Zaterdag 7 October 1905
20ste Jaargang 1074.
Antirevolutionair 'f Orgaan
voor «Ie Mmdhollandselie en USeenwsclte Hilanden,
BUV0£GSEL
IN HOC SIGNO VINCES
FEÏÏILL1T0
Eens spelers leven.
T. BOEKHO VEN.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. j
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
i
UITGEVER
MPM MSËËj &T# EJSi
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/é maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan,
i Adverfentiën worden ingewacht tot DinscLg- et Vrijdagmorgen 10 uur.
ütükhen voor «Ie Medactie bestemd, Ad verte salie* si en verdere Administratie franco toe te zen tien aas? den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
13de LIJST
van de 27e Jaar-Collect3 voor de
Scholen met den Bijhei
Transport t 35,073,95
Bedil m met Onderdendam 450,10
Bhflo met Eenrum, Rasquert,
Saaxumliuizen en Tinallinge 168,90
Middelstum met Westerwijd-
werd, Stitswerd, Kantens,
Huizinge en Rottum 464,25
Beriikum met Aojuni en Wier 238,05 -
Boxem met Blissum, Jellum
en Deinum157,25
Duurswoude met Wijnjeterp
en Bakkeveen56,88
Gauw met Guënga, Sybranda-
buren, Otfingawier, Ter Zool
Deerzum, Poppingavier,
Rauwerd en Irusum. li 188,11%
De Lemmer met Eollega cn
Eestergali 126,35J
Dievern 45,00
Ruinerwold met Dijkhuizen,
Weerwille, Haakswold, Rui
nen en Ansen (G. K.) li 26,32
Haaksbergen fG. K.) ii 10.52
Zwolle met Zwollerkerspel n 316,09
Brumnien met Hall, Leeuvren-
heim, Corlenoever, Oeken,
Rienderen, Tonden, Voorts-
landen en Empen 145,81%
Hien met Doodevvaard u 376,55
Westbroek met Aolittienboven 68 70-^
BergsehenhoeSu 123,28
Briellc met Briels-Nieuwland n 45,63
Dordrecht met de Mijl 622,18
HeinenoordmetGoedschalxoord// 155,63
Maasland ir 330,35
Oudewater met l'apekop, Die-
merbroek, de Vliet Rosen-
daal, Hoenkoop, Hekendorp
en Snelrewaard u 187,25
Brouwershaven (G. K.i ii 26,00
Heinkenszand mei 's Heer
Arendskerkeu 130,00-
Hoek bij Terneuzen u 132,Oif
Seharenuijk en Eikerzee il 38,20
Totaal van 325 Locale Comités t' 39,704,10^
Waar niets slaat aangegeven is de collecte
aan de huizen gehouden.
De Unie-Collecte bedroeg te Gauw f28,
te Goënga f 30,87-j, te Offingewier f 11,10,
le öyjrandaburen en Ter Zool f 47,80 en te
Rau.werd, Deerzum n Poppengawier f71,
Vermoedelijk wegens de vriendelijke
waarschuwing van de Verceniging «Volks
onderwijs// aan de tegenstanders van de School
met den Bijbel te Dordrecht, om niet g e-
d achteloos te geven en hunne dienst
boden te veruieden aan de Unie-Collecte te
geven, heeft de Unie-Collecte dit jaar f 171,75 J
meer opgebracht dan liet vorige jaar. Wij
IVUlllIVll i'WIUlUl '>vu 1/ r
niet dankbaar genoeg zijn voor bet doel
treffend strooibiljet.
R. DERKSEM,
Secretaris der. Unie.
Twee Edelgesteenten,
lil.
De kieswet van Houten baarde 't
blancoartikel, zeiden we. Nu moet
men dat niet misverstaan. De heer
Roodhuizen, de man der fantazieen,
of te wei praatjesverkooper over of
ficieren en gedoopte kinderen de heer#
Roodhuizen, de clown of grappenma
ker der Liberale Vergaderingen heeft
het artikel genoemd de Schoonste uit
vinding dezer eeuw, maar dat was een
ui van hem, want hij weet, dat reeds
jaren lang over dat Blanco gesproken
en geschreven is,
li ij bedoelde echter, dat in den be
nauwden en bijna hopeloozen strijd,
dien de Liberale Unie op 21 Jan. van
dit jaar aanvaardde, dat Blancoding
de mooiste leuze was tot vereenigiug
van allerlei liberale groepen en frac
ties
in 1897 itad de heer van Houten
ook een prachtige uitvinding gedaan
de leuze anticlericaal en anti-protec
tionistisch, pakte het volk in, en liet
ministerie Borgesius kwam aan't be
wind.
Nu had de lieer Roodhuizen als
Secretaris der Unie opgemerkl, en
hij was meer op de hoogte dan toen
hij van de gedoopte kinderen van den
Vlissingschen officier sprak, dat van
1897 tot 1905 net antipapisme niet
meer zoo pakte als in de jaren daar
voor. De leuze gnti-clericaal en a'nii-
pro'ectionist durfde hij met zijn strijd-
genooten niet aanheffen, omdat een
aantal dier mannen voor zulk een
»clericalenhaat« weinig of niets ge
voelden en 't Ministerie Kuyper juist
ontstaan kon, omdat 't Nederlandsche
volk van dat gedoe over Roomsche
brandstapels en schavotten de ma$g
vol had. Zoo'n leuze kon dus op 21
Jan 1905 geen opgeld doen en om
nu toch alle liberalen zooveel moge
lijk te lokken, moest er wat anders
op verzonnen worden. En wat men
nu op den voorgrond schoof tot ral-
liement, tot vereeniging was het reeds
jaren lang bekende en gewenschte
Blancoartikel.
Het was dus niet de mooiste uit
vinding der eeuw, omdat't Blancoding
zooveel voortreffelijks heeft en een
derland of een politieke wedergeboor
te zal doen slagen, och neen maar
omdat men op 21 Jan. geen heter
kans zag om alle vooruitstrevende Li
beralen onder één hoed te vangen
dan juist door dat Blancoartikel naar
voren te brengen. Zoö iets zou en
moest tot eenheid dwingen. Laten
we kort de oude geschiedenis van 't
»Blanco« herhalen en gaan daarom
een dertig jaren terug.
In het jaar 1879 werd door minis
ter Kappeijnne, den hekenden Scherpe
Resolutieman een schets van Grond
wetsherziening gegeven, waarin ten
aanzien van het kiesrecht voorgesteld
werd de bepaling der vereischten daar
voor aan den gewonen wetgever over
te laten
Voorzoover ons bekend was dat jaar
het geboortejaar van 't Blaucourtikel
Bij Koninklijke boodschap van 18
Maart 1885 werd er weerover Grond
wetsherziening een wetsvoorstel in
gediend, en ook over 't kiesrecht be
slist, maar in het voorloopig Verslag
van de Tweede Kamer drongen vele
leden er op aan, dat zoo min mogelijk
in de Grondwet bepalingen zouden
staan, die den gewonen kieswetgever
zouden binden en er wérd deze op
merking bijgevoegd: De ondervinding
heeft geleerd, hoeveel moeilijkheden
al te beperkende Grondwetsbepalingen
omtrent het kiesrecht voor een Wet
gever kunnen opleveren« Reeds een
jaar te voren was door den heer Van
Houten in denzelfden geest gesproken,
ti en hij bij brief van 29 Aug. 1884
een ontwerp indiende betreffende her
ziening der Grondwet en deze voor
dracht ook dit voorschrift behelsde
>>De bepaling, wie kiezers zijn en de
regeling van alles wat verder tot het
kiesrecht en zijne uitoefening betrek
king heeft, hebben plaats bij de kies
wet.
Dat daartegen zou geageerd worden
was verklaarbaar, en in de Kamer
was er een groote meerderheid, die
naast en met de regeering beweerde,
dat de hoofdbeginselen, waaronderen
waardoor men kiesgerechtigd werd,
we! zeer zeker in de Grondwet zouden
moeten staan, en juist niet in een
gewone kieswet. De Grondwet mocht
niet zwijgen, waar het de uitoefening
van een zoo gewichtig staatkundig
recht des burgers geldt, de regeling
zijner bevoegdheid om het meest in
vloedrijk deel der Volksvertegenwoor-
JEene Saksische dorpsvertelling.
Naar het Hoogduitsch
dook
L VAN BKKKKL.
g Hoofdstuk "V.
Die speelhel was voor hem en menigen
medespeler een plaats geworden, waar
vurige kolen brandden. De geest van den
eenarmigen majoor was daar aan 't spoken,
en zij vonden hel er niet pluis. Ach,
mochten eens ettelijke legioenen van zulke
brave soldatengeesten al onze dorpsher
bergen en stadskoffiehuizen overstroomen,
dat de stamgasten begonnen te huiveren,
als zij zich nederzetten wildenMaar iu
plaats van in de drakenkroeg, werd nu
hier, dan daar in de huizen o, hoe
jammer van het schoone woord, in de
Apostolische geschiedenis worden er heel
andere dingen van verteld en in
andere herbergen gespeeld. Na jaar en dag
was het weer precies hetzelfde leven als
vroeger. De vrede zwaluwen, die aan zijn
huis genesteld hadden, waren weggevlogen
de hemelsche bloemen, die ook voor hem
reeds knopjes schenen te dragen, waren
verschrompelt en verwelkt, en kwamen niet
tot bloei.
Wanneer de onreine geest van een
meusch uitgevaren is, zoo gaat hij door
dorre plaatsen, zoekende rusten die niet
vindende, zegt hij ik wil wederkeeren in
mijn huis, waar ik uitgegaan ben. Dan
gaat hij heen en neemt met zich zeven
andere geesten, boozer dan hij zelfs is,
en ingegaan zijnde, wonen zij aldaaren
het laatste van dien mensch wordt erger
dan zijn eerste.
Hoofdstuk VI.
Doch de Wachter Israels slaapt en
sluimert niet. Hij roept met zijn machtige
stem tot eiken verdoolde. Zou Hij niet
nog een kreet hebben, om den armen
Wilhelm op zijn heiligen weg terug te
brengen? Zijne stem verbrijzelt de Cederen
van den Libanonzou zij dan ook niet
dat trotsche en waanwijze ding, het hart
kunnen treffen? O ja, zij kan het zelfs
vermorzelen, als ook de laatste poging tot
genezing mislukt is 1
redeneerden deze anti blanco mannen
werd deze organisatie aan de wisse
lende inzichten van den Wetgever
overgelaten, wat moest dan toch wel
in de Grondwet geschreven worden
Men beweerde, dat de Grondwet te
waken had tegen een uitbreiding van
het kiesrecht, voorzoover het algemeen
welzijn er schade onder lijden zou.
Op 11 Mei 188G werd de Tweede
Kamer ontbonden en op '23 Juli werd
in 't adres van antwoord op de Troon
rede met 45 tegen 80 stemmen
deze clausule opgenomen »naar de
overtuiging der Kamer zal 's Lands
belang het best gediend worden, wan
neer aan den gewonen Wetgever bij
de toekomstige regeling van het on
derwerp een groote mate van vrijheid
wordt toegekendToen reeds kwam
de wil van Mr. Borgesius boven en
wat we daaromtrent lazen was dit
«Uit de verdediging der paragraaf,
door het lid der Commissie van Re
dactie, den heer Goeman Borgesius
gegeven, bleek, dat de liberale meer
derheid afkeerig was van opneming
in de Grondwet, niet slechts van het
huurwaardestelsel, zelfs al werd dit
meer elastisch gemaakt, maar van ieder
kiessysteem, welk ook. Zij wenschte, dat
in de Grondwet in het geheel geen
keuze van kiesstelsel zou worden ge
daan, in het geheel geene eischen voor
politieke geschiktheid zouden worden
neergelegd.
Minister Heemskerk verklaarde ech
ter geen samenwerking te wenschen,
als de Kamer bedoelde om den gewo
nen Wetgever volkomen vrijheid te
geven, hetgeen in zich sluit, dat de
bevoegdheid voor hem bestaat om het
kiesrecht algemeen te maken
Minister Heemskerk zag dus in het
zoeken en drijven naar een blanco
artikel niets anders dan het jagen
naar algemeen kiesrecht; en tegen
stander daarvan, zijn dan ook hij de
Grondwetsherziening van '87 in de
Grondwet vastgelegd de bekende
eischen van kiesrechtbevoegdheid om
schreven in art. 80.
En thans is niemand kiezer dan
onder de toelating van dat Grondwets
artikel.
Na '87, en dus op dert bodem van
art. 80 is gegroeid de kieswet |Van
Houten. Maar na de lange rust van
18 jaren is juist door de gebreken
van die wet weer een verlangen wak
ker geroepen naar een blanco artikel,
centratieprogram is uiting gegeven,
Slot volgt.)
Storm op til.
Het gaat goed zoo.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Unie-iiberalén en Vrijzinnig-demo
craten rnet Socialisten willen in de
radicaal-socialistische lijn onze wet
geving drijven en voortstuwen.
De Oud-Liberalen moeten maar mee,
zoo klonk bij de stembus 't parool
en ze zullen graag mee gaan, want
anders verliezen ze allen invloed op
de volksmassa".
Maar dat heslissen over de Oud
liberalen, dat van hen eischen om door
dik en dun radicaal* te zijn, mislukt,
en hiermee komt de radicale rekening
nu ook falikant uit.
Er is storm op til; want de Oud-
liberalen weigeren pertinent om door
dik en dun met de Algemeene Kies
rechters mee te gaan
slippendragers te wezen van den heer
Meesters en geestverwanten ze willen
van zulk een bloc niets weten»
liet gaat goed zoo. De Oud-Libe
ralen moeten met ons pal staan tegen
't aanslaand drijven van die al te
vooruitstrevende heeren, gehukt als
ze gaan of liever vergezelscha.pt ais
ze worden door Troelstra, Tak, Van
Kol en medestanders.
Er moet tegen dat radicale drijven
een krachtige actie gesteld worden,
kerngezonde reactie een neerleggen
van struikelblokken, een spannen van
touwen, opdat de al te driftige scha
ren wat intoomen.
Er is storm op til.
En we hooren den wimpel dreigend
klapperen.
En wij zijn rustig te midden der
baren.
Lil de Pers.
Verzoening.
De roomsch-katholieke Maisbode
zegt eens kort en krachtig hoe zij
over de liberale verzoening politiek«
denkt z gt t)e Rot'erd.' Zij schrijft:
In een der volgende winters was Wilhelm
uitgegaan. Laat in den nacht, bij een door
dringende koude en bewolkten hemel, kwam
hij terug. Zijn pad leidde hem langs een
diepen, hollen weg. Hij stapte mis en viel
naar beneden, wel juist iu een kuil,
die door het water uitgedroogd, maar thans
droog was. Hij had geen letsel bekomen.
Toen hij uit zijn verdooving ontwaakte,
zocht hij naar een uitwegmaar aan de
linker- en de rechterzijde, van voren en
van achteren, liep het steil, ja bijna lood
recht iu de hoogte. Er was geen uitgang
te vinden.
Wat al gedachten doorkruisten toen zijn
brein Met de gebalde vuist sloeg hij zich
voor 't voorhoofd. »Dat vervloekte spel
jammerde hij daar in de diepte »o, God
wat brengt het dan voor vreugde en zegen
en ik loop het na Ik kon thuis wel genoe
gen hebben en nu lig ik hier in de diepte
geen mensch ziet en hoort mij. Nog twee
uur en ik ben ellendig bevroren vrouw, en
kinderen blijven als weduwe en weezen zit
ten. Als het iemand in zijn beroep over
komt, dan weet hij, waarvoor hij sterft, en
de zijnen moeten zich troosten ik sterf in
dienst va u mijn lusten. Ha, onchristen,
braven vader, die ik ben Daarop luisterde
hij weder of er niemand den weg langs
kwam als de wind door de spleten huilde,
dacht hij, dat het menschenstemmen waren.
Hij schreeuwde luidkeels zoo hard hij kou,
maar niemand antwoordde, niet eens de
echo, want hij lag in de diepte. Nadat
alle hoop op menschenhulp de bodem inge
slagen was, riep hij, als eenmaal Jona uit
den buik van den visch, uit zijne diepte tot
den Helper daarboven, en legde voor Hem
de plechtige gelofte af, dat hij nimmer weder
zou spelen, als Hij hem nog slechts ditmaal
uit de kaken des doods wilde redden. Ter
wijl hij nog riep, joeg de wind de wolken
haastig door het luchtruimhaar dichte
sluier scheuide, en de vriendelijke maansik
kel wierp haar schijnsel omlaag in zijne
groeve. Bij dat licht zag hij ongeveer op
manshoogte een spleet in den rotswand.
Gezwind stak hij zijn stok in den grond,
trok zich met moeite in de hoogte, trad op
de kruk en drong zich met het bovenlichaam
in de spleet. Vandaar werkte hij zich verder
door. Met Gods hulp kwam hij gelukkig
er uit en veilig thuis. O, mijn lezer, er kwam
nu weder een lieflijke plaats in de woestijn
zijns levens, weder een Elim me.fpalmboomen
en waterfonteinen. En toch, ja, toch had na
twee jaren de speelduivel hem weder over
wonnen. Ik wil u niet verder door de verzoe
kingen en doolpaden heenleiden, waarop de
vorst dezer wereld hem voerde. Dit kan ik
u echter wel zeggen, dat zijne vrouw niet
onuitsprekelijke getrouwheid volharden bleef.
Ja, toen hij weder dikwijls uitging en meestal
laai in den nacht thuiskwam, vatte zij het
voornemen op, nooit eerder naar bed te
gaan dan als hij thuis was. Daar zat zij dan
heel de lange winteravonden, breide, spon
en naaide, las en bad. Menige parel uit
haar oogen is in de steken der kous mede
ingebreid, in de draden mede ingesponnen.
Ais hij dan klopte, wischte zij snel hare
oógen, deed hem open en was vriendelijk,
zooals cene Christelijke huisvrouw jegens
haar man behoort te wezen. Niet zelden
vroeg hij »Maar vrouw, waarom zijt ge
nu nog op Wilhelm, ik ben opgeble
ven, opdat ge niet zoolang zoudt behoeven
tè kloppen misschien hebt ge ook nog
het een of ander noodig, waschwater of
zoo iels,« was haar antwoord. Dan sloeg
hij de oogen neder en zei haar goeden
nacht. Zij hoopte altijd nog, dat zij in de
kracht des Heeren door liefde en trouw
de overwinning behalen zou.
Wordt veivolgd,