i's chines TWEE BUOEW, s. Ef. Zaterdag 80 September 1905. 20ste Jaargang N°. 1073. sm$ m i-3 m o m o Antirevolutionair Orgaan voor lie Zuidliollandsclie en Zeeuwüehe Eilanden* HA AG. MBERT EER, a,t 217, IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. HOMMELSnrJH. Eerste Blad. ROEST^NVLEKKEM FEUILLETON. Eens spelers leven. 1 Vrnr. verloting 30,— Alle stukken voor cSe Medacfie bestemd, Advertentiëis en verdere Administratie franeo toe te ®esit!en aan den Uitgever. Dit nummer bestaat uit erste prijzen. motor is voor water oppom- 50 M- 1800. 2,50 M. 2150. 2.50 M 2900. machine heeft rijk verhoogde. ;is en franco bij t verder alle 31,65 62,41 14,17 recteur. andelsinerk Ballegooij Eesteren. vac Gurp. r. lein. ostonVrugge see. lak. tij Lage pi-ijzen. 7 „Prins Hen- iblik. Medemblik, Eo!. ekeurd bij Konin- en ingericht naar inister van Finan- aris der Koningin ekking geschiedt mblik gevestigden et paard en ïuing. :hapen, Huishou- lke allen op den ber a.s. ter bezich- oten 10000.50 cent ken niet mede. AN, Hoofd-depot- bekende agenten e en Goedereede. 91 Reg. Vox en, als boven- ziek oi cijferak- en Conditiën. >lenstraat II. dkoopste terdain )PPENBURG- Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UJTGEYER Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan. 1 Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. 11de L1J§T van de 27e Jaar-Collecte voor de Scholen met den Bijbel. Transport f 27,976,381 Bierum110,00 Enumatil met Letlelbert, Oost- wold en den Horn 266,95 Haren (Gr.) met Eelde (Dr.) en Noorddijk 146,95 Burum met Pieterzij], Warf- stermolen, de Kolk, Visvliet en de Leegte ii 144,50 Joure met, Broek, Snikzwaag, Westermeer, Oosterhaula, Gorngarijp, Akmarijp, Ter Kaple, ged. Tjonger en ged.St. Jobannesga v 215,501 Oosthen met Ab'eega en Eolsgure// 100,461 Blokzijlii 42,003 Stad Vollenhove u 41,26 i Dieren met Laag Soeren en Spankerenu 73,96 Renkum met Heelsum en Door- werthil 151,80 Polsbroekli 68,85 Nederhorst den Berg met An keveen 84,45 Alkmaar met Ileilo, Bergen en Oudorpn 194,80- Spaarndani6,50 Winkel met Kolhorn, Nieuwe Niedorp, Oude Niedorp en Verlaat (giften) 10,00 Bolnes100,00 Oudshoorn met Ridderbuurt 183,76 Woubrugge met Rijnsaterwoude// 91,05-| Aardenburg met Ede en St. Kruis 18,66 Arnemuiden met Kleverskerke li 29,28| lerseke met lersekendam u 71,22 Zonnemaire (G. K.) 20,00 Helmond met Nuenen n 15,80 Sleeuwijku 86,40 Tilburg (G. K.) 15,50 Totaal van 275 Locale Comité's f 30,265,11| Waar niets staat aangegeven is de collecte aan de huizen gehouden. De Unie-collecte bedroeg te Arnemuiden f 19,37en te Kleverskerke f 9,91. Wij herinneren onze correspondenten zeer vriendelijk aan de na giften. R. DERKSEN, Secretaris der Unie. Twee iSdeSgestecuteia. i. Het is aan politici van Nederland, de liberale politici nl. gelukt in het delven naar edelgesteenten van soci alen glans en waarde twee schatten te vinden, die al heel wat monden en pennen hebben in beweging gebracht. De eene wordt genoemdHet men- schelijk volmaakte en de andere heet De schoonste uitvinding dezer eeuw. Het was de heer Van Houten, die den eersten steen; de Liberale Unie, welke den tweeden vond, en beide onder zoekers of schatgravers haastten zich de schoonste namen, naar Indiaansch spraakgebruik, aan hun edel bezit toe te kennen. De heer Van Houten, over tuigd van de onnoemelijke waarde, verzekerde zijn steen in 't Staatsblad, en de Liberale Unie tuurt reeds overal heen of er niet een of meer Maat schappijen zijn, die tegen een behoor lijke premie 't kunstgewrocht willen aanvaarden. In de Bladen en door 't Volk wor den de producten ook wel Kieswet en Blanco-artikel genoemd, doch het Volk is niet zoo'n kenner van kunst stukken of natuurproducten, anders noemden zij ze ook Het menschelijk volmaakte en ook De schoonste uit vinding dezer eeuw maar nu, onbe kend met de sociale schittering, die er van uitgaat, noemen ze die dingen alleen maar en dan heel schamper Van Houtens kieswetnet of het maar zoo'n snoeperij was als Van Houtens Cacaoof ze spreken en dan lachen ze eens, van 't Blancoding. Laten we ons oordeel er ook over uitspreken. De kieswet Van Houten is onbarm hartig. Waarom toch laat de Wetgever een huwelijk op 18 jarigen leeftijd toe en waarom krijgt zulk een vader pas na zeven jaar zijn kiesrecht. Als hij 'tdan nog krijgt. Is 't onderhouden van vrouw en kinderen dan geen waarborg genoeg, dat zoo'n man zijn belangen en die des Volks door j't Stembiljet richtig en zeer goed zal bevorderen. Ge verwart de terreinen, voegt men ons toe. Een huwelijk kan niet ver geleken worden met een kiesrecht kwestie. Dat antwoord zou juist zijn, als het niet onjuist was. De Wetgever heeft in 't Burgerlijk Wetboek, art. 86 bepaald, dat een jongman, den vollen ouderdom van achttien en eene jonge dochter den vollen ouderdom van zestien jaren niet bereikt heb bende, geen huwelijk mogen aangaan. Waaruit dus volgt, dat de Wetgever ingrijpt in het sociale leven van een jong mensch, hem dwingt tot beper king; maar ook hem volle vrijheid schenkt, hem mondig, niet politiek, maar sociaal mondig verklaart om voor zich, zijn vrouw en kinderen, zijn Land en Volk nuttig te kunnen zijn; in elk geval niet te zijn een struikel blok en lastpost voor Staat en Ge meente. De Wetgever moge ook op zedelijke gronden een leeftijd van 18 jaar gerechtvaardigd hebben geacht, dit sluit niet uit, dat ze de verant woordelijkheid draagt van het sociaal gevolg, die uit zulk een jong huwelijk voortspruit. Lees artikel 362 van het zelfde Burgerlijk Wetboek. Er staatDe vader heeft gedurende het huwelijk, het bewind over de goederen aan zijn minderjarige kin deren toehehoorende. Lees art 363 De vader, als bewind voerder over de goederen van zijne kinderen, is verantwoordelijkzoo voor den eigendom als voor de vruchten van zoodanige goederen, waarvan hij het genot niet heeft. Zoo'n groote verantwoordelijkheid ligt nu op een jongman van zegge, 19 jaar, dus na één jaar huwelijks leven, stel dat zijn echtgenoote dan sterft en goederen nalaat. Zonder te spotten of ook maar eenige spotternij te bedoelen weten we, dat de verantwoordelijkheid bij de arbeiders en honderden burgers zeer gering is, omdat ze geen bijzonder eigendom hunner kinderen »te ver antwoorden® hebben. Goud en gelden, land en huizen en erflatingen, kost bare boeken, oude oorkonden van waarde en schilderstukken van be- teekenis zijn onder de »goederen van zijne kind erenniet veel te vinden. Maar de Wetgever heeft toch in elk geval dien vader tot verantwoordelijk beheerder aangesteld, en zoodra zijn vrouw »het hoofd neerlegt® en de kinderen erfgenaam zijn geworden van hun kindsgedeelte, staat de vader van 19 jaar voor den aardschen rech ter naar wet en voorschrift schuldig, zoodra hij geen behoorlijke rekening en verantwoording doen kan. Laat staan nog, wat ook kan voor komen, dat de kantonrechter verplicht is volgens art. 413 zoo'n jongmensch voogd te maken over andere minder jarige kinderen. Verder zullen we hier niet op in gaanmaar vast staat in elk geval, dat de sociale verantwoordelijkheid van een jongeman ad 18 jaar zeer groot is. Hij moet zijn kinderen opvoe den een gewichtig staatsbelang, niet waar Hij moet zijn gezin voor armoe bewarenook een gewichtig Staats- en Gemeentebelang. Hij wordt be heerder met verantwoordelijkheid van allerlei goederen en bezittingen en staat elk oogenblik door allerlei koop manschap, handel en bedrijf aanspra kelijk voor zijne verbintenissen met anderen. En zulk een man is nu, bezien bij den glans van 'tEdelgesteente»Het menschelijk volmaakte«, nog 7 jaar te jong om een stembiljet in de bus te steken, waarop de candidaat zijner keuze staat. Of is bedoeld, dat 25 jaar het jaar der mannelijke bezonnenheid islaat het zijn, maar dan ontneme men het stembiljet als de mannelijke ingezon kenheid begint. Laat men dan kiezer zijn van zijn 25ste tot zijn 70e jaar; want immers, ieder weet, dat op dien leeftijd het meeleven in den staat, bij eiken grijsaard, op hooge uitzondering nu, begint te tanen. Dan komt er een gevoelloosheid, een klimmende belangeloosheid in de dingen van Staats- en Gemeenteleven de »fut« gaat er uit en men stemt nog, omdat men kiezer is maar de stembusagen ten kunnen getuigen, hoe de wagens en automobielen bij zulke ouden van dagen moeten ratelen en hulpdiensten bewijzen. Doch, hoe dit zij »De menschelijk volmaakte« is op dit punt van jdeef- tijdcc zeer onvolmaakt en zeer half slachtig. (Wordt vervolgd.) Eene Saksische dorpsvertelling. Naar het Hoogduitsch door L VAN BERKEL. 6 Hoofdstuk IV. Maar die zorg was overbodig. Wilhelm was even slim als de anderen en wist zijn kans goed waar te nemenDat was het begin. Maar daar bleef het niet bij Hij ging er aanvankelijk eens in de week heen, daarna twee maal en later al meer en meer. Toen hem zijn eerste zoontje geboren werd, moest hij uit de Drakenkroeg naar huis geroepen worden. Voor dit kind koos hij de peten nog uit de familiebetrekkingen van hem en zijne vrouw. Toen het tweede geboren werd, nam hij daarvoor reeds zijn spelbroeders te baat. Nadat de heilige doopsbediening afgeloopen was, zetten zij zich neder en speelden tot diep in den nacht. In Wilhelms huis woonden jam mer en verdriet. Andreas hield het toezicht over de zaak, maar hij deed het met een gebroken hart. Op al zijn verzoeken en hartelijke toespraken tot Wilhelm ontving hij ruwe antwoorden. Er bleef voor hem niets anders meer over dan dagelijks zijn voorbede voor hem op te zenden tot Dien, die zich door geeno ruwe woorden laat afschrikken, en die, als het noodig is, nog sterker worden kan dan alle ruwe woorden. De vrouw droeg haar kruis met stille onderwerpiug. Met hare bekommernissen ging zij tot den Heere. Zij betoonde jegens haar man een bescheidenheid en vriende lijkheid, zooals alleen kan bestaan in zulke zielen, die in Christus tot zijne zachtmoe digheid en hartelijken eenvoud zijn weder geboren. Dikwijls genoeg kon ze echter haar smart slechts met moeite bedwingen. Als een der bespotte vijf kapittels of een van de drie artikelen in den molen kwam, zag zij hen zóó roerend aan, dat haar blik duidelijk zeide »Ik wenschte, flat hier zes hoofdstukken of vier artikelen waren Bij hare kindertjes vervulde zij eene treurige, christelijke moedertaak. Ofschoon de vader zich om hen zoo weinig bekommerde, zeide zij hun toch geen naam zoo dikwijls voor als den zijnen het was het eerste woord, dat zij stamelen leerden. Zij had nog altijd hoop, dat de kinderen het hart huns vaders tot zijn God en zijn huis zouden helpen bekeeren. Bij den vadernaam kwam spoe dig de Naam van Hem, die ons meer be mind heeft dan vader en moederdie, al "vergat een moeder ook haar zuigeling, dat zij zich niet ontfermde over haar eigen kind, toch u niet vergeten zal. Op zekeren dag kwam Andreas met een slechte tijding: j>Vrouw, ik houd het hier niet meer uit, ik ga heen. Zooveel als ik noodig heb om mijn oud lichaam nog een paar jaar te kleeden, heb ik overgespaard en begraven zullen ze mij ook kunnen. Ik wil bij een anderen molenaar mijn dagelijksch brood gaan verdienenhier breekt mij het hart.« Zij liet hem echter niet los »Gij moogt niet heen gaan, Andreasmet u gaat de goede geest uit den molengij zijt de vraagbaak van het geheele dorp, gij alleen houdt de klandisie nog bij elkaar, en gij zijt bij dat alles ook mijn troost en hulp. Als de kleinzoon niet aannemen wil, wat gij den grootvader schuldig- zijt, mis schien nemen de achterkleinzoons het aan. Jülijf, Andreas, en laat ons met elkaar aanhouden in het gebed voor man en kinderenAndreas zweeg stil en bleef. Dag aan dag echter beden zij beiden uit den grond van hun hart, dat die God, in wiens hand de harten der menschen zijn, Wilhelm terug voeren mocht van den afgrond waarvoor hij stond En die het oor geplant heeft, zou die zelf niet hooren Hij hoortHij is de God, die het gebed verhoort, tot wien alle vleesch komt. Door het klapperen van den molen heen hoorde Hij ook daar het smeeken der arme vrouw en het roepen van den trouwen knecht. Het zal zoo ongeveer in het vijfde jaar van zijn huwelijk geweest zijn, dat Wilhelm zich op een prachtigen Zondagmiddag in de maand Mei opmaakte om naar de Dra kenkroeg te gaan. Juist toen men de kick voor de middagkerk luidde, stapte hij den berg op. De klokfcetonen kwamen tot hem, alsof ze hem bij zijn rokspanden hadden willen grijpen. De kleine klok, die het gelui begon, riepswaar wilt ge heen waar wilt ge heen?« De middelste s>Keer om, keer omEn eindelijk de groote: »Toom en straf! Toorn en strafDoch, mijn lezer, wij zullen hem laten gaan hij zal van daag zijn predikatie niet ontloopen. Men was spoedig voltallig en het spelen ging er op los. Er behoort waarlijk moed toe, om bij zulk lente weder een ganschen lieven Zondagmiddag te verspelenMaat s-trots Sabbathdag en Klokketoon, trots vooglenzang en lenteschoon,<r werd er druk geklaverd en geaast. Wilhelm had geluk hij had de tegenpartij reeds een aardig stapeltje geeltjes afgewonnen en ze voor zich op de tafel gezet. Het zullen er onge veer zeven geweest zijn. Daar werd plotseling luide en aanhou dend op de kamerdeur geklopt. De waard deed open. V. Er trad een groot, sterk, breed „ge schouderd man in majoorsuniform de kamer binnen. Dwars over zijn gelaat, van het linkeroog naar den rechter mondhoek, liep een breede naad, als dwarsbalk op een adellijk wapen. De linkerroksmouw hing ledig bij zijn zijde neder. Met twee armen was hij tegen Bonaparte uitgetrokken, met één was hij terug gekomen. Op zijn gelaat rustte een schoone, mannelijke ernst, op zijn borst het ijzeren kruis en nog een andere orde. »Be?te vriend,begon hij tot den waard, »ik heb mijn rijtuig hier bescheiden, maar ik zal nog wel een uurtje moeten wachten en daarom zoolang bij uwe gasten zitten,? De. spelers waren niet op hun gemak, en er ontstond een poos stilte Wilhelm had een prachtig spel in de hand, maar legde toch de kaarten neder. De majoor richtte nu de vraag tot h^n >Wel, lieve vrienden, ik zal onder u wel menigen ouden krijgsmakker hebben, niet waar Wie is mede geweest Er meldden zich verscheidenen aan, onder anderen al dadelijk zijn tafelbuur, een muzikant. Nu begon hij verder te vragen »Wat is uw heetste dag geweest sprak hij, zich tot den muzikant wendend. »Die bij Mont- mirail. Ik stond bij de voorhoede, die half op de plaats bleet. Wij waren omsin geld. Onze wakkere eerste' luitenant, een Sileziër, zag niet eerder af van de poging om er zich doorheen te slaan, dan toen hij een eerlijken soldatendood vond. Wordt veivolgd. i <1 v.(-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 1