Woensdag29 November 1905.
Antirevolutionair
20ste Jaargang N°. 1089.
Orgaan
rooi' tie IKuitlliollandsclie en Xeeuwsche Eilanden.
M'liWMM
IN HOC SIGN O VINCES
BIJVOEGSEL.
FEUILLETON.
T. BOEKHOVEN.
«>o
Alle stukken voor de BSedaelie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te aenden aan den Uitgever.
We Itussisclie Kevoiutie
Uil de Pers.
Grootvaders geheim
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 unr.
Bij dit nummer behoort, een
VII.
(Handel en Nijverheid.)
De Russische industrie dankt haar
opkomst aan de protectie. In 1812
vond men in 'tgansche rijk slechts
2332 fabrieken met 119093 werklie
den in '1822 woei de protectie er
over, en in 1828 was het aantal ge
stegen tot 5244 fabrieken met 255414
man; in 1839 telde men er reeds 6855
met 512911 man; in 1875 23000 met
600000 man, en op dit oogenblik is
het aantal met reuzenschreden toe
genomen is toegenomen de huis- als
de fabrieksindustrie.
In het begin dezer eeuw was Rus
land met zijn nijverheid geheel van
het Buitenland af hankelijk, zoo zelfs,
dat het leger in Engeische wol ge
kleed wasmachinefabrieken was er
niet een; en thans levert het uitmun
tende wollen stoffen, voorziet op dat
terrein bijna geheel in eigen behoefte
thans zorgt het voor eigen spoorwegen;
het heeft de grootste spinnerijen van
Europa, bezit uitgebreide linnen- en
katoenindustriemetaal- en tabaks
fabrieken lederf^brieken, en die van
zeep en suiker, maar ook zijn er legio
branderijen En nog is de ontwikkeling
der industrie niet op haar hoogtepunt
hoe meerde landbouwende bevolking,
die nu 80 a 90 pCt. bedraagt van
alle werklieden, door de oorzaken in
ons vorig artikel geschetst, door het
communaal bezit, de hooge pachten,
de aflossingen, door hongersnood enz.
verarmt, hoe meer de groote afstanden
door spooraanleg en kanalisatie gaan
inkrimpen; hoe meerRuslandsgrond,
rijk aan steenkolen, platina-, koper-,
goud en zilvererts, rijk aan petroleum
en zout, ontgonnen wordthoe meer
de kapitalisten zich op die bronnen
werpen en ze gaan exploiteerendes
te meer zal het landbouwelement
verminderen en .de nijverheid zich
gaan uitbreiden.
Zie naar Bakoe, waarover reeds veel
geschreven isnl. over de verwoesting
der bronnen. Het levert 98 pCt. van
alle Russische petroleumtot 1872
was de exploitatie een monopolie, een
eigendom der kroonmaar toen dit
ophield, heeft de productie reuzen-
vleugelen aangedaan, doch is
daar ook een element van werklieden
ontstaan, dat de bronnen aan brand
stak. De moderne productiewijze, het
kapitalisme zocht naar werkkrachten
om den rijken buit te vergaderen en
het vond zemaar zooals het overal
bijna gaatdie productiewijze maakte
een !,woedeud proletariaat, dat om 't
met eensocialistisch woord te noemen
uitgebuit, werd. Vandaar de bronnen-
brand, die duizenden aan schade be
rokkende.
En dat snelle moderne optreden
der nijverheid dagteekent van de
laatste 25 jaar, zooals trouwens in
gansch wereld de machine in dit
laatste tijdvak een heelen ommekeer
gebracht heeft in de verhoudingen
der werkgevers en werknemers.
In Rusland ziet men, maar 'tgaat
daar te vlug door de enorme rijk
dommen van den grond en der ge
bergten, wat men overal zietde
macht van 't kapitalisme tegenover die
der werknemers een revolutionaire
organisatie van arbeiders tegenover
een even revolutionaire macht van
naar groote winsten hunkerende be
zitters van bronnen en productie
middelen. De Nieuwe Tijd is in Rusland
begonnen en hij gaat rood op.
Nu heeft echter Rusland een eigen
aardigheid, die andere Staten niet
kennen, en daarom zal de zoogenaamde
klassenstrijd, die in andere landen,
vooral in de nijverheids- en handels
centra's woedt, daar niet zoo spoedig
over het heele land gezien worden
en ook niet zoo gauw tot solidaire
werkstakingen en algemeene oproeren
leiden dan dit elders geschiedt.
Die eigenaardigheid is deze, dat de
Russische werkman in vele gevallen
slechts tijdelijk fabrieksarbeider is
maar als lid van de dorpscons'titutie
ook tevens landbouwer. En dit zit
em weer in verband met het karak
ter of de handigheid van den Rus.
Hij is van nature zeer leerzaam en
watjzijn oogen zien, vervaardigen zijn
handenhij is, zoo heeft men 't wel
eens uitgedrukt, een geniale knutse
laar. Maar dit heeft weer dit treurig
gevolg, dat hij met al zijn geniaal
geknutsel niet in staat is om aan het
hoofd van een fabriek te staan. Van
daar dan ook, dat verschillende Bui
tenlanders directeuren zijn van Rus
sische fabrieken.
Wanneer dus in de echte fabrieks
steden, zooals Moskou, Warschau,
enz. een werkstaking uitbreekt, dan
voelt de plattelands-knutselaar, al be
oefent hij hetzelfde vak als zijn col
lega in die steden, toch weinig ambitie
om uit solidariteitsgevoel mee te doen.
Maar die eigenaardigheid van de
huisvlijt of huisindustrie, die natuur
lijk ook verband houdt met de strenge
en lange winters en ook met de vaak
povere uitkomsten van den bodem
bij dikwerf onbeholpen bemesting en
bewerking, brengt steeds aardige
verdiensten open daardoor vindt
men ook op 't platteland niet die woe
lige elementen, welke men in de nij
verheidsmiddelpunten aantreft, waar
alleen de industrie en het geldkapitaal
de monden moet openhouden.
In den omtrek van Nisney-Novgorod
liggen 19 dorpen, waar men bijlen
maakt; bij Pau volo Selo een 80 dorpen,
waar men uitsluitend messen ver
vaardigt; bij Wladimir snijdt men
heiligenbeeldenVeliki levert zwart
werk d. i. zwart email op goud en
zilver; Robotnika heeft enkel grof-
smeden Goroditsch timmerluiSe-
menow blikslagers enz. enz.
Maar in die landbouw-industrie
dorpen geeft de Revolutionaire Haan
geen geluid, tenzij om redenen van
politieleen of kerkeliiken of nationalen
aard.
Doch de brandpunten van de actie
zijn Petersburg, Moskou, Lodz, War
schau, waar de moderne nijverheid
overheerschend isen de handels
steden aan de Zwarte- en Oostzee.
Waar Handel en Nijverheid hun
economie ontwikkelen en hun »zaken«
drijven, dus ook te Odessa, Nicolajef,
Tillis, Reval,5j Riga, daar zijn 't menig
maal verhoudingen op voet van oorlog
En wee, wanneer zelfs om politieke
redenen een botsing ontstaatdan
wringt zich de economische en sociale
kwestie er niet lusschen neen, ze wordt
naar voren geschoven en eer men
in 't Ozarenpaleis 't weet, is een bloed
bad aangericht.
Dat de Joden de slachtoffers menig
maal zijn, we hebben de redenen reeds
aangegeven, en dit staat met de Han
delspolitiek der menschen in nauw
verband.
Genoeg. De tijden komen, dat Rus
land hoogen ernst moet gaan maken
van sociale wetten, wil het op den
duur. vooral in de centra's eenige
bestendige rust doen genieten
Wellicht dat de Doema, de nieuwe
volksvertegenwoordiging, het goede,
noodzakelijke pad inslaat, dat tot rust
en vrede leidt.
{Wordt vervolgd.)
VOOR HET AFNEMEN
DER GEVERFDE
Indië.
We gaan met Indië betere dagen
tegemoet.
Werd vroeger bij de Begrooting geen
ander debat gevoerd dan tusschen den
Minister en eenige Specialiteiten, die
in de Oost jaren hadden vertoefd, uit
eigen oogen hadden gezien, of daar een
bestuursfunctie van zeker gewicht had
den bekleed, thans nemen alle partijen
aan de discussies deel en naar de Han
delingen het uitwijzen, ook menigmaal
met keur van argumenten.
Het Open-Veld-systeem, datin Enge
land en Rusland op landbouwterrein
nog velerwege bloeit, wordt, hier in
politiek opzicht toegepasthet Indi
sche Land wordt open en bloot, voor
vriend en vijand besproken en op de
groote gebreken, die er zijn met klem
gewezen maar ook, zoo van de Groene
Tafel als van de banken geeft men
middelen tot verbetering en herstel
aan.
Java en de Buitenzittingen enz. ze
deelen ruimschoots in de gunst van
onze Kamerleden,
Verblijdend, dat sinds Minister Iden-
burg het roer hanteerde, zoo eerlijk en
oprecht van alle zijden de zaken zijn
blootgelegd. Want geen genezing zon
der ziekteaanwijzing.
Moge dan Indië ook maar steeds
zich meer en meer mogen verheugen
in de verhoogde ambitie, die voor dat
Land geopenbaard wordt,
Want, waarlijk 't is broodnoodig.
De nood is hoog.
Meer waarborgen!
Van vrijzinnige zijde is den laatsten
zomer herhaaldelijk aangedrongen op
meer waarborgen voor de deugdelijk
heid van de Christelijke scholen.
Wel meer geld, maar dan ook
meer waarboren.
Nu zegt de Standaarddat het
waarlijk wel tijd wordt ook eens
te vragen naar meerdere waar
borgen voor de deugdelijkheid der
openbare School.
We moeten waar voor ons geld
hebben.
Drie millioen genieten de openbare
onderwijzers te Amsterdam jaarlijks
aan salaris.
Dat is de helft der plaatselijke be
lasting opbrengst.
Niettegenstaande die groote som
aan salarissen zijn de heeren-onder
wijzers er nog ontstemd.
Ontstemd, omdat boven hen een
Hoofdstaat.
Ze willen zelf weg eer en*de t-school'
vergaderingmoet er de zaken „uit
maken".
Geen dag gaat voorbij of het hoofd
der school wordt beleedigd.
Ten aanhoore van de schooljeugd
wordt hij y>op zijn nummer gezetn.
Nog onlangs werd er een klacht
over geuit op de hoofdenvergadering.
Nog krasser komt die klacht uit in
Het Nieuwe schoolblad van 4 Nov.
Daarin schrijft een hoofd der school
*De wijze waarop een nieuw be
noemd hooid door de onderwijzers
wordt ontvangen, is sors zoo erge-
lijk en onbeschoft en verregaand be-
leedigend. dat de burgerij vreemd zou
opkijken, als ze daar de bijzonder
heden eens van vernam.
Het komt voor, dat een pas be
noemd hoofd voor zijn in dienstreden
DOOR
L. VAN BERKEL.
(z) I.
Daar vond hij een jongen, die hem aan
bood, tegen vergoeding van twee kwartjes
zijn bagage te dragen.
3. Weet gij mij te zeggen, waar hier de
Pieter Vlamingstraat is vroeg onze boer.
Ja wel, mijnheerhier vlak bij, ant
woordde de knaap. Welk nommer
Baas Smit bleef staan als een paal.
Hij scheen een oogenblik na te denken.
Nadat hij zijn bril uit een zakje onder zijn
vest te voorschijn gehaald en op zijn neus
geplaatst had, zocht hij in de binnenzak van
zijn overjas naar een portefeuille, die hij altijd
bij zich had. Na deze geopend te hebben,
bekeek hij stuk voor stuk de papieren, die
er in zaten. Rekeningen, regu's, verschil
lende aanteekeningen enz. Eindelijk vond
hij twee brieven, saamgebonden door een
zwarte draad. De eene was met een be
vende, bijna onieesbare hand gekrabbeld
de andere was op rouwpapier geschreven.
Deze laatste doorliep hij vluchtigen na
ze vervolgens beide dichtgevouwen en weder
in de porteteuille geborgen te hebben, zei
hij tot den jongen, die hem met nieuws
gierigheid gadesloeg
^Numero s, jongetje. Maar
wacht eens, ik moet eerst hier of daar
logies zien te krijgen. Ik kan toch geen
bezoeken gaan afleggen zonder ergens mijn
bagage geborgen te hebben.
»Hier is nommer 5, en hier staan ook
juist kamers te huur,« antwoordde het
ventje, met een poging om te glimlachen.
De oude landbouwer wreef zich verge
noegd de handen.
2>Uitmuntend sprak hij binnensmonds
op die manier zal ik eerst hoogte kunnen
nemen hoe de zaken staan, zonder dat
iemand eenigen argwaan tegen mij heeft.
Nu zal ik spoedig weten, met wie ik te
doen heb.«
Hij belde aan. Een meisje van een jaar
of twaalf, dat er lief en netjes uitzag, deed
open. Zij zou er nog beter uitgezien heb
ben, als de frissche buitenlucht hare bleeke
wangen met een blosje had getint. Dit
was tenminste de opmerking, die mijnheer
Smit bij zichzelven maakte, terwijl de kleine
hem hare fraaiste buiging ten beste gat.
»Een kamer te huur, hier vroeg hij
op zijn gewonen, lakonieken toon.
»Ja wel, mijnheer
»Een kamer, die voor mij geschikt zou
wezen
»Ja, mijnheer, dat geloof ik wel.#
sis ze te zien
»Ja, mijnheer, moeder zal ze u wijzen.
Wilt u maar zoo goed zijn om binnen te
komen
Mijnheer Smit stak zijn hand in den zak
en wendde zich tot den jongen, die zijn
valies droeg.
sHier, deugniet,zij hij, 3.zet dat valies
nu maar hier neer. Ziedaar uw twee
kwartjes maar ik weet niet, hoe gij, stadslui,
u niet schaamt om een fatsoenlijk mensch
zoo te villen In mijn land zou een veel
grootere jongen dan gij zijt, niet meer ver
diend hebben, als hij een geheelen dag
gewerkt had. Trouwens, dat ver
wondert mij niets mijn opinie over Amster
dam staat al lang vastmen vindt slechts
schurken en domkoppen, Welwel,
dat is hier een aai dig trapje, heusch 1 Het
is er zoo donker als de nacht. Men zegt,
dat de landlieden naar de stad moeten
gaan om verlicht te worden abah 1 het is
een mooi licht, dat men er ons geeft
Het is niet anders Schurken en domkop
pen schurken om de domkoppen beet te
nemen, en domkoppen om door de schur
ken beetgenomen te worden!«
Terwijl onze buitenman op die wijze zijn
gemoed lucht gaf, volgde hij het meisje
een nauwe trap op, waar het werkelijk vrij
donker was.
Toen hij op de eerste verdieping geko
men was, bleef de grijsaard staan, terwijl
het kind een deur open deed.
En hier moeten ook wij een oogenblik
toeven, om den lezer in vertrouwen mede
te deelen, dat, om hem bekende redenen,
de heer Dirk Smit zijn waren naam op
het bordes achterliet, en de voor hem geo
pende kamer binnentrad onder den aange
nomen naam van ^mijnheer Struik((. En
zoo zullen ook wij hem dus tot nader
order blijven noemen.
II.
Een vrouw, niet jong meer en nog niet
oud, in tamelijk versleten rouwgewaad ge
kleed en met een weduwemuts op, groette
den vreemden heer beleefd en legde een
stuk fijn linnengoed neer, waaraan zij zat
te naaien. Een klein meisje, een jaar of
twee jonger dan het andere, waarmede wij
reeds kennis maakten, zat op "een krukje
bij hare moeder, en een kleine jongen, die
niet ouder dan zes jaar scheen, lag lang
uit voor het oude vuurscherm gerust te
slapen.
Het vertrek, blijkbaar de gewone ver
blijfplaats der familie, maakte een gunstigen
indruk door de uiterste netheid, die er
heerschtedoch de meubelen zagen er
maar schameltjes uit. Geen dezer bijzonder
heden ontsnapte.aan den nauwlettende blik
ken van mijnheer Struik.
»Zoo, zoo« zei hij bij zichzelf, vdat is
hier zoo wat armoe troef, of ik heb er
geen verstand meer van
Daarop vervolgde hij overluid
»Ik zou een gemeubileerde kamer willen
hebben hebt gij er zoo eene te huur,
juffrouw
»Ik heb een nette slaapkamer, mijnheer,
zei de weduwe; ik zal ze u laten zien.
Als gij er nog een zitkamer bij verlangt,
zou men u die hier beneden wel kunnen
verschaffen doch ik heb slechts de eerste
verdieping in gebruik.
«Laten we die kamer eens gaan zien ik
denk, dat ik er wel genoeg aan zal hebben.
Kunt ge mij ook in den kost nemen pj>
De weduwe staarde hem zeer ver
baasd aan.
»Om u de waarheid te zeggen, mijnheer,
antwoordde zij eenigszins verlegen, de lieden,
die gemeubileerde kamers verhuren, nemen
hunne huurders gewoonlijk niet in den
kost#
(Wordt vervolgdJ.