unman aueiweue ïezeWs trekt; maar i
OoltseiisplaRt, De bevolking alhier
bedroeg op 31 Dec. 1904 1283 rn. en
1256 v Totaal 2539 In het jaar 1905
vermeerderde de bevolking door:
Geboorten: 44 m, en 48 v totaal 92.
Vestiging: 54 m. en 59 v. totaal 113
Totale verm.: 98 m. en 107 v. totaal 205
Daarentegen verminderde de bevolking
door
Overlijden 16 m. en 15 v. totaal 31
Vertrek: 62 m. en 52 v. totaal 114
Totale verm.: 78 m. en 67 v totaal 145
De bevolking vermeerderde alzoo met
20 m en 40 v. totaal 60 eu bedroeg alzoo
op 31 Dec jl. 1303 m. en 1296 V totaal
2599 zielen
Er werden 27 huwelijken gesloten.
De Eerw. Heer van Os, zendeling
ouder de Israëlieten te Amsterdam hield
Maandagavond jl. in de Ned. Herv. Kerk
alhier voor een flink en aandachtig publiek
eene rede in het belang der zending onder
die Natie, naar aanleiding van Romeinen
10 13,
Oude Tonge. Bij publicatie is bekend
gemaakt, dat het kohier no 5 der perso
neele-belasting over het dienstjaar 1905
invorderbaar verklaard op den 6 Jan. 1906,
aan den Ontvanger ter invordering is ter
hand gesteld.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Oude Tonge en Dijkgraaf en
Gezworens der verschillende polders onder
deze gemeente, zullen op Woensdag 31
Jan. 1906 bij inschrijving aanbesteden de
levering van 1650 a 1750 M3. onderhouds-
grint voor de wegen. De inschrijvings
biljetten moeten op den dag der aanbe
steding voor des voormiddags 10 ure, op
de secretarie worden ingeleverd. Zie voor
bijzonderheden publicatie.
Woensdag 11. heett de Muziekver-
eeniging Vooruitte haar eerste Winteruit-
voering gegeven in de Bewaarschool, de
stukken liepen goed van stapel.
Herkingen. A.s. Zondag den 14 Jan
des nam. 2 ure hoopt Ds. J. D. de Stop
pelaar na een verblijf alhier van ongeveer
3 jaren afscheid te prediken.
Bij het schoonmaken der laarzen
tuimelde J. G. in de s'oot, veroorzaakt door
het opwippen der plank, waarop hij stond,
wat hem evenwel niets meer bezorgde dan
een nat pak.
Het aantal jongelieden die zich op
Secretarie hebben of zullen doen inschrijven
voor de lichting 1906 der loting voor de
Nat. Militie bedraagt 7.
Stellendam. J.l. Woensdag werd met
het avondgetij de hoogaarts S. L. 50, toe
behooiende aan de Wed. S. Jansen te
Stellendam, ter reparatie naar de scheeps
werf te Goedereede gebracht.
Genoemde hoogaarts is in aanvaring ge
komen met de Rijksveerstoomboot ^Haring-
vliet* en heeft daarbij zoodanig averij be
loopen, dat het vaartuig ter voorkoming
van zinken op het strand moest worden
gezet.
Naar wij vernemen, is tot kerkmeester
der Ned. Herv. Kerk alhier gekozen de
heer Lokker.
Goedereede. In de woning, plaatse
lijk geteekend No. 207, heeft zich weder
een geval van de besmettelijke ziekte sfebris
typhoïdea* vertoond.
Tot heden heeft zich alhier 1 loteling
der lichting 1906 aangemeld, om bij de
Zee-Militie te kunnen dienen.
Heden wist de hond van den land
bouwer D. L. binnen te dringen in de
woning van E. L., vanwaar hij eene groote
kaas in den muil meenam. Op het markt
plein wisten eenige jongens het dier staande
te houden en mocht het gelukken, de kaas
weder te bemachtigen.
Ouddorp.* Dinsdag 9 Jan. hield de
Jongelings-vereeniging op gereformeerde
grondslag haar tweede j aars vergadering.
De vergadering die gehouden werd in de
Geref. Kerk, was flink bezet. De Eerevoor -
zitter de Eerw. heer Basoski leidde de
vergadering. Z.Ed. opende haar na gebed
en gezang van Psalm 68 13 met een
toespraak die hij vastknoopte aan vers 8
tot 13 uit het achtste hoofdstuk van het
boek Job.
Hij wees op den ernst des tijds welke
wij doorleven en de worsteling der geesten
die in de toekomst een steeds dreigender
karakter zal aannemen. Al meer worden
de verkleurde banieren en hare volgelingen
verdrongen, en steeds duidelijker blijkt dat
slechts overblijft de keuze »voor de vrijheids
boom der revolutie óf voor het kruis van
Christus, c
Tusschen deze beiderlei beginselen zal
de worsteling der eeuwen haar einde be
reiken. Daarom zal de jongeling van thans
straks man geworden voor één dier beide
beginselen moeten kiezen en strijden.
Menschen zonder beginsel zijn er eigenlijk
niet. Wij verwachten de gereformeerde
jongeling straks als fiere strijder voor Gods
eere en Diens ordinantiën zijn plaats zal
innemen »bij het Kruis*. Doch daar
voor heeft hij zich te oefenen. En die
oefening geschiede niet met een boekje
alleen in een hoekje, maar in gemeenschap
met anderen.
Daarin nu ligt het goed recht eener
Geref. Jongelings-vereeniging. In en door
haar moet de jongeling mede gevormd
worden naar zijn taak in Maatschappij,
Kerk en Huisgezin.
Geen leermeesters maar leerjongeren
moeten de jongelingen zijn. Zij behoeven
de waarheid niet te zoeken maar moeten
w» &«'vu vvx» "J-- ^11 Uit'
zich in de gegeven en 'gevonden waarheid
inwerken. Hunner is de betrachting der
les van Bildad. Vraag toch naar het
vorige geslacht, en bereidt u tot de onder
zoeking hunner vaderen, enz. (Job 8 810).
Jongelingen moeten vooral niet denken dat
de Bijbel pas gisteren uit den hemel is ge
vallen, en dat zij nu over die Bijbel moeten
gaan theologizeeren. Dat zou wel farizeën
en geestelijke halfweters, maar geen kloeke
mannen kweeken Daarom moet er op de
Jongelings-vereeniging worden onderzocht, de
Wereldgeschiedenis, Vaderlandsche-Kerk-
geschiedenis en Belijdenis der Kerk.
Ons levensbeginsel moet zich aansluiten aan
en wortelen in de historie, het beginsel en
de worsteling vau een godvruchtig voor
geslacht,
I11 de toepassing en uitbreiding van dat
beginsel moeten we ons echter laten voor
lichten door mannen die onzen tijd verstaan
en die van God ons zijn gegeven als leids
lieden, achter wien wij hebben op te trek
ken in de strijd tegen de booze demonen
die zich thans laten gelden.
Ook dat zal echter moeite baren. Als
de omstandigheden nu anders zijn als vroe
ger, dan moeten nieuwe banen betreden.
Daarvan willen vele ouderen niet weten
Wat zij gedaan, en zooals zij het gedaan
hebben, zoo meenen zij dat het moet blij
ven Auders of verder gaan, dat achten zij
uit den booze. Als zij hebben gewoond
in een huis met een verdieping van twee
meter hoog, dan gunnen zij de jongeren
niet om hun woning tot drie meter op te
trekken. Alles willen zij bij het oude
houden. Eigenlijk omdat zij bevreesd zijn
dat een nieuw geslacht hen boven het hoofd
zal wassen.
Spreker waarschuwt de jongelingen om
zich door dat conservatisme niet te laten
ontmoedigen. Maar evenmin mogen zij in
eigenwaan de ouderen krenken. Doch kalm
en bescheiden hebben zij voort te gaan
en een waardig gebruik te maken van het
ff- nun proert smrren tret tmn
werden dank gezégd, waarna met een zeer
ernstig woord van vermaan maar ook
van opwekking tot de jongelingen, Z.Ed.
het samenzijn sloot met dankzegging.
Op Donderdag 18 Januari 's avonds
6 uur zal er in de Geref. kerk alhier
eene openbare vergadering worden gehou
den door de Bondsring van Gere'f. Jonge-
lingsvereenigingen van Flakkee en omstreken.
Deze vergadering zal voor ieder toegankelijk
zijn voor zooverre de ruimte in dat kerk
gebouw zulks toelaat.
De Agenda bevat het volgende 1 Opening
Notulen 3 Methodiek Gewijde geschie
denis*:, in te leiden door C. de Goede, lid
van de Jongelingsvereeniging te Stellendam.
j>Het debat op de Jongel. Vereeniging*
Inleider een lid der vereeniging van Zuid-
land. s rDe jongeling en het Maatschap
pelijk leven Inleider A Oosterling van
Stad aan 't Haringvliet
Zooals men ziet beloofd de lijst van
onderwerpen die behandeld zullen worden,
veel. Moge dan van die bijeenkomst niet
alleen voor jongeren maar ook voor ouderen
rijke vruchten genoten worden. Door wis
seling van gedachten zijn zulke vergade
ringen beslist leerzaam.
Spijkenissc. De heer K. onderwijzer
aan de Openbare School alhier, begaf zich
Maandagavond, na afloop der avondschool
huiswaarts, Daar aangekomen, wekte het
meerder licht en de betere wapenen des
Geestes die uit Gods Woord hun gegeven
worden door mannen, welke de Heere aan
ons geslacht en voor onzen tijd geschon
ken heeft. Dan zal het niet schaden als
de jongelingen gaan in wegen die vroeger
óf vergeten óf nog niet gekend werden
als het maar immer een weg is die ge
richt is naar het Woord des Heeren.
Ernstig werden de jongelingen vermaard
om te bidden en te waken dat zij toch
nimmer van dat Woord zouden afwijken.
Als zij dan aldus toegerust, de plaats der
ouderen straks innemen en strijden mogen
»met het Evangelie tegen de Revolutie*:
onder de vaan van Koning Jezus wiens
merk en veldteeken zij dragendan zal
Ouddorp het oogenbhk zegenen toen- ook
in haar geboren is s>een Jongelingsvereeni
ging op Gereformeerden grondslage.
Na deze rede die met blijvende aandacht
was aangehoord volgden de keurig gestelde
verslagen van den Secretaris A. v. d
Klooster en van den Penningmeester T,
Tatiis Tz. Hieruit bleek dat de vereeniging
finantieel niet slecht er bij staat en dat
hoewel het ledental niet steeg er steeds
een toeneming van ijver en belangstelling
bij al de leden is waar te nemen. Jamme:
dat de Secretaris moest klagen over gemis
aan belangstelling bij degenen wier steun
de vereeniging zoo gaarne geniet.
Moge die klacht een volgend jaar in
blijde roemtaal zijn veranderd
Na de verslagen volgde een flink ernstig
en vloeiend geschreven opstel van K. Tanis
Gz. waarin deze vooral wees op de Ethische
d.i. de zedelijke zijde van de roeping die
de Gereformeerde jongeling heeft te be
trachten. In overeenstemming met zijn
onderwerp»de waarde van de lentetijd
des levens« drong hij aan om in dejeug
dige lentetijd zoo te leven, dat daarvan in
den grijzen ouderdom nog vruchten, moch
ten gezien worden maar vruchten als aan
boomen die in de vooihoven van het huis
des Heeren zijn geplant. Na dit opstel
volgde een samenspraak door zeven leden
getiteld »de eersteling der vrijheid*. Meer
als een uur werd hiermee de aandacht
bezig gehouden. Doch de meestelijke wijze
waarop hij werd voorgedragen, was oorzaak
dat ieder hem eer nog te kort dan te
lang vond.
Eindelijk kregen wij nog te hooren een
zeer schoon opstel vol practische wenk
van den Voorzitter der Vereeniging vriend
A. Padmos
Zijn onderwerp ^Karaktervorming* werd
op zulk een wijze ontwikkeld, dat wij de
verzuchting slaakten. r> Moch ten met deze
aangegeven middelen velen zulke karakters
worden gevormd, welke winste was dan
verkregen voor huisgezin, kerk en staat,*
Al deze werkzaamheden werden afge
wisseld door vriendschappelijke discusiën,
die de Eere-Voorzitter telkens uitlokte
Gelijk wij dat van hem gewoon zijn brach
ten zijn snaaksche opmerkingen gedurig de
lachspieren in beweging.
Toch bleef de ernst bewaard, en vonden
de wenken en vermaningen die gedurig
volgden een welwillend oor. Het behoeft
wel haast geen vermelding dat ter »ver-
poozingsc vele psalmverzen werden gezon
gen. Zoo bleef er tot het laatste toe de
goede stemming in, waartoe niet weinig
bijdroeg de uitnemende orgelbegeleiding
door den heer M. Boelaars ten beste ge
geven,
Terecht mocht de Eerevoorzitter in zijn
slotwoord spreken van een ^welgeslaagde
feesturec.
Allen die daartoe hadden medegewerkt
zijne verwondering zijne vrouw, met wien
hij pas 2 maanden gehuwd was, niet aan
te treffen
Plotseling zag hij op tafel een briefje
leggen, hetwelk hij haastig ter hand nam.
Het was door zijne vtouw geschreven
en aan hem gericht, waarin zij te kennen
gaf het voornemen om zich te verdrinken,
omdat zij het hier niet wennen kon, en
anders bepaald krankzinnig zou worden.
Tevens verzocht zij te Moordrecht (hare
geboorteplaats) te worden begraven. Ook
olgde de aanwijzing, waar zij haar daad
wenschte te volvoeren in een sloot bij
school, juist voor de klas waar h'j onderwijs
gaf. Sprakeloos van schrik snelde de heer
K. naar eenige andere onderwijzers On
machtig een woord te uiten liet hij hun
het briefje lezen, waarop allen terstond
naar de aangeduidde plaats vlogen Men
vond haar onmiddellijk, en ging, na ze in
een der lokalen gebracht te hebben, alle
middelen toepassen om de levensgeesten
op te wekken. Doch vruchteloos waren
de daartoe aangewende pogingen door
dr. Both en bereidwillige helpers. Na ver-
geefsche moeite van een groot half uur,
kon hij niet anders dan den dood consta-
teeren.
1s Avonds werd ze naar hare woning ver
voerd, Het laat zich eetiigszins indenken,
in welken toestand de heer K. zich be
vindt.
Aan het examen ter verkrijging van
een bewijs van voorgeoefendheid, gehouden
te Oud-Beierland, hebben 4 personen deel
genomen. Daarvan slaagde de heeren
C. Hogenboom en C. v. d Linde Zij
komen dus in aanmerking voor verkortten
diensttijd, terwijl J, Kraak maar voor één
bewijs slaagde, dus keuze van garnizoen
had. Eén werd afgewezen.
Dinsdagavond werd een vergadering
uitgeschreven tot beteugeling der bedelarij
De heer H. Vrijman, die daartoe het initi
atief nam, presideerde. Het doel was,
volgens hem, eene commissie op te richten,
die de gelden der burgers in eens zouden
ontvangen, om dan den armen het noodige
te verstrekken, waarom dan niet meer
noodig zou zijn, dat die menschen Dinsdags
langs de deur bedelen.
Het eigenaardige is evenwel, dat onde:
die armen niet een gereformeerde is, maar
bijna allen tot de Herv. Kerk behoormi
Dit werd den aanwezigen door den heer
Geldteldei en later ds. Wiersma goed onder
de oogen gebracht. Beide heeren wezen
er op dat het de plicht der Herv. diaconie
was, die armen voldoende te ondersteunen
evenals dat door de Geref. diaconie gedaai
wordt, terwijl de eerste veel rijker kan
wezen, aangezien het ledental 4-maal zoo
sterk is.
De anderen waren blijkbaar verlegen mei
de zaak, ze beselten de waarheid van het
gesprokenen, en om een eind aan de ver
gadering te maken, werd een voorloopige
commissie opgericht.
ueiBiien vaar: een prakryk nit al< ue mollen
gelegd en telkenmale vérirouwetlfk Pietér
zei.
En Pieter vertelde met betraande oogen
over een slechte lucifersnegotie en over zijn
vader, die hem meermalen had geweigerd
in huis te nemen, zoo hij niet genoeg geld
medebracht.
Het O. M. waargenomen door mr. J. Z.
Mazel, noemde nog eenige diefstallen, welke
Pielei zou bedreven hebben, 't Was hoog
noodig geweest, dat hij was opgesloten
geworden. Herhaaldelijk maakte Pieter zich
aan delicten schuldig. Het feit was wel niet
zoo ernstig, om er een zware straf voor
te requireeren. Daarbij kwam dat Pieter
voor de haringvisscherij zou aanmonsteren.
De eisch luidde dus 4 maanden gevan
genisstraf met in-mindering-brenging der
preventieve hechtenis van 18 November
1905 af.
Toen werd Pieter weder naar zijn cel
teruggebracht.
Een muzikaal jougmcnseli.
In de zaak, die daarop werd behandeld
was de bekl de 24 jarige varensgezel M.
M., wonende, te' Zwartewaal, niet versche
nen. Hij zou op 17 November jl. aldaar
een doos met een mondharmonica hebben
ontvreemd uit een koffer, staande op den
zolder van J GeiEoet.
Het getuigenverhoor leverde niets bij
zonders op. Eisch 5 maanden gevangenis
straf.
Jelui ellendelingen, wat doen jelui
zoo laat op straat
't Was al elt uur in den avond. Ouddorp
lag in ruste en slechts de regelmatige voet
stappen van twee gemeenteveldwachters
klonken over de keien der dorpstraat.
Juist cp een hoekje gekomen kwam de
21 jarige metselaar J. de L, wonende te
Stellendam, in beschonken toestand aan
laveeren. Toen hij de veldwachters zag,
zeide hij snoevend; wat, jelui ellendelingen
wat doen jelui zoo laat op straat? Azze
jelui bij ons in Stellendam waren, zouden
we jelui vermoorden.
Van het een en ander was proces-ver
baal opgemaakt.
Eisch 7 dagen gevangenisstraf.
Twee veldwachter» eu twee gulden».
Op 11 October jl. surveilleerden twee
veldwachters te Herkingen, toen zij den zo
jarigen schippersknecht A. V., wonende te
Made en Drimmelen, zagen visschen op
een wijze niet overeenkomstig het Regle
ment op het bevisschen van de Schelde
en Zeeuwsche Stroomen. Toen de dienaren
der wet hem wilden verbaliseeren, had hij
gezegdik zou alles zoo maar laten, dan
zal ik jelui ieder een gulden geven.
De veldwachters waren daardoor zwaar
beleedigd geworden, omdat zij van het
eaardscht slijk*, op zoon manier gekregen
niets wilden weten..
Het O M. vroeg voor den niet ver
schenen zondaar een maand gevangenis
straf.
Uitspraken over 8 dagen.
Iii^ei£finden Ntiskiiesa.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
en Uitgever.
Mijnheer de Redacteur!
„Ontslag."
W isseSierlj.
Jliddelharuis. Te IJmuiden zijn bin-
gevveest de vischsloepen
besomming.
»Paul Kruger* st. H. Langbroek f1260.
:s>Middelharuis« J. de Korte «1520.
^Toekomst* Johs, de Waard 1 570.
Ree iii naken.
Arrofldlssciuents-Kechtbaiik.
(Kamer van Strafzaken.)
Zitting van Dinsdag 9 Januari
Heden werden de volgende vonnissen
gewezen
Vau ecu luciferskoopsuan
In zijn geel-bruin gevangenispak stond
de 18 jarige Pieter van T. wonende te
Den Briel, op zijn kousevoeten voor het
hekje van de »groene« tafel. Snikkend be
kende hij den diefstal van een paar schoe
n311, die hij had ontvreemd ten nadee e v. n
C. M. Schutte, huisvrouw van J. Lingbeek,
wonende te Hellevoetsluis. En vaderlijk
werd hij ondervraagd door den president,
die een humaan toontje in zijn stem had
Nette gepastheid, gepaard met beleefde vrij
heid- vind zeker een goeden ingang tot elkander,
die boven ons geplaatst zijn, alzoo traebt onder-
geteekende zich met alle bescheidenheid tot U,
M. de R. met volgende inzending te wenden,op
te willen nemen in uw veelgelezen blad.
U, mijnheer de Redacteur bij voorbaat mijn
oprechten dank voor de plaatsruimte.
Als tekst hebben wij boven geplaatst„Ont
slag." Hieromtrent zullen wij ons nader bepa
len als volgt
Het was in de maand Juni 1904, toen Leendert
Tamboer, geboren en wonende te Dirksland, (Z. H.)
11a vooraf gedane veelvuldige pogingen, als werk
man (arbeider) zich in eene betere positie gaarne
geplaatst zag, teneinde van een schamel stukje
brood te verwisselen met een gunstigere bedeeld
heid ter voorziening van zijn buisgezin, hetwelk
hem reeds in bovengenoemde maand en jaar
gelukt is, met, na eerst gedane sollicitatie, ais
Agent van Politie te Middelburg is aangesteld,
gelijk in den regel gewoonte is, bij voorbaat voor
den proeftijd van één jaar. Dat als gevolg geeft,
binnen dat proefjaar niet voldoet wegens bekwaam
heid, nalatigheid of anderszins, na oordeel van
hun oumiddelijk bovengestelde, zij 'ontslagen
worden, doch ook in den regel niet, dan na gedane
voorkennis te geven, aan de betrokkene. Dit is
ook met Tamboer eenerzijds geschied, dat wil
zeggen ontslagen.
De gewone loop- en leiddraad van zoo evenge
noemde vorm van ontslag heeft in dezen geen
plaats gegrepen.
Geheel is dit ontslag op een andere leest ge-
schoeid. Ot dit wettelijk of grondige reden bevat
betwijfelen wij zeker.
Reeds voor het proefjaar om was, schijnt de
nu „fungeerende" Commissaris hem (Tamboer)
gezegd te hebben, dat hij zijn ontslag maar moest
nemen, wat den betrokkene zeer goed is na te
gaan, volkomen weigerde. De vraag in deze zou
luiden
Heeft de Commissaris hier de lakens uit te
deeleu, wie al ol niet zijn ontslag krfjgt, of aan
zegt, te moeten nemen
Of is het de Burgemeester als hoofd van
politie? Dit laatste bevat de juistheid dat de
Burgemeester fungeert als hoofd der plaatselijke
politie, volgens de Gemeentewet en artikel 8 van
het Wetboek van Strafvordering. Na afloop van
het proefjaar werd Tamboerniet voor vast aange
steld, doch werd voor drie maanden in dienst
gehouden, dit geschiedde later nog eens.
Middelerwijl werd hij door den Commissaris
nogmaals aangezegd zyn ontslag te vragen, wat
te begrijpen is, de betrokkene niet deed
Op 14 December 11. surveilleerde Tamboer des
avonds omstreeks 8 uur op de kaai. De Commis
saris loopt met nog iemand hem voorbij tot op
enkele passen, roept hem (Tamboer) tot zicb, en
zegt dat hij den volgenden dag geen dienst meer
iieeft te doen. Ontslagen zijnde op 15 December
d. a. v. met toekenning vanéén. maand sala
ris. Als of 't was, dat Tamboer, hier doir den
bliksem getroffen werd, behoeft geen betoog. Ieder
mensch die nog een greintje humaniteit bezit,
begrijpt dit ten voile.
Zijnde in een seizoi-n van werkeloosheid, op de
straat gn-tuurd gelijk een bond, die bij een nego-
tieiuan jaren als zeer uitstekend trekdier is bezig
geweest, bij ouderdom of anderszins zijn baas
tegen hem verbolgen zijnde, hem zonder een blik
van mededoogen wegjaagt, en ziet niet meer naar
hem om, zijn voeding op alle wijken zoekende.
Niettemin voor deze slaande wonde, hem ook een
Een di-nuia.
zachte pleister te geven van één,zegge *en maand
salaris, en dat van een politieagent 111 Dat, al is
het buisgezin, nog niet van een zoo groot getal
kinderen voorzien, en de toekomst staat van zeer
weinig of geen werk te verkrijgen, wat voorziet
zoo één maand voör het behoeftige? Honger eu
ellende zouden schier bij dit treffend geval op
den voorgrond treden
Uit zeer en van nabij goeden bron weten w(j,
nog in dienzelfden nacht is door alle zijne colle
ga's Agenten 2e en 3e klasse een request getee
kend, waarin werd verzocht Tamboer in dienst
te houden. Voorzeker een feit, dat meer ten gunste
van den ontslagene spreekt, dan lange redenatiën
en dat zijne collega's eert. Trots dit alles, het
ontslag bleef gehandhaaft.
Men zal er niet van verwondert staan, als men
weet, dat er teekenen aan de kimme van het
ontslag waren waar te nemen, die achteraf
doen beschouwen dat reeds lang te voren tot
dit was besloten.
Zoo heeft Tamboer veel te weinig kleeding
gehad, als wel regel is. 16 maanden heeft hij bv.
met één nieuwe pantalon dienst gedaan, bijna
het eenige kleedingstuk dat hij nieuw ontvangen
beeft, en vergissen wij ons niet, dan ook wordt
er jaarlijks voor iedere Agent f65, voor kleeding
uitgetrokken. Dit bedrag is zeer zeker aan Tam
boers uniform niet besteed. Een lange reeks van
redenatiën konden we hier van laten volgen,
doch dit is een „Pragmatisch" stuk, voor een
ieder ander, die naar die betrekking dingt.
En ware niet, tot het ontslag in het geheime
kabinet reeds besloten, dan zou het zeker niet zijn
voorgevallen, dat een Agent 16 maanden lang
met één kleedingstuk moest loopen. Twee ver
onderstellingen matigen wij ons zeiven toe, en
wel: Of Tamboer was ongeschikt om behoorlijk
zijn dienst te doen, „Talegmatiek of anderszins."
Of men wilde om welke dan ook, doch geheel
buiten den dienst liggende reden, den man kwijt
zijn. Wij betwijfelen ook niet, of de laatste ver
onderstelling zal wei juist zijn, en is het eene
beslistheid, dan is bier op schromelijke wijze mis
bruik van macht gemaakt en komt de ellende
waaraan Tamboer en de zijnen wordt blootgesteld
op het hoofd van diegene die zoo een willekeu
rige handeling op zijn rekening heeft.
Wij achten het niet, doch mogelijk zij het, dat
Tamboer voor zijn taak niet bekwaam was, en in
zijn dienst tekort schoot.
Immers ware het zoo, dan zouden zeker niet
alle collega's van den ontslagene voor hem in de
bres zijn getreden.
En ware het de ongeschiktheid wel van Tam
boer, die het ontslag hebben doen leiden, de
Commissaris van politie zwaar verzuim ten laste
zou moeten worden gelegd. Derhalve Tamboer
niet kon doen wat zijn dienst en daarmede het
publiek belang van hem vergde, dan had 't ontslag
veel eerder gegeven moeten worden, we zouden
haast zeggen na afloop van het eerste proefjaar
moeten volgen. Echter is dit niet gebeurd, nog
tweemaal drie maanden heeft men den ontslagene
dienst laten doen.
Zouden wij dan moeten opvatten, dat de Commis
saris een deel der zorg voor de publieke rust en
veiligheid, die welaan meer tot de taak der
politie behoort, gedurende een half jaar overlaat
aan iemand die voor zijn taak niet berekend is
Dat gedurende dien tijd de belangen der burgerij
niet behartigd zijn, zooveel deze recht had te
vorderen en te verwachten
Nogeens, wanneer de redenen voor het ontslag
van Tamboer gelegen is, in zijn minderwaardig
heid als agent van politie, dan heeft de Commis
saris zichzelf daarmee een slag in het aangezicht
gegeven.
Misbruik van macht eenerzijds verzuim van
den Commissaris tegenover de burgerij anderzijds
dat zijn de twee bestaande,mogelijkheden in
deze.
Als wij nagaan, dit wetende van uit goede bron,
dat Tamboer ongeveer één jaar zonder politie-ver
ordening heeft dienst gedaan, dat hem eindelijk
door een der thans aanwezige Inspecteurs een
gemeente-politieverordening werd in bruikleen
gegeven, daar er geen voorradig waren volgens
hunne bewering.
Dat Tamboer persoonlijk een schrijven gericht
had aan den Burgemeester, als hoofd der plaatse
lijke politie, ontbloot was van verordening enz.
Hij daar van wat of niets hoorde.
Wij vragen een ieder juristisch man af; kunnen
desdoende goede politiemannen worden verwor
ven??
Desniettemin, Tamboer voor zoover wij weten,
zich zooveel hem de geoefendheid toeliet, van zijn
taak met hart en ziel heeft gekweten, dat zeifis
gebleken in het opmaken zijner processenverbaal,
waarmede hij niet den minste was. In al zijn
diensttijd beeft hij 2 maal (zegge tweemaal) één
uur theorie genoten.
Bij afwisselende omstandigheden of incidenten
welke voordeden, kwam een meer onei varen toe
lichting, dan wel een duidelijk verslag van den
superieur, welke ik als politieman niet zou durven
bedillen, groot gevaar loopende van op eene on-
verhoedsche manier op eene mindere aangename
verrassing getrakteerd te worden.
Aan iemand die zoo luttel onderricht in zijn
vak ontving en die daarbij notabene maanden
lang dienst deed zonder politie-verordening, leid
draad voor zijn ambtsverrichtingen te bezitten,
werd de moeilijke en lastige taak van politieagent
toevertrouwd. Zijne kennis welke hij in hoofdzaak
van het politiewezen bezat, nog beeft genoten,
met en van zijne in gesprek zijnde collega's. Deze
feiten welke ons ter oore kwamen, waarheid behel
zende, waaraan-wij niet twijfelen, zoude een nadere
opheldering gewenscht zijn.
Maar helaas: De handelingen van den Burge
meester als hoofd der politie (feitelijk is het de
Commissaris die hier handelde) zijn onttrokken
van hun ondergeschikten. Zelfs de Raad zou bij
eene mogelijke inmenging van zijn kant elders
is het meer dan eens getoond van een koude
kermis thuis komen.
Dit al troost den ontslagene niet, en iserniet
mede in een positie geplaatst en wenschelijk ware
het, dat onze hoogstgeplaatste zich hier in derge
lijke gevallen inmengden. En wel; dergelijke
feilen niet willekeurig van een Burgemeester of
Commissaris van politie over te laten maar dat,
een in 't oog hebbend persoon tot ontslag te
geven, diene bet zes weken te voren aan te zeggen,
dat bet ontslag hem treffen zal. Maar geve zulks
den betrokkene niet aan eigen macht over, daar
niemand is die een oude schoen wegwerpt eer hij
een nieuwe heeft om aan te doen.
Hopende dat dit incident dat onder vele oogen
komt, ja zelfs het gaat naar mijn erlangen tot de
regeering des lands. Een ieder lezer dezes, be
grijpt ten volle de toestand van zoo een politie
korps, gelijk het in bovengenoemde plaats toegaat.
Blijvende, nogmaals dank voor de plaatsruimte
aan u M. de R. aan mij afgestaan, die zich tee
kent, hoogachtend,
Moerdijk. W. M. VOLAART.
1 es Stoopiiigen.
Op Donderdag 18 Jan. 1906 des
avonds zeven uur in het Hotel Spee te
SommelsdijkInzet van het woon- en
winkelhuis op den hoek van den Dubbelen
Ring en de Kerstraat te Sommelsdijk, be
woond door Jacobus Razenberg. Notaris
VAN BUUREN.
Op Donderdag,
avonds zeven uur
Sommelsdijk
winkelhuis op
len Ring en
dtjk bewoond
Notaris VAN BUUREN.
25 Januari 1906 des
in het Hotel Spee te
Afslag van het woon- en
den hoek van den Dubbe-
de Kerkstraat te Sommels-
door Jacobus Razenberg,
iüejteit^d Hieuws.
Aardschok.
Uit Harderwijk meldt men aandeN.R.Ct.
dat Woensdagavond om kwart voor negen
uur aldaar een hevige aardschok gevoeld is,
gepuurd met een dof gerommel. I>e ramen
De
te 5.2;
trekt, I
een gr
Eveb;
Moerk;
den d
schokkl
echter I
dat hel
belang
schuim
ongeve
Het tl
wordeil
gekom|
Dacl
de trel
de bril
hierdo
te Z01I
Aail
drie j;l
Als
Vril
Raam