TWEE BUOEW.
Zaterdag 9 December 1905.
80s,e Jaargang N°. 1098.
Antirevolutionair
Orgaan
voor tie Kaidhollandsclie en Zeenwsclie Eilanden.
1N HOC SIGN O VINCE S
T. BOEKHOVEN.
Eerste Blad.
FEUILLETON.
Alle snikken voor «Ie ttetiuctie t?esteii&«I, Ad vertegallen esi verdere Administratie franco toe Ie zenden aan «les» Uitgever.
De Russisciae Revolutie
x.
Grootvaders geheim
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag eu Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. i
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en Vs maal.
Dieustaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Dit nummer bestaat uit
(School en Kerk.)
(Slot.)
Voor 't volksonderwijs wordt zoowat
niets gedaan. Ln aantal en in wezenzijn
de scholen zoo gebrekkig, dat er van
opheffing der arbeidersklasse door de
school geen sprake is. Ook bestaat er
geen leerplicht, zoodat 't volk in dom
me onwetendheid opgroeit. Op 'tplatte-
land zijn verscheidene onderwijzers,
die men eenvoudig met den naam van
onderwijzers -landloopers bestempelt.
Onder hen vindt men gewezen'studen-
ten, gepasporteerde soldaten, ontsla
gen geestelijken en schrijvers van
allerlei soort; mislukte individuen.
Het allergrootste deel dezer lui zijn
zuipers, wezens, die alles in het leven
verloren hebben, wien niets slechts
vreemd iszelfs hebben zij vaak de
eenmaal bezeten kennis grootendeels
vergeten zij weten veelal niets, totaal
niets meer van eenige ontwikkeling.
Gedurende het voorjaar en den zomer
blijft dat soort onderwijzers in de
steden en maakt deel uit van het
vaste publiek der verschillende kroe
gen, waar dan voor deze geleerden
tegen betaling van borrels enz. brie
ven worden geschreven voor den
analfabeet, voor hen die niet lezen of
schrijven kunnen. Met het begin van
den herfst pakt zoo'n heer zijn bun
delken, neemt zijn stok en gaat het
land op, beproevend dan, in een of
ander dorp den kinderen wijsheid in
te mogen gieten. Velen onder dezen
hebben een vast dorp veroverd, waar
heen zij elk jaar trekken. Men ver
heugt zich dan wel als ze verschijnen,
kent ze precies en neemt hun gebre
ken, ter wille van hun goede eigen
schappen, mee in den koop Maar
ook zijn er, wier terugkomst verre
van gewenscht wordt. Verschijnt zulk
een landlooper-onderwijzer in een dorp
en blijkt het, dat men iets dergelijks
noodig heeft, dan begint hij met leer
lingen te verzamelen. Diegenen onder
hen, die werkelijk eenige kennis be
zitten, stellen zich onder protectie van
den dorps geestelijke, om hun persoon
meer gewicht bij te brengen. Heeft
zich de meester gevestigd, dan komt
hij met de ouders der leerlingen
overeen, onder welke voorwaarden hij
de kinderen wijsheid zal aanbrengen
en ook tijd en plaats worden bepaald.
Het loon bedraagt van 50 kopeke tot 1
roebel (dus van plm. 75 ct. tot f 1,28)
maandelijks^ en per kind. Voor het
geven"), van onderwijs wordt öf een
aparte) hut) gehuurd, öf 't onder
richt 'wordt afwisselend in een of
andere boerenwoning gegeven. In
't eerste"Jgeval conditioneert de onder
wijzer ook een zekere hoeveelheid
voedingsmiddelenin 't|andere geval
eet hij bij den boer, waar 't onderricht
gegeven wordt. Van ook maar 't minste
systeem is bij dit onderwijs natuurlijk
geen sprake. Ieder onderwijzer pakt
de zaak naar eigen goedvinden aan
Hij weet, dat de boer gierig is en
tornt er niet aanom hem voor
nieuwigheden, als boeken enz geld te
doen uitgeven. Het gebrek aan resul
taat krijgt natuurlijk de scholier op
zijp rekening, want dat is 't standpunt
der ouders, een onderwijzer, die zich
heel den dag met zijn leerlingen bezig
houdt en er duchtig op los slaat,
moet immers goed zijn.
Het bijwonen van zulk een onder
richt heeft voor eenigszins ontwikkeld
mensch het resultaat, dat men bovenal
de kinderen, maar toch ook de ouders
in hun onwetendheid beklaagt. De
eersten zijn overgeleverd aan een
schunnigen, vuilen, naar brandewijn
stinkenden onderwijzer, wat kan er
van deze kinderzielen terecht komen.
Voor de laatsten is zulk een het
kruipend individuiederen dronken
boer tracht hij een glas brandewijn
af te troggelen, iederen kroeghouder
is voor dien kinderop roeder een afgod.
Dus vormen deze landloopers-onder-
wijzers een element, waarop de aan
dacht der regeering zich toch eens
dient te vestigen. Aldus schreef eens
de »Petersburger Herautcc. Zorg in
zake 'tonderwijs bestaat er weinig;
en allerellendigst zou het zijn, als de
volksschool-onderwijzeres zich niet
opofferde. Vrijwillig begeeft ze zich
in deze geestelijke woestenij en helpt,
waar ze kan anderzijds is de eigena
res van een of ander landgoed de
beschermvrouwe van dat diep onkun
dig volk.
Zóó staat het nu op 't platteland
met 't onderwijsin de steden is dit
beter, en we hebben in ons vorig
artikel gezien, dat honderden onder
wijzeressen in de Maria gestichten en
Gymnasia worden opgeleid.
De inrichtingen voor onderwijs en
opvoeding bestaan uit districtsscholen,
parochiescholen, theologische- en bij
zondere scholen. In 1844 waren er
73 gymnasia, thans is dit aantal ver
dubbeld. Universiteiten waren er nog
weinige jaren geleden, 8die van
Wilna en Warschau zijn in 1832 opge
heven. De Duitsche' academie te Dar-
pat is door Gustaaf Adolf in 1632
gestichtdie van Moskou in 1755
Van het Russisch Hooger Onderwijs
en 't Middelbaar zijn ons geen insti
tuten bekend, dia in de wetenschap
pelijke wereld roemruchtigheid hebben
verworven Van Technisch onderwijs,
industriescholen, ambachts- en teeken-
scholen weten we geen voorbeelden
aan te halen, alleen is daarvan ons
hekend de Hebeckscho drukkerij te
Moskou, waar meisjes uitsluitend het
drukkersvak beoefenen.
liefheeft onze aandacht getrokken
en zelfs zeer getroffen, dat in de Me
morie van Toelichting bij het wets
ontwerp Hooger Onderwijs (wet Kuy
per) over het hooger- en technisch
onderwijs in Frankrijk, Engeland,
België, Zwitserland, Oostenrijk-Hon
garije, Zweden en Amerika gesproken
wordt, maar over Rusland staat er
geen woord in Onzes inziens teekent
dat stilzwijgen een pijnlijk gebrek
aan vruchtbare ontwikkeling van die
deelen van 't onderwijswezen. Doch ge
noeg. Onkunde is herhaaldelijk denRus
aangewreven, we kunnen dit slechts
betreuren en hopen, dat de toekomst
beter worden mag
Wat de Kerk betreft.
Ten naastenhij onderscheidt men
in Rusland de belijders van de Griek -
sche ol Orthodoxe Kerk, die een
groote 50 millioen zielen telten
de Roomsch Kath. Kerk, die er een
kleine 10 millioen teltde meesten
dezer wonen in Polenin Finland
wonen Lutheranenin het zuiden
bestaat de Armenische Kerk terwijl
daar ook Mohamedanen worden aan
getroffen om over de Joodsche Kerk
te zwijgen.
Wat de Grieksch-orthodoxe kerk
betreft, het zou ons te ver voeren om
van haar begin in 1054, toen ze zich
van de R. K. afscheidde, tot heden
toe haar strijd te schetsenook haar
kerkleer en ceremoniën zullen we
laten rusten. Slechts ditZe erkent 7
Sacramenten even als de R.K de doop
geschiedt bij onderdompelinghet
brood des Avondmaals is gezuurd,
de wijn met water gemengd. Ze leert,
dat de Heilige Geest, niet ook van den
Zoon, maar alleen van den Vader
uitgaat. De geestelijkheid mag huwen
behalve de kloostergeestelijken en de
uit dezen gekozen kerkhoofden doch
slechts éénmaal, zoodat een pastoor
of pope, die weduwnaar wordt, in den
regel naar een klooster gaat. Het
laatste oliesel wordt niet alleen aan
stervenden, maar ook aan zieken
toegediend. Het bezit van beelden in
de kerken en woningen is streng ver -
boden; als er nog afbeeldingen zijn,
dan zijn ze geschilderd of geteekend.
De Grieksche kerk kent de aanroeping
der heiligen, Mariadienst, eerbied voor
de reliquiënen ze toont hoogen
eerbied voor het kruisteekenkent
ook vele vastendagen.
Van een zichtbaren stedehouder
Christi op aarde is ze warshet bij
bellezen is geoorloofdde eeredienst
wordt staande bijgewoond, alleen op
het Pinksterfeest knielend. Bij het
gebed richt men zich naar 't oosten.
Het zingen geschiedt niet door de
gemeente, maar door het koor.
De Russische Grieksche kerk bestaat
uit 24 bisdommen, weer verdeeld in
4 metrolopen. De waardigheid van
patriarch van Moskou is in 1702 op
geheven, van toen af is het bestuur
der kerk opgedragen aan de Heilige
Synode bestaande uit een college van
bisschoppen en wereldlijke raden Zij
wordt onder de aanzienlijkste colleges
gerekend en volgt in rang op den
Senaat. Hoofd der kerk is de Czaar.
Groot was de haat der vele leden
tegen den voorzitter, die is moeten
vluchten Pobjedonoszew.
Deze man, geboren in 1827 te Mos
kou, hoogleeraar in de rechten, werd
in '1878 opper-procurator der Heilige
Synode en was de meest invloedrijke
raadgever van Alexander III en Ni-
colaas II, ijveraar voor de orthodoxie
en het despotisme. In deze woelige
dagen, waarin het despotisme een
nekslag kreeg, was zijn invloed uit
en heeft hij( bedankt; maar het volk
zou hem geknecht hebben, daarom
achtte hij 't maar wijs Rusland te
verlaten. Door zijn invloed is veel
vooruitgang tegengehouden
Treurig is de toestand der kerk.
De Czaar is een herder zonder zending,
zonder gezag, zonder werkdadig apos
tolaat. De H. Synode, de dienares
van despotisme en bureaucratie. Het
volk zonder godsdienstonderwijs. De
popen ol pastoors in ellende en armoe.
De kerkleer zonder kracht en be
staande in blooten vormdienst. Onge
loof en bijgeloof allerwege.
Hoe kon in zoo'n land, onder zoo'n
toestand de Revolutie bezworen wor
den Ze moest komenwe hebben
't in onze artikelen aangetoonder
I was verrotting en verwording; ver-
molming allerwegeen onder dit alles
I leefde en leeft het Russische volk in
zijn geheel genomen zonder God. Juist
dat gemis aan een degelijk, het eenige
rotsvaste fundament voor een wanke
lenden Staat, is de hoofdoorzaak der
bloedige tooneelen.
We willen niet spreken over de
pogingen der Stundisten en der Uni-
aten om tot reformatie over te gaan,
want die mensehen werden vervolgd
en naar Siberië gestuurdhun actie
was zonder gevolg, omdat|de brute
macht van het Russische geweld op
hen drukte maar het Russische volk
als zoodanig had geen tegenwicht in
godsdienstig leven, een kinderlijk ge-
looven en plichtmatig volgen der door
God geëischte ordinantiën, tegen de
revolutionaire en onwettige woelingen
der intellectueelen De Russische kerk
was en is doodde H. Synode een
DOOR
L. VAN BERKEL.
(5) UI.
Nelly merkte op, dat mijnheer Struik zich
op de lippen beet en eveneens het hoofd
boog. >Met dat al«, zei ze bij zichzelve,
>is bij toch nog zoo kwaad niet, want nu
kijkt bij moe niet meer zoo aan en doet
haar ook geen vragen rneer.«
De stilte duurde nog voort, toen Maurits
uit zijn diepen slaap wakker werd. Hij
wreef zich de oogen, rekte zich eens goed
uit, en keek toen met een verbaasd gezicht
den vreemden heer aan.
Jeana trad op haar broeder toe, en met
een paar woorden, die zij hem in het" oor
fluisterde, stelde zij hem op de hoogte van
den staat van zaken. Maurits bleef echter
groote oogen opzetten en nam den nieuwen
bezoeker van het hoofd tot de voeten op.
»Hm begon mijnheer Struik weer ihij
ziet er niet heel sterk uit, die kleine snuiter
«Hij is pas zwaar ziek geweeste, ant
woordde zijn moeder, met een blik van
teerheid en angst op haar jongste kind.
»Dan zal de rekening van den dokter
betaald moeten worden«, denk ik vervolgde
mijnheer Struik op bijna spottenden toon.
»Ja«, stamelde mevrouw Smit, ip zicht
bare verlegenheid.
iRep u wat, kleine, en doe uw best om
eens heel gauw beter te worden«, hernam
de oude heer. iZieke kinderen zijn lastige
meubels in huiszij kosten veel meer dan
ze waard ziju.« De kleine Maurits hield
zijn oogen niet van mijnheer Struik at.
»Wat een rare man zei hij eensklaps
hardop. Mevrouw Smit en hare dochters
zagen elkaar verschrikt aan,
>Kom, Maurits, ga met mij mede«, zei
Nelly, terwijl zij de kleine doorschijnende
hand haars broeders in de hare nam en hem
met zich mee voerde. ilk zal uw haar wat
uitkammen, lieveling, en u een schoonen
boezelaar voor doen.ee
Mijnheer Struik zette zijn bril op, haalde
een krant uit zijn zak, en sprak tot aan het
avondeten geen woord meer.
Na het eten moest de vrouw des huizes
de deur uit om werk thuis te brengen.
Mijnheer Struik nam plaats in een leunings
stoel, dicht bij het vuur, en de twee meisjes
zetten zich bij het lamplicht aan haar naai
werk.
^Kinderen, houdt gij veel van geschiede
nissen vroeg de oude heer eensklaps.
»0, ja antwoordden zij in koor.
En er kwam een glans van genoegen op
het bleeke gelaat van den kleinen Maurits.
Welnu, wat wilt ge dat ik u vertellen
zal
Weet u iets van het buitenleven mijn
heer vroeg Jeana.
»Ja, mijn kind, dat geloof ik wel.
»Nu, mijnheer vertel ons dan eens iets
dat daar betrekking op heeft als het u
belieft
De heer Struik scheen te vreden over
die keus, en hij begon dadelijk een lange
beschrijving van de landelijke vermaken, die
zijn jeugd hadden vervroolijkt. De kinderen
luisterden met open ooren naar hem. Het
was voor hen, arme kleine stedelingen, ge
woon aan de rookdampen van Amsterdam
als een vertelling van schoone feeën of als
een Zomernachtsdroom.
»Papa vertelde ons dikwijls geschiedenis
sen van het dorpsleven*, merkte de kleine
Jeana op.
^Wezenlijk vroeg de grijsaard. Hield
uw vader dan ook zoo veel van het buiten-
leven?«
»Ja veelmaar hij had het verlaten,
toen hij jong was, denkende dat de groote
steden hem beter zouden bevallen.*
j>En hield hij inderdaad meer dan deze
iNeen«, zei de kleine, een oogenblik
aarzelend. Hij zei ons zelfs dat hij ver
keerd gedaan had met zijn geboortedorp
te verlaten maar ik voor mij kan moei
lijk gelooven, dat onze vader ooit iets ver
keerds kan gedaan hebben.
»Hmzei de heer Struik.
Meteen pookte hij het vuur op, hoestte
zeer luidruchtig, en scheen over iets na te
denken. Al peinzende, bleven zijn oogen
met een zonderlinge uitdrukking op den
kleinen Maurits rusten, die vlak tegenover
hem zat en wiens gelaat bloosde door den
weerschijn van het vuur.
»Hendrik, mijn jongentje !-< mompelde
hij met bewogen stem. Doch zich dadelijk
beheerschend, haalde hij zijn schouder op
deed een poging om te lachen, en ver
volgde zijn verhaal.
»Een bekoorlijke rivier kronkelde zich
door de weilanden en mijn broeder en ik
baadden er ons 's zomers in, ol gingen er
voor ons vermaak in vissch'en. Hoevele uren
hebben we aan den oever dezer rivier
doorgebracht, met een hengel en een mand
en wat waren we trotsch, als we een goed
baksel konden thuisbrengen
Eensklaps stond Maurits op en naderde
den grijsaard. »Hebt ge wel ooit eens een
verdronken jongen gezien vroeg hij op
een toon van gewicht.
De heer Struik zag hem met verwonde
ring, bijna met schrik aan, doch antwoordde
niet.
iZeg mijnheer*, vroeg het kind met nog
meer nadruk, ï-hebt gij weieens een ver
dronken jongen gezien
ija, ik heb er eens een gezien zei de
grijsaard met heesche stem.
»Oom Dirk is verdronken, toen hij twaalf
jaar was«, vervolgde Maurits levendig, zon
der iets te bemerken van de ontsteltenis
van den ouden heer. »Hij is wezenlijk ver
dronken in een rivier. Papa heeft ons dik
wijls verteld hij is in een groot water ge
vallen, onder de olmen, en toen men hem
er uit haalde, was hij dood
»Houd u toch stil, Mauritszei zijn
oudste zusteriwaarom spreekt ge toch
over zulke akelige dingen Gij weet, dat
papa altijd zuchtte, als hij den naam van
oom Dirk uitsprak. Neem het mijn broertje
niet kwalijk, mijnheer,vervolgde Nelly,
zich tot hun gast wendend idie ware ge
schiedenis heeft diepen indruk op hem
gemaakt, en hij denkt er altijd aan.
Op dit oogenblik kwam de moeder der
kinderen weer thuis. Zij verwelkomden haar
met blijdschap, en vertelden haar dadelijk
dat mijnheer Struik buiten woonde en hun
allerlei prachtige geschiedenissen verhaald
had. Mevrouw Smit bedankte haren nieuwen
huurder wel voor «iju vriendelijkheid jegens
hen.
Wordt vervolgd.