TWEE BLftDEN, Zaterdag 6 Januari 1906. 20ste Jaargang 1100. Antirevolutionair voor de Zuidhollandsclie en Orgaan Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. Eerste Blad. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER «Olf lIËIJIIfJA j Advertentiën 10 cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Diaadag- en Vrijdagmorgen 10 nur. Alle stukken voor sie Hedadie fresteiisd, Adverfenfiën en verdere Administratie franco fee te aeaidesa aan den Uitgever. Dit nummer bestaat uit* De Toekomst. Nu de algemeene beraadslagingen achter den rug zijn, en Kabinet te genover Kamer gestaan hebben, om eens poolshoogte te nemen van ver houdingen op politiek beleid, kan de balans^ opgemaakt, worden En dan kan, wat het kabinet b etreft, zijn toestand kort uitgedrukt in het woord Hachelijk wat de Kamer aangaat afwachtendwat de partijen aangaat Rechts eensgezind, Links hinkend op steunen of elkaar afstooten. Hachelijk. Er schijnen bij de for matie van het Kabinet groote fouten te zijn begaan, die weer gevolg waren van de valsche verkiezingsleuzen, door Links aangeheven. Het concentratie program van 21 Jan. eischte bezuini ging op ;militaire uitgaven, en Vrijz. Democraten met Unie Liberalen togen onder die vlag op. Het Oud- Liberale Manifest sprak zich zeer schuchter uit over 't blanco om daar mee te komen tot algemeen kiesrecht drukte zich zeer voorzichtig uit o er de sociale wetten, en liet over de militaire uitgaven weinig houvast ge voelen. Zoo trok men op, Socialist met Conservatief, militairist met anti militair. algemeene kiesrechter met voorstander van bescheiden uibreiding, allen te zamen tegen 't Kabinet Kui per, om met elkaar de onmogelijkste resultaten pogen te bereiken n 1. ver dwijning der antithese en tegengaan van zoogenaamde partijwetten. Na tuurlijk een onzinnige strijdwant de antithese iaat zich door geen stem busvictorie in den hoek duwen en partijwetten zijn van een liberaal kabinet, adres aan 't verleden, beslist te wachten, zooals trouwens de partij- benoemingen nu reeds in vollen gang zijn, adres de voogdijraden, de Grond wetscommissie, de bugermeesters van Barendrecht en Klundert, twee over wegend antirevolutionaire dorpen De slag werd gewonnen, maar nu was 't met de eenheid ook uit, want men zou nu voor practische politiek komen te staan de programs moesten worden verwezenlijkt;de vereenigings- leus had haar kracht gedaan, maar Ieders program zou nu een slagooom worden voor de in Juni vereenigde partijen. Fout was de gezamelijke veldtocht van zoo geschakeerde strij ders tegen een Kabinet," waarvan ze toen verzwegen, maar nu luid er kennen, en dus toen ook reeds zeer goed wisten, dat het met flinke kracht en vruchtbaar in socialen arbeid had geregeerdwaarvan ze wisten, dat de hoogere militaire uitgaven te wijten waren aan liberale wetsontwerpen, adres de snelvuurkanonnen waarvan ze wisten, dat 't even ver in zake kies recht wil gaan dan de beste voorstander van uitbreiding en alleen in »vorm« iets anders eischt n.l. het huismans kiesrecht Dat alles wist men en toch moest het kabinet weg, om in hope een ministerie te krijgen, dat Ja, waarom? Dat wisten ze toen niet, en nu nog niet. Men heeft er maar op los gehakt, zonder te overwegen wat met,verloor, en teweten, wat beters men er dan voor in de plaats zou krijgen. Toen kwam de tweede fout Het nieuwe kabinet moest geformeerd worden, en in plaats te zoeken bij de geschakeerde strijders om zoo na tuurlijk ook een geschakeerd kabinet te krijgen, dat werkelijk klopte met den stembusstrijd, laat men er de Socialistenen Vrijz. Democraten buiten, juist twee fracties, wier eischen het verst gaan. Wellicht juist daarom hield men ze er buiten, want immers men wou verzoenend optreden, en dan moet men geen al te radicale mannen op nemen die stooten at door hun te oroote eischen, en Oud-Liberaal naast Socialist of te stevigen Vrijzinnig- Democraat zou al aanstonds de vraag hebben doen rijzen Mijne heeren, wat mankeert ge, waar is de homo geniteit in uw kabinethoe kunnen water en vuur in bond iets opbouwen De heer Borgesius hield ze er buiten. Maar dat was een reusachtige vergissing. Want nu scheurde hij daardoor reeds het tafellaken stuk tus- schen de groepen, die bij de stembus is de grond van vóór een waren. De Unie-liberalen zouden 't heft in handen krijgen. Ja, maar, zegt deze of geneEr zitten toch twee vrijzinnig-democraten in, Mr. Veegens en Mr. van Raalte. Juist, dat is de derde domheid. Want Mr. Bosgesius, de man der kleine politiek, meende nu de monden der Vnjz.-Democraten gesnoerd te hebben en hen daarmee te hebben bewogen om maar zoet sappig, om wille van hun tweetal Ministers, achteraan te komen suk kelen en maar goedertieren te happen in wat dit nieuwe kabinet zou aan bieden. Dwaze gedachte, natuurlijk een partij heeft een programdat is de basis, waarop ze staat. Maar r, of tegenstemmen de aanwezigheid van een paar bevriende Ministers. Waren die twee heeren gekozen in overleg met de Vrijz. Democr. partij, dan was 't een ander gevaldan moesten ze het Kabinet steunen zoolang mogelijk, en bij teleurstelling in de andere Mi nisters, die als Uud- of Unieliberaal waren opgetreden, hun mannen ver zoeken om uit zoo'n scheeve bewo ning uit te trekken. Doch die toestand was hier niet aanwezig. En dat er twee Vrijz.- Democraten minister zijn, blijft voor hun persoonlijke rekening. Hier werd dus een stuk politiek afgevuurd, dat verblindend was voor den bijziende. Schijnbaar was I het kabinet een gevolg van de Juni dagen, adres aan Minister Tets van Goudriaan, Oud-Liberaal, plus Min. Foek. Unie-Liberaal, plus Minister van Raalte, vrijz.-democraat; maar in waarheid was het een bijeengezocht gezelschap, dat zich van de Junidagen losmaakte en in 't minst geen voeling had met de partijen, hoofdbesturen enz., die de verantwoordelijke per sonen zouden zijn voor een toekomstige richtige uitvoering van het alles- beheerschend program. Als droogzand bij elkaar. Na valsche leuzen. Met verschillend program, dat niet weggemoffeld kan worden. Zonder steun van de partij, uit wie ze kwamen. Zoo'n kabinet staat hachelijk. Vrijz. I Democraten loeren op den Oud-libe raalde Oud-liberalen op den Vrijz. Democraatde Socialist op allen en wij houden 't roer in handenda's 't mooiste.(Slot volgt *q* Zwak en toch nog verdeeld. De Ned. Bond van Landarbeiders hield op le Kerstdag zijn congres te Leeuwarden. Vertegenwoordigd waren, zegge een 7-tal afdeelingen nl. Enk huizen, Wolvega, Leeuwarden, Nije- horne, St. Anna-Parochie. Knijpe en Wijnaldum. Een povere organisatie dus, die nog treuriger bleek, toen de Secretaris voorlas, dat Engelum zich had alge scheiden; St. Jacoba- Parochie was overleden, Roordahuizen was opge richt, doch weer ingezakt. Treuriger, toen discussies los kwamen over de aansluiting bij het Ned. Arb. Secret. De heer Dolk was een voorstander, anderen tegenstandersoorzaak de wensch van Dolk om in de organi satie de staak-maar-raak-methode toe te passen, de directe actie te voeren, en daartegenover de begeerte van anderen om in overleg te treden met Hoofdbestuur en dergelijke corres pondenties en voorzichtig op te treden. Afgedacht nu van het. standpunt van den Bond, dat zoogenaamd Neu traal is, betreuren we het, dat zelfs deze motie werd ingediend Uit de bespreking van 't Congres is genoeg gebleken, dat er twee stroomingen in de volksbeweging zijn, en gaat over tot de orde van den dag. Zoo maakt men het beetje leven, dat in de arbeidersorganisaties zit, nog dood door tweeërlei richting uit te willen met de strijdmiddelen. Eer dat de veldarbeiders het met elkaar eens zijn, zal er ook nog wat water door de rivieren vloeien. Uit de liamers. De Middelenwet zonder stemming door de Eerste Kamer aangenomen Een ongedacht succes voor het Ministerie? Wie het verhandelde in de korte zitting van Zaterdag j.l. nagaat, moet wel tot een andere conclusie komen. De veteraan van de R. K. partij, de heer Van Zinnicq Bergmann, vatte de zaak hoog op. De matrieele bezwaren tegen de io opcenten liet hij geheel rusten. Want hij wenschte die niet breed uit te meten, om daarna met een sierlijken zwaai tot de verklaring te komen, dat hij toch vóór de wet zou stemmen. Maar de formeele bezwaren mat hij breed uit. Niet dat hij de Regeering van gemis aan deferentie verdacht voor de Eerste Kamer. Hier geldt het echter het medezeggen schap over de wetten en dat medezeggen schap, spreker voelt het, wordt hier ran de Eerste Kamer onthouden. Het geldt hier een nieuw belastingvoorstel, waarover de Eerste Kamer niet vtij kan stemmen. Een beroep op de wet-Heemskerk tot heffing van opcenten op het personeel gaat niet op, want die heffing steunde op andere wetten. Achter dit ontwerp staat echter geen fond Ook het beroep op het antecedent van Minister Harte gaat niet op. De heer Bergmannnam er akte van, dat de opcentenheffing van tijdelijken aard zal zijn. Teneinde dit vast te leggen, stelde hij, mede namens verschillende partijgenoo- ten, de volgende motie voor De Eerste Kamer der Staten Generaal, gezien het voorstel der Regeering om in de Middelenwet voor 1906 op te nemen eene heffing van 10 opcenten op de Bedrijfs- en 10 op de Vermogensbelasting; over wegende dat een dergelijke belangrijke financieele maatregel als deze zeer nauw verband houdt met het bestaande belas tingstelsel en vrij behoort te worden on derzocht en behandeld bij afzonderlijk wetsontwerp, spreekt het vertrouwen uit dat de Regeering zich daaraan in de toe komst zal houden. Deze motie werd dadelijk behandeld. De heer Godin de Beaufort, drukte niet minder scherp zijn leedwezen uit over de wijze, waarop deze belaugrijke zaak aan het oordeel der Kamer wordt onderworpen. Dit had even goed bij af zonderlijk wetsontwerp kunnen geschieden en geen cent minder zou daardoor in de Schatkist gekomen zijn. Politieke gevolgen zijn naar spreker's oordeel uitgesloten bij verwerping der Middelenwet. De verwerping zou in dit geval alleen beteekenenwij willen deze middelenwet, niet deze opcen ten. De verwerping der Middelenwet zou ook volstrekt niet de ernstige gevolgen hebben die men vreest. Verwerping zou alleen invloed hebben op de opcenten, op FEUILLETON. Een uil weinigen. DOOR L. VAN BERKEL. (2) I. 's Maandagsmorgens kwam juffrouw Nelly in de keuken en zeide s-Wel, Kaatje, wat had ge daar toch een druk gesprek met de werkvrouw Ik was in de tuinkamer en heb u voortdurend druk hooren praten. Een gegons van menschenstemmen drong tot mij door, doch ik kon met den besten wil van de wereld niet verstaan, wat er gesproken werd. Is er soms een ongeluk, of iets heel bijzon ders gebeurd »0, neen, juffrouw,antwoordde Kaatje, er is niets bijzonders gebeurdmaar u weet wel, dat ik giserenmiddag voor uw mama een schotel soep moest brengen bij Jansen, den timmerman. Nu, toen ik daar kwam, zaten er juist eeu paar menschen te praten. Ik hoofde een van hem zeggen »Wel, Jansen, wat een voorrecht, dat de Heere u reeds zoo vroeg bekend gemaakt heeft met Hem en u aan Zijn dienst ver bonden. Dit is een zeer groot voorrecht, vooral nu gij daar zwak en hulpeloos neer ligt en misschien van uw ziekbed niet meer zult opstaan. Hoe zwaar en ondragelijk de pijnen nu ook mogen zijn, ge kunt thans met den dichter zeggen >In de grootste smarten Blijven onze harten In den Heer gerust. 'k Zal Hem nooit vergeten, Hem mijn Helper heeten, Al mijn hoop en lust.« »0 ja, antwoordde toen Jansen, »de Heere is zoo goed voor mij en voor de mijnen. Het is nu bijna een halfjaar, dat ik niets verdien, maar het heeft ons aan niets ontbroken. En 't is waar,« volgde hij. ^Somtijds moet ik veel lijden en nemen de pijnen in hevigheid toe, maar ook dan ondersteunt mij de Heere en ver heldert Hij dan mijn vooruitzicht voor de eeuwigheid. In zulke uren, wanneer alles mij tegenkomt en als een bergstroom woest en wild op mij aangolft, in zulke uren kan ik dikwijls met Paulus zeggen »Wij weten, dat zoo ons aardsche huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een ge bouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de heme len.O, mijn vrienden, zoo ging hij voort onder zulke omstandigheden is het in-' zoo goed, en daarom raad ik ieder, die hier komt, aan s>Zoek den Heere, terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan, terwijl hij nabij is. Bid en u zal gegeven worden, Klop en u zal zeker open gedaan worden. Zoek en gij zult vinden. »Zie, juffrouw,ging Kaatje voort, »dit was het, wat ik aan de werkvrouw vertelde. O juffrouw, wat kon die man, die zoo hulpeloos op z'n ziekbed lag, toch opge wekt spreken. Gaarne had ik gewild, dat u erbij waart geweest. Nu, Kaatje, ik zou hem gaarne eens willen zien en hem ook iets geven, maar ge begrijpt, dat ik er niet durf heengaan. Wat zou die man niet denken en ik wilde niet graag, voor geen geld ter wereld, dat pa en ma het wisten, want zij zouden het mij stellig verbieden. Ja, misschien zou ik daardoor oorzaak zijn, dat die man nooit soep meer kreeg. O, juffrouw, ga er gerust heen, Jansen zal u ongetwijfeld vriendelijk ontvangen, daarvan kunt u verzekerd zijn doch als uw pa en ma het niet hebben willen, ja, dan zou ik u aanraden, het niet te doen, of er eerst over te spreken.« Nelly kon dit gesprek maar niet verge ten, hoewel zij alle moeiten deed het van zich weg te bannen, weg, ver weg. Tel kens kwaro het in des te scherper omtrekken haar voor den geestzij worstelde. Zij leed, zij dobberde. Een innerlijke stem zeide »ga«, doch haar afkomst zei2>wat moet je nu in de woning van een timmer man doen Die twee vragen streden om den voor rang en het einde van den strijd was, dat Nelly op 'n middag naar dien Jansen ging. Toen zij daar kwam, vond zij Jansen en zijn vrouw alleen thuis. De eerste zat overeind in zijn bed, terwijl de laatste aan de tafel zat, en zich met breiwerk bezig hield. Nelly had onderweg wat druiven en andere versnaperingen gekocht, die zij den zieke geven wilde, terwijl zij twee rijksdaal ders los in haar zak had om die bij haar heengaan vrouw Jansen in de hand te moffelen. Blij was ze, toen zij geen vreemde in het huisje aantrof. De kennismaking ging boven verwachting goed. Nelly had onder weg wel tienmaal overdacht, wat ze zeggen zou. Nu eens wilde ze zus beginnen en dan weer zoo. Telkens dacht ze»Neen, ik zal toch anders beginnen,en eindelijk gaf ze het op en zou maar zien, hoe het liep. Na de kennismaking vroeg Nelly naar de ziekte en naar de oorzaak en zeide toensjansen, Kaatje heeft mij gezegd, dat gij volstrekt niet bang zijt om te sterven is dat waar »Hoe bedoelt u dat, juffrouw vroeg de timmerman. Wel, hernam Nelly, Kaatje vertelde mij, dat ge gezegd had, dat ge een huis bij God hebt, niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen, en dat nu ook de vrees voor den dood voor goed ge weken is.« »Ja, juffrouw li sprak de timmerman, dat is waar. Ik weet, dat God mij van alle zonden verlost heelt, dat Hij mij Zijn heil heeft doen zien. Hij heeft mij ge- wasschen in het bloed van Jezus Christus Zijnen Zoon en dat bloed reinigt van alle zonden. Nu weet ik ook, dat mij een plaats bereid is in het Vaderhuis, waar vele woningen zijn.« O, Jansen, wat zijt ge dan gelukkig. Zijt ge nu heelemaal niet bang voor den dood Ik gevoel mij juist zoo diep onge lukkig, als ik aan den dood denk. En ik wil u eerlijk zeggen, dat dit dan ook de reden van mijn komst is. Kunt u mij ook zeggen, hoe ik verlost wordt van die vrees voor den dood Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1906 | | pagina 1