f3
ME
m
mil
oïïde am
A dvertentiê
611
M. P. KOSTEN,
ffl
Vuil.
Een merkwaardige circulaire.
Haat tegen de Christelijke Kerk.
ENUELAND.
RUSLAND.
RUSLAND en JAPAN.
I&sgime keuze
Lage prijzen.
---RIJTUIGMAKER---
Vraagt de
WESTNIEUWLAND No. 10.
RENTE VAN GELDEN DEPOSITO
ambtenaars. Dat niet ieder van die
mannen daar lust in had, blijkt uit
de »NederJander« van 8 Dec. 190
waarin een deel van een opstel voor
komt dat mr. Graat' van Limburg
Stir urn wijdt aan wijlen mr. Quarles
van Ulïord, ambtenaar aan het minis
terie van binnenlandsche zaken.
De heer Quarles van Ullord kreeg
over die aller vreemdsoortige en zeer
onhebbelijke wijze van regeeren, door
de Pers, twist met hem en daarover
handelt onderstaand citaat
De verwijdering is waarschijnlijk
langzamerhand ontslaan, zooals 't wel
meer in de verhoudingen des levens
voorkomt. Intusschen meen ik te mo
gen zeggen, dat een opdracht van
Thorbecke niet vreemd is geweest aan
het ontstaan van het geschil. Die op
dracht bestond in mirabile dictu
de verdediging van Thorbecke's denk
beelden, wetsvoorstellen en plannen
anoniem aan dagbladen ingezonden.
Zoo had hij de sterk aangevalleu «ar
menwet* in ingezonden stukken in de
»Nieuwe Rolterdamsche Courante te
verdedigen.
Dit pleiten voor Thorbecke's re-
geeringsbeleid, aanvankelijk zonder
veel animo ondernomen, schijnt hem
later toch te hebben tegengestaan.
Dit althans is de indruk, dien men
uit zijn nagelalen papieren ontvangt.
In den beginne ging het nogv.ik
beschouwde schrijft hij s>dïa
artikelen in zekeren zin niet als mijn
prive-werk, maar als een deel van het
geheime kabinetswerk, ook omdat ik
soms moest verdedigen wat tegen mijne
overtuiging streed.
Maar op den duur ging het toch
niet. Reeds a propos van de »armen-
wet* ontstond eenige wrijving. Zie
hier wat Quarles er van zegt
»Toen Thorbecke mij had opge
dragen zijne zoo sterk aangevallen
armenwet te verdedigen, had ik hem
dadelijk gezegd te vreezen, dat die
verdediging wel wat zwak zou zijn,
daar ik gaarne erkende er te veel
overhelling tot Staatszorg in te vinden,
wat tegen mijne oeconomische over
tuiging streed«. Ook schijnt hem ge
hinderd te hebben, dat Thorbecke
zoo goed als geen notitie van zijne
artikelen nam dit blijkt uit het vroeger
aangehaalde manuscript
Maar vooral had Quarles er be
zwaar in, artikelen in bedoelden geest
nl. ter verdediging van Thorbec
ke's politiek te schrijven voor het
iZondagsblad*. De redenen dezer an
tipathie vind ik niet aangegeven in
de »Schets« deelt Quarles enkel me
de, dat hij Thoibccke ^eerbiedig te
kennen [gaf] dat [hij] niet met de
redactie van dat blad in aanraking
verlangde te komen.Toch schreef
hij eenige artikelen voor dat blad,
over alles en nog wat2). Klaarblij
kelijk was Thorbecke's stijfhoofdigheid
grooter dan de zijne.
Een enkele maal intusschen verzet
Quarles zich. Hij had nl. in de
^Nieuwe Rotterdamsche Courant* van
17 Juli 1850 eene beoordeeling
gegeven van »Het Koloniaal monopo
liestelsel*, door D. C. Steyn Parve,
Thorbecke was daarover allesbehalve
gesticht. Maar Quarles, daarover on
derhouden antwoordde 3>dat hij voor
zich koloniale zaken als neutraal ge
bied meende te mogen beschouwen,
waarover hem het schrijven vrijstond.*
Ik heb bij deze qnaestie een 00 gen-
blik stilgestaan, niet alleen tot ver
klaring van de kentering in de mee
ning van den »Thorbeckiaan< Quarles
maar ook omdat het mij ni.et onbe
langrijk voorkwam op eenige tot nu
toe aan het publiek onbekende eigen
aardigheden van den liberalen minis
ter Thorbecke de aandacht te vesti
gen. Zelfs de meest »reactionnaire«
minister zou er op dit oogenblik niet
aan denken de »openbare meening*
door ambtenaren van zijn ministerie
te laten >bewerken«.
De »Nederlander« voegde er aan
toe
Dit zijn inderdaad merkwaardige
mededeelingen. Thorbecke zal, ver
moeden wij, op dit punt wel niet ge
heel alleen gestaan hebben. En zoo
zou men tot de conclusie komen, dat
wij op dit punt althans zijn vooruit
gegaan.
Wanneer thans een enkele maal
journalistieke verdediging van minis-
terrieele »denkbee!den, wetsvoorstellen
en plannenrechtstreeks van een de
partement uitgaat, dan geschiedt dit
althans in een stijl dien ieder herkennen
kan. Niet langer wordt het publiek
zand in de oogen gestrooid, door 't
officieus en gedwongen schrijven van
een ambtenaar voor het objectief en
onbevangen oordeel van een oudsider
te doen doorgaan. Het wijsf, dunkt
ons, op geen zeer hoog peil van de
politiek, dat tot een dergelijke bij-den-
neus-nemerij zelfs door een man als
Thorbecke de toevlucht is genomen
En wij vragen 't Zal nu toch niet
zoo gaan
El
RWIJD
ERT
WESTENVLEKKEI!
Hij oppert zelfs den twijfel of Thorbecke ze
wel ooit alle gelezen heeft. De eenige satisfactie,
die ik er van had" vervolgt Quarles „was
dat Groen van Prinsteren in „de Nederlander"
zei, dat die artikelen in de „Nieuwe Rotterdamsche
Courant" de beste waren, die voor de wet waren
geschreven."
Bedoelde serie van ingezonden stukken ver
scheen in de „Nieuwe Rotterdamsche Courant"
van 19, 22, 23 en 30 Juni, en van 2, 14, 15, 20
en 21 Juli van 1852.
'-) O.a.Over de benoeming van burgemeesters
ten plattelande; over het hernieuwd uitstel van
de bijeenkomst der Staten-Generaalover het
afnemen van examens door de geneeskundige
Commissie.
Uil de iPes-s.
Onder dit opschrift lezen we in de
Rijnbode volgend ingezonden stuk
In de Zondagsschool, onder redactie
van Ds. J. P. Tazelaar te Weesp lezen
wij onder bovenstaand opschrift het vol
gende
In een der lokalen van eene openbare
school werd geregeld zondagsschool ge
houden. Nu gebeurde het wel eens, dat
er een tekstkaartje op de bank bleef
liggen of op den vloer viel, en niet
opgeraapt werd. Hiertegen teekende de
Volksschool van 18 April die, evenals
haar naamgenoot in deze streken, waakt
voor de openbare school, protest aan
als tegen een zeer gevaarlijk misdrijf.
Zeggende, dat zulke dingen volstrekt
niet meer mogen plaats hebben, geeft
de redactie aldus nadere verklaring van
haar misnoegen
>Wij zouden tegenover de ouders
onzer kinderen niet verantwoord zijn,
indien wij 'tniet trachten te verhinderen,
dat de jonge zieltjes werden bespat met
vuil. dat reeds in den kinderlijken leeftijd
de reinheid bederft.*
Is het niet ontzettend, de heilige waar
heden Gods vuil te noemen, waarmede
de »jonge zieltjes worden bespat*?
Dat vuil was o. m. een tekstkaartje
waarop Jeremia 7 9 stond afgedrukt.
Dat is nu de hooggeroemde verdraag
zaamheid en neutraliteid der vrijzinnigen.
Het Woord Gods, dat ons heilig en
dierbaar is boven alles, krijten ze uit als
vuil. Is dat nu het eerbiedigen van au-
derer overtuiging
De geest der omwenteling, die alles
onderst boven keert wordt hier wel dui
delijk openbaar.
Het Woord des Heeren, dat volmaakt
rechtvaardig is, wordt voor vuil gehou
den en de kinderen, van welke Gods
Woord ons leert, dat ze in zonde en
ongerechtigheid ontvangen en geboren
en daarom der verdoemenis in Adam
deelachtig zijn, worden rein genoemd.
Is het niet stoutweg gezegd in een
schimpvers door de vijanden, naar het
schoone lied van Da Costa Werd
daarin niet uitgeroepen, dat het j-zwart
volk van Nederland* de »reine ziel van
het kind* niet zal hebben
Ziedaar de schrikkelijkheid van het
ongeloofhet is de waarheid Gods
onderst boven gekeerd, de pyramide gezet
op haar spits,
De Bijbel zegt, dat de ziel van het
kind onrein en bezoedeld is door de
erfzonde en dat het Woord Gods heilig
en heerlijk is.
Vlak daartegenover nu verklaren de
mannen des ongeloofs de ziel van het
kind is rein en vuil is wat het Woord
van God zegt.
Waar gaan wij heen
Op de Zondagsschool wordt de jeugd
bespat met vuil. Zoo oordeelen ten
minste de vrijzinnigen. Wie eerbiedig
tuigt voor Gods Woord en den arbeid
der Zondagsschool liefheeft, zal aan dit
schrikkelijk oordeel eenen krachtigen
prikkel ontleenen, om met steeds harte
lijker toewijding daarin te volharden.
Want de beteekenis van eene zaak wordt
dikwijls het best gekend aan de vinnigheid,
waarmede zij wordt bestreden.
Doch het is ontegensprekelijk, dat hij
wel vuil moet zijn. die op zoo vuile
wijze zijne tegenstanders te lijf gaat. En
is in het vrijzinnig kamp niet van dag
tot dag de vervulling gezien ran wat
de Heere zegt in Zijn Woord: »Die
vuil is, dat hij nog vuiler worde*?
Het Centrum schrijft
Er komt ons een merkwaardig stuk
in handen, een zeer merkwaardig stuk.
Het is getcekend door Oudegeest
en van den Berg en gericht aan
't personeel der spoorwegen.
Het is in den toon.
Er wordt in gesproken van schan
delijke rechtsverkrachting en woordbreuk
der regeering*, van den »knoetregeerder,
die zijn looden hand op het spoorweg
personeel liet rusten*, en verder met
eenige zelfvoldoening van »wij«.
Dit woord, door ons gecursiveerd, is
in het stuk hier en'daar vet gedrukt.
>Wij zijn doorgegaan op den vroe
ger ingeslagen wegwij hebben hier
en daar wat verbeterd gekregen wij
hebben regeering en directies wat opge
jaagd, hadden wij dat niet gedaan,
er kon thans nog geen sprake zijn
van dc kleine verbeteringen welke zijn
aangebrachtwij hebben de spoor
wegmannen doen verdedigen voor de
rechtbanken en wij hebben zelf hen
verdedigd tegenover spoorwegdirecties
en regeering.
Wij hebben dag in dag uil voort-
geageerd en gepropageerd, tot we
thans weer een fhuk aantal mannen
om de aloude en roemrijke vaan der
Nederlandsche Vereenigiug van Spoor-
en Tramwegpersoneel hebben veree-
nigd.
Terwijl gij in wanhoop neerzat,
waakten en werkten wij, afwachtende
den tijd dat ook gij weer de vroegere
veerkracht zoudt verkrijgen.
Want wij wis'en dat die tijd komen
moestwij wisten dat eenmaal Kuyper
vallen moest en dat gij daarop wachttet.
H ij hebben ons geleed gemaakt voor
dien tijd, om U dan te ontvangen.
Welnu, Kuyper is gevallen.
We hebben thans een Ministerie
van vooruitstrevende liberale richting
waarin o. a. de Voorzitter der Enquête
commissie, Mr. V e e g e n s, zitting
heeft.
Binnenkort komt dus de tijd om
aan te dringen op werkelijke verbete
ringen.
En dat kunnen we dan doen zonder
eenige vrees, zonder eenig gevaar,
want de Spoorweg-directies weten dat
ze bij zulk een Ministerie niet zulk
gewillig oor zullen vinden als vroeger.*
De >Knoetregeerder< is weg, de
stakingstyrannen hebben weer vrij spel.
En dat kunnen ze dan doen zonder
vreeszonder eenig gevaar.
»Na den val van Kuyper is een
belangrijk aantal leden weer toege
treden, doch het is lang niet genoeg.
Honderden moeten weer tot de
organisatie komen, om den strijd voor
recht en brood te voeren dc propa
ganda moet weer van mond tot mond,
van station tot station gaan, opdat
spoedig in zijn kracht sta, de Neder
landsche Vereeniging van Spoor- en
Tramwegpersoneel
Zóó wil Oudegeest.
Wat in 1903 mislukte, moet opnieuw
worden beproefd.
En nu kan het veilig worden gewaagd.
Ze weten wel hoe de huidige regeering
op het kussen kwam.
En als hun machtige arm het wil, staat
heel het raderwerk der vrijzinnige meer
derheid stil.
Bij de eerste verkiezingen reeds, over
weinige weken.
De Stichtsche Courant schrijft
De Hervormde predikant Bahler,
die gelijk bekend is, openlijk er voor
uitkwam, dat hij een Boeddhist is, en
dat in zijn oog de heidensche leer van
Boeddha veel hooger staat dan het
Christendom, was dientengevolge door
het Provinciaal Kerkbestuur van Fries
land voor onbepaalden tijd in zijn be
diening geschorst.
Nog al logisch, zou men zoo zeggen.
Hoe kan een Boeddhist tegelijk een
Christen, en nog wel predikant bij een
Christelijke kerk zijn
Intusschen is genoemde predikant in
hooger beroep gegaan bij de Synodus
Contracta. En zie, deze heeft hem
vrijgesproken, omdat wat men hem
ten laste legt, naar het heet, geen
overtreding is »in kerkrechtelijken
zin*.
Men zou zoo zeggenals dat zoo
is, dan deugt uw kerkrecht ntet.
Hierop wilden we echter niet wijzen.
De kerkelijke bladen zullen er genoeg
over schrijven en tot ons terrein be
hoort het niet.
Waarop we echter wilden wijzen is
op de houding van de liberale en
socialistische pers ten opzichte van
deze zaak. Deze pers neemt het voor
den Boeddhistischen predikant* en
in 't algemeen voor de leervrijheid op.
Ook Het Vofk bijv. Dit blad noemt
wat de Orthodoxen bezielt ketter-
jachïa.
Zoo ziet men, hoe de •«■antithese*
in alles doorwerkt. Al wat in Kerk en
Staat vijandig staat tegenover den
Christus, steunt elkaar en openbaart
zijn haat tegen de Christelijke Kerk.
Want dat is wat hier werkt.
Van elke gewone vereeniging wordt
het volkomen billijk geoordeeld, dat
zij maatregelen neemt om zich zelve
te blijven en haar karakter te bewa e 1
Maar de Christelijke Kerk mag dat
niet doen. Die moet toelaten dat on
geloof en heidendom in haar eigen
boezem voortwoekeren en haar mach
teloos maken.
Niemand zal het een vereeniging
tegen drankmisbruik euvel duiden
dat zij tappers uit haar midden weert.
Ieder vindt het billijk, wanneer een
kiesvereeniging ledeD royeert, die haar
beginselen en haar streven openlijk
bestrijden
Een vereeniging die dit niet deed,
zou haar karakter verliezen. Na afloop
van eenige jaren zou dan de vereeni.
ging tegen drankmisbruik misschien
een vereeniging tot bevordering van
den drankhandel zijn geworden. En
een liberale kiesvereeniging kon op
die wijs wel een Christelijke-Histo-
rische worden.
Maar liet recht dat elke gewone
vereeniging heeft, dat heeft, volgens
de liberale en socialistische pers, de
Christelijke Kerk niet. Die Kerk moet
het stilzwijgend gedoogen, dat ook
zelfs het Boeddhisme in haar midden
wordt gepropageerd
Dat is de haat, de gloeiende haat
van Liberalisme en Socialisms tegen
de Kerk van Christus.
Liefst zou men die Kerk van de
aarde zien verdwijnen. Dan was men
ineens klaar.
Maar aangezien dit niet gaat, zoo
maakt men de Kerk machteloos door
de leervrijheid, om langs dien weg
hetzelfde einddoel te bereiken.
Het aftreden van Lord Curzon. De onder
koning van Britsch-Indië, Lord Curzon,
gi.at heen en zal worden opgevolgd door
Lord Minto, voormalig gouverneur van
Canada. Aan de juistheid van dit bericht
schijnt niet te kunnen worden getwijfeld
Balfour heeft den Koning in kennis gesteld
van liet feit, dat Curzon ontslag heeft ge
nomen en vei moedelijk zijn noch door
den Koning, noch door den eerste-minister
serieuze pogingen in het werk gesteld om
Curzons diensten voor den iaude te be
houden.
De quaestie is, dat Curzon zooals
dit met onderkoningen meer pleegt te ge
schieden allengs te groot was geworden
om te passen in den regeeringszetel, waarin
hij zich geplaatst zag.
Er wordt, natuurlijk, door alle groote
persorganen in den breede gesproken over
de instelling van een Volksvertegenwoor
diging en de wijze van haar verkiezing.
Over den indruk, dieti de afkondiging
van de wet heeft gemaakt, wordt aan de
//Temps// uit Petersburg het volgende be
richt
'/Geen enkele vlag waait iu de stralen.
De menigte vormt geen groepen. Het
publiek toont volstrekt geen opwinding,
nadat 't het keizerlijke manifest heeft ge
lezen. Het gaat onverschillig zijn weg of
toont teekenen van teleurstelling, want
het verwachtte eene politieke amnestie.
Wat dit punt betreft, zeide een regeerings-
j.ersoon Vrijdag //Wij zullen niet zoo
onvoorzichtig zijn, omstreeks 10.OUD poli
tieke tegenstandeis te bevrijden, die wij
met heelwat moeite hebben gepakt en die
ongetwijfeld den strijd tegen ons weder
zouden beginnen'/
Had dus de bevolking van Rusland
of van zijne groote steden, wat nog al
verschil maakthet manifest Zaterdag
zeer koeltjes opgenomen. Zondag had er
de niet minder kalme afkondiging in de
Russische kerken van plaats. In alle
kerken werd het manifest tijdens den dienst
afgelezen en in de grootste stilte aange
hoord.
De //National Zeitung// schrijft, dat de
proclamatie onverwacht vroeg kwam men
had haar eerst tegen den middag verwacht.
De lagere klassen, zegt het blad verder,
toonden zicli onverschilligin clubs en
restaurants daarentegen werd het manifest
levendig besproken. In de ambtenaarswereld
heerschte vrees, dat de nieuw verworven
rechten de bevoking Daar het hoofd zouden
stijgen. De liberalen vinden over 't alge
meen het manifest onvoldoende, terwijl de
radicalen het grootendeels verwerpen. De
conservatieven achten natuurlijk de gedane
concessies weer veel te groot.
Nog zoo kwaad niet, dat de regeering
het houdt met den gulden midden-weg
Ruslands bevolking staat nog pas aan het
begin van haar politieke opvoeding.
Van de bladen is wel de //Nowoje
Vreinija» het meest enthousiast. Zij schrijft:
//Rusland is een nieuwe periode van zijn
bestaan ingegaan. Het is hier niet de
plaats, noch de tijd, om de groote her
vorming in bijzonderheden te ontleden.
Het is voldoende te weten, dat thans het
gelieele volk zal kunnen deelnemen aan
het groote staatswerk. De muur is gevallen
die sedert eeuwen den Tsaar van het volk
en het volk van den Tsaar scheidde. De
volksstem en de volksmeening hebben een
vrjj- n uitweg gekregen naar den Tsaar,
en de keizerlijke wil zal tot welzijn van
het volk in deze meening en in deze
stem van het land een nieuwen vasten
steun vinden//.
IJe
Tijd gewonnen veel gewonnen, zegt het
spreekwoord. En zoo, omdat het anders
spaak zou loopen, is de beslissing op het
stuk der vredesonderhandelingen Dinsdag
uitgesteld.
Als reden van de verdaging der confe
rentie wordt opgegeven, dat de protocollen
niet gereed waren. Maar dat is natuurlijk
een voorwendsel.
De ware reden van de verdaging is, naar
uit Portsmouth gemeld wordt, deze, dat de
heer Witte nog definitieve lastgevingen uit
Petersburg afwacht. Er zijn sterke aanwij
zingen dat de Japanners zich bereid zullen
verklaren, af te zien van de eischen in de
artikelen tien en elf gesteld (dus die betref
fende de overgave der geïnterneerde schepen
en de beperking der Russische zeemacht
in het Verre Oosten), maar men meent
dat zij niets zullen toegeven op de artikelen
vijl en negen (betreffende den afstand van
Sach.ilin en de betaling van een vergoeding
der oorlogskosten).
Dat ziet er dus slecht uit voor een
schikking van beide partijen.
Ook uit Petersburg wordt gemeld, dat
de Russische regeering overtuigd is dat
geen vrede mogelijk isweshalve zij zich
al voorbereidt tol voorzetting van den oorlog
tot het uiterste ook al moest die nog twee
jaar duren en beide partijen totaal uitputten.
Onder geen vorm wil zij van schadevergoe
ding aan Japan weten. Japan weet thans
dat wij van meening zijn zoo sprak
een Russisch Minister dat het milliard
roebels nuttiger kan worden besteed om den
o 4.
oorlog voort te zetten, dan om vrede te
sluiten. Het finantieele vraagstuk Iaat ons
koud Rusland zal wel geld vinden.
Terwijl de Russen de Japansche strijd
macht op 600 000 man schatten, is het
legerbestuur te Tokio alweer een stap verder
gegaan, en het telegram van onzen gewoon
lijk zeer goed ingelicliten correspondent te
Tokio, behelzende dat de Japanneezen thans
een millioen manschappen te velde hebben
staan, is niets meer dan de zuivere waarheid.
Het is een feit, dat de Japanneezen op dit
oogenblik over een sterkere overmacht be
schikken dan tot dusver nog 't geval is
geweest.
En dus, als er geen vrede komt, staat
ons nog vreeslijker strijd te wachten, dan
tot nogtoe gevoerd is.
De beslissing zal overigens ook nrsschien
Woensdag nog niet vallen. Russen en
Japanneezen, zoo seint de correspondent
van den Malin d d. 21 dezer, schijnen
besloten de besprekingen nog twee, drie
dagen voort te zetten, zoodat de conferentie
morgen nog niet zal eindigen.* De corres
pondent meldt verder, dat de Japanneezen
de tusschenkornst vau een derde, hoe onpar
tijdig ook, duchten. Doch voor Rusland
ligt de zaak anders.
Men hoopt nu maar dat Rusland de
gelegenheid niet zal laten voorbijgaan om aan
zijn tegenstander zekere schikking aan te
bieden, welke zou besta.in in een terugkoo-
pen van Japan van het eiland Sachalin, dat
van zoo groote beteekenis is voor de ver
dediging van Wladivvostok, tegen een som
gelijkstaande met de geeischte schadever
goeding, Witte heett gezegd, dat zoodanige
schikking onmogelijk is. Maar zal er van den
vrede iets komen, dan moet het dien weg
toch uit. Of zal Japan tenslotte de eischen
in art. 5 en 9 laten vallen
(Zie lel.)
in Modes,
Oude Tonge.
O M m E SL S Ift IJ K.
Nieuw en Tweedehands Rijtuigen
en Landbouwgereedschappen.
Beveelt zich aan tot het repareeren,
vermaken en. bekleeden van allerlei
rijtuigen.
ven LUCAS BOLS.
Agent voor Soirrmelsdijk,
♦S. Ëj. Al&HSimOXCJ.
VLIEGENVANGERS,
VLIEGENEOOD.
TANGLEFOOT,
ruim voorradig bij
W. BOEKHOVEN Sommelsdijk.
Wederverkoopers groot rebat.
R. MEES Z00NEN,
Kassiers en Makelaars in Assurantiën,
Rotterdam.
Tijdelijk gevestigd:
met twee dagen opzegging JL'/2 pCt. Voor
langeren termijn tot nader overeen te
kom€n voorwaarden.
Menaring van H'aardeii,
volgens bepalingen, die gratis verkrijg
baar zijn.