lit de Hamers.
Uil «le laei*s,
Een vergelijk.
Steenwijksche relletjes.
ifisiileaiiami.
FRANKRIJK.
RUSLAND.
antwoordelijk hoofd vereenigd worden,
en over eiken tak van dienst kon een
chef aangesteld worden. Zoo kreeg
men een vast systeem, een vast stelsel.
Wat de leening betreft, we zouden
dan in eenige jaren de volledige,
naar vast stelsel gebouwde vloot krij
gen, en voor rente en aflossing kon
dienen, wat nu elk jaar zoo ongeveer
een nieuw type kost.
En aangaande de discipline diene
Minister Cohen Stuart goed uit de
oogen te kijken; niet soetsappigzijn,
want er zijn organisateurs onder de
bootslui, die met 't Socialisme op wat
al te familiaren voet staanen deze
heeren ondermijnen de zoo noodzake
lijke tucht.
Het komt ons voor, dat de ideëen,
in dat artikel ontwikkeld niet alleen
uitvoerbaar zijn, maar uitsluitend zul
len meewerken om de vloot eens te
brengen op de hoogte, waarop ze wezen
moet.
Europa's toestand is maar hachelijk.
Vredeklanken hoort men onder het
wapengekletter. En dat is ons maar
wat verdacht. De Duitsche troonrede,
Ruslands revolutie, Engelands patrio
tisme, Amerika's wering van Chinee-
zen, China's grenzensluiting voor
Amerika, het handelsverdrag Japan-
Engelandzie, ze wijzen op allerlei
wrijving en gisting en bespieding, waar
we in de toekomst mee moeten reke
nen. Ook wij, want we hebben Kolo
niën, en in eigen Land zeegaten, als
operatiebasis voor een vijand.
Oud-Minister Ellis gehuldigd.
De Marine-machinistenclub te Nieu-
wediep heeft het eerelidmaatschap
aangeboden aan den oud-minister van
Marine. Daardoor wenschte ;de club
uiting te geven aan hare erkentelijk
heid jegens vice admiraal Ellis voor
de bijzondere bevordering hunner be
langen tijdens diens ministerschap,
waardoor het mogelijk is geworden,
dat het machinistencorps in de marine
de positie gaat innemen, waarop het
reeds lang aanspraak meende te heb
ben.
Dit eenvoudige bericht gaf de Ne
derlander van 11 Dec., en 't verkwikte
ons, dat zoo van her en der onze
vroegere Ministers de lof en eere ont
vangen, die zij zoo waardig zijn en
waren.
Aan Min, Loef bracht de politie
haar huldeaan Mr. Bergansius, die
Staatsraad werd, geschiedde eerbe
tuiging door de Koninginaan den
heer Idenburg viel ten deel het
Gouverneurschap van Suriname, en
den overigen Ministers wordt steeds
en overal lof gezwaaid voor hun flink
optreden. Dit liberale Ministerie De
Meesters heeft nog niets kunnen pres-
teeren, want 't is nog te kort aan 't
bewind, maar ze zullen een heelen
toer hebben, willen hunne namen
na hun aftreden nog zoo gevierd
worden als die onzer pittige en hoogst
bekwame oud-Ministers.
De menschen zijn er nu eenmaal,
zei Mr. Kolkman leuk, en heel de
Kamer lachte om dien fijnen zet.
Ja, dit ministerie is erMet hun
negenen zijn ze er.
Tot hoe lang?
Nadat Rechts en Links hunne gedachten
ontwikkeld hadden over het bestaansrecht
en het werkplan van dit Kabinet, over zijn
levenskansen en levensvermogens, zijn zwakke
zijde en den steun, dien men het al of niet
zou verleenen, kwamen de Ministers aan
't woord. Een voor een. Niet als in de
dagen van mr. Pierson en dr. Kuiper sprak
de Premier voor het heele Kabinet, neen,
de heeren wilden laten zien, dat bij Konink
lijk Besluit van idem zooveel het reglement
voor den Ministerraad heusch was gewijzigd,
dat er geen Minister-president meer was,
maar dat ieder op zijn toebeurt eens voor
zitter kon wezen en dat ieder verantwoor
delijk was voor eigen woorden en daden.
Na den heer Meesters spraken al de andere
8, ieder over de belangen van zijn depar
tement, die in 't debat naar voren waren
gekomen.
Het flinkst kwam nog voor den dag de
heer De Meesters, en de Minister van Oorlog.
Wat de andere Ministers zeiden, was niet
zoo kranig, dat de Kamer er met nauw
keurigheid naar luisterde.
De verkiezingsstrijd was volgens den
heer De M eesters een beginselstrijd geweest
bij de liberalen bestond de overtuiging, dat
het land wenschte gebroken te zien met de
politiek der coalitie, zooals die haar uit
drukking vond in het afgetreden Kabinet
en meer in het bijzonder in haren eminen-
ten leider, die juist door zijn buitengewone
talenten en gaven zoo zeer op den voorgrond
was getreden. Die politiek had door de
krachtige persoonlijkheid van den leider
zulk een geaccenteerd karakter, dat na de
verandering, die de verkiezingen in de samen
stelling van de Kamer hadden gebracht
van een voortzetting dier politiek kwalijk
meer sprake kon zijn.
Wie was voor den heer Borgesius tot
Kabinetsformateur gekozen Antwoord dat
is niet onze zaak, maar die der Koningin.
Waarom geen andere samenstelling van
't Kabinet, of een Cabinet d'affaires Omdat
de uitslag der verkiezing dat niet toeliet. De
socialisten staan tegenover de liberalen, met
hen kan dus niet plaats genomen worden
in eenzelfde Kabinetde Oud-Liberalen zijn
gevraagd, maar ze wilden nietde antirev.
en roomsch-Katholieken waren van zelf
uitgesloten, omdat ze als coalitie verslagen
warenschoot dus over de coalitie van
Unie-Liberalen en Vrijzinnig-democraten,
uit wie het Kabinet voor het grootste déél
is saamgesteld. En wij gelooven, zoo ver
volgde de heer De Meesters, te kunnen
regeereneen balanceerpolitiek verwerpen
we, een agressievepolitiek ook, maar wij
wenschen rekening te honden met de rechten
en vrijheden ook van anders denkenden
en in ons doen en laten ons wars toonen van
alle uitsluitingsmanie. Wij willen verzoening.
Daarna ontleedde de Minister den finanti-
eëlen toestand en handhaafde de i o opcen
ten. Protectiemaatregelen geene. Meer in
komsten uit directe en indirecte belasting.
De heer Veegens, Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel, vond niet veel goeds
in de sociale wetten van dr. Kuiperniet
veel was in orde de Arbeidswet, de Pen
sioenwet voor den arbeider wel was goed
het aanstellen van controleurs in het haven
bedrijf en hij wenschte in die richting voort
te gaan.
Voorts sprak deze Minister over het
Wetboek van Strafrecht en de voogdijra
den, welke reden dienen moest om te ont
zenuwen, wat van de Rechterzijde tegen de
intrekking van de partijdige benoeming was
te berde gebracht.
De heer Rink, Min. van Binnenlandsche
Zaken was zeer onhelder in het trachten
goed te praten van het getal zeven, waaruit
de commissie tol Grondwetsherziening be
stond. Wat het blancoartikel betrof, zelfs
de Rechterzijde mocht er blij mee zijn,
want als de Grondwet een blanco 80 gaf
kon de gewone wetgever gemakkelijker
huismanskiesrecht tot stand te brengen, een
argument, dat we bij onze vroegere artike
len over 't Blanco ook hebben vermeld en
onzes inziens zeer ter harte mag genomen
worden.
Een dappere rede hield de heer Staal.
Hij wou bezuinigen, op overbodige zaken,
doch- overigens was hij er voor flink voor
den dag te komen. De militaire uitgaven
moeten volstrekt zoo hoog zijn, dat hij als
Minister en ook 't Land gewaarborgd is.
In een historische toelichting liet hij 't aan
de Kamer voelen, dat al dat gepraat over
bezuiniging nooit anders dan ten nadeele
van de verdediging des Lands is uitgeval
len en bij dat licht der historie, die doet
zien de ellende, waarin een volk komt als het
verwaarloost of op een goedkoope manier
zich [jafmaakt van de oorlogsmaterialen en
al wat daaraan verbonden is zal hij arbeiden.
Bij de replieken moest deze Minister het
ontgelden; de Vrijzinnig Democraten waren
boos over hetgeen hij zich onderwouden
had te sprekennu alles om bezuiniging
riep, durfde hij, de Minister, met zulk een
stalen, geharnaste rede voor de kamer te
komen En men hoopte dan ook, dat de
heer Staal zijn rede nog eens nalezen zou,
nog eens zou overdenken, en dan bij de
begrooting van Oorlog wat kalmer en be
zadigder zou optreden.
Wij zouden er leed over gevoelen, als
de Minister retireerde. Niet of we zijn
voorstanders van bezuiniging en alle onnoo-
dige uitgaven dienen dadelijk te worden
voorkomen, maar we zouden 't laf vinden
als de heer Staal nu ging afdingen van
hetgeen hij zoo kloek heeft gezegd. Om
de eenvoudige reden, dat een verdediging
des Lands verantwoord moet kunDen
worden.
Over de onderdeelen der Begrootingen,
voor zoover die behandeld zijn, valt niets
belangrijks mee te deelen. Buitenlandsche
Zaken gaf weer debat over de consuls
wat elk jaar hetzelfde is, de verhouding
tusschen Belgie en Nederland kwam van
zelf ook aan de orde, maar daarmee was
het voornaamste gezegd. Over het hoofd
stuk IV, Justitie werd nog 't woord gevoerd
door mr. Drukker over de gebreken in het
burgerlijk proces, waarmee we onzen lezers
niet zullen vermoeien.
Vrijdag waren de Ministers in de
Tweede Kamer aan het woord, ter
verdediging van eigen optreden.
Ieder van de vrijzinnige Excellenties
naaide er zijn eigen naadje. En wat
lezen wij nu daarover niet in de Chris
telijke, maar in de vrijzinnige pers?
De Telegr. een vergelijking makende
tusschen het optreden van Dr. Kuyper
en Minister De Meester, schrijft
In dit opzicht staat een rede van
Dr, Kuyper, tot die van Minister De
Meesterals een indrukwekkende
kathedraa.1 tot 'n rieten hutjeals een
tempel met trotsche gewelven tot een
boerenhofstede.
De vergelijking is stout: een rede
van den liberalen Minister De Meester:
een rieten hutje, die van den antire
volutionairen Dr. Kuyper een indruk
wekkende kathedraal.
En het Nieuwsblad vo >r Nedertand
schreef in haar Kameroverzicht van
Zaterdagmorgen
Wij hebben thans negen ministers,
een meer dan voorheen. Maar
onder hen is niet een Dr. Kuyper.
»Helaaszegt men aan den eenen
kant»gelukkig« I roept men aan den
anderen. Tegenspreken echter doet
niemand het.
Welk een verschil met verleden en
voorgaande jaren
Toen één man, die allen te woord
stond en het geheele debat beheerschte,
nu alle ministers aan het woord,
zonder eenige meerdere klaarheid te
brengen in den toestand.
Ook dit is niet weinig gezegd
Zoo zouden wij ook kunnen voort
gaan met hetgeen Mr. Troelstra, over
het tegenwoordige Ministerie heeft
gezegd.
Hij gaf er de volgende teekening van.
Geslecht is de sterke burcht der
gevallen Regeering, waaruit het krijgs-
geschal zoo hevig kon klinken bij
monde van den burchtheer, als hij zijn
troepen commandeerde en aanvoerde
tegen de aanvallen van die 2>anti-
Christelijke wereld machtdie ver
daan* moest worden.
Dat kasteel is geslecht maar
wat is er verrezen op de plaats waar
het gestaan heeft
Een gebouw zonder stijl, licht en
luchtig, opgetrokken met halvesteens
muurtjes de deuren hangen niet eens
goed in de hengselsmen is er aan
weer en wind blootgesteld revolu
tiebouw 1
Het is niet slechts niet bestand
tegen aanvallen van buitenmaar de
bouwmeester, Mr. Goeman Borgesius
zelf, vertrouwt zijn hechtheid zoo
weinig, dat hij, met het oog op zijn
vurig temperament, het niet eens aan
durft, daar binnen plaats te nemen.
Het is, of die strijdlustige, vaak
zoo onrustig heen en weer loopende
bouwmeester, bang is dat door zijn
zwaren tred de plauken vloer van die
woning zou worden ingetrapt en als
hij eens met het hoofd tegen den
muur liep, de half steens muren het
niet zouden houden en op zijn hoofd
zouden neerkomen.
Dit nieuwerwetsche regeerkasteel is
alleen bewoonbaar voor tamme, harts
tochtlooze gemoederen, meer specia
liteiten dan politieke aanvoerders,
mannen die reeds door hun politieke
persoonlijkheid het voor de ergste
tegenstanders niet de moeite waard
doen achten om een aanval op de
slecht gevoegde halt steens muren
te doen.
Wat zegt men van deze teekening
Is zij nauwkeurig of niet
Voegen wij nu hier nog aan toe, dat
Mr. Troelstra nog zeer nadrukkelijk
verklaarde, »niet te vinden te zullen
zijn voor mogelijke pogingen der
Christelijke partijen, orn de verloren
macht weer in handen te krijgen.
Wat met andere woorden wil zeg
gen als de nood aan den man
komt, dan zullen wij nog bereid wor
den gevonden om het Ministerie van
half-steenmuurtjes te schragen.
Echt spottend voegt hier Rotterdam
zeer ter snede aan toe: »Enfin, dan
beleven we nog in Nederland het
schouwspel, dat socialisten zich opwer
pen als verdedigers van -^slechte woning -
toes tanden.
Wij lezen in Onze Courant, het anti
revolutionaire orgaan voor Overijsel
en Drente
Men herinnert zich de »Steenwijk
sche relletjes*.
We gingen indertijd zelf naar die
plaats, om te onderzoeken wat ervan
waar was. In ons No. van 22 Junijl.
geschreven we een artikel over onze
bevindingen.
Daarin staat o. m.
A Zoodra het donker was moes
ten de ruiten der »Christenen« het
ontgelden. In 't geheel werden bij
20 ingezetenen en in een Geref.
Kerk de ruiten ingegooid verder
werd er een deur ingetrapt.
't Vandalen-werk was zoo volle
dig aan den gang, dat we bij een
ingezetene een mandje vol met groote
bolkeien te zien kregen, die door
hun glazen waren gegooid*.
Wat we toen schreven was vrucht
van persoonlijk onderzoek, vlak na de
gebeurtenissen zelf.
Toch heeft een man als Roodhuy-
zen den brutalen durf, om te zeggen
Als er molestatiën hebben plaats ge
had, kwamen die van de zijde van des
heeren Heemskerk's geestverwanten.
En, overigens och, in het
buitenland is 't veel erger een Geval
len Kamerlid begraven ja, in
Londen wordt hun beeltenis verbrand,
wat nog erger is.
Geen woord van flink protest. Geen
zich losmaken van zoo onwaardige
volksuitspattingen.
Vergoelijken. Met een glimlach op
't gelaat en een zoetelijken trek om
den mond.
Begrijpt de man niet, dat hij zoo -
doende Jan Rap en z'n maat dronken
maakt Dat die bij 'n volgende ge
legenheid nog bandeloozer zullen rond
springen Waar Roodhuyzen schoon
wit zand strooit, om de vlekken van
hun vuile daden te bedekken
Zulk goedpraten is tienmaal erger
dan de daad zelf 1
De laatste band is nu doorgeknipt de
wet in zake de scheiding van Kerk en
btaat is in het Fransclie Staatsblad afge
kondigd.
Eu ze is ouderteekeud door den Presi
dent der Republiek en de Ministers van
Buitenl. Zaken, Eeredieust, Binnenl. Zaken,
Financiën en Koloniën
Tegelijkertijd heeft de Minister van
Eeredieust een circulaire aan de prefecten
gepubliceerd, waarin er op gewezen wordt
dat deze wet en in liet bijzonder 16
er van onmiddellijk in werking treedt.
Deze paragraaf bepaalt, dat alle kerkelijke
gebouwen en de daarin aanwezige roerende
goederen van kunsthistorischeu aard inde
lijst van staatskunstwerken zullen worden
opgenomen, die de wet van 1887 voor
schrijft. Verder wijst de Minister er op,
dat de kunstwerken die aan den Staat
belmoren, volgens die wet onvervreemd
baar zyu, en dat voor de vervreemding
van voorwerpen die in eigendom behooreu
aan de departementen of gemeenten, een
bijzoudere niinislerieele goedkeuring ver-
eischt wordt. Overtreding van deze voor
schriften is strafbaar.
Uit schrijven moet een gevolg zijn van
de vele gevallen waarin, naar de bladen
melden, kerken reeds tot het vervreemden
van kunstvoorwerpen zijn overgegaan, en
van de uitingen van eenige bisschoppen,
die het eigendomsrecht van den Staat niet
erkennen.
De Kerk staat dus nu geheel op zichzelve,
de scheiding, in revolutionairen zin opge
vat, is een feit. Maar in de toekomst zal
de Staat dour het nu toegepaste proces
zichzelven het meest wonden, en de Kerk
kan uit dep druk van het oogen blik, hoe
benauw nd ook, niet anders dan gesterkt,
gelouterd, te voorschijn treden. Rome heeft
wel zwaarder beproevingen doorstaan
Wat niet wegneemt, dat de droefheid
in de hoogste Ruomsche kringen over den
loop der dingen wel te verklaren is. De
paus heeft er Zondag ook uiting aan gege
ven, in een toespraak tot het consistorie.
Het land, zoo sprak hij, dat tot dusverre
de oudste dochter der Kerk werd genoemd,
is het onderwerp van ernstige ongerustheid
en angst. Over zijne wetgeving, die der
Kerk vijandig is, en nu onlangs tegen alle
gerechtigheid is aangenomen, zal te gele
getier tijd ernstig en met meer klem wor
den gesproken.
Ue geloovigen moesten, zoo maande de
Paus nog aan, moedig blijven onder de
beproevingen, die het geloof versterken en
het vertrouwen 111 de Voorzienigheid ver-
meerderen. Ue Heer maakte de volkeren
vatbaar voor boete doening en zal na een
bepaald tijdsverloop rust en vrede herstellen.
Ue toestand is en blijft maar hachlyk
in het uitgestrekte Tsarenrijk.
Ik heb, seint een Uuitsch correspon
dent, onderzoek gedaan, welke maatregelen
de regeering deukt te nemen om het
dreigende gevaar van een burgeroorlog af
te wenden, en ik heb overal den indruk
gekregen, dat er in het geheel niets ge
schiedt. De tenige, die het gevaar voor
het Hof iu zijn volleu omvang erkent,
is generaal Trepof. Ik heb vernomen dat
hij ingrijpende maatregelen neemt voor de
veiligheid van het keizerlijk Huis, en
daartoe, met goedkeuring van den Tsaar
afzonderlijke, gemengde regimenten vormt.
Het is natuurlijk geen geheim, dat zich
ook onder de gardetroepen vele revolu
tionairen bevinden. Elk regiment wordt
daarom gezuiverd, eu slechts de onvoor
waardelijk betrouwbare elementen worden
uitgekozen om hun de verdediging vau het
keizerlijk paleis te Tsarskoje Selo toe te
vertrouwen. Dit is slechts één der maat
regelen van Trepof; de verdere zijn nog
niet bekend, doch het bewijst dat hij niet
slaapt, terwijl de Regeering volkomen
werkeloos is en of geheel iu het duister
tast, of optimist is.
'/Ik voor mij, zegt dezelfde correspon
dent verder nog, houd de dagelijks veld-,
winnende geruchten betreffende eene aan
staande militaire dictatuur nog voor voor
barig. Wei heeft Pobjedonozef den Tsaar
een geschrift overhandigd, waarin hij
VY itte's optreden als premier streng criti-
seert, en den Tsaar een ommekeer aanraadt,
maar nog talmt Nicolaas. Hoelang zou
ook een dictatuur kunnen duren Wat
Witte betreft, deze schijnt, naar Struwe
zieh uitdrukt, het constitutioueele masker
te hebben afgeworpen eu op den reacti
onairen adel te willen steunen. Of dit met
beter succes zal geschieden, moeten wij
afwachten,'/
Ue 7ïmes-correspondeut zegt, dat hard
nekkig het gerucht blijft loopen dat Witte
door graaf Ignatief den man van de
dictatuur zal worden opgevolgd. Den
toestand noemt hij zoo verward, dat het
moeilijk is den loop der gebeurtenissen te
voorzien
Nu weer heet het, dat de socialisten
tegen 22 Januari a.s. eene algemeene
werkstaking voorbereiden. Het afdelings
bestuur te Petersburg van den bond van
spoorwegbeambten heeft een dagorder uit
gevaardigd, dat de dienst op de spoorwegen
moet worden voortgezet totdat het een-
traalbestuur de algsmeeue staking gelast.
Nader blijkt, dat het gansche leidend
comité der arbeiders, dat over stakingen
besliste, én liet bestuur van den typo
grafenbond te Petersburg in eeu woning
aldaar vergaderd, door de troepen zijn
omsingeld en naar de Peter en Paulsvesting
gebracht. Tegen de overmacht van een
sotnie kozakken eu een bataljon infanterie
boden zij geen verzet. Nog denzellden
nacht werd intusschen een nieuw stakings-
bestuur benoemd. Ue bevolking is met
angst vervuld over deze schending van het
recht van vergaderen, die zeker '/vergel
dingsmaatregelen// zal uitlokken. Ue in
breuk op de beloofde vrijheid van drukpeis
zal waarschijnlijk ertoe leiden, dai geen
enkel blad meer verschijnt; in ieder geval
bleek reeds, dat het meerendeel der Peters-
burgsche couranten nu een vijandige hou
ding aanneemt tegenover Witte. Zou deze
liberale minister het inderdaad over een
anderen boeg gooien óf ontglippen hem
de teugels
Onder het Russische leger in Mantsjoerije
blijft volslagen muiterij lieerscheu. Geza
menlijk met de Choenehoezen, deinland-
seke roovers, plunderen en branden de
gedemoraliseerde soldaten het land, en
vooral Charbin heeft het moeten ontgelden,
terwijl vele weerlooze burgers ziju ver
moord.
Volgens de laatste berichten echter zijn
de trouwgebleven troepen nu krachtig
tegenover de muiters opgetreden.
Ue oproerlingen heeten wel 10,006
man sterk te zijn.
Aan een telegram van den correspon
dent der Daily Telegraph te Tokio over
de muiters te Charbin zijn de volgende
bijzonderheden ontleend
Na beschreven te hebben hoe dagelijks
duizenden deserteurs te Charbin aankwamen
en hoe daar de levensmiddelen opraakten,
zegt de correspondent, dat een trein naar
Wladiwostok werd gezonden, bemand met
vrijwilligers. Men maakte gebruik van het
oproer in die stad om in de Staatsmaga-
zijueu ook ontzaglijke hoeveelheid levens
middelen buit te maken. Ue muiters ver
overden ook eenige revolverkanonnen,
geweren, bajonetten en duizenden patronen.
Met dien buit keerden zij per trein naar
Charbin terug. Aan het station eeu joeleude
bende soldaten, die juichten toen zij zagen,
wat hun kameraden medebrachten.
Nu begon een groote zwelgpartij. De
kisten met wijn en sterken drank werden
stukgeslagen, de flesschen geledigd, eu
spoedig verkeerden duizenden soldaten in
staat van dierlijke dronkenschap. De uit
plundering van Chaibin nam een aanvang;,
eeu unplundering zonder genade. Tal van
malen prooeerde men, de stad in brand
te steken maar een tijdlang bleven de
muiters onmachtig veel kwaad te stichten.
Daarop echter werden door hen op gun
stige punten de mitrailleuses opgesteld,
ea werd een vreeselijk vuur gericht op de
winkels, de kazernes en de particuliere