X 20*'* Jaargang N". 1104. voer lie Zuldhollandsclie en SSeenwschc Eilanden. TWEE BUDEH. Zaterdag 20 Januari 1906, 0. I 1 M li 15 L eving Orgaan Antirevolutionair ddorp. SEN, UPONS, olie en loog Laarzen. utie stein. IN HOC SIGN O VINCE S -g. 1 T. BOEKHOVEN. Alle tik li mi voor de Bedaette tieslemd, Advertenliéii en verdere %dnii mist ratte franco toe Se «enden aan «lei» Of are ver Eerste Blad. FEUILLETON. Premie, IJdele hoop. I>e nieuwe Hiezerslifst. Hen uil weinig-en. welke op proef worden RDAM. Loopers, >elstoffen, is Tocht- apènscke DER IJ. i I PHT. Renten, fravenhage ie Directie MALIE ie directie ran het id-Ho i Ian dsche iliagebij de Inspec- el tegen zwakte naam van smaak leren aan te be- tr. De tlesch f A,- tien om zeep te eide lder zonder het loen en hel daar- blijft steeds hel- nts geeft 14 pond kwaliteit. EPE te Middel- R te Dirksland. iNIS. 7oov alle soorten trten Heeren- en SCHOENEN en EN WATER- boedel enz. wil dan eerst Hertogenbosscfte llMMEl.SDI.fK NOVERTREFBAAR rettig gedeponeerd onder No. 19845. Staatscourant No. 178. - 1 Aug. 1905. achinenhandel, DAM. VI, 217, Hoog- u Oloppenburg. VAN DER BH, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ÏÏIT&EYEE Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- 01 Vrijdagmorgen 10 aar. Dit nummer bestaat uit Om hun geweten te sussen, wordt van Liberale zijde en vooral van den kant der Vrijzinnig-Democraten maar aldoor beweerd Het Socialisme is zoo gevaarlijk niet meer zijn vlegeljaren zijn voorbijvan een revolutionaire horde, ook wel het klompenbataljon genoemd is geen sprake meerwant de Socialistische partij is eene hervormingspartij geworden. Zie, zeggen ze naar hun leiders en hun program. Vroeger was de Pet en het Blauwe Boezeroen met roode das, de pilobroek met dito kiel het sym bool of zinnebeeld en waren de straat- betoogingen en vergaderplaatsen de saamvoeging van allerlei armen en onkundigen, van mannen der daad en 't geweld, van oproerkraaiers en lieden, die voor geen gevangenis of lijfstraf vreesden maar tegenwoordig zijn het sjieke hoeden, sjieke jassen, dassen en pantalons, witte fronts met gouden knoopen, pelsen en bont, wat leiding geeft en 't hoogste woord wenscht te voeren. Zie, zeggen de Liberalen, naar hun programhet beoogt door wettelijke maatregelen te komen tot ver eteringen; het zoekt aanraking niet ons, de bur gerlijke partijen het zoekt kracht in parlementaire kracht en niet in geweld; ze willen als wij den langzamen, maar securen weg van reformatie. IJdele hoop Zinsbedrog, waaraan de Liberalen maar al te zeer lijden Laat staan het onbetwistbare feit, dat de Socialistische partij in elk land twee of meer groepen telt, waai van de een zich even als voorheen nog plaatst niet op het hervormings-, maar op het revolutionoire standpunt. Laat staan, gedachtig aan 1903, dat zelfs de parlementairen niet vijandig staan tegen anarchistische woelingen, ja integendeel Hugenholz optreedt als stationschefPetter en üudegeest de treinen doen stilstaan woes telingen de paarden der doktersrijtui gen bij den teugel grijpenbrood karren te water rijden, en den Bur gerdammers als een gewapende bende tegemoet treden, ja zetfs aan mili tairen, door de wettige Overheid op geroepen om de orde en rustte hand haven, te Steenwijk beletten om in den trein te stappen. Laat het brutale optreden van 1903 eens rusten, hoewel een getuigenis van treurige waardij. Laat staan, dat oin Duitschland de algemeene staking wordt uitgelokt. Laat staan, dat Ruslands revolutie geen blijder aanschouwers kent dan de Socialisten ook van Nederland. Maar zie eens naar dit citaat uit »'t Volk«, naar aanleiding van de voor genomen straatbetoogingen in Duitsch land en de waarschuwing der Regee ring Zoo spreekt het geweten der bour goisie en in de massa des volks groeit de afkeer en de haat. En toch, die kogel en die sabel zijn nog de sterksten. Het oplaaien van het verzet is niet te keeren, maar de Staatsmacht der bourgoisie dringt het weer terug in de banen der geleidelijkheid, tot de maat weer vol is en de verontwaar diging bruist over den rand. Wij zijn de eeuw der sociale revo lutie ingetreden. Maar we zijn nog niet in de dagen der rijpheid, nog niet in de dagen, dat de vrucht voldragen het leven kan aanschouwen. Het zou roekeloos zijn de macht der tegenpartij te miskennen, die de sterkste is voorloopig, als het op geweld aankomt. Beleid en inzicht in de werkelijke verhoudingen behouden hun recht ja, maken er dubbel aanspraak op, in tijden, die *de gemoederen sterk bewegen. In dit citaat ligt de naakte waar heid en de Liberalen zullen wel doen, het met bijzondere aandacht te over wegen. De tijden zijn nog niet rijp: dat is de oorzaak van het makke en tamme karakter der hedendaagsche Socia listen. Zij durven nog niet, omdat ze nog niet sterk genoeg staan, de volle re volutie te prediken. Daarom is er voor hen voorloopig nog «beleid® en »inzicht« noodig; maar daarna gebruiken ze straatsteenen en vuurwapenen. De »vrucht« is nog niet «voldra gen,® maar dan zal ze ook ondanks alle burgerlijke partijen en hun tegen stand het leven zien. Desnoods jinet geweld zal het nieuwe leven het licht zien. De Liberalen paaien zich met pro gram-artikelen der Socialisten; maar ze zullen dat strooien steunsel zien schudden bet zal buigen wegvallen, en de lokkende programs worden weg geworpen op denzelfden dag, dat de mitrailleuses dreunen en de geweren knetteren. Dan is t te laat. De Broederschap zal betreurd wor den. Ofen dat is ook mogelijk 't Li beralisme zal meedansen om den re volutionairen vrijheidsboom. 't Zou niet de eerste maal zijn, dat het bit deed Het Liberalisme staat op een hel lend vlak. indien 't meent in 't So cialisme slechts een Hervormingspartij te zien. Want al Hervormende, wil dit volk niets anders dan Revolutie. Weg met God Weg met Koningin en Overheden Weg met de Bourgeois IJdele Hoop! die andere gedachten koestert. Waar bemoeit men zich mee. Het Volk, het Socialistisch orgaan, maakt het zich in deze dagen nog al eens druk over de Vrijheid der Christelijke School. Je zoudt zeggen waar bemoeit het zich al niet mee? Want wie het er op toelegt, zooals de Socialisten, om de School met han den en voeten over te leveren aan den Staat, behoeft toch waarlijk geen hoog woord te hebben over onze ver loren vrijheid. Dat we onze vrijheid deels verloren hébben, ligt em juist in de actie van denzelfden Staat, die door de Socia listen wordt ingeroepen om een zoo genaamd goed Schoolwezen te krijgen. Dat. we onvrij zijn, ligt em in de actie van Liberalen, van Socialisten, die het zonder de Staatshulp nooit hebben kunnen uithouden. Onze Scholen zijn naar de Staats ruif gedrevenhoewel we er vijanden van zijn. Gedreven door de tegenpartij, die nu nota bene durft zeggen wat zijt gij. vrije Scholen, toch onvrij. Was de Staat uitgegaan van 't denk beeld, dat alle onderwijs particuliere zorg moest zijn, zooals onze Scholen eertijds ook altijd door die particu liere hulp tot stand kwamen, dan was er van onvrijheid nooit sprake geweest. Maar we zijn door de concurrentie der Staatschool gedwongen geworden de Staatsruif te zoeken. Doch nu moet men ons daarvan geen verwijt maken en dat verwijt moet niet komen uit den mond van een orgaan, dat de School in de rich ting van absolute Staatsschool sturen wil. We willen vrij zijn maar dan ook de Openbare School los van den Staat. Wij willen geen finantieele banden, maar dan ook de Openbare School het zilveren koord doorgeknipt Dan zijn we allen gelijk in de vrij heid. Nu zijn we allen gelijk in een voor ons ongewenschten band. Burgemeester van Schiedam Het heeft lang geduurd, eer de nieuwe burgemeester van Schiedam benoemd is in de plaats van den heer Versteeg, die na mr. Focks benoeming Holland is geworden. Bij Kon besluit van 17 Jan. is dr. M. A. Brants, bur gemeester van Zelhem in Gelderland benoemd. De heer Brants is lid van de 2e Kamer voor Ede, lid van de Prov. Staten van Gelderland en behoort tot de antirevolutionaire partij We noemen de voordracht van minister Rink zeer gelukkig, en't ver heugt ons. dat één onzer daartoe zal worden gekozen. Hier is rekening gehouden met de politieke richting van de meerderheid der burgerij. Ook van die der Raadsleden. Verblijdt het ons; wegelooven.dat ook Schiedam met welgevallen den heer Brants zal ontmoeten en ont- vangen. Moge deze benoeming, die zeer rechtvaardig is en den minister eert, I niet de eersteling blijven, maar nog door vele dergelijke gevolgd worden. De eerste dagen van Februari zijn weer aanstaande. Ook in 1906 kan de samenstelling van de kiezerslijst van de grootste beteekenis zijn, omdat niemand kan voorspellen, wat er dit jaar op politiek terrein zal voor vallen. Gaarne drukken daarom ook wij de meest belangrijke bepalingen van de kies wet af, en dringen er nogmaals op aan, dat men in eigen huis en in eigen kring toch stiptelijk moge nagaan, op welke wijze men kiezer kan worden. Dal is voor verreweg de meesten mogelijk. Mits men maar voor of op den 15e Mei 1906 den leeftijd hebbe bereikt van 25 jaar, Op verschillenden wijzen kan men zich een plaatsje op de kiezerslijst verzekeren. Het groote aantal zijn de Belastingkiezers. Belastingkiezers zijn zij, die4 over het laatste dienstjaar al hun aanslagen in de Rijksbelastingen hebben voldaan. Die be lastingen zijn Personeele belasting, Grond belasting, Vermogensbelasting en Bedrijfs belasting. Deze aanslagen behoeven niet DOOR L. VAN BERKEL. 6) III Toen des avonds de familie aan tafel zat, zeide de oude heer Van Beek»Ik heb op mij genomen u allen uit te noodigen aanstaanden Donderdag bij mijnheer Smits te komen dineeren. Na het diner is er ook bal. Ook al de andere familie is üitgenoodigd. Ik heb het voorloopig maar voor u allen aangenomen, dat is immers goed Allen vonden dit goed, ook Marie en haar man, die mede aan tafel zaten. Nelly hield zich echter stil en antwoordde niet Dien avond werd er verder niet meer over gesproken, doch toen Nelly den volgenden morgen aan het ontbijt verscheen, zeide pa »Nellyge hebt gisteren avond geen antwoord gegeven op mijn vraagmaar ge gaat toch zeker ook mee naar mijnheer Smits niet waar 2>Neen, pa!« antwoordde Nelly beslist, »daar ga ik niet heen. Daar behoor ik niet.« »Hoe Wat sprak haar pa ver stoord. ^Gisteren wildet ge niet met ons naar de kerk en nu wilt ge ook al niet met ons naar een feestDat kan zoo niet langer, kind Ik geef u tijd tot Donderdag middag om er over na te denken. Gaat ge met ons mee, dan is alles in orde en alles is vergeven en vergeten. Gaat ge niet met ons mee, dan zal ik u in uw kamer opsluiten. Ge moet nu zelf maar kiezen. »Och pa k sprak Nelly, 2>val mij niet lastig. j>Ik mag zoo iets niet doen. Laat mij in elk geval daarin vrij.« »U vrij laten bulderde haar vader, ineen, dat nooit. Gaat ge niet mee, dan sluit ik u op.« Lieve pa k hernam zij, »doe dan, wat u het best voorkomt, maar dit ééne wil ik u nog zeggenLiever ben ik in mijn kamer opgesloten met Jezus, dan zon der Jezus in een feestzaal. Mijnheer Van Beek ging de kamer uit de andere waren te voren reeds vertrokken en zoo bleet Nelly alleen. In den namiddag ging Nelly naar den timmerman om voor hem haar hart eens te ontlasten en hem raad te vragen. Hij raadde haar ook liever schade te lijden dan den Heere te verloochenen. iOch, Jansen k zei Nelly, ibid toch veel voor me, dat de Heere mij kracht geve om getrouw te blijven ik gevoel mij zoo zwak. Ik heb hulp van Boven noodig om in den strijd niet te bezwijken. Hierop nam zij hartelijk afscheid, niet wetende, wanneer zij hem weder zou zien. Intusschen was het Donderdag gewor den. Des namiddags was Nelly in haar gewone kleeding binnen gekomen. Welnu, Nelly 1« sprak haar pa »hoe hebt ge er over gedacht Zult ge ook met ons mee gaan iNeen, pa;« antwoordde zij, ik mag niet en ik kan niet. Waar de Heere Jezus niet genoodigd is, mag ik ook niet komen. »Nu, hernam haar pa,« ga dan naar uw kamer en blijf daar, totdat ik u roep,« De oude heer volgde haar, sloot de deur en stak den sleutel bij zich. In het eerst was Nelly zeer bedroefd, omdat zij nu van allen, die haar dierbaar waren, gescheiden was. Doch de ergste droefheid duurde niet zoo lang, omdat de Heere haar deed zien, welk een groot voorrecht haar ten deel gevallen was. Zij bezat nu immers de parel van groote waarde, die niemand haar ontnemen kon. Zij had het goede deel gekozen, hetwelk \an haar niet zou weggenomen worden. Biddend nam zij haar Bijbel ter hand, en daar zij nu veel tijd had, kon zij ook veel daarin lezen en werd haar veel duide lijk, wat haar vroeger duister was. Later heeft zij wel eens gezegd, dat zij op haar kamer onder die omstandigheden de genoeglijkste dagen haars levens heeft doorgebracht. Afwas zij nu ook eenzaam, toch was zij niet alleen, want de Heere was met haar. Zijn stok en Zijn staf ver troostten haar. Niemand werd bij haar gelaten en zoo zag zij maar twee menschen. Kaatje, die geregeld haar eten en de werkvrouw, die tweemaal per week haar kamer kwam' schoonmaken. Toch wist zij stilletjes Kaatje een briefje voor den timmerman te geven, of ontving zij van Kaatje eenige tijding van hem of zijn vrouw, Eens op 'n avond, toen Nelly in haar Bijbel zat te lezen, kwam haar pa bij haar. Zij was zoo zeer verdiept in haar lectuur, dat zij haar pa op de trap niet gehoord had, en hij vóór haar stond, eer zij het bemerkte. »Wel, Nelly zoo b^gon hij, »hoe maakt gij het »0, heel goed, pa antwoordde zij, »De Heere is zoo goed voor mij. Ik zou zelfs met den Koning niet willen ruilen. O, ik zou wel wenschen, dat u allen eens wist wat het zegt, den Heere Jezus tot Zijn deel te hebben, Wat zou ik blij zijn, indien zijn reddende zondaarslietde ook in u werd verheerlijkt en u allen als arme zondaars ^Genoeggenoegriep haar vader, ik hoor het al. ge zijt nog niet van uw dwaze begrippen genezen. Maar ik begrijp het nu wel, dat komt, omdat ge te veel in den Bijbel leesl. Geef hier dat boek »Och pa U riep Nelly snikkend, >neem toch mijn dierbaren Bijbel mij niet af, waaruit ik zooveel troost put in mijn een zaamheid. Als ik somtijds dreig moedeloos te worden, dan is mij mijn Bijbel »Ja, ja die Bijbel maakt u voor de samen leving geheel ongeschikt,® hernam haar pa >en daarom, geef hier, zeg ik u En met een ontrukte hij haar den Bijbel, verliet de kamer en sloot de deur achter zich toe. In de eerste oogeublikken was Nelly troosteloos, maar toen zij in een stil gebed haar ziel voor den Heere had uitgestort, werd zij weer kalm «Mijn Bijbel kunnen zij mij ontnemen,sprak zij bij zichzelf, «maar den grooten schat, dien ik er in gevonden heb, kunnen zij mij nooit ontne men. De deur mijner kamer kunnen zij sluiten, maar de poort des hemels blijft toch voor mij open. Van mijn betn, kkin- gen, bloedverwanten en vrienden kunnen zij mij verwijderd houden, maar den toegang tot God kunnen zij mij nooit verhinderen. Mijn lichaam kunnen zij dooden, maar de ziel vaart op tot den troon des recht vaardigen. De menschen mogen machtig zijn. God de Heere is almachtig Zoo gingen nu voor haar drie weken voorbij, die haar drie jaren toeschenen. Maar toch, al was zij nu ook haar Bijbel kwijt, de Heere openbaarde zich menigmaal aan haar met de. zaligste en liefelijkste ver troostingen. En dan was het haar zóó goed, dat zij meer dan eenmaal zong »Maar de Heer zal uitkomst geven Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt; 'k Zal in dit vertrouwen leven En dat melden in mijn lied 'k Zal Zijn lof, zelfs in den nacht Zingen, daar ik Hem verwacht, En mijn hart, wat mij moog treffen, Tot den God mijns levens heffen.» Wordt vervolgd.) -A'

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1906 | | pagina 1