie onaannemelijk
gekeurd bad, zegt de schrijver, was de bom
in de Kamer geworpen
Daar lag de bom. De oud-liberale heer Ty-
deman ging er op zitten en sprakKunnen we
goedkeuren, dat de Minister 5 maanden weg
gaat Neen. Is het noodzakelijk, dat hij weg
gaat Neen. Is het met de algemeene politieke
verantwoordelijkheid vereenigbaar Neen. Kan
men spreken van een nonactieven Minister
Neen. En daarom stemt hij tegen de motie.
Bij het Kabinet een zichtbare opluchting. In
een der zaalhoeken een levendig gesprek tus
schen Dr. Hubrecht en Mr. Borgesius. De
doctor is boos. De meester veegt maar steeds
tranen van zijn voorhoofd en zwijgt.
De heer Tak vond het niet erg of deze Mi
nister 43 of 48 maanden aan het werk blijft,
aangenomen, dat het Kabinet 4 jaar leeft
maar wat hij vreeselijk vond, was het niet
willen erkennen van de regeering, dat er een
smeugje kleefde op haar smetteloos blanke
kleed, en hij vond het belachelijk, dat dit
Kabinet maar direct zegt: als jullie niet goed
keurt, wat wij doen, loopen we weg. Dat is--
malligheid. Die motie is geen casus belli, een
groot poliiiek beginsel is er niet mee gemoeid
en dus stemt hij tegen.
Nieuwe verademing. Ook bij al de heeren,
die met 4, 24 en 100 stemmen meerderheid
gekozen zijn en het oogenblik al aangebroken
zagen, waarin zij weder in 't Niet zouden
terugzinken, waaruit ze te kwader ure zijn
opgedoken.
De heer Lohman begon met te zeggen, dat
hij niet voor zou stemmen. Hij had er verschil
lende redenen voor, maar deze eene deed de
deur dichtals we dit Kabinet op straat zetten
komt er een nieuwe Minister van Waterstaat,
en voordat die in de zaken ingewerkt is, is
Minister Kraus alweer goed en wel terug. Dan
winnen we er niets mee. Zoo redeneert elk
verstandig man, die niet aan politiek doet.
Ook Mr. Heemskerk deelde mede, dat hij
tegen zou stemmen, waarna de heer Kolkman
constateerde, dat de reis van den Minister door
niemand verdedigd is, dat dit dus de geluk
kigste dag van zijn, Kolkman's, leven is, en nu
openlijk in de Kamer dit Ministerie door die
reis zedelijk veroordeeld is, hij zijn motie kan
intrekken. Het doel is bereikt.
Het Vaderland acht het ministerie te
kunnen geluk wenschen met den afloop van
dit debatde Residentiebode schrijft
Nog zoo'n overwinning en het Kabinet
zal van uitputting bezwijken onder algemeen
hoongelach.
Het Centrum oordeelt als volgt
Het is een echte Pyrrhus-overwinning, die
de regeering heeft behaald en de afkeuring,
gat— ----- V