Antirevo hi tionair
Orgaan
(4
Woensdag 7 Feferiiari 11306.
•ar10 .Jaargang JSr. I1U9.
¥«»or de ^uidhollandscii© en Zeenwiche Eilanden®
T. BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
DE OUDE VISSCHER.
12,7
27ste of laatste Ujsi
Uit «Ie a®es*s.
lik.
K,
igaar,
1.
s.
Jang XII.»
Januari 1906.
W.Z.
nis Maandag en
ag, Voorm. 6 uur.
Zondag, Nam. 1
uur.
:asnymph."
met SI Maart 1906
VZ.
dageljjbs, behalve
Tlaardingen 35
mMaandag en
ichiedam 2,30 uur
:r
)edereede en
Jctober 1905.
en Hellevoetsluis
1,uur.
llevoetsluis.
2,uur.
ddelharnis.
uur.
ellendam.
tellendam.
iamachen tijd op-
rnis".
1.
VZ.
n: Zondag 9 en 4
Dinsdag 9, 12.15,
12.15 en 4.30 uur.
ten, Sohiedam 20
Zondag 8 en 3
Jinsdag 7,30, 10,1
in 3 uur.
n Dinsdag vertrek
BRIELLEL
boot.
Aankomst.
10.20
3.15
5,10
8,15
PERDAM D.P.
tboot.
Aankomst.
8,6
1,31
5.—
8.45
voet- Rotterd
Is. D.P.
Gaard. Postbo.
ek. Aankomst.
8.6
,39
2.34
5,
8.45
11,55
Numansdorp-
6.25
8.37
6.45
9.—
2
7.6
9.19
0
Cu
7.10
7.43
0
83
CO
r-t-
7.52
8.8
8.16 9.44
8.44 10.21
9.-
- 10.38
9.22 11.
!D halten.
6.7
6.26
O
6.48
5
ef
7.20
1
6.25
6.51
Qi<
O
7.18
0 0
S-
7.34
r- i
tti rdam
5
5.54
6.10
-«1
1
6 20
5" O
0 cl
5
6.31
co p
r cu
4
7.20
i
0
6 25
7.6
Bi
5
7.19
co O
o
5
7.32
co 0
0
7.50
gen
halien,
10
6.25
10
8.13
2
0 O
23
8.25
5-
Cu
40
7.30
52
7.42
2
5 2
20
9.22
0
a-
voetsluis
40
10
28
43
6.30
7.—
7 25
7.44
7.59
8.15
5"
o
a
p-
a
.20
.35
49
.13
.31
6 5
6.25
6.41
6.57
7.22
7.43
8.20
ilipaland,
7.55
8.40
9.27
10.2
10.22
11.2
10.10
11.20
10.5
10.55
11.30
11.15
11.53
12.10
12.30
1.21
IN HOC SIGN O VINCES
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
MMSMBZ&SMJH
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ei Vrijdagmorgen 10 uur.
llle xtuSikei» *oor «Ie Hedarlie öentenid, Adverteiitièm en verdere Administratie franco toe ie «enden aan den Ultsn».
de Scholen
van de 27e Jaar-Col ecte voor
met den Bijbel.
Transport
Burgwerd met Hichtum, Hartwerd,
Oideklooster en Ugeklooster
Havelterberg
N. Amsteidam
Nieuw Weerdinge
Enter met IJpelo (G.K.)
Kuinre (giften)
IJselmuiden met Grafhorst (H.K.)
Doesburg met Angerlo, Lathum,
Bahr, Bingerden en Giesbeek
N eede
Westervoort
Lage Vuursche met Hooge Vuursche
Vijfhuizen (Haarlemmermeer)
Wieringen
Katwijk a/d Rijn (.Kerken)
Spijkenisse
Stad a/'t Haringvliet
Nieuw-'en St. Joostland (giften)
Helenaveen (G.K.)
N AGIFTEN.
Zutphen
Suawoude
Rotterdam
'sGravenhage (van N. N.)
Geldermalsen (2 giften, elk van f 1.
Heemstede
De Meern
Colijnsplaat
Stellendam
Nieuwendijk (gem. Alipkerk)
Anna Paulowna
Schoonrewoerd
Leeuwarden
f90.290.84
67.-
51.60
9.85
5.20
12.10
130.-
17.30
12.40
76 80
«■-
51.25
2.—
1.30
10.—
6.70
21.04
25.—
2.—
25.—
11
3.50
10.—
5,50
2219'/,
2.—
9.-
Totaal van 668 Locale Comité's f90.882.58
Waar niets staat aangegeven is de collecte aan
de huizen gehouden.
De Unie-collecte te Katwijk a/d Rijn bedroeg
in de Herv. Kerk f32.55 en in de Gereformeerde
Kerk f 18.70.
Te Zuidhorn is behalve de Unie-collecte dit
jaar de som van f41.gecollecteerd voor den
bouw eener Chr. school.
Behalve de Unie-collecte is er te 's-Gravenhage
nog verzameld de som van f4200.— door de
Centsvereeniging tot steun der 4 scholen der Ned.
Herv. Gemeente. Het totaal bedrag,■wdat door
die Centsvereeniging in 9 jaar werd verzameld
is 29.850.
Het totaal bedrag der 27e Unie- of Augustus-
collecte is f90.882.58 dus f847.291/, meer dan de
vorige Jaar-collecte voor de Scholen met den
Bijbel. Wij danken God voor deze verrassende
uitkomst.
R. DERKSEN,
Secretaris der Unie.
I$e pomp op <le Ppen»
bare School.
Is 't de bedoeling der onzen om de
Openbare School leeg te potnpen 7
Over eens anders begeeren en bedoe
len valt niet altijd een juist oordeel
te vellen en bet meer ol minder eer
lijke in zijn middelen is niet altijd met
een paar groote of kleine woorden
vast te stellen, maar dit meenen we
toch als vast en zeker voorop te mogen
plaatsen, dat het de bedoeling der
onzen niet is om de Openbare School
onaangevochten te laten.
Ze heelt er zich op voor te bereiden,
dank zij de mildere subsidie, dat wij
haar zullen aantasten om los te laten
de gedoopte kinderen want ze bezit
die onrechtvaardig door de macht des
gelds en de kracht der dwalingen der
ouders.
Op onzen weg liggen twee zaken
ten eerste, den ouders aan te toonen,
dat hunne gedoopte kinderen in de lijn
des Verbonds moeten worden opge
voed en onderwezen en ten andere,
dat bij gebleken armoe de ouders recht
hebben om met steun van Rijkssub
sidie hun kinderen die geeischte op
voeding ter school te doen ontvangen.
Werken we in die richting, dan
breken we daarmee de Openbare
School af; maar dan doen we slechts
wat onze plicht is, wat niet één voor
stander dier School kan ontkennen.
Het is plicht van eiken voorstander
van Christelijk onderwijs om alle kin
deren onder zijn vleugels te krijgen,
maar vooral die kinderen, wier ouders
te arm zijn of misleid dan wel onkun
dig van de grootsche roeping, die zij
aangaande hun zaad hebben te vervul
len.
Heeft de dommekracht van 'tgeld
de armoedige ouders tegen hun gewe
ten in gedreven naar de Openbare
School datzelfde geld moet voortaan
het middel worden om die ouders
naar hun geweten te doen handelen.
Wij keeren de rol slechts om.
Vroeger is het geld gebruikt om de
Openbare School voller te krijgen.
Nu wenschen we het geld benuttigd
te zien om ze leger te krijgen.
Wat voor onredelijks ligt daarin?
Wie kan ons daarvan een verwijt
maken.
Isde besteding onzer subsidie dan
niet even edel als die der Openbare
School 7 Zij lokte met de zilverlingen
tot haar begin selen wij eveneens tot
de onze.
Zij had een haar heilige bedoeling
wij ook.
We wisselen alleen stuivertje en de
rol der zilverlingen wordt een andere.
Is dat nu de pomp op de openbare
School zetten 7
Wel neen! het is opeischen, ivatons
eerlijk en rechtmatig toekomt nl. het
gedoopte Christenkind.
De openbare School heeft onze stad
belegerd onze bruggen verbranden
gepoogd onze muren en wallen te
beuken en de zilveren krijgsklaroenen
of bazuinen bliezen over ons hetWeg
van de aarde met zulk eene Christe
lijke richting.
Maar nu is er hulp gekomen, en de
vijand moet afdeinzen.
Zetten we nu de pomp op dien over
machtige, ais we op hem een storm
aanval wagen met gevelde lans en
gewetten sabel 7 Immers neen we
doen niets dan terugeischen onze eigen
door hem platgetreden veldenonze eigen
door hem verwoeste landouwen, die hij
ii uj.i bruutuei 1 eu onbesuisdheid
heeft betreden in vijandschap en vaak
in haat.
We komen voor onze eigendommen op
en eischen onze bezittingen in rust en
vrede te beheeren.
Die eigendom en bezittingen zijn
de gedoopte kinderen.
Op die kinderen heeft de Openbare
School geen recht.
Daar heelt, de Christelijke kerk recht
op en de Christelijke School, en de
Christelijke Maatschappij, anders nie
mand.
De Schoolstrijd is een Rechts-strijd.
Finantieel zeer zeker
Maar geestelijk ookGeestelijk in
de eerste p.aats
We hebben recht op gelijke subsi
die
We hebben recht op de gedoopte
kinderen
En nu moeten we de ouders daar
van nog »breeder onderwijzen,zooals
het formulier dat bedoelt ten opzichte
van de ouders en de kinderen.
De Kerk moet voorlichtenDe On
derwijzers moeten steunen
En zoo met mekaar verdeelen we den
arbeid om te komen tot een productie,
die de »goederen« tot gemeenschappe
lijk bezit der Christenheid brengt.
Zoo worden we Socialist op geestelijk
terrein en brengen de gedoopte kin
deren in handen der Volksgemeen
schap.
Dan komt de Nieuwe Tijd van leven
en loven voor en van den Hemelschen
Koning.
Jongelingsver een')gingen op
Flakkee.
Zijn er op Flakkee al genoeg Jon
gelingsvereenigingen,
Laten we eens zien
In Middelharnis is 1 Gereformeerde.
Van Hervormde zijde niets.
In Sommelsdijk is niets. Noch van
Gereformeerden, noch van Hervorm
den. De Gereformeerde jongelingen
zijn aangesloten bij Middelharnis.
In Nieuwe Tonge is niets.
In Oude Tonge niets.
In Ooltgensplaat niets dan een Gere
formeerde.
In Den Bommel niets dan een Gere
formeerde.
In Stad niets dan een Gereformeerde
In Dirksland een Hervormde; of is
er niets
In Herkingen niets.
In Melissant niets.
In Stellendam een Gereformeerde.
Of is er niets.
In Goeree niets.
In Ouddorp een Gereformeerde.
Het Jongelingsleven bloeit dus op
Flakkee niet.
En toch moet het dien kant uit.
Hadden wij onze wenschen vervuld,
dan was er overal, op elk dorp
a. Een Christelijke School.
b. Een Knapenvereeniging, zooals
op Middelharnis-Sommelsdijk.
c. Een Jongelingsvereeniging.
De kinderen uit de School gingen
dan naar de Knapenvereeniging, en de
oudste knapen van 16 jaar naar de
Jongelingsvereenigingen.
Is daar nu toch niets aan te doen,
om in elk dorp zulke Knapen- en
Jongelingsvereenigingen te krijgen?
Onder de Hervormden op Flakkee
zijn toch flinke mannenlaten die
de koe eens bij de horens pakken.
't Christelijk leven moet zich open
baren. We moeten organisaties zien
van knapen- en jongelingen. Samen
werking eischt de tijdSamenwerking
van Christelijke knapen en jongelingen.
Komt, mannen op Flakkeepakt
eens aan! Jongelingen! vereenigt U!
Verdraagzaamheid
Zoo nu en clan leest men in vrij
zinnige bladen verhaaltjes over den
sverschrikkelijken» dwang die er van
Christelijke zijde somtijds op ouders
zou worden geoefend, om kinderen te
verwijderen van de openbare en te
doen zenden naar de Christelijke
school.
Die verhalen zijn dan doorgaans
niet te controleeren, en men weet,
wat er na onderzoek van »Ketelaria-
na« overblijft.
Wij lezen nu echter in het Friesch
Dagblad een schrijven uit Oenkerk,
waarbij den naam van den betrokken
persoon niet is verzwegen
Daarbij geldt het eent staaltje van
vrijzinnige verdraagzaamheid
Te Oenkerk was vergadering van
de antirevolutionaire kiesvereeniging
en daaromtrent vermeld het verslag
aan het Friesche antirevolutionaire
orgaan toegezonden o.m. het volgende:
Een der leden deelde mede, dat
de wethouder J. B. van der Meer
voor een poosje tot een sollicitant
naar een gemeentelijke betrekking ge
zegd heeft«Ik he je wel eens met
die en die naar de (Geref.) kerk zien
gaan en van fijne lui en stofregen
wordt je het meeste bedrogen.Het
DOOR
L. VAN BERKEL.
I-
Door zijn bezielend woord, zijn degelijke
schriftverklaring, het duidelijk in 't licht
stellen van die zaken, welke hij de gemeente
leeren wilde, was het geloof van velen ver
sterkt. Hij, was zich ten volle bewust van
zijn roeping. Zij, die in zonden leefden,
moesten zijn roepstem om dien weg te
verlaten, eiken rustdag hooren en zagen
dan in, dat zij geheel en al verkeerd han
delden.
Hun geweten, voor een tijd als met een
brandijzer toegéschroeid, kwam door zijn
spreken hun luide verkondigen, dat zij op
den weg des verderfs waren en hun onder
gang tegemoet snelden.
Toch was er onder de bewoners van
Duinveld één, die zich om God noch gebod
bekommerde. Het was Hans Brouwer,
meer bekend onder den naam van mottigeu
Hans. Toen Haus een kleine jongen was.
heerschte in zeker jaar de pokken in Duin
veld. Hans werd ook door deze ziekte
aangetast, doch was gelukkig genezen. De
ziekte had echter haar sporen nagelaten,
want toen Hans beter werd, was hij bepaald
leelijk en werd hij mottige Hans genoemd.
Om dien bijnaam of liever scheldnaam be
kommerde hij zich volstrekt niet. Hij was
er zóó aangewoon, dat hij niet beter wist,
ot het hoorde zoo.
Hans was evenals de meeste inwoners
van Duinveld visscher geweest. Van z'n
tiende tot z'n zeventigste jaar had hij zout
water gedronken, zooals ,hij dat noemde.
Ieder wist, dat Hans een kundig visscher
wasiemand, die bij veel vakkennis ook
onverschrokkenheid bezat. Hij was een
dier koene, wakkere, fiere visschers, wier
moed en werkkracht toenemen bij het
barnen der gevaren.
Hans Brouwer, die wij den »oude visschers
zullen noemen, omdat dit welluidener klinkt
dan »mottige Hanss telde nu vijf en zeven
tig jaren en was dus al vijf jaren aan wal.
In den tijd, toen hij uitging om het heerlijk
zeebanket machtig te worden, waren hij en
zijne vrouw zuinig geweest en hadden een
aardig duitje overgespaard. Toen Hans
dan ook zijn zeventigste verjaardag vierde
en hij dien dag toevallig thuis was, had
zijn vrouw gezegds>Hans, je moest nu
maar voor goed thuis blijven.Ze waren
samen aan 't rekenen gegaan, het spaar
duitje viel erg mee en Hans bleet
thuis, d, w. z. hij ging niet meer naar zee,
maar was den geheelen dag aan het strand,
waar hij met oud en jong over z'n zeele
ven stond te praten. Thuis verdiende hij
's avonds nog wat met netten breien en
's winters wanten maken, zoodat hij en z'n
vrouw voor gebrek niet te vreezen hadden.
Vrouw Brouwer stierf een half jaar later en
haar man bleef alleen achter, Kinderen
hadden ze nooit gehad, zoodat Hans voor
zichzelf had moeten zorgen, ware het niet,
dat een nicht, die ook niet jong meer was.
hem gevraagd had bij hem te komen wonen,
wat oom goed vond. Van dien tijd af
woonde de oude visscher met zijn nicht
Kee samen.
Hans was 'u goede, ronde kereliemand,
die 'n hart in 't lijf had en medelijden
kende. Voor een arme had hij altijd iets
over en iemand zien schreien kon hij niet.
>Ik heb«, zei de oude visscher dikwerf,
»van m'n leven wel golven zien aanrollen,
zoo hoog als de toren van Duinveld en
nog nooit ben ik bang geweest, maar als
ik een vrouw zie huilen, dan word ik zoo
ellendig, dat ik altijd maar hard wegloop.
Akeliger, gezicht bestaat er op de wereld
niet.s
Een ding was er, waarom de oude vis
scher zich in 't geheel niet bekommerde en
dat was de godsdienst. Van godsdienst
moest hij niets hebben, en als het waar
is, dat visschers gewoonlijk godsdienstig
zijn, dan maakte Hans Brouwer in dit geval
een uitzondering op den regel.
Een predikant was in zijn oog een luiaard.
»Zoo'n kerel« zei hij smoest gaan wer
ken, dat was heel wat beter dan praten.
De wereld is vol van praters en geen won
der, want praten is heel wat g^nakkelijker
dan werken. Werken kost zweet, daar
wordt je moe vaD, en dat willen die heeren
niet,«
Op deze wijze redeneerde de oude vis
scher over Ds. Hoek in zijn oog de verte
genwoordiger van alle predikanten.
Bidden of danken deed hij niet. Een
mensch moet er hard genoeg voor werken.
Naar de kerk gaan, was ook allemaal gek
heid. Vroeger was hij ook nog weieens
zoo dwaas geweest om naar de kerk te
gaan, doch hij had opgehouden dit te
doen. Je zit je er maar te vervelen en je
kan veel beter naar 't strand gaan. Dood
is dood, dat kan niet anders en een leven
na dit leven was voor Hans een onmoge
lijkheid.
Ds. Hoek wist, dat Hans Brouwer iu
't lidmatenboek stond en had hem daarom,
toen hij te Duinveld was gekomen, eens
opgezocht. Dat bezoek en de verdere be
zoeken waren niet alleen vruchteloos, maar
tevens hoogst onaangenaam geweest. De
oude visscher was altijd even norsch en
barsch. Hij raasde als een bezetenen,
vloekte, zelfs in 't bijzijn van Ds. Hoek,
als een ketter en was in één woord onhandel
baar. Wat Ds. Hoek ook met hem pro
beerde, het hielp niet. De oude visscher
was en bleef verhard. Hij wilde niet
luisteren Dominé had dit natuurlijk onpret
tig gevonden en besloot, toen hij op zekeren
middag weer door den ouden visscher be-
leedigd was, er niet meer heen te gaan
»Met dien mans, dacht dominé is toch
geen goed garen te spinnen. Hij scheldt
iemand in 't gezicht uit voor luiaard en
dagdiefik zal hem nu maar links laten
liggen.
En werkelijk Ds. Hoek had aan zijn
voornemen gevolg gegeven. Weken, ja
zelfs maanden lang had hij zich met den
ouden visscher niet ingelaten. Nu was het
winter en dominé was eiken avoDd de deur
uit. Met een ouderling deed hij huisbe
zoek; iets, wat hij gewoon was geregeld
tweemaal per jaar te doen.
Alle leden werden dan opgezocht, met
hen werd er gepraat over hun verhouding
tot de eeuwigheid en alles werd aangewend
tot uitbreiding van Gods Koninkrijk.
Op zekeren winteravond stonden dominé
en onderling Woudsend even stil om te
beraadslagen, wien zij nu zouden bezoeken
en wie nu vermoedelijk thuis zou zijn.
Plotseling valt dominé iets in. Ze ston
den recht tegenover de woning van den
ouden visscher. »Dat is waar ook« zegt
dominé, »we konden den ouden Brouwer
wel eens bezoeken«.
2.Maar dominés, zegt Woudsend »u zult
toch wel wijzer wezer«.
»Waarom«
»Wel, met dien man is toch niets aan
te vangen. Het is een ongelikte beer en
als ik u was zou ik me op den grootst
mogelijkeu afstand van hem houden. Ik
zou me door zoo'n kerel de huid niet meer
vol laten scheldens.
»Ja«, zegt Ds. Hoek, shet is lang niet
prettig, als men je op 'n grove manier
beleedigt, doch wat heeft men Jezus al
niet voor smaadheid aangedaan Ik ben
al in geen maanden bij hem geweest, doch
ik heb er toch geen vrede mee.s
(Slot volgt.)
M
vj
vr
ii. A
-Jo - VL'
- C~. l»AL' 'Tjyrr