TWEE BLADEN.
Zaterdag 28 October 1005.
20ste Jaargang N°. 1080.
1 Antirevolutionair
voor lie Zuidhollaiidsclie ©n Keeuw§rhe
Orgaan
Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
%lle slukken voer «Ie Itedactle bestemd, Ad vertentiën en verdere Administratie franco toe te seisden aasi deai Uitgever.
Eerste Blad.
19de LIJST
Ble flsad-lLiberaleis.
in.
ROESTVLEKKEN
EEN M'll ll'BltEE li
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
ifzonderlijke nummers 5 Cent.
UJTGEYEB
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij heslaan.
I Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Dit nummer bestaat uit
van de 21e Jaar-Collecte voor de
Scholen met den Bijbel.
Transport f 64,154.62
Westeremden
Westerlee
Zuidbroek72,00—
Balk met Wijckel, Harich en
Buigahuizen144,13
Schar negotttum met Loenga,
Lutkewierum en Bien 141,60
IJsbrechtum met Tjalhuizum
Tirns en Boodhuis 8,50
Gees met Oosterhesselen en
Zwinderen (kerk) 26,55
Valthermond m. Odoorn G. K. 11 9,55—
Balkbrug (gem. Avereest) 11 32,00
Derenter met Colmschate 11 163,47£
Glanerbrug met Gronau V 53,40—
Wijhe (G. K. en giften) 11 44,15*
Gendringen 2/'2J~
Oosterbeek «.15,89 2
Yorden met Delden, Luide,
Mossel en Veldwijk 167,29
Harmeien met Gerverskop 79,56
Spakenburg (gem. Bunschoten)
(G. K.)48'50^
Wormer met Oost-Knollendam
en Jisp20,22^
Dubbeldam54,20—
Leerdam11 150,61
Ouderkerk a. d. IJsel (Kerken) 1/ 101,00
Botterdam I (Oud-Botterdam) u 2,227,94
Nieuwerkerk op Duireland 62,27
Vlissingen112,80
Wissekerke (N.B.) met Geers-
dijk (per lijst) 11 150,00—
Totaal van 475 Locale Comités 1 68,376,76^
Waar niets staat aangegeven is de collecte
aan de huizen gehouden.
Te Valthermond is voor ongeveer f 2000,
ingeteekend ten behoeve eener aldaar te
stichten Ohr. School.
Onder de Unie-Collecte te Deventer zijn
f 21,50 begrepen uit Colmschate.
Te Spakenburg is behalve de Unie-Collecte
in het afgeloopen jaar nog f 168,80 gecol
lecteerd.
Te Ouderkerk aan den IJsel bracht de Unie-
Collecte f 75,50 in de Herv. Kerk op, en in
de Geret. Kerk f 25,50.
De Unie-Collecte bedroeg te Botterdam I
aan voorgiften f 116,22 aan de huizen
f 1891,12-j en aan nagilten f 220,64^.
R. DERKSEN.
Secretaris der Unie.
Ze stonden voor de stembus, de
Oud-Liberalen, met een verleden,
waarin, getuige het Kabinet Borgesius
met zijn Oud-Liberalen Minister De
Beautort, onderteekenaar van het Ma
nifest, de vooruitstrevende idee ze had
meegelokt naar Leerplicht, en een
Ongevallenverzekering, die, ware het
groote amendement van Dr. Knyper
niet verschenen en hadde de Eerste
Kamer geen rem aangelegd, alle par
ticuliere verzekering had dood ge
maakt.
Een verleden, dat de Oud-Liberale
garde praetisch voerde in het gecon
centreerde leger naar de voorhoede;
bracht onder de aanvoering van zijn
meest geavanceerde bestanddeelen.
Zóó de stembus tegemoetmet een
vaag Manifestals een kleine groep;
onder invloed van de concentratie
ideemet mogelijk verlies indien men
niet gewillig volgde met Kuyperhaat.
En we kennen 't verloop.
De heeren Roël en Karnebeek staan
op den avond van 28 Juni op het
bordes en terwijl de Socialisten hun
vreugde uitschreeuwen en 't Jan Rap
zijn Kuyperhaat lucht, staan deze
Oud-Liberalen, zonder schaamteblos,
in te ademen de prikkelende geur der
overwinningskransen, hen door een
Oudegeest, den primus inter pares,
den spoorwegstaker in vol ornaat, aan
geboden.
De heeren Plate, Zimmerman, "Vis
ser, De Beaufort, allen Oud-Liberaal
staan te oreeren en verkondigen denk
beelden, in|de verkiezingsdagen, die
de vrees wettigden, dat de heeren
bezoldigde propagandisten der con
centratie waren.
't Was een en al vooruitstrevigheid,
wat de heeren in hun verkiezings
redenen deden hooren, ze waren zich
zelf niet meer.
Gebonden aan de concentratie met
handen en voeten, om des succes wil.
Vol liefde voor rose om een zetel.
Bij de stembus klonk het: onthou
ding ófeen Sociaal Democraat
eenige weken te voren Rechts of
onthouding.
Wat een snelle afloop der wateren
Wat een ommekeer vóór en bij de
herstemming
Toen kwam de overwinning52
tegen 48.
E11 na de victorie de Kabinetsfor
matie.
Maar nu volgde voor 't Oud-Libe-
ralisme hun 't kwaad op den voet.
Ze werden wat nuchter. Ze voelden
de macht der roode pontoniers, die
voor hen de brug naar de meerderheid
geslagen hadden. Ze deinsden terug.
En 'tadvies wordt gehoord: Geen
concentratie Kabinet, maar een Cabinet
d'affaires, waarin alle overwinnaars,
wie maar wil, zitting zullen hebben
Vrijz-Democraat, èn Unie Liberaal,
èn Oud Liberaal, en daarbij een Loeff,
een Idenburg, een Ellis, de gematig
den van 'toude Kabinet,
De Nieuwe Courant schreef dan ook,
toen 't Kabinet Lekend werd:
Tot niets nut, ja schadelijk zou het
echter zijn, niet ronduit te kennen te
geven, hoe wij denken over de poli
tieke beteekenis van de gevonden op -
lossing der crisis en de gedachte, die
daaraau ten grondslag ligt. Die ge
dachte is naar ons oordeel fou tief
Een Ministerie Borgesius hetzij die
O ad-Minister er al of niet deel van
uitmaakt is niet een logisch uit
vloeisel van de algemeene verkiezingen
van dezen zomer. Het mist niet slechts
een parlementaire meerderheid, maar
een electorale basis.
En 't vervolgde
Dat dus in een parlement zonder
meerderheid slechts een Ministerie vol
doenden steun zou vinden, hetwelk zijn
wortels sloeg in zoo vele der partij-
groepen, als daaraan houvast wilden
eu konden bieden en met een program
binnen de neutrale zone samenwerking
vroeg voor vruchtbaar vier-jarig werk.
De Nieuwe Courant was boos.
Nu ze nuchter was.
En ze roept snibbig
Als dr. Kuiper het straks, gelijk aan
zijn voorganger in 1897 komt vragen
hoe staat het met uw homogeniteit
dan zal het niet, gelijk toen mr. Pierson,
kunnen antwoorden wij zijn homogeen
in alle practische bedoelingen en voor
stellen, maar slechts kunnen stamelen
Borgesius.
Als de Sociaal-democraten bij elke
gelegenheid, dat er voor hen voordeel
te behalen is, sarrend komen in for-
meeren, hoe de Regeering een meer
derheid bijeen denkt te krijgen voor
bepaalde punten van haar program,
dan zal het eenige antwoord telkens
weer Borgesius 1 zijn.
Zoo het dezen behagen zal het hoofd
te schudden, davert het in den Minis
terraad.
De Kabinetscrisis was opgelost,
maar met tegenzin der Oud-Liberalen.
Er was geen Cabinet d'affairesgeen
neutrale zone geen Ellis of Idenburg
of Loetgeen Bastertgeenv. d. Vlucht
en Beaufort, maar een radicaal-minis
terie Borgesius met een Unieliberaal
Fock, een vrijzinnig democraat Van
Raalte, een zestal andere Ministers,
met onbekende kleur, maar in elk ge
val luisterend naar den naam van Bor
gesius
De Oud-Liberalen zaten verlegen.
Zonder hen, was over hen onderhan
deld en hun de eisch stilzwijgend
gesteld volgen volgen I op poene van
volkomen miskenning
Lees den klaagzang van 't Utrechts
Dagblad
Maar dat (nl. mr. Veegens, Minister)
doet tevens de vrees opkomen, dat
dwang, ambtenaarsbemoeiing en straf
vervolging er naar bekend recept sche
ring en inslag van zullen wezen, terwijl
wij wellicht niet zonder belangstelling
naar de hoogte van de bijdrage van
den Staat mogen uitzien.
't Was een sermoen, een preek na
kerktijd.
Wie ook mochten luisteren, de Con
centratiemannen niet
Totdat de Troonrede kwam, die
falikant deed uitkomen den enthousi-
astischen uitroep der Oud-Liberalen
het blanco-kierecht is van de baan.
Want die Rede stelde het Blanco
in uitzichten niet alleen dat, maar
een Grondwetsherziening, diedemoge
lijkheid opende tot verandering van
andere artikelen, op wier behoud de
Oud-Liberalen zeer zeker prijs stellen.
En nu staat 't Oude-Regime op zijn
achterste beenen.
Doch aver der Liberalen bepeinzin
gen over de Troonrede en hun actie
in de toekomst in een slotartikel.
Slot volgt.
Troonopvolging
De Kroonaangelegenheden zijn dezer
dagen bijzonder ter sprake.'
Tweede aanleiding was de begroo
ting', die f 190,000 vraagt als eersten
termijn van f 634,000 voor de Ko
ninklijke stallen.
Eerste aanleiding was het blanco-
kiesrechtartikel met de voorgenomen
Grondwetsherziening, idle meer veran
deren zal dan Art. 80.
Derde aanleiding is de meer en meer
onverschillige houding van vele Staats
burgers voor een monarchalen regee-
ringsvorm, en hun democratische
politiek, die naar de Republiek nood
zakelijk heenwijst.
Door deze drie omstandigheden,
zeiden we, worden de aangelegenheden
der Kroon druk besproken, en de
Troonopvolging voert reeds tot warme
polemiek.
Wie zal de opvolger zijn, als onze
Koningin 't hoofd neerlegt?
Nu reeds over een Republiek te
spreken, hoezeer wij erkennen met
door
L. VAN BERKEL.
Hoofdstuk I.
Men staat in een nauwere betrekking tot
elkandermen weent met de weenenden,
juicht met de blijden van hart, en de leuze
»Ieder voor zich en God voor onsallen«,
wordt niet gehuldigd.
Baatzucht, eigenbelang, eigenliefde breekt
een karakter af. Geen afschuwelijker vijand
dan het eigen-ik en hoe eerder dat eigen-
ik den nek omgedraaid wordt, hoe beter
het is. Maar alteveel denkt men in onze
dagen, dat het huis, dat men maatschappij
noemt, uit losse, geheel-op-zich-zelf staande
steenen bestaat. Men vergeet, dat die steenen
door cement verbonden moeten zijn en
de een den ander moet staande houden.
Sedert het verheffen van den storm
hebben de aan wal zijnde visschers hun
eigen staan- of zitplaats ingenomen. Er
zijn van die plekjes, waar men altijd het
zelfde groepje vindt. Hier en daar verza
melen zij zich in kleine troepjes, die met
angst en vreeze de lucht bezien. Leunende
met de breede schouders tegen den romp
van een op het strand liggende bom of
zittende op een stuk aangespoeld hout,
bespreken zij het lot van hen, die nog op
zee rondzwalken.
Met kennersblikken beschouwen zij thans
de pijlsnelvliegende wolken, terwijl hun den
adem bijna afgesneden wordt door den
bulderenden storm.
Dit alles deert hen niet.
Zij beschouwen den strijd der elementen
zonder ergernis. Ja, zij vinden het zelfs
noodig, dat die „vuile boel" er eens uit
komt. Jarenlange ondervinding, geeit hier
berusting en kalmte. Toch rijst bij elk der
zeelieden dan een weemoedige gedachte op,
uit diezelfde ondervinding geboren. Het
„wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe
dat ook aan een ander niet", verstaan en
passen zij aldus toe „Wat gij niet wilt,
dat u overkomt, wensch dat ook een ander
niet toe."
Geen storm, of er vallen slachtoffers.
Geen stormgeloei Of de zee eischt hare
offers.
Geen noodweer, of er zijn er, die om
komen.
En toch die zee is en blijft hun \\ef.
Wie zal het heden zijn
Deze sombere gedachte blijft hun het
geheele leven bij, soms in al haar vreese-
lijken omvang, dan meer naar den achter
grond gedrongen door gebeurtenissen, die
met het doodenrijk geen verwantschap
hebben. Bij stormweer echter komt altijd
dit denkbeeld bij hen op.
Zij worden er ouder meeraken er
mede vertrouwd.
„De mensch raakt met het gevaar ver
trouwd" geldt ook voor. Ze weten het
„er is slechts één schrede tusschen ons en
den dood". Geheele familiën worden door
dien strijd der elementen uitgeroeid.
In enkele huisgezinnen heeft men nooit
oudere visschers gekend dan even dertig
jaren.
Velen sterven op zeer jeugdigen leeftijd
en hun dood brengt rouw, droefheid, ellende,
armoede.
Vaders en broers treuren om hun gemis
moeders zijn voor haar leven geknaktzus
ters kunnen hen nooit vergeten. Maar toch,
die treurende vaders en broers wachten een
zelfde lotook zij loopen groot gevaar
hun graf in de golven te vinden.
Wie zal het heden zijn?
Naarmate de storm in hevigheid en hef
tigheid toeneemt, komt er in de troepjes
zeelieden meer beweging. Ze worden on
rustig als gevoelen zij nu reeds den ramp,
die Scheveningen wacht.
De stoere figuren met den zuidwester,
blauw- baaien hemden, roodachtige zee
laarzen, gelijken op elkander. Men zou ze
houden voor kinderen van één gezin
Uren achtereen kunnen zij stil en kalm
op hetzelfde plekje grond staan. Verwon
dering wekt dit niet, omdat de kleine en
beperkte ruimte van hun visschersschuit
eigenlijk hun wereld is.
Een kort eindje pijp, aan het mond einde
gewoonlijk met garen omwoeld, meestal
zwart gerookt, verschaft hun afleiding van
den morgen tot den avond. Velen ontzien
zich ook niet zoo'n klein half onsje tabak
te bergen in de mondholte tegen de rechter
wang. Hebben ze zwaar werk te verrichten
of moeten ze om het hardst kampen met
wind en golven, dan moet dat „pruimpje"
het ontgelden.
Een eenvoudig gesprek houdt de aan het
strand verzamelde zeelieden thans bezig.
In zeer eigenaardige zeemanstermen,
waaraan gloed noch kleur ontbreekt, hebben
zij uitgemaakt, dat schipper Toet, op de
thuisreis is.
Men weet dit met te meer zekerheid,
omdat door haar lange reis de montbe-
hoeften moetën verteerd zijn. Schippers
hebben die tijding uit zee meegebracht en
ze was bevestigd door schipper Ment, die
Toet gepraaid had met nog maar twee ton
water aan boord.
Schipper Ment was het vorig tij al aan
gekomen Toet moest dus dicht bij zijn,
want weggestormd of stuk geslagen kon
ze nog niet zijn, en de bemanning stond
bij langer uitblijven gebrek te wachten.
Wanneer hij thans voor den wal kpmt,
is het schip ongetwijleld verloren, wel is
het gevaar voor stranding bij een zuid
westen wind niet bijster groot, maar Toet
is er de man niet voor, om weer vol zee
te houden, als hij eenmaal land geroken
heeft.
„Wie vandaag voor den wal komt, is
voor de haaien", spreekt een flink, breed
geschouderd zeeman op muurvasten toon,
waarin de praktijk van het beroep door
straalt, „het is geen weer om te landen,
maar de lui van schipper Toet durven veel,
als het op huis aangaat", voegt hij er met
beteekenis bij, „als je zoolang water ge
snoven hebt, is de lucht van het land niet
onsmakelijk voor je gestel".
„Eu ik hoop van Toet geen touwtje te
kunnen zien", zegt een zeeman van mis
schien 19 jaar, met al den overmoed, dien
onbezorgden leeftijd eigen »als de wind
zoo blijft toenemen als het laatste halfuur,
dan loopt de schuit zelfs met een zuid
westen wind groot gevaar.
Jij kan het weten", zegt meesmuilend
een stokoude visscher, „maar in mijn tijd
wist ik mijn beurt van spreken toch beter".
„Jongens moesten alleen sprekeD, als hun
wat gevraagd werd", gaat de veteraan voort,
„iemand, die nog geen vrouw heeft, weet
niet wat het zeggen wil, thuis te komen".
(Wordt vervolgd.)