TWEEDE SLM) Zaterdag 28 December 1905, mle Jaargang JV\ 1096, 2 Antirevolutionair Orgaan oor de Xuidhollandsche en Meenwselie Mi landen. I9®6. JN HOC SIGN O VINCES j T. BOEK HO VE N. Alle stukken voor de Hedactie bestemd, Advertentiën en verdere Admfnlstratte franco toe te «enden aan den Uitgever Herzieesing. Uil de Ntaatsbegrootinff Hoofdstuk X. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. i/eKKöl't vsu. (3u 'sav. Ds. Koppe. jiïScUrp, tra. en nam. dhr. Basoski. Aangaande de predikbeurten op den lsten ters'.dag hebben wij geen opgaai' ontvangen. .1 OUD-O EREEORMEE R DE KERK. poltgenaplaat, v:unam. en ,'s ar. O" Hartkamp. "Éerkingen, vin., nam. en 'sav. leeskork. -lelissant. ,vm.. nam. en 's av.. on laten Kerstdag In het nummer van dit blad, hetwelk in den morgen van 1 JANUARI a s. verschijnt, zullen, evenals vorige jaren, gebracht aan Familie, Vrienden en Begunstigers, opgenomen worden, tegen den geringen prijs van slechts 25 Cents, indien de advertentie 5 of minder regels bedraagt. Elke regel meer 5 Cents. Daar van deze wijze om elkaar geluk te wenschen, steeds meer wordt gebruik gemaakt, omdat het 't om slachtige verzenden van naamkaartjes kan vervangen, zal bet ons aange naam zijn, reeds nu de advertentie^ daarvoor te ontvangen, teneinde voor eeri goede plaatsing te kunnen zorg dragen. De Uitgever. De Minister heeft over eene her ziening der Tariefwet gesproken, Ze zou technisch zijnmisschien, dat enkele, posten zouden gewijzigd wor den, maar de opbrengst zou, dat voorspelde hij, luttel zijnte weten, de hoogere opbrengst der- gewijzigde rechten. In geen geval dacht hij aan een protectionistisch tarief. Nu hebben we ook voor die technische herziening een open oog. De Tariefwet is van een ouden datum, gewijzigd in ver schillende jaren, en beeft gebreken, die uit den weg moeten geruimd worden. Reeds door vorige Minist rs is daarop gewezen, evenzeer als door Kamers van Koophandel. De romp slomp van verplichtingen voor doua nen en importeurs en ontvangers is niet zoo luttelde artikels, die per gewicht kunnen berekend worden, zijn te vermenigvuldigende prijzen der goederen kunnen den toets der critiek niet doorstaan groepeering van aan verwante artikelen is noodzakelijk in èèn woord een technische herziening is goed te keuren. Maar en dit is minder goed ze brengt geen geld in de Schatkist. En daarom zou het ons toch in de eerste plaats te doen zijn. Hoe het stelsel, het belastingstelsel van den nieuwen bewindsman, den heer de Meesters, er uit zal zijn, is nog niet hekend, maar dat het beter .zal wezen dan het verhoogen van In voerrechten naar het stelsel van Mr. Harte is ondenkbaar. Vergissen we ons niet, dan heeft de Minister be weerd een 16 millioen noodig te heb ben. Welnu, zonder fiscale of protec tionistische herziening,, of hoe ge de revisie ook noemen wiltbloot bij een technische verandering moeten die 16 millioen komen uit de zakken der Nederlanders. Dat zou bij een Ta riefwet a la Harte niet zoo geweest zijn ook de Buitenlander zou daaraan mee betaald hebben. De Minister is reeds begonnen 10 pCt. voor te stellen op de vermogens- en bedrijfsbelas ting minister Harte had maar 5 pCt. begeerd. Zonder dat er voor de burgerij ook maar èèn enkel klein voordeel tegenover staat, wordt ze dus al met den löden penning belast. Waar een fiscale of protectionistische herziening kansen biedt tot meer ar beid, minder werkeloosheid, hooger loon, meer welvaart, en dus de bur gerij daar direct en indirect van profiteert, zal ze nu moeten betalen zonder ook maar door meerdere in komsten eenig equivalent te kunnen vinden. Waar de pensioneering van den werkman kon voor een groot deel bekostigd worden uit het nieuwe Tarief Harte, daar zal nu door den belasting-schroef van directe lasten in zoo'n groot bedrag moeten worden voorzien. We vreezen dat het nieuwe stelsel aan duizenden niet zal voldoen. Indirecte belastingen, zooals de in voerrechten hebben altijd dit vóór gehad op de directe, dat ze met kleine beetjes kunnen betaald worden, en dat is dan ook een der grondregelen van belastingheffingmaakt het den menschen gemakkelijk te betalen Daarom zijn de accijnsen ook zoo'n lokkelijk belastingmiddel het gaat met halve centen en centen en toch die kleine hoeveelheden brengen mil- lioenen op. Fraude kan er niet bij de betaling gepleegd worden terwijl ieder weet, hoe bij vermogensbelasting en zelfs bij bedrijfsbelasting kan gesjacherd worden om minder te betalen, dan waarop de wet recht heeft. Een technische herziening van 't tarief, juichen we toe; maar ons was veel aangenamer daarbij een fiscale of protectionistische, ook terwijl van de belastingbetalers, die aanstonds bij aanneming van de voorstellen de Meesters met aanslagbiljet en boeten hij wanbetaling gedreigd worden, weer eiscben gesteld werden zonder eenig idee, dat zij door grooterkoop kracht zullen kunnen betalen wat gevraagd wordt Maar de directe belastingen kunnen gesproken wordt. Hij ten volle met die waardeering nog best naar boven, zegt men We zullen niet ontkennen, dat de cijfers die daaromtrent herhaalde malen gegeven zijn, niet tot die con clusie leiden maar evenzeer is waar, dat een ontnemen van Kapitaal de maatschappelijke kracht verzwakt. Wat de schatkist int, is voor den burger improductief. Niet geheel, zeer zeker maar toch voor een belangrijk deel. En daarom blijven we de voor keur schenken aan een protectionis tisch tarief. Ilde Afdeeling. Bevordering van den landbouw. Het was den ondergeteekende aan genaam, kennis te nemen van de waardeerende wijze, waarop in het Voorloopig Verslag over de werkzaam heid van den directeur-generaal van den landbouw stemt in en is overtuigd, dat de zelfstandigheid dezer afdeeling thans veilig kan wor den gehandhaafd. Ook naar zijne meening wordt voor dit gewichtig volksbelang zeker niet te veel uitge geven. Dat de Staatszorg niet eenzijdig op de ontwikkeling van het landbouwbe drijf moet gericht zijn, maar dat ook aan eene billijke verdeeling van de vruchten daarvan de noodige aandacht moet worden gewijd, is de stellige overtuiging van den ondergeteekende. In het algemeen kan hij zeggen, dat bij het streven, om eiken tak van het landbouwbedrijf tot zijn recht te doen komen en met de belangen van elk der daarbij betrokken categorien van personen gelijkelijk rekening te hou den, ook naar zijne meening een alles beheerschende groote maatregel uit den aard der zaak is uitgesloten, maar gezocht moet worden naar eene reeks van kleinere maatregelen, die voor practische toepassing vatbaar blijken. Daarbij dient met omzichtigheid en niet dan na verkregen volledige ken nis van zaken te worden gehandeld. Wel is daarover in de laatste twintig jaren vrij wat licht opgegaanmaar het is de vraag, of in dit opzicht reeds eene zoo volledige kennis van feiten verkregen is, als aan eene uitbreiding der sociale wetgeving ten grondslag- dient te liggen Het maakt dan ook bij den ondergeteekende een punt van overweging uit, overeenkomstig den door enkele leden geuiten wenscli, onder leiding van den directeur-gene raal van den landbouw, een onderzoek te doen instellen naar den toestand van de landarbeiders, mede in ver band met het klein grondbezit. het krachtigst, wanneer hij zoowel door het groot- als door het middel en het kleinbedrijf wordt vertegen woordigd en de verhouding tusschen deze bedrijven eene normale is. Uit de statistiek (Verslagen en Mededee- lingen van de afdeeling Landbouw 1905, no 3, bladz. 96 en 97) blijkt dat hier te lande het kleinbedrijf ge stadig toeneemt, het middelbedrijf on geveer op dezelfde hoogte blijft en het grootbedrijf afneemt. Tevens blijkt daaruit, dat de exploitatie der be drijven door eigenaars afneemt, en, alzoo het- aantal pachters toeneemt. Omtrent de oorzaken en den omvang van dit verschijnsel is eveneens het doen instellen van een onderzoek, dat zich bij het hierboven bedoelde zal aansluiten, bij den ondergeteekende in overweging.- In antwoord op de vraag, welke voorstellen op wetgevend gebied, ter bevordering van den landbouw kunnen worden verwacht, mag in de eerste plaats worden gewezen op het in de Troonrede aangekondigd wetsontwerp tot afschaffing der tienden, waarvan de ondergeteekende, in samenwerking met zijne daarbij betrokken ambtge- nooten, de spoedige indiening hoopt te bevorderen. Voorts ligt het in zijne bedoeling voorstellen aanhangig te maken tot bescherming van vogels, tot bevordering der botercontrole en tot verplichte keuring van voor uit voer bestemd vleesch, mede in ver band met binnenlandsch verbruik. Wanneer de arbeidder Staatscommissie voor de jacht zal zijn voltooid, hoopt hij ook dit onderwerp ter hand te kunnen nemen. Wordt het aanhangig wetsontwerp tot verzekering van per sonen, werkzaam in de landbouwbe drijven, tegen geldelijke gevolgen van ongevallen tot wet verheven, dan zal hij zich beijveren orn de invoering daarvan zooveel mogelijk te bespoe digen. Ten opzichte van het meerendeel der overige in het Voorloopig Verslag genoemde onderwerpen moet de onder geteekende, met het oog op het door hem in overweging genomen twee ledig onderzoek, zich thans van het doen van toezeggingen onthouden en zich zijn gevoelen alsnog voorbehou den. Omtrent de in het Voorloopig Ver slag genoemde onderwerpen zij voorts het volgende aangeteekend, le. Ruilverkaveling. Gelijk aan de Kamer bekend is (Memorie van Ant woord betreffende hoofdstuk IX der Staatsbegrooting voor 1905 heeft het Nederlandsch Landbouw-Comité eene commissie benoemd om een wetsont werp samen te stellen. De comissie is met haren arbeid nog niet gereed en de zaak is alzoo in het Comité nog niet behandeld.? De ondergeteekende ziet de uitkomsten van dezen arbeid, die, is hij wel ingelicht, zijn voltooiing nadert, met belangstelling tegemoet. 2e. Herziening der Onteigeningswet met het oog op ontginningen en ver betering van" cultures. Zooals die her ziening hier wordt geformuleerd,, kan de ondergeteekende de wenschelijk- heid daarvan vooralsnog niet beamen. Althans onteigening voor cultuur verbetering zoude een gevaarlijk, in de practijk uiterst moeilijk toe te passen middel zijn om iemand tegen zijnen wil uit zijn eigendom te ontzetten- Wel acht de ondergeteekende de mo gelijkheid niet uitgesloten, dat bij het in overweging genomen onderzoek de wenschelijkheid blijkt om eenige uit breiding te geven aan den kring van publieke belangen, ter wille waarvan onteigening ten algemeene nutte kan worden toegelaten. Ook in dit geval zoude hij intusschen niet wenschen af te wijken van het beginsel der Onteigeningswet, ook bij de Woning wet gehuldigd, dat de werkelijke waarde van het onteigende moet ver goed worden. o 3e. De instelling van pachtcommis- sien, optredend als verzoeningsraden en commissiën van advies. Voor zoover den ondergeteekende is geble ken, heeft de instelling van pacht- commissiën vanwege enkele particu liere vereenigingen tot dusverre slechts weinig resultaat opgeleverd. Waar van wege de rechtstreeks belanghebbenden zoo weinig belangstelling in deze aangelegenheid betoond wordt, komt het hem voor, dat er voorals nog geene aanleiding bestaat, ten deze geldelijke steun te verleenen. Het in overweging genomen onderzoek zal intusschen allicht aanleiding geven, dat dit onderwerp nader ter sprake komt. 4e. Het grondgebied der boeren. De ontwikkeling van het landbouw- bedrijt wordt van Regeeringswege nauwlettend gadegeslagen waar het noodig mocht blijken, zal niet ver zuimd worden te trachten haar in goede richting te leiden. Intusschen bestaat er voor den ondergeteekende geene reden, om tot de toepassing van een der in het Voorloopig Ver slag aangegeven middelen betreffende de verkrijging of de vererving van grondbezit over te gaan. Omtrent de werking der Irish Land Act 4903 valt nog weinig te zeggen. Aanvankelijk heeft zij wel aan de verwachtingen voldaan, daar 'van 1 Nov. 1903 tot

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 3