unman aueiweue ïezeWs trekt; maar i OoltseiisplaRt, De bevolking alhier bedroeg op 31 Dec. 1904 1283 rn. en 1256 v Totaal 2539 In het jaar 1905 vermeerderde de bevolking door: Geboorten: 44 m, en 48 v totaal 92. Vestiging: 54 m. en 59 v. totaal 113 Totale verm.: 98 m. en 107 v. totaal 205 Daarentegen verminderde de bevolking door Overlijden 16 m. en 15 v. totaal 31 Vertrek: 62 m. en 52 v. totaal 114 Totale verm.: 78 m. en 67 v totaal 145 De bevolking vermeerderde alzoo met 20 m en 40 v. totaal 60 eu bedroeg alzoo op 31 Dec jl. 1303 m. en 1296 V totaal 2599 zielen Er werden 27 huwelijken gesloten. De Eerw. Heer van Os, zendeling ouder de Israëlieten te Amsterdam hield Maandagavond jl. in de Ned. Herv. Kerk alhier voor een flink en aandachtig publiek eene rede in het belang der zending onder die Natie, naar aanleiding van Romeinen 10 13, Oude Tonge. Bij publicatie is bekend gemaakt, dat het kohier no 5 der perso neele-belasting over het dienstjaar 1905 invorderbaar verklaard op den 6 Jan. 1906, aan den Ontvanger ter invordering is ter hand gesteld. Burgemeester en Wethouders der gemeente Oude Tonge en Dijkgraaf en Gezworens der verschillende polders onder deze gemeente, zullen op Woensdag 31 Jan. 1906 bij inschrijving aanbesteden de levering van 1650 a 1750 M3. onderhouds- grint voor de wegen. De inschrijvings biljetten moeten op den dag der aanbe steding voor des voormiddags 10 ure, op de secretarie worden ingeleverd. Zie voor bijzonderheden publicatie. Woensdag 11. heett de Muziekver- eeniging Vooruitte haar eerste Winteruit- voering gegeven in de Bewaarschool, de stukken liepen goed van stapel. Herkingen. A.s. Zondag den 14 Jan des nam. 2 ure hoopt Ds. J. D. de Stop pelaar na een verblijf alhier van ongeveer 3 jaren afscheid te prediken. Bij het schoonmaken der laarzen tuimelde J. G. in de s'oot, veroorzaakt door het opwippen der plank, waarop hij stond, wat hem evenwel niets meer bezorgde dan een nat pak. Het aantal jongelieden die zich op Secretarie hebben of zullen doen inschrijven voor de lichting 1906 der loting voor de Nat. Militie bedraagt 7. Stellendam. J.l. Woensdag werd met het avondgetij de hoogaarts S. L. 50, toe behooiende aan de Wed. S. Jansen te Stellendam, ter reparatie naar de scheeps werf te Goedereede gebracht. Genoemde hoogaarts is in aanvaring ge komen met de Rijksveerstoomboot ^Haring- vliet* en heeft daarbij zoodanig averij be loopen, dat het vaartuig ter voorkoming van zinken op het strand moest worden gezet. Naar wij vernemen, is tot kerkmeester der Ned. Herv. Kerk alhier gekozen de heer Lokker. Goedereede. In de woning, plaatse lijk geteekend No. 207, heeft zich weder een geval van de besmettelijke ziekte sfebris typhoïdea* vertoond. Tot heden heeft zich alhier 1 loteling der lichting 1906 aangemeld, om bij de Zee-Militie te kunnen dienen. Heden wist de hond van den land bouwer D. L. binnen te dringen in de woning van E. L., vanwaar hij eene groote kaas in den muil meenam. Op het markt plein wisten eenige jongens het dier staande te houden en mocht het gelukken, de kaas weder te bemachtigen. Ouddorp.* Dinsdag 9 Jan. hield de Jongelings-vereeniging op gereformeerde grondslag haar tweede j aars vergadering. De vergadering die gehouden werd in de Geref. Kerk, was flink bezet. De Eerevoor - zitter de Eerw. heer Basoski leidde de vergadering. Z.Ed. opende haar na gebed en gezang van Psalm 68 13 met een toespraak die hij vastknoopte aan vers 8 tot 13 uit het achtste hoofdstuk van het boek Job. Hij wees op den ernst des tijds welke wij doorleven en de worsteling der geesten die in de toekomst een steeds dreigender karakter zal aannemen. Al meer worden de verkleurde banieren en hare volgelingen verdrongen, en steeds duidelijker blijkt dat slechts overblijft de keuze »voor de vrijheids boom der revolutie óf voor het kruis van Christus, c Tusschen deze beiderlei beginselen zal de worsteling der eeuwen haar einde be reiken. Daarom zal de jongeling van thans straks man geworden voor één dier beide beginselen moeten kiezen en strijden. Menschen zonder beginsel zijn er eigenlijk niet. Wij verwachten de gereformeerde jongeling straks als fiere strijder voor Gods eere en Diens ordinantiën zijn plaats zal innemen »bij het Kruis*. Doch daar voor heeft hij zich te oefenen. En die oefening geschiede niet met een boekje alleen in een hoekje, maar in gemeenschap met anderen. Daarin nu ligt het goed recht eener Geref. Jongelings-vereeniging. In en door haar moet de jongeling mede gevormd worden naar zijn taak in Maatschappij, Kerk en Huisgezin. Geen leermeesters maar leerjongeren moeten de jongelingen zijn. Zij behoeven de waarheid niet te zoeken maar moeten w» &«'vu vvx» "J-- ^11 Uit' zich in de gegeven en 'gevonden waarheid inwerken. Hunner is de betrachting der les van Bildad. Vraag toch naar het vorige geslacht, en bereidt u tot de onder zoeking hunner vaderen, enz. (Job 8 810). Jongelingen moeten vooral niet denken dat de Bijbel pas gisteren uit den hemel is ge vallen, en dat zij nu over die Bijbel moeten gaan theologizeeren. Dat zou wel farizeën en geestelijke halfweters, maar geen kloeke mannen kweeken Daarom moet er op de Jongelings-vereeniging worden onderzocht, de Wereldgeschiedenis, Vaderlandsche-Kerk- geschiedenis en Belijdenis der Kerk. Ons levensbeginsel moet zich aansluiten aan en wortelen in de historie, het beginsel en de worsteling vau een godvruchtig voor geslacht, I11 de toepassing en uitbreiding van dat beginsel moeten we ons echter laten voor lichten door mannen die onzen tijd verstaan en die van God ons zijn gegeven als leids lieden, achter wien wij hebben op te trek ken in de strijd tegen de booze demonen die zich thans laten gelden. Ook dat zal echter moeite baren. Als de omstandigheden nu anders zijn als vroe ger, dan moeten nieuwe banen betreden. Daarvan willen vele ouderen niet weten Wat zij gedaan, en zooals zij het gedaan hebben, zoo meenen zij dat het moet blij ven Auders of verder gaan, dat achten zij uit den booze. Als zij hebben gewoond in een huis met een verdieping van twee meter hoog, dan gunnen zij de jongeren niet om hun woning tot drie meter op te trekken. Alles willen zij bij het oude houden. Eigenlijk omdat zij bevreesd zijn dat een nieuw geslacht hen boven het hoofd zal wassen. Spreker waarschuwt de jongelingen om zich door dat conservatisme niet te laten ontmoedigen. Maar evenmin mogen zij in eigenwaan de ouderen krenken. Doch kalm en bescheiden hebben zij voort te gaan en een waardig gebruik te maken van het ff- nun proert smrren tret tmn werden dank gezégd, waarna met een zeer ernstig woord van vermaan maar ook van opwekking tot de jongelingen, Z.Ed. het samenzijn sloot met dankzegging. Op Donderdag 18 Januari 's avonds 6 uur zal er in de Geref. kerk alhier eene openbare vergadering worden gehou den door de Bondsring van Gere'f. Jonge- lingsvereenigingen van Flakkee en omstreken. Deze vergadering zal voor ieder toegankelijk zijn voor zooverre de ruimte in dat kerk gebouw zulks toelaat. De Agenda bevat het volgende 1 Opening Notulen 3 Methodiek Gewijde geschie denis*:, in te leiden door C. de Goede, lid van de Jongelingsvereeniging te Stellendam. j>Het debat op de Jongel. Vereeniging* Inleider een lid der vereeniging van Zuid- land. s rDe jongeling en het Maatschap pelijk leven Inleider A Oosterling van Stad aan 't Haringvliet Zooals men ziet beloofd de lijst van onderwerpen die behandeld zullen worden, veel. Moge dan van die bijeenkomst niet alleen voor jongeren maar ook voor ouderen rijke vruchten genoten worden. Door wis seling van gedachten zijn zulke vergade ringen beslist leerzaam. Spijkenissc. De heer K. onderwijzer aan de Openbare School alhier, begaf zich Maandagavond, na afloop der avondschool huiswaarts, Daar aangekomen, wekte het meerder licht en de betere wapenen des Geestes die uit Gods Woord hun gegeven worden door mannen, welke de Heere aan ons geslacht en voor onzen tijd geschon ken heeft. Dan zal het niet schaden als de jongelingen gaan in wegen die vroeger óf vergeten óf nog niet gekend werden als het maar immer een weg is die ge richt is naar het Woord des Heeren. Ernstig werden de jongelingen vermaard om te bidden en te waken dat zij toch nimmer van dat Woord zouden afwijken. Als zij dan aldus toegerust, de plaats der ouderen straks innemen en strijden mogen »met het Evangelie tegen de Revolutie*: onder de vaan van Koning Jezus wiens merk en veldteeken zij dragendan zal Ouddorp het oogenbhk zegenen toen- ook in haar geboren is s>een Jongelingsvereeni ging op Gereformeerden grondslage. Na deze rede die met blijvende aandacht was aangehoord volgden de keurig gestelde verslagen van den Secretaris A. v. d Klooster en van den Penningmeester T, Tatiis Tz. Hieruit bleek dat de vereeniging finantieel niet slecht er bij staat en dat hoewel het ledental niet steeg er steeds een toeneming van ijver en belangstelling bij al de leden is waar te nemen. Jamme: dat de Secretaris moest klagen over gemis aan belangstelling bij degenen wier steun de vereeniging zoo gaarne geniet. Moge die klacht een volgend jaar in blijde roemtaal zijn veranderd Na de verslagen volgde een flink ernstig en vloeiend geschreven opstel van K. Tanis Gz. waarin deze vooral wees op de Ethische d.i. de zedelijke zijde van de roeping die de Gereformeerde jongeling heeft te be trachten. In overeenstemming met zijn onderwerp»de waarde van de lentetijd des levens« drong hij aan om in dejeug dige lentetijd zoo te leven, dat daarvan in den grijzen ouderdom nog vruchten, moch ten gezien worden maar vruchten als aan boomen die in de vooihoven van het huis des Heeren zijn geplant. Na dit opstel volgde een samenspraak door zeven leden getiteld »de eersteling der vrijheid*. Meer als een uur werd hiermee de aandacht bezig gehouden. Doch de meestelijke wijze waarop hij werd voorgedragen, was oorzaak dat ieder hem eer nog te kort dan te lang vond. Eindelijk kregen wij nog te hooren een zeer schoon opstel vol practische wenk van den Voorzitter der Vereeniging vriend A. Padmos Zijn onderwerp ^Karaktervorming* werd op zulk een wijze ontwikkeld, dat wij de verzuchting slaakten. r> Moch ten met deze aangegeven middelen velen zulke karakters worden gevormd, welke winste was dan verkregen voor huisgezin, kerk en staat,* Al deze werkzaamheden werden afge wisseld door vriendschappelijke discusiën, die de Eere-Voorzitter telkens uitlokte Gelijk wij dat van hem gewoon zijn brach ten zijn snaaksche opmerkingen gedurig de lachspieren in beweging. Toch bleef de ernst bewaard, en vonden de wenken en vermaningen die gedurig volgden een welwillend oor. Het behoeft wel haast geen vermelding dat ter »ver- poozingsc vele psalmverzen werden gezon gen. Zoo bleef er tot het laatste toe de goede stemming in, waartoe niet weinig bijdroeg de uitnemende orgelbegeleiding door den heer M. Boelaars ten beste ge geven, Terecht mocht de Eerevoorzitter in zijn slotwoord spreken van een ^welgeslaagde feesturec. Allen die daartoe hadden medegewerkt zijne verwondering zijne vrouw, met wien hij pas 2 maanden gehuwd was, niet aan te treffen Plotseling zag hij op tafel een briefje leggen, hetwelk hij haastig ter hand nam. Het was door zijne vtouw geschreven en aan hem gericht, waarin zij te kennen gaf het voornemen om zich te verdrinken, omdat zij het hier niet wennen kon, en anders bepaald krankzinnig zou worden. Tevens verzocht zij te Moordrecht (hare geboorteplaats) te worden begraven. Ook olgde de aanwijzing, waar zij haar daad wenschte te volvoeren in een sloot bij school, juist voor de klas waar h'j onderwijs gaf. Sprakeloos van schrik snelde de heer K. naar eenige andere onderwijzers On machtig een woord te uiten liet hij hun het briefje lezen, waarop allen terstond naar de aangeduidde plaats vlogen Men vond haar onmiddellijk, en ging, na ze in een der lokalen gebracht te hebben, alle middelen toepassen om de levensgeesten op te wekken. Doch vruchteloos waren de daartoe aangewende pogingen door dr. Both en bereidwillige helpers. Na ver- geefsche moeite van een groot half uur, kon hij niet anders dan den dood consta- teeren. 1s Avonds werd ze naar hare woning ver voerd, Het laat zich eetiigszins indenken, in welken toestand de heer K. zich be vindt. Aan het examen ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendheid, gehouden te Oud-Beierland, hebben 4 personen deel genomen. Daarvan slaagde de heeren C. Hogenboom en C. v. d Linde Zij komen dus in aanmerking voor verkortten diensttijd, terwijl J, Kraak maar voor één bewijs slaagde, dus keuze van garnizoen had. Eén werd afgewezen. Dinsdagavond werd een vergadering uitgeschreven tot beteugeling der bedelarij De heer H. Vrijman, die daartoe het initi atief nam, presideerde. Het doel was, volgens hem, eene commissie op te richten, die de gelden der burgers in eens zouden ontvangen, om dan den armen het noodige te verstrekken, waarom dan niet meer noodig zou zijn, dat die menschen Dinsdags langs de deur bedelen. Het eigenaardige is evenwel, dat onde: die armen niet een gereformeerde is, maar bijna allen tot de Herv. Kerk behoormi Dit werd den aanwezigen door den heer Geldteldei en later ds. Wiersma goed onder de oogen gebracht. Beide heeren wezen er op dat het de plicht der Herv. diaconie was, die armen voldoende te ondersteunen evenals dat door de Geref. diaconie gedaai wordt, terwijl de eerste veel rijker kan wezen, aangezien het ledental 4-maal zoo sterk is. De anderen waren blijkbaar verlegen mei de zaak, ze beselten de waarheid van het gesprokenen, en om een eind aan de ver gadering te maken, werd een voorloopige commissie opgericht. ueiBiien vaar: een prakryk nit al< ue mollen gelegd en telkenmale vérirouwetlfk Pietér zei. En Pieter vertelde met betraande oogen over een slechte lucifersnegotie en over zijn vader, die hem meermalen had geweigerd in huis te nemen, zoo hij niet genoeg geld medebracht. Het O. M. waargenomen door mr. J. Z. Mazel, noemde nog eenige diefstallen, welke Pielei zou bedreven hebben, 't Was hoog noodig geweest, dat hij was opgesloten geworden. Herhaaldelijk maakte Pieter zich aan delicten schuldig. Het feit was wel niet zoo ernstig, om er een zware straf voor te requireeren. Daarbij kwam dat Pieter voor de haringvisscherij zou aanmonsteren. De eisch luidde dus 4 maanden gevan genisstraf met in-mindering-brenging der preventieve hechtenis van 18 November 1905 af. Toen werd Pieter weder naar zijn cel teruggebracht. Een muzikaal jougmcnseli. In de zaak, die daarop werd behandeld was de bekl de 24 jarige varensgezel M. M., wonende, te' Zwartewaal, niet versche nen. Hij zou op 17 November jl. aldaar een doos met een mondharmonica hebben ontvreemd uit een koffer, staande op den zolder van J GeiEoet. Het getuigenverhoor leverde niets bij zonders op. Eisch 5 maanden gevangenis straf. Jelui ellendelingen, wat doen jelui zoo laat op straat 't Was al elt uur in den avond. Ouddorp lag in ruste en slechts de regelmatige voet stappen van twee gemeenteveldwachters klonken over de keien der dorpstraat. Juist cp een hoekje gekomen kwam de 21 jarige metselaar J. de L, wonende te Stellendam, in beschonken toestand aan laveeren. Toen hij de veldwachters zag, zeide hij snoevend; wat, jelui ellendelingen wat doen jelui zoo laat op straat? Azze jelui bij ons in Stellendam waren, zouden we jelui vermoorden. Van het een en ander was proces-ver baal opgemaakt. Eisch 7 dagen gevangenisstraf. Twee veldwachter» eu twee gulden». Op 11 October jl. surveilleerden twee veldwachters te Herkingen, toen zij den zo jarigen schippersknecht A. V., wonende te Made en Drimmelen, zagen visschen op een wijze niet overeenkomstig het Regle ment op het bevisschen van de Schelde en Zeeuwsche Stroomen. Toen de dienaren der wet hem wilden verbaliseeren, had hij gezegdik zou alles zoo maar laten, dan zal ik jelui ieder een gulden geven. De veldwachters waren daardoor zwaar beleedigd geworden, omdat zij van het eaardscht slijk*, op zoon manier gekregen niets wilden weten.. Het O M. vroeg voor den niet ver schenen zondaar een maand gevangenis straf. Uitspraken over 8 dagen. Iii^ei£finden Ntiskiiesa. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en Uitgever. Mijnheer de Redacteur! „Ontslag." W isseSierlj. Jliddelharuis. Te IJmuiden zijn bin- gevveest de vischsloepen besomming. »Paul Kruger* st. H. Langbroek f1260. :s>Middelharuis« J. de Korte «1520. ^Toekomst* Johs, de Waard 1 570. Ree iii naken. Arrofldlssciuents-Kechtbaiik. (Kamer van Strafzaken.) Zitting van Dinsdag 9 Januari Heden werden de volgende vonnissen gewezen Vau ecu luciferskoopsuan In zijn geel-bruin gevangenispak stond de 18 jarige Pieter van T. wonende te Den Briel, op zijn kousevoeten voor het hekje van de »groene« tafel. Snikkend be kende hij den diefstal van een paar schoe n311, die hij had ontvreemd ten nadee e v. n C. M. Schutte, huisvrouw van J. Lingbeek, wonende te Hellevoetsluis. En vaderlijk werd hij ondervraagd door den president, die een humaan toontje in zijn stem had Nette gepastheid, gepaard met beleefde vrij heid- vind zeker een goeden ingang tot elkander, die boven ons geplaatst zijn, alzoo traebt onder- geteekende zich met alle bescheidenheid tot U, M. de R. met volgende inzending te wenden,op te willen nemen in uw veelgelezen blad. U, mijnheer de Redacteur bij voorbaat mijn oprechten dank voor de plaatsruimte. Als tekst hebben wij boven geplaatst„Ont slag." Hieromtrent zullen wij ons nader bepa len als volgt Het was in de maand Juni 1904, toen Leendert Tamboer, geboren en wonende te Dirksland, (Z. H.) 11a vooraf gedane veelvuldige pogingen, als werk man (arbeider) zich in eene betere positie gaarne geplaatst zag, teneinde van een schamel stukje brood te verwisselen met een gunstigere bedeeld heid ter voorziening van zijn buisgezin, hetwelk hem reeds in bovengenoemde maand en jaar gelukt is, met, na eerst gedane sollicitatie, ais Agent van Politie te Middelburg is aangesteld, gelijk in den regel gewoonte is, bij voorbaat voor den proeftijd van één jaar. Dat als gevolg geeft, binnen dat proefjaar niet voldoet wegens bekwaam heid, nalatigheid of anderszins, na oordeel van hun oumiddelijk bovengestelde, zij 'ontslagen worden, doch ook in den regel niet, dan na gedane voorkennis te geven, aan de betrokkene. Dit is ook met Tamboer eenerzijds geschied, dat wil zeggen ontslagen. De gewone loop- en leiddraad van zoo evenge noemde vorm van ontslag heeft in dezen geen plaats gegrepen. Geheel is dit ontslag op een andere leest ge- schoeid. Ot dit wettelijk of grondige reden bevat betwijfelen wij zeker. Reeds voor het proefjaar om was, schijnt de nu „fungeerende" Commissaris hem (Tamboer) gezegd te hebben, dat hij zijn ontslag maar moest nemen, wat den betrokkene zeer goed is na te gaan, volkomen weigerde. De vraag in deze zou luiden Heeft de Commissaris hier de lakens uit te deeleu, wie al ol niet zijn ontslag krfjgt, of aan zegt, te moeten nemen Of is het de Burgemeester als hoofd van politie? Dit laatste bevat de juistheid dat de Burgemeester fungeert als hoofd der plaatselijke politie, volgens de Gemeentewet en artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering. Na afloop van het proefjaar werd Tamboerniet voor vast aange steld, doch werd voor drie maanden in dienst gehouden, dit geschiedde later nog eens. Middelerwijl werd hij door den Commissaris nogmaals aangezegd zyn ontslag te vragen, wat te begrijpen is, de betrokkene niet deed Op 14 December 11. surveilleerde Tamboer des avonds omstreeks 8 uur op de kaai. De Commis saris loopt met nog iemand hem voorbij tot op enkele passen, roept hem (Tamboer) tot zicb, en zegt dat hij den volgenden dag geen dienst meer iieeft te doen. Ontslagen zijnde op 15 December d. a. v. met toekenning vanéén. maand sala ris. Als of 't was, dat Tamboer, hier doir den bliksem getroffen werd, behoeft geen betoog. Ieder mensch die nog een greintje humaniteit bezit, begrijpt dit ten voile. Zijnde in een seizoi-n van werkeloosheid, op de straat gn-tuurd gelijk een bond, die bij een nego- tieiuan jaren als zeer uitstekend trekdier is bezig geweest, bij ouderdom of anderszins zijn baas tegen hem verbolgen zijnde, hem zonder een blik van mededoogen wegjaagt, en ziet niet meer naar hem om, zijn voeding op alle wijken zoekende. Niettemin voor deze slaande wonde, hem ook een Een di-nuia. zachte pleister te geven van één,zegge *en maand salaris, en dat van een politieagent 111 Dat, al is het buisgezin, nog niet van een zoo groot getal kinderen voorzien, en de toekomst staat van zeer weinig of geen werk te verkrijgen, wat voorziet zoo één maand voör het behoeftige? Honger eu ellende zouden schier bij dit treffend geval op den voorgrond treden Uit zeer en van nabij goeden bron weten w(j, nog in dienzelfden nacht is door alle zijne colle ga's Agenten 2e en 3e klasse een request getee kend, waarin werd verzocht Tamboer in dienst te houden. Voorzeker een feit, dat meer ten gunste van den ontslagene spreekt, dan lange redenatiën en dat zijne collega's eert. Trots dit alles, het ontslag bleef gehandhaaft. Men zal er niet van verwondert staan, als men weet, dat er teekenen aan de kimme van het ontslag waren waar te nemen, die achteraf doen beschouwen dat reeds lang te voren tot dit was besloten. Zoo heeft Tamboer veel te weinig kleeding gehad, als wel regel is. 16 maanden heeft hij bv. met één nieuwe pantalon dienst gedaan, bijna het eenige kleedingstuk dat hij nieuw ontvangen beeft, en vergissen wij ons niet, dan ook wordt er jaarlijks voor iedere Agent f65, voor kleeding uitgetrokken. Dit bedrag is zeer zeker aan Tam boers uniform niet besteed. Een lange reeks van redenatiën konden we hier van laten volgen, doch dit is een „Pragmatisch" stuk, voor een ieder ander, die naar die betrekking dingt. En ware niet, tot het ontslag in het geheime kabinet reeds besloten, dan zou het zeker niet zijn voorgevallen, dat een Agent 16 maanden lang met één kleedingstuk moest loopen. Twee ver onderstellingen matigen wij ons zeiven toe, en wel: Of Tamboer was ongeschikt om behoorlijk zijn dienst te doen, „Talegmatiek of anderszins." Of men wilde om welke dan ook, doch geheel buiten den dienst liggende reden, den man kwijt zijn. Wij betwijfelen ook niet, of de laatste ver onderstelling zal wei juist zijn, en is het eene beslistheid, dan is bier op schromelijke wijze mis bruik van macht gemaakt en komt de ellende waaraan Tamboer en de zijnen wordt blootgesteld op het hoofd van diegene die zoo een willekeu rige handeling op zijn rekening heeft. Wij achten het niet, doch mogelijk zij het, dat Tamboer voor zijn taak niet bekwaam was, en in zijn dienst tekort schoot. Immers ware het zoo, dan zouden zeker niet alle collega's van den ontslagene voor hem in de bres zijn getreden. En ware het de ongeschiktheid wel van Tam boer, die het ontslag hebben doen leiden, de Commissaris van politie zwaar verzuim ten laste zou moeten worden gelegd. Derhalve Tamboer niet kon doen wat zijn dienst en daarmede het publiek belang van hem vergde, dan had 't ontslag veel eerder gegeven moeten worden, we zouden haast zeggen na afloop van het eerste proefjaar moeten volgen. Echter is dit niet gebeurd, nog tweemaal drie maanden heeft men den ontslagene dienst laten doen. Zouden wij dan moeten opvatten, dat de Commis saris een deel der zorg voor de publieke rust en veiligheid, die welaan meer tot de taak der politie behoort, gedurende een half jaar overlaat aan iemand die voor zijn taak niet berekend is Dat gedurende dien tijd de belangen der burgerij niet behartigd zijn, zooveel deze recht had te vorderen en te verwachten Nogeens, wanneer de redenen voor het ontslag van Tamboer gelegen is, in zijn minderwaardig heid als agent van politie, dan heeft de Commis saris zichzelf daarmee een slag in het aangezicht gegeven. Misbruik van macht eenerzijds verzuim van den Commissaris tegenover de burgerij anderzijds dat zijn de twee bestaande,mogelijkheden in deze. Als wij nagaan, dit wetende van uit goede bron, dat Tamboer ongeveer één jaar zonder politie-ver ordening heeft dienst gedaan, dat hem eindelijk door een der thans aanwezige Inspecteurs een gemeente-politieverordening werd in bruikleen gegeven, daar er geen voorradig waren volgens hunne bewering. Dat Tamboer persoonlijk een schrijven gericht had aan den Burgemeester, als hoofd der plaatse lijke politie, ontbloot was van verordening enz. Hij daar van wat of niets hoorde. Wij vragen een ieder juristisch man af; kunnen desdoende goede politiemannen worden verwor ven?? Desniettemin, Tamboer voor zoover wij weten, zich zooveel hem de geoefendheid toeliet, van zijn taak met hart en ziel heeft gekweten, dat zeifis gebleken in het opmaken zijner processenverbaal, waarmede hij niet den minste was. In al zijn diensttijd beeft hij 2 maal (zegge tweemaal) één uur theorie genoten. Bij afwisselende omstandigheden of incidenten welke voordeden, kwam een meer onei varen toe lichting, dan wel een duidelijk verslag van den superieur, welke ik als politieman niet zou durven bedillen, groot gevaar loopende van op eene on- verhoedsche manier op eene mindere aangename verrassing getrakteerd te worden. Aan iemand die zoo luttel onderricht in zijn vak ontving en die daarbij notabene maanden lang dienst deed zonder politie-verordening, leid draad voor zijn ambtsverrichtingen te bezitten, werd de moeilijke en lastige taak van politieagent toevertrouwd. Zijne kennis welke hij in hoofdzaak van het politiewezen bezat, nog beeft genoten, met en van zijne in gesprek zijnde collega's. Deze feiten welke ons ter oore kwamen, waarheid behel zende, waaraan-wij niet twijfelen, zoude een nadere opheldering gewenscht zijn. Maar helaas: De handelingen van den Burge meester als hoofd der politie (feitelijk is het de Commissaris die hier handelde) zijn onttrokken van hun ondergeschikten. Zelfs de Raad zou bij eene mogelijke inmenging van zijn kant elders is het meer dan eens getoond van een koude kermis thuis komen. Dit al troost den ontslagene niet, en iserniet mede in een positie geplaatst en wenschelijk ware het, dat onze hoogstgeplaatste zich hier in derge lijke gevallen inmengden. En wel; dergelijke feilen niet willekeurig van een Burgemeester of Commissaris van politie over te laten maar dat, een in 't oog hebbend persoon tot ontslag te geven, diene bet zes weken te voren aan te zeggen, dat bet ontslag hem treffen zal. Maar geve zulks den betrokkene niet aan eigen macht over, daar niemand is die een oude schoen wegwerpt eer hij een nieuwe heeft om aan te doen. Hopende dat dit incident dat onder vele oogen komt, ja zelfs het gaat naar mijn erlangen tot de regeering des lands. Een ieder lezer dezes, be grijpt ten volle de toestand van zoo een politie korps, gelijk het in bovengenoemde plaats toegaat. Blijvende, nogmaals dank voor de plaatsruimte aan u M. de R. aan mij afgestaan, die zich tee kent, hoogachtend, Moerdijk. W. M. VOLAART. 1 es Stoopiiigen. Op Donderdag 18 Jan. 1906 des avonds zeven uur in het Hotel Spee te SommelsdijkInzet van het woon- en winkelhuis op den hoek van den Dubbelen Ring en de Kerstraat te Sommelsdijk, be woond door Jacobus Razenberg. Notaris VAN BUUREN. Op Donderdag, avonds zeven uur Sommelsdijk winkelhuis op len Ring en dtjk bewoond Notaris VAN BUUREN. 25 Januari 1906 des in het Hotel Spee te Afslag van het woon- en den hoek van den Dubbe- de Kerkstraat te Sommels- door Jacobus Razenberg, iüejteit^d Hieuws. Aardschok. Uit Harderwijk meldt men aandeN.R.Ct. dat Woensdagavond om kwart voor negen uur aldaar een hevige aardschok gevoeld is, gepuurd met een dof gerommel. I>e ramen De te 5.2; trekt, I een gr Eveb; Moerk; den d schokkl echter I dat hel belang schuim ongeve Het tl wordeil gekom| Dacl de trel de bril hierdo te Z01I Aail drie j;l Als Vril Raam

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1906 | | pagina 4