dsm,
voor de Xuidhollandüche en Keenwichr Eilanden.
TWEE BLADEN.
Zaterdag 8 Februari 1906.
20ste Jaargang N°. 1108.
AAR
1
Orgaan
An tirevo lu tion air
>AAL,
rit,
JPONS,
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
%lle et is k kei» voor «2e Stedaetie tiestemd, Advertentie» eis verdere Administratie trauco toe te zenden aas» dee Uitgever.
FEUILLETON.
DE OUDE V1SSCHER.
;es.
Eerste Blad.
n,
RDAM
Een mof ie uit Hieuwe
Tonge.
r schrif-
fabrieken zijn
van grossiers,
ion.
Ginter
tuffels met
en, bij
DIRKSLAND.
;h;n a 50 ets,
A pothekers en
k„Inker
tterdam.
r-Pain-Ex-
bjj DIJKEMA
lelsdijkbij A.
bij A. G. P.
d en bij A. L.
it.
soliditeit als in
imachinehandel
lloppenburg.
evenstaand ge-
I.SDIJK.
J handelsmerk
v. Ballegooij
n Eesteren.
j. van Gurp.
ber.
itelein.
Oostonhrugge
Spee,
:e
,ii r.
Renten
rarenhage
Directie MALI®
s directie van het
1-Hollandsche
hagebjj de Inspeo-
t-W
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Ceut.
UITGEVER
SOMMSïijQngJH
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ei Vrijdagmorgen 10 uur.
Dit nummer bestaat uit
In ons Blad komt voor een Inge
zonden Stuk van den heer K. Breur,
eerste Secretaris van den Arbeiders
bond een stuk met een aanhangsel,
ofte wel Motie genoemd.
't Heele zaakje is een storm in een
glas water.
In onze hoofdartikelen van 24 en
27 Jan. schreven we eene waarschu
wing, en niets anders dan eene waar
schuwing tegen de Bibliotheek. We
vreesden, dat die 400 boeken zoo
stikum binnen zouden loodsen libe
ralen godsdienst en liberale politiek;
we vreesden, dat die boeken zouden
doen, wat de Statuten verbieden nl
zich als Bond met Godsdienst en po
litiek inlaten. We prezen 't sociale
streven, maar zagen ook de kracht
van lectuur onder de oogen.
Iedere Nieuwe Tongenaar, die onze
stukken gelezen heeft, heeft ze dan
ook als zoodanig beschouwd en be
aamd. De heer Meeuse bekijkt ze
anders, en verleden Zaterdag heeft hij
dan voor den Bond die motie voor
gelezen en toen gezeidVindt je 't
goed, jongens! dan moet het zoo naar
dien Redacteur.
Hij schrijft over zijn teere eer- en
waardigheidsgevoelover den toon
van onze artikelen, die in elk geval
niets hooger of lager is dan van het
stuk, over het persoonlijke er in, hoe
wel we niet de personen Breesnee,
Meeuse en De Klerk als personen,
maar als liberale beginseldragers op
't oog hebbenover onze onvoldoende
kennis der feiten, hoewel we nergens
één enkel feit hebben genoemd en
dito, dito gemoedsontlastingen, die de
heer Meeuse benauwd zaten.
Het stuk is zoo raak als een vuist
slag op een veeren bed.
We zullen er dan ook verder geen
notitie van nemen.
Maar we willen aan het publiek,
dat ons Blad leest, eenige opheldering
geven, waarom we ons over dien Bond
en zijn richting uitlieten, als hij meer
ging doen dan wat zijn taak is Lots
verbetering.
Toen de heer Dirk Breesnee zag
dat zijn zetel in den Gemeenteraad,
kraakte, gingen de arbeiders Dekker
en Breur, naar men zegt op zijn kos
ten met vergoeding van reis-en daggeld
naar den heer De Klerk, Wat was
waarschijnlijk het politieke doel Dit.
Als er een Arbeidersbond kwam, zou
de l^eer Breesnee daarvan de eer
ontvangen de arbeiders of leden zou
den allen bij de verkiezing hem steu
nen en zijn zetel was weer voor eenige
jaren verzekerd. Maar o wee! op 15
April trad de heer De Klerk opden
27sten Mei werd het Begrafenisfonds
opgericht en den 27sten Juni had de
candidaatstelling plaats, toen ook de
heer Nelisse als vierden candidaat
gesteld werdde heer Breesnee viel
en velen in den Arbeidersbond ble
ken het heele plan van den heer
Breesnee doorzien te hebbenen niet
alleen die Bond, maar ook tal van
liberale kiezers die het bedekt of
openlijk uitspraken: »Die Bond moet
Breesnee's zetel reddende Bond
was niet in staat het krakend gestoelte
te handhavenwant de arbeiders
wilden wel verbetering hunner positie
door den heer Breesnee, maar niet
om Breesnee's politiek daarmee te steu
nen en zijn politieke bedoelingen te
bevorderen.
De heer Breesnee gaf twee rente-
looze voorschotten ad 1100 elk, maar
dit edele werk was niet in staat om
de arbeiders te lokken naar de liberale
politiek, want de meeste arbeiders van
Nieuwe Tonge laten zich niet met een
kluitje in 't riet sturen, maar hand
haven hun anti-liberaal beginsel, al
geeft men ook rentelooze voorschot
ten. 'tls hen uitsluitend om lotsver
betering te doen.
Summa, summarum De opzet van
den Arbeidersbond was politiek, maar
de toeleg mislukte op den stemdag.
De toeleg was politiek. Was liberale
politiek. Was de politiek van den heer
Breesnee. En het heeft onze opmerk
zaamheid getrokken, dat in het Bestuur
van den Bond zitting hadden en heb
ben de heeren Jasper van Vliet, voor
man bij den vader van den candidaat
evenzoo tic heer Hendrik van Balen
Jr. evenzoo de heer Krijn Breur, nu
eerste secretaris, en dat de onderwijzer
der Openbare School de heer Meeuwse
daarin zal als een der voormannen,
welke laatste drie heeren beusch geen
draad Gonversatisme aan de kleeren
Lebben, wei een rose kleurtjeeen
hunner zou Mr. Troelstra gaarne met
open armen ontvangen.
Het heelt onze opmerkzaamheid
getrokken, dat een Arbeidersvereeni-
ging, die neutraal wil heeten, zich
notabene aansluiten wil bij een Bond
van Staatspensioneering, waarin nooit
één Antirevolutionair, die zijn beginse
len kent, wil opgenomen worden. De
Bond van Staatsspensioneering is
een door en door liberaal en socialis
tisch misgewas en gebrek aan kennis
der eenvoudigste politieke beginselen
kan alleen oorzaak zijn, dat antirevo
lutionaire arbeiders daaraan meedoen.
Het heeft onze opmerkzaamheid
getrokken, dat de heer Meeuse op de
vergaderingen van den Bond heeft
behandeld, een politiek onderwerp
Onze Staatsinrichtingdat niet neutraal
kan behandeld worden, tenzij men de
arbeiders als schooljongens behandelt
en niet als staatburgers. nOnze Staats-
inrichtinga, door een openbaar onder
wijzer behandeld moet óf voor een
antirevolutionair aanstootelijk óf zon
der wetenschappelijke waarde zijn,
omdat ze de kern van ons politieke
leven raakt. Er is geen Staatsinrich
ting zonder Overheden, en geen Over
heid buiten de gratie Gods. Er is geen
Volksvertegenwoordiging zonder sin-
vloed of zonder smacht, zonder smen-
schelijke« en zonder sGoddelijke«
rechten,
Het heeft onze opmerkzaamheid
getrokken, dat de Catalogus der Bibli
otheek zoo weinig schrijvers bevat,
wier namen in de Christelijke kringen
algemeen geëerd zijn. We zien een
Bilderdijk, een ds. Felix, een Brou
wer en een Hoogenbirk, maar daar
naast, tal van auteurs, die in de Neder-
landsche literatuur een ondergeschikte
plaats innemen, en dan blijft het ons
een raadsel, hoe men een Volksbibli
otheek opricht, waarin zooveel onbe
kende grootheden en zoo weinig be
kend, christelijke schrijvers voorko
men. We zien wel de Staathuishoud
kundige drogredenen van mr. Boer,
maar waar zijn de werken van Groen,
van Kuyper, van Fabius, de" werken
van de uitgevers Callenbach, Daamen,
Hoveker. We zien wel in de afdeeling
C jongens- en meisjesboeken van An-
driesen enz., maar we missen ook de
werkjes, die in elke Christelijke Bibli
otheek worden aangetroffen. Als men
die had aangevraagd aan de bekende
adressen, had men ze ontvangen.
Veroordeelen we daarmee alle boe
ken, die er in voorkomen'?
Het zij verremaar we hebben in
onze artikelen ook niet anders dan
gewaarschuwd, dat men zijn] oogen
open doe, omdat er geen secuurder
middel is om liberale propaganda te
maken dan boeken van neutraal karak
ter.
Daarom, dus, omdat het begin «po
litiek® was het bestuur zeer vooruit
strevende liberale elementen bezitde
Bibliotheek in zijn 400 boeken voor
ons een ongewenscht bezit scheen voor
den Bond, die uitsluitend stoffelijke
verbetering beoogt, enz. daarom schre
ven we onze artikelen.
En dat komt me daar nu aangeloo-
pen, alsof we hemel en aarde beroer
den.
Maar daarom is heel die motie een
stoot in de lucht.
Waarschijnlijk heeft de heer Meeuse,
slachtoffer van zijn eigen pennepunt,
gedachtde redactie heeft onze bedoe
lingen begrepenwacht, we zullen
van hem af zien te komenweerleg
gen kunnen we niets, maar we sturen
even voor 5 cent een motie weg, dan
is de discussie gesmoord.
En dan in die motie een paar klip
klap woorden over de teere waardig
heid van den heer Meeuse en het
bestuurnog een schepje er op met
dien »toon« en dat »durven«, sjonge,
sjonge! ja daar valt de redactie gewis
van zijn eigen zeivers!
Ten slotte.
Stoffelijke verbetering zoeken is
plicht en overal op Flakkee volge men
't voorbeeld om te komen tot organi
saties, die de lasten verlichten maar
men zette den Bond beter op pooten
dan in Nieuwe Tonge, want we meenen
DOOR
L. VAN BERKEL.
0
I.
Het stormde ontzettend. De naakte
boomen in Duinvelds straten konden ter
nauwernood de windvlagen doorstaan en
bogen soms als waren het twijgjes. Donkere
regenwolken zweefden door het luchtruim,
als speelden ze krijgertje. Van tijd tot
tijd een regenbui, zóó hevig, zóó ontzet
tend, dat menige huismoeder sidderde,
denkend aan man en zonen, broeders,
neven, vaders en zwagers, allen zich op
zee bevindend.
Het was noodweer in Duinveld.
Woest aanrollende golven beukten den
duinvoet en poogden met de kracht der
wanhoop de veiligheidsmaatregelen, door
moeder natuur zelve genomen, krachteloos
te maken Witgekopte baren, versierd met
slingers van sneeuwwit schuim hielden een
vreugdedans. Wolken duinzand stoven den
o renwachter, die zich even op den trans
waagde, in 't gezicht.
't Was noodweer in Duinveld.
Een sombere Zaterdagmorgen, zóó som
ber, dat het zich liet aanzien, dat op den
dag des Heeren maar weinigen zouden
samenkomen in Gods huis. Misschien bleef
het weer zoó en zou er wellicht geen
dienst zijn.
De natuur is echter zeer veranderlijk.
Nu eens stormt het, dat eeuwenoude eiken
schudden en waggelen, dan weer is het
doodstil buiten. Het eene oogenblik zingen
de elementen hun donderend »Valt aan!
slaat neer het andere moment fluisteren
ze een wiegeliedje. In het eene uur ver
woesten de elementen, als een oproerige
volksmenigte alles, wat hun in den weg
komt, om een uur soms daarna reeds een
lijkzang aan te heffen.
Zoo was het ook nu.
Had het den geheelen Zaterdag gebul
derd uit het N.-W., 's Zondags was het
heerlijk voorjaarsweer, dat ieder naar buiten
lokte.
Het zonnetje scheen weer, de zee was
kalm en de vogeltjes zongen een loflied ter
eere huns Scheppers
Het kerkgebouw was dan ook flink ge
vuld. Ieder, die maar eenigszins kon, had
zich naar Godsheiligdom begeven, om daar
Jehovah te danken en groot te maken voor
Zijn bewaring. Immers tot nu toe was er
geen enkel ongeluk gebeurd. In den vroegen
morgen waren reeds eenige vaartuigen be
houden aangekomen en berichtten de opva
renden, dat de andere schepen ook wel
spoedig »aan<s zouden zijn. Men was in
den nacht, wonder bovenwonder, in eikaars
nabijheid gebleven, zoodat alle schepen
behouden waren. Geen wonder dus, dat
vele Duinveldenaars zich gedrongen ge
voelden de ^openbare samenkomst* bij te
wonen, en menigeen pinkte een traan weg
bij het zingen van
ïDe Heer wou mij wel hard kastijden,
Maar stortte mij niet in den dood;
Verzachtte vaderlijk mijn lijden,
En redde mij uit allen nood.
Ontsluit, ontsluit voor mijne schreden,
De poorten der gerechtigheid
Door deze zal ik binnentreden,
En loven 's Heeren majesteit.»
De leeraar had tot tekst Mare. 4 3541
en besprak de volgende punten
1. 'tls noodig, dat de zeeman Christus
aan boord hebbe, gelijk de discipelen.
2. De storm blijft niet uit en Christus
is schijnbaar op uw scheepke een slapende
Heere.
3. Het gebed van den zeeman doet
Christus ontwaken,
4. De redding volgt.
5. De verbazing over de uitredding
dringt tot dankbaarheid.
Eenvoudig, doch duidelijk en bezielend
lichtte Ds. Hoek deze punten toe, en allen
verlieten niet alleen voldaan het kerkge
bouw, maar hadden ook nu weer teerkost
mee gekregen op den weg door het vaak
zoo moeitevolle leven.
Ds. Hoek stond nog slechts twee jaren
te Duinveld en was uit de naburige stad
huiswaarts overgekomen. Duinveld had
langen tijd, een tiental jaren zelts, zonder
leeraar gezeten.
Menigen predikant had men beroepen,
maar allen hadden bedankt. Tot candidaten
had men zijn toevlucht genomen, doch ook
zij meenden geen vrijmoedigheid te hebben
het beroep aan te nemen. Eindelijk had
men Ds. Hoek beroepen, op
aandringen van een der ouderlingen.
Men was er aarzelend toe overgegaan(
omdat ieder dacht, dat er weer een be
dankje volgen zou. Ieder kan zich dus de
blijdschap, maar ook de verbazing van den
kerkeraad voorstellen, toen drie weken later
door Ds. Hoek bericht werd, dat hij het
beroep aannam. Wel was het traktement
kleiner, doch dit was minder, want Ds Hoek
had geen kinderen. Hij had het beroep
aangenomen, om voor zijn vrouw, die zeer
zwak was, genezing te zoeken en meende
die in Duinveld te zullen vinden. »De
zeelucht* had de dokter gezegd, a>zou
mevrouw wel opknappen.
Zoo was Ds. Hoek dan naar Duinveld
overgekomen en hij gevoelde er zich op
z'n plaats. Bij groot en klein, rijk en arm
was hij gezien, omdat hij met menschen
kon omgaan. Voor iedereen had hij een
goed woord over, hij wist precies hoe hij
de menschen vangen moest, want dat hij
menschen moest vangen, daarvan was hij
geheel doordrongen. Met hart en ziel
was hij herder, wien het belang der kudde
zeer ter harte ging.
Hij wist heteenmaal in den grooten
dag der dagen zou hij rekenschap moeten
geven van zijn rentmeesterschap. De Heere
had zijn arbeid willen zegenen.
Menigeen, die vroeger in duisternis wan
delde, was tot het licht gebracht.
Wordt vervolgd.)