Zaterdag 14 October 1905. 20stc Jaargang N°. 1070. voor de ZuidlioIIandsclie Eilanden. BIJVOEGSEL BaEStiNVtiEKkES: A n tire vo lu Hon air Orgaan IN HOC SIGN O VINCES T, BOEKHOVEN. De zaak Toerink. Een knappe FEUILLETON. Eens spelers leven, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UJTöEYEK Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. Menstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ei Vrijdagmorgen 10 uur. ■Il!e si sikken voer «Ie Kledaciie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den SJit^ever. Bij dit nummer behoort een Twee JEdelgesteenlen. ILI. (Slot.) Wat is nu de toeleg van 't blanco artikel Na de historische toelichting, die we gegeven hebben, zal 'tzeker ieder duidelijk zijn, dat 't bedoelt om art. 80 der Grondwet en art 81 geheel te wijzigen. Art. 80 zal dus voortaan na de Herziening aldus worden ge lezenDe leclen der Tweede Kamer wor den rechtstreeks gekozen door de kiezers welke in de kieswet worden aangewezen. De kieswet moet dus beslissen of ook vrouwen zullen kiezenwelke kenteekenen van geschiktheid de kie zers moeten bezittenhoe oud ze moeten zijn; wanneer ze in de uit oefening van het kiesrecht worden geschorst, wat trouwens nu ook reeds volgens den Grondwetgever door de wet moet bepaald worden wie van het kiesrecht zijn uitgesloten. Al die bovengenoemde zaken liggen nu vast in art. 8(1, maar worden door het blancoartikel er uit gehaald, om dan naderhand beslist te worden in een Kieswet, die op de Grondwet herziening volgen moet. 01 met de wijziging van art. 80 der Grondwet niet nog andere kies rechtartikelen zullen veranderen, kan nog niet beoordeeld worden en staat ook niet direct met ons onderwerp in verband. Zeer vermoedelijk zal wel aan art. 81 gesnoeid worden, om in de toekomst evenredige vertegen woordiging te krijgenook aan art 84, ook aan art. 90 welke twee 'toog hebben op het Lidmaatschap voor Tweede en Eerste Kamer. Maar dit alles zal later wel blijken. Of ook niet veranderd zullen worden artt. over de erfopvolging en de souve reiniteit, wie zal het zeggenmaar met 't blancoartikel heeft het als zoo danig niets te maken. W t is nu de waarde, de beteekenis van het uit lichten der Grondwettelijke bepalin gen uit art. 80. Niets anders dan het streven naar Algemeen Kiesrecht. Nu moet men voorzichtig zijn en juist onderscheidenwant het gaat niet aan om ieder, die voor finale kiesrechtuitbreiding is en het woord algemeen kiesrecht in den mond neemt, daarom reeds te plaatsen op het revo lutionaire standpunt Er is een Algemeen Kiesrecht, dat de macht des volks bedoelten er is een Algemeen Kiesrecht, dat voort vloeit uit een rechtvaardigheidsstand punt. Zeer zekerin den principieelen zin des woords is Algemeen Kiesrecht een revolutionaire gedachteeen weg zetten der Koningin en een regeeren der volksmenigtemaar er wordt in onze dagen zoo vaak over dat alle- mans kiesrecht geschreven en ge sproken, dat eenige juiste onderschei ding wel noodig is, en daarom her halen we: het Algemeen Kiesr cht wordt begeerd door ons, antirevolu tionairen en dan bedoelen wede finale, de volkomen uitbreidingzoo ver mogelijk zóó, dat er in geen jaren meer over Grondwetsherziening be hoeft gesproken te worden zóó. dat elk jaar, na een locale volkstelling kan vastgesteld worden: zooveel kie zers zijn er in dat jaar op '15 Februari Dat Algemeen Kiesrecht is het H uismanskiesrecht. Er wordt ook gesproken van Alge meen Kiesrecht in den zin, zooals we datin 't Rapport der heeren de Kanter, Patijn en Hink vinden op bldz. 46, waar gezegd wordt»waar hier een »pleit gevoerd wordt voor de invoe- »rins van Algemeen Kiesrecht, steunt »dit allerminst op de stelling, dat het ^kiesrecht zou zijn te beschouwen als »een natuurrecht, aan het Staatsbur gerschap onafscheidenlijk verbonden. »Naar onze meening is de bevoegd sheid tot medespreken in 's Lands »zaken een recht, dat van overheids wege wordt verleend en wel in Vs Landsbelang. Hoever de wetgever sin dat opzicht moet gaan, hangt at >van volksaard en geschiedenis, van Hijd en omstandigheden. Voor Neder land, dat onder de moderne cultuur- staten eene, zij het besclieidene, toch ï>eervolle plaats blijft innemen, is het »ougenblik gekomen om aan al zijne »burgers het recht toe te kermen, »invioed te oefenen op de wetgeving »van den staat.« Maar ook bedoelt men met Alge meen Kiesrecht't democratisch volks- bestuur, waarin de Koningin niet invloed geeft, maar 't volk zeggenschap eischt over wet en bestuur. In dien zin genomen, en alzoo be doeld door Socialisten en Vrijzinnig- Democraten is 't Algemeen Kiesrecht dus een onteigening van koninklijke macht en gezag en een heerschen van dc Volksmacht. En om dat te verkrij gen wil men een Blancoartikel. Het Rlancoartikel is dus een begin van volksregeering voor degenen, die 't Algemeen Kiesrecht begeeren in den zin van 't volvoeren van den volkswil. Waar we vroeger reeds een reeks artikelen aan t kiesrecht gewijd heb ben en daarin ook uit de beginselen van 1789 hebben aangetoond, waartoe 'tAlgemien kundig leven keinsche staatsinstellingen, een on derstboven keeren der constitutie ten behoeve van de regeerende kiezers en geregeerde afgevaardigdenten koste van Troon, Souvereiniteit, Kerk en Altaar, daar achten we 't blanco een gevaarlijk middel, omdat 't Algemeen Kiesrecht in den revolutionairen zin zoo ge vaarlijk is. Nochtans, en dit is ons besluitzóó als het nu is, kan 't niet blijven. En de Anti-Rev. partij dient zeer ernstig en spoedig maatregelen te nemen om zich n de volle actie voor kiesrecht uitbreiding te werpen. moet, gaan we revolutionair alge- Kiesrecht voor 'tStaat- leiden er nu verder niet op in. Dat alleen nog. Het Blancoartikel is gevaarlijk; niet om hetgeen het in de Grondwet zet, maar juist om het geen er dan niet in komt. Is de Grondwet op het punt van kiesrecht li 'anco, dan krijgen we een Huismans kiesrecht ,of een meen kiesrecht. In aantal maakt het geen verschil, want er zijn een millioen huisvaders en door 't Algemeen Kiesrecht zullen er niet veel meer dan millioen komen, tenzij de vrouwen ook kiesgerechtigd worden wat echter in de eerste 20 jaren niet is te wachten, tenzij voor Gemeenteraden. Maar er is wel verschil van be doeling en toepassing. En aangezien het blanco bedoelt volgens de uiterste fraction der Libe ralen een gestadig toenemen der volks macht ten koste van de koninklijke machteen eigenen van de productie middelen, een dingen naar republi- De milicien Toerink is reeds weken gestorven; maar nog is er geen klaar heid in de bijna geheimzinnige weg voering van zijn ziekbed en nog weet niemand der Nederlandsche ouders, wier zonen aanstonds loten zullen en »weg« moeten, of ook hun kind zelfs bij longaandoening onder doodelijke omstandigheden niet uit de woning zal worden gehaald. Een mooi briefje heeft de Min. v. Oorlog gescheven, toen de jongen in 't hospitaal stierf, weggehaald uit 't ouderlijk huis, misschien op aandrin gen van een nu nog onbekenden of ficier van gezondheid. Maar we schreven het vroeger reeds: "Wat baat zulk een mooi briefje, dat er onoordeelkundig is gehandeld 't Is waardeloos. Het besluit, dat recht geeft tot weg haling uit 't gezin door een officier, moet gewijzigd worden. Het Ned. Volk moet weten, wie de schuldige is Het moet weten, onder welke Be sluiten en Voorschriften hun kinde ren levenweten, of er recht en hu maniteit voorzit bij de meerderen, dan wel een dienstklopper ij, die aan on zinnigheid grenst. Laat een der Kamerleden dan ook een vraag aan den minister richten en een degelijk onderzoek instellen, hoe de zaak staat en of absolute voor koming in de toekomst mogelijk is. Het vaderland te dienen is een eer; maar de legerautoriteiten moeten geen afkeer inboezemen door hun dwazen, ultra- militairen dienstijver, en de voorschriften moeten menschelijkzijn. En bovenaler zij recht om zulke onmenschelijke dienstkloppers uit 't leger te verwijderen desnoods Vader van Raalte was rijksadvocaat te Rotterdam. Maar vader werd Minister. En de betrekking van rijksadvocaat werd vacant. Vader ging aan 't zoeken naar knappe opvolgers; want een liberaal Minister benoemt alleen maar de meest knappen en de hoogst deskundigen. En vader zocht, zocht zeer kort, en vond zijn zoon het knapst van alle sollicitanten. Zóó kwam vadertjes betrekking van advocaat in handen van zijn zoon, den knappe, den bekwaamste van alle solliciteerenden. Rotterdams rechtbank mag met zulk een, zeer zeker onpartijdige benoeming van een zoon worden gelukgewenscht. Zoonlief is geborgen en verdient zijn broodje. Hier was, ieder voelt 't, de zoon de knapste, want een liberaal, al is hij vader, benoemt geen ander dan de meest bekwame. Gelukkige zoon mr, D. E. v. Raalte I Gelukkig, als een vader Minister is I it de g*er§. Onder de ÏO jaar. Al de verzekeringswetten zijn ingetrokken. Doch wat nu Er zal nu ouderdomsrente moeten komen reeds op 65 jarigen leeftijd. Dan zal de Rijksbijdrage van 6 millioen op 13 a 14 millioen moeten klimmen, en waar halen de heeren dit geld van daan Hel is zoo, er zijn ook andere middeltjes. Men kan de rente verlagen, men kan ook de premie verhoogen. Sluitend is de Eene Saksische dorpsvertelling. Naar het Hoogduitsch door L. VAN BERKEL. 10 Hoofdstuk VII. (Slot.) Het is onbegrijpelijk, dat een verstandige regeering deze soort van handel gedoogen kan Sommige provinciale besturen hebben er reeds krachtig hun stem tegen doen hooren. Dikwijls hebben die lieden niet eens het geld om hun koop te voldoen. Zij be talen een kleinigheid contantonder de oogen van den verbluften eigenaar brengen zij eerst uit de perceelen den koopprijs bijeen. Met hun kapitaal maken zij een Joodsche winst en pakken zich daarmede weg. Er zijn dorpen, die reeds geen groote nola belen, geen eigenlijken boer meer bezitten. Alles wordt met één paard ot met koeien bewerkt. Nog één geslacht verder, nog ééne deeling onder erven, #dan is er zelfs niet één meer, die een paard houden kan. Het kwaad, dat zulk een opkooperij ter plaatse met zich brengt, is een voorbode van het geen er later nog van te wachten is. Het geheele dorp liep te hoop. Vijf en twintig perceelen land waren aangeslagen en zouden aan den meestbiedende verkocht worden. De herberg was de verblijfplaats van den Jood en den Jodengenoot. Alle dagen stroomde het er uit en indorpsgenooten en vreemden ontmoeten daar elkander. Voortdurend was er verschil van meening. Ook lieden, die anders nauwelijks wisten, hoe het er in huis uitzag, wierpen thans een duit in 't zakje. 's Avonds bleef ergewoonlijk een troepje bij het kaartspel plakken. De Jood en de Jodengenoot spoorden daartoe het ijverigst aan. Wilhelm was er ook herhaaldelijk. Hij kocht twee stukken bouwland van het verdeelde goed voor zich. Dikwijls stond hij achter de stoelen en sloeg het spel gade, maar langen tijd roerde hij geen kaart aan, en alle aanzoeken sloeg hij van de hand. Op zekeren avond behoorde ook de secretaris van den landraad mede onder de achterblij venden. Hij had met de koopers een plan ontworptn over de verdeeling der hypotheken, die op het verkochte goed ge rust hadden. Na zijn arbeid zette hij zich eerst neder om te eten en te drinken, en stond daarna op om te spelen, evenals indertijd de kinderen Israëis, toen zij het gouden kalf dienden, (Ex 32 6). Hij noodigde Wilhelm uit om mee te spelen. Wilhelm had niet de kracht om den def- tigen heer, die het hoogste woord voerde, te wederstaan hij voldeed aan het verzoek. Sedert dien tijd speelde hij af en toe eens, maar niet hartstochtelijk. Toen zijne vrouw daar van hoorde en hem aan den grootur dag en zijne gelofte herinnerde, troostte hij haar »Dit is nu echter geheel iets anders over de jaren van dollen hartstocht jben ik heen. Een spelletje in eere zal niemand toch deren. Destijds kon ik het niet laten nu kan ik het doen en laten. Gij zult het' beleveni>ik ga van den winter niet weder over het veld<c. Dat gezegde was waar, maar in gansch anderen zin dan hij bedoelde. In den herfst hield de zaak in de her berg op De lieden, met wie Wilhelm ge woonlijk speelde, bleven weg en hij bleef cok weg. Doch een oom van hem, ook een molenaar, drie kwartier aan gene zijde der bergen, in Tiefeubriick, had wekelijks een gezelschap spelers aan huis. Daar stapte hij nu bijna elke week heen, maar hij kwam steeds precies op zijn tijd thuis. Doch bij die wandelingen woonde er geen vrede in zijn binnenste. Zijne verontschuldigingen drongen niet door tot den grond zijns harten. Ook tegenover zijn vrouw had hij daarbij geen goed geweten, veel minder tegenover ziju God. Zijn leven lang had hij Hem dank moeten offeren en zijn geloften betalen. Zijn leven lang had hij op zijn hoede moeten zijn en het spel schuwen. Want dat alles doet God twee- of driemaal aan een iegelijk, om zijne ziel te redden uit het verderf en hem te verlichten met het Licht des Levens, Op een schoonen Novemberdag, terstond na het middagmaal, begaf Wilhelm zich ook op weg naar Tiefeubriick. Het was een heerlijke wandeling. Van 2 tot 6 uur werd er gespeeld, Toen stond hij optegen 7 uur wilde hij thuis zijn. Toen hij boven kwam op de hoogvlakte, viel er een d kke mist, zooals in den. laten herfst niet onge woon is. Hij kwam tot voor het dorp en zag reeds beneden zich de lichten in de huizen branden. Maar zij schenen zoo groot, zoo dof en onbestemd als de maan, wan neer zij haar licht door de regenachtige lucht moet heen werken. Bijna vlak voor de hoogte, die beneden naar het derp loopt, gingen twee wegen uit elkander, de eene rechts de andere links De eerste liep tamelijk steil op een kersenboogaard bij het dorp uit. Die aan de linkerzijde leidde naar een gipsgroeve. Men had in de verloopen herftstdagen de aard laag boven het gips afgegraven en hel uitgegravene op dezen weg uitgespreid daardoor was hij nog ge baand. Sedert vier weken had men geregeld de groote stukken met buskruit laten sprin gen, en de groeve was 45 voet diep. Als Wilhelm anders in gewone avonden aan den scheidsweg gekomen was, had hij een veiligen wegwijzer gehad. Vader Helfrichs huis lag vlak onder den kersenboogaard. Op het licht van dit huis was hij afgegaan. Doch het huis stond thans ledig. Er was in den herfst voor de groote hofstede zon der akker geen kooper te vinden geweest. Zijn wegwijzer faalde alzoo de overige lichten echter hadden iets onzekers. Wil helm kon omtrent geen van allen beoor- deelen uit welk huis hij kwam. Toch liep hij met vasten tred door. De lichtglans in de verte verduisterde even wel den weg vlak voor hem nog meer ook bleven zijne oogen meer op het licht dan op den weg gevestigd. Daar viel hij plotseling door één misstap in de gipsgroeve beneden hem. In het huisje, dat dicht bij de groeve s'ond, hoorde men den slag. Men dacht echter, dat door het springen een stuk aarde was losgeraakt en -dit nu naar beneden gevallen was. Zijne vrouw wachtte op hem maar had thans ten opzichte vau zijn gedrag veel meer vertrouwen dati in vroeger tijd. Om negen uur zag zij nog eens naar de lucht het was mooi weer geworden en de sterren stonden aan den hemel. Toen begat zij zich ter ruste. Zij vermoedde niet, dat haar man reeds een anderen slaap sliep. Toen zij vroegtijdig wakker werd en hem niet thuis vond, zond zij ijlings een bood schap naar zijn oom in Tiefenbiick. Eer daarop echter antwoord kwam, was hij reeds gevonden door de gipswerkers, die aan den arbeid wilden gaan. Daar lag hij midden onder de losgesprongen steenen, op zijn rug, met opengespercLn mond, de borst van angst opengereten en een groote plas geronnen bloed naast hem Er rustte geen vrede op dat gelaat, geen schijn of schaduw van een gebed de handen waren niet gevouwen. De dood had hem van de speeltafel weg gehaald God behoede ieder voor zulk een einde! Vreeselijk is het te vallen in de han den van een rechtvaardig God. Zooals de boom valt, blijl hij liggen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 1