esa T' Eilanden. BIJVOEGSEL Zaterdag 29 Juli 1905. 20s,e Jaargang N°. 1054. Antir e vo hi lion air voor de i Orgaan IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. 1 FEUILLETON. BIJNA VERLOREN. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Coat. Amerika by vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UJT&EYER Adyertentiëa 10 cent per rege't en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaot Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- es Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor tie filet!actie bestemd, Advertent|én era verdere Administratie franco toe te Kenden aan den SJitgever. dit nummer behcort een ij>e Predibaid en de iPoSiiseli. De Liberale Partij ziet de toekomst donker in. roeger waren er tal van predikanten, die haar hielpen zoo in als buiten de kerk, maar tegenwoor dig loopt 't baar daarin niet mee want niet alleen dat sommige moderne domine's socialist zijn en dies de Libe rale partij op allerlei wijze afbreuk doen, maar ook zijn er tal van Her vormde leeraren, die vooraan gaan staan in den strijd om een Christelijke Staatkunde; Hervormde leeraren,die propaganda maakten voor 't ministerie Kuyper en niets liever zagen dan dat 't aanstaande Kabinet der Liberaal- Socialistische Coalitie maar zoo gauw mogelijk zijn congé kreeg. Dat zit die partij dus dwars in de maag. Als die Predikanten-steun haar ont valt dan ligt ze heelemaal op den rug. Nu is er nog bovenopgekomen door de onnoozele «leiding van ds. Wage naar en de treurige actie der Frieseh Christelijk-Historischennu heeft ze per gratie nog 45 leden in de Kamer, maar als de Hervormde leeraren haar heelemaal in den steek laten, o wee Daarom moet er een stokje voor gestoken worden, dat predikanten van de Nederl. Herv Kerk zoo vooraan gaan staan in de politiek en hen moet verboden worden te zijn predikant plus Kamerlid. Vandaar zijn ze aan 't adresseeren aan de Synode. Zie hier 't adres Ondergeteekenden, leden der Ned;r'. Herv. Kerk, nemen de vrijheid zich tot uwe vergadering te wenden met het dringend verzoek, de uoodige maatregelen te willen treffen, cat in de kerkelijke reglementen een bepaling worde opgenomen, waarin het ambt van predikant in de Ned. Hew. Kerk en dat van lid der Staten-Generaal onvereenigbaar worden verklaard, zoodat de predikant, die het lidmaatschap der Staten-Generaal aanvaardt, daardoor zijn ambt als predikant verliest. Ondergeteekenden worden tot het doen van dit verzoek genoopt door de over weging, dat het werk van den predikant, de gedachtenwereld, waarin hij zich bewegen moet, en de belangen die hij te behartigen heeft, uit den aard der zaak zoo gansch anders zijn, dan die van den volksvertegenwoordiger, dat één persoon beide ambten onmogelijk ter zelfder tijd naar behooren bekleeden kan dat, indien eenig ambt, zeker dat van predikant den geheelen mensch en alge- heele toewijding van hart en hoofd vor - dert, en het dientengevolge niet dan tot groot nadeel voor de gemeente kan strekken, wanneer een predikant bij zijne veelomvattende werkzaamheden, zich ook nog belast ziet met die, welke het lid maatschap der Staten-Generaal nood zakelijk medebrengt dat, daar de predikant als herder en leeraar zijner gemeente in het midden van deze behoort te leven, het in strijd met zijne roeping moet worden geacht, als hij, gelijk met den volksvertegen woordiger noodzakelijk het geval is, een groot deel van zijn tijd builen haar in den Haag doorbrengt en eindelijk, dat tengevolge van het gelijktijdig waarnemen van beide betrek kingen de schijn wordt gewekt als zou het predikantsambt voornamelijk bestaan in het vervullen van enkele predikbeurten op den Zondag, terwijl de daarmede waarlijk wel evenwaardige werkzaamheden er van, het catechetische onderwijs en het herderlijk werk, er door op onvoorwaar delijke wijze op den achtergrond wordeü geschoven. Met hit oog op het feit, dat bij de laatst gehouden verkiezing voor de Twee de Kamer der Staten-Generaal tal van predikanten een Kamer-candidatuur heeft aangenomen, zonder dat van een voor nemen bij eventueele verkieiing het predi kantsambt neer te leggen iets gebleken is, en op bet betreurenswaardig voorbeeld, in dezen in de laatste jaren door meer dan één predikant gegeven, meenen ondergeteekenden, dat het in het belang der Kerk voor de bevoegde autoriteit hoog tijd wordt, maatregelen te nemen, opdat misstanden als die, welke thans mogelijk zijn, voor het vervolg onmo gelijk worden gemaakt, en de vereeniging van het predikantsambt met het Kamer lidmaatschap op de meest stellige wijze worde verboden. Met vrijmoedigheid en ernst verzoeken ondergeteekenden daarom uwe vergadering daartoe de noodige stappen te willen doen. U bij uwen arbeid in het algemeen, gelijk bij de beraadslaging over hun ver zoek en de daarop te nemen beslissing, wijsheid van God toebiddende, hebben ondergeteekenden de eer te zijn van Uw College, de dienstwillige dienaren, leden der Nederl. Herv. Kerk. Het adres gaat uit van de volgende heeren, die, van meer dan ééne zijde daartoe aangezocht, het adres, door een groot aantal leden der Ned. Herv. Kerk onderteekend, bij de Alg. Synode wenschen in te zenden W. A. Arriëns, gepens. schout-bij nacht, Velpprof. dr. J. M. Baljon, Utrechtdr. S. Baart de la Faille te 's Gravenhagemr. C. G. van Baerle, Utrechtmr. H. Crommelin, Wilp prof. dr. F. E. Daubanton, Utrechtprof dr. Is van Dijk, Groningenmr. W. Th. Grotbc van Schellach, Utrechtjhr. mr. J. F. Hooft Graafland, Utrecht; D. Kruijf, U rechtprof. dr. Knappert, Le den H. A, I. Leembruggen, Brum- menG. Maynard Tetrode, Assen; mr. N. G. Pierson, 's Gravenhagejhr mr. F. H. Radermacher Schorer van Nieu- werkerke, Utrecht Fr. W. Schötteln- dreiër, Utrechtmr. C. Tetrode, Assen kapt. J. van Toorenenbergen, Amsterdam; prot. dr. j. f. P. Valenton Jr., Utrecht G H. Voorhoeve, Rotterdam prof, dr. H. Wefer's Beltink, Utrecht. Leden der Ned. Herv. Kerk kunnen door toezending vóór 21 Juli a.s. van een naamkaartje met vermelding van woonplaats aan het adres van den heer Fr. W. Schöttelndreiër, Maliesingel 45 te Utrecht, van hunne instemming doen blijken. Hun namen worden dan onder het adres geplaatst. Natuurlijk, dat de kopstukken der Ned. Herv. Kerk, maar die niet voor 't Liberale karretje zich willen span nen, het hoofd tegen zoo'n adres opste ken. Zoo lazen we in de Nederlander een ingez. stuk van dr. Kromsigt om de leden de.' Herv. Kerk te waarschu wen dat adres in geen geval te steu nen, omdat hij zeer goed inziet wat er ook achter zit nl. om de kerk van 't publiek terrein te verwijderen en door L. VAN B E R K E L i) Hoofdstuk I Hoc SSarie ie ïarais kna»;. Er liggen ergens twee dorpen dicht bij elkander, aldus werd mij vertelt twee dorpen, die wij B. en C. zullen noemen. B. ligt vlak aan zee en C is daar een half uur vandaan, maar meer landwaarts in. De be woners dezer dorpen staan in goede ver standhouding tot elkander, schoon de aard van huD werkzaamheid zeer verschilt, want terwijl de meeste strandbewoners leven van hetgeen hun de zee aan visch en schelpen oplevert, bearbeiden de bewoners van C. hun grond en brengen hun vruchten naar de markt in de nabijzijnde stad. Het gmg overigens te B en C met de menschen als schier overal. Daar waren kwaden en goeden, geloovigen en onge lovigen, christenen innaam en christenen in waarheid, menschen, die zich vasthielden aan. ^un ouden Bijbel en anderen, die er nooit naar omzagenmenschen, die dat °G hielden voor het Woord van God, terwijl er velen waren, die beweerden, dat et louter menschemveik was. Over het algemeen echter heerschte er te B. meer geloof dan te C. vooral onder de ouden van dagen. Of zulks nu kwam, omdat de inwoners van B. op zee meer naar boven naar den hemel keken, terwijl die van C. meer in de aarde wroeten, dat weet ik niet. Veelal beweert men, dat onze schip pers en visschers onder vrome lieden geteld moeten worden. Toch is zulks voJstrekt het geval niet, want het geloof, de genade staat niet in verband met iemands werk. Het geloof is uit God, en ieder die in Hem gelooft zal zalig worden, hetzij hij visscher is of niet. Overal en op elk terrein des levens vindt men koren maar ook kaf. Een der visschers van B heette van Bierum die al menig jaar met zijn pinkje op zee rondgedobberd had, om schelvisch, bot, tong, kabeljauw, en dergelijk »zeebar,ket« in zijn netten te verstrikken. Pin dat deed hij zoo kalm en gerust, alsof hij te huis onder den breeden schoorsteenmantel zijn pijpje zat te rooken. Die kalmte en ge rustheid sproten voort uit zijn kinderlijk eenvoudig, maar vast geloof in den Heere van wien de Psalmist zegt»Zijns is de zee, want Hij heeft ze gemaakt, en Zijn handen hebben het droge geformeerd.Om die reden was het hem tamelijk onverschil lig, waar hij zich bevond. Immers hij ge voelde zich overal thuis, omdat hij geloofde dat de Heere hem nabij was, die hem een maal, wanneer zijn taak afgeloopen, zijne roeping vervuld en zijn lichaam gesloopt en in het graf geborgen was, door dood en graf heen zou overbrengen naar dat »Land met groene kusten«, naar dat »Hemelsche Strand,naar dat Vaderland der Ruste«, Hij had als een echt christen zijne kin deren opgevoed in de vreeze des Heeren alle pogingen om zijne doopbelofte aan gewend. Hij had als mensch en als chris ten geredeneerd cn niet gedacht»God moet toch alles doen«. Neen hij deed wat zijne hand vond om te doen. Zijne kinderen hadden de Christelijke School bezocht en ook daarin had hij dus zijne roeping ver vuld De ziel zijner kinderen was hem onein dig veel waard en daarom had hij hun zulk onderwijs laten geven dat doorzuid en dooraderd« was m3t de waarheden, die hij beleed Maar van de drie, die God hem had geschonken, was hem slechts nog een kind gebleven, een meisje, dat op het tijd stip van ons verhaal den drie en twintig ja rigen leettijd had bereikt. Zij was altijd vaders oogappel geweest en was het nog. Geen wonder ook, want Marie bezat een godvruchtig gemoed en na den dood harer moeder, die zij op haar vijftiende jaar verloor, had zij het huishouden waargeno men. Zij had dit gedaan met ijver en nauwgezetheid en niet alleen was haar vader over haar tevreden, maar zij werd ook door alle huismoeders van B, als voor ze in de Kamer geen vertegenwoor digers te gevenom de kerk te doen dalen tot een vereeniging, waarmee de Staat weinig of niets te maken heelt; tot een vereeniging, staande onder den Staat in plaats van er naast om de Kerk als Kerk in een hoek te duwen, die niet op publiek, staatkun dig terrein mag optreden, maar al blij en dankbaar mag wezen, dat ze bestaat en dat ze leden en doopleden heeft, die ze instandhouden en voor wier geestelijke belangen ze moet zorgen zonder iets meer of iets minder. Dr. Kromsigt ziet in heel die adres beweging niets anders dan een liberale aanslag op 'tpublieke optreden der kerk in 'totaals lev en, een aanslag van liberale zijde om de macht der kerk te ontzenu- en ze te breken in haar optreden naar buiten. Ook dr. de Visser schrijft over dat adres in de «Nederlander van 26 Juli. Hij zegt: Er is aan de bedoelde kwestie een politieke en een principieel kant. Dien politieken kant laat het liberalisme duide lijk zien. Het velt een scherp oorde&l over het optreden van vele predikanten op politiek gebied. »Voor het kwaad dat de politieke bemoeiingen der geeste lijken heeren aan het godsdienstig leven toebrengen, beginnen thans de oogen open te gaan,« schrijft de s>Nieuwe Rotterdamsche Courant-s; en deexpredi- kant, thans hoofdredacteur van 't ^Nieuws v. d. Dag«, zingt in denzelfden toonaard. Men moet echter wel stekeblind ziju om hier geen politiek te zien van den meest partijzieken aard. Want wie hebben het liberalisme meer op de been geholpen en gehouden dan de liberale dominé's Hoeveel hebben de Moensen en de Lamping's, de Lieftinck's en de Roes- singh's niet aan de politiek gedaan Heeft onlangs nog niet een liberaal openlijk de moderne predikanten verwe ten, dat zij de- schoolwet tot een partij- wet hebben gemaakt Inspireerden zij niet grootendeels de liberale pers En ziet, over dat alles brak de »N. R. Ct.« noch het s-Nieuws van den Dag« ooit den staf. Integendeel juichten zij die hulptroepen toe. Het tegendeel zou dau ook van groote ondankbaarheid getuigen. Want de moderne theologen waren de steunpilaren der liberale meerderheid. Maar nu worden de hekken ver hangen om een zeer begrijpelijke reden want, zoo merkt hij op, vele moderne predikanten zijn langzamerhand in een socialistisch vaarwater gekomen en van steunsels der liberale partij ver anderen ze in hare tegenstanders. Door bun hulp worden vaste liberale districten langzamerhand in socialis tische omgezet «Die vervelende mo derne domine's zoo hoort men onder vele liberalen zeggen laten zij zich met hun eigen werk bemoeien. En men spant zich ook van die zijde in om de geestelijke heeren terug te dringen tot een terrein, dat ligt bui ten de politiek. Maar zoo vervolgt hij Daarom komt nog iels. Vroeger deed vooral ide hervormde kerk dienst als slippedraagster van het liberalisme. Dit hing natuurlijk samen met de heerschappij in haar midden van de moderne theo logie. Het gold voor behoorlijk, fatsoen lijk, te weerstaan wat niet zuiver liberaal was. Zelfs werd dit aangezien voor be hartiging der belangen onzer kerk. Maar ook dit is langzamerhand gaan verande ren. Naarmate in de hervormde' kerk het modernisme terrein verliest, wijken ook de liberalen sympathieën. Het jon gere geslacht trekt de lijnen door. Vooral de sociale belangen, die zoo nauw gren zen aan de politieke, brengen het daartoe. Hoe langer hoe grooter wordt het aantal predikanten, dat beslist partij kiest voor een christelijke staatkunde. Natuurlijk vindt dit streven ernstig verzet bij dege nen, die nog vast zitten in de oud liberale politiek of slechts leven, bij gebrekkig politiek inzicht, in negatieve leuzen. Afaar het ontmoet eerst waarlijk fanatieken tegenstand bij het liberalisme zelf, dat daardoor in de toekomst geheel zijne positie bedreigen ziet. Ook om die reden dringen de liberalen er op aan, dat de sgeestelijke heeren-r blijven binnen een gebied, dat ligt buiten de politiek. Welnu hier is de politieke kant van dc kwestie. Toen de predikanten het liberalisme trouw hielpen, mochten zij allen gerust aan de politiek doen. De »N. R. Courant« en het »N. v. D.« ver smaden zelfs tot op dezen dag hunne hulp niet. Maar nu eener- het socialisme, anderzijds de christelijke staatkuude bij den dag sterker door predikanten wordt beeld voor hare dochters gesteld. Dit was volstrekt niet overdreven zij verdiende dien lof werkelijk. Zij was inderdaad knap en handig, kon netten breien als de beste visscher, maar kon ook zoo netjes haars vaders buis lappen, alsof zij het kleerma ken geleerd had. En alles blonk in het huisje, van de oude notenhouten kast, die tegenover de deur stond, tot den leuning stoel toe, waarin vader Van Bierum uit rustte, als hij uit zee terugkwam. En niet slechts dat Marie knap en handig was, maar zij zag er ook voor een visschers- dochter heel aai dig uit. Zij had een goe den smaak schrille kleuren stonden haar tegen. Menig jongeling had zijn oog reeds op haar laten vallen, haar zelfs bijzonder vriendelijk aangekeken. Ja wat nog meer is haar weieens opgewacht, wanneer zij van C. terugkeerde, waar heen zij van tijd tot tijd ging om haar oom Bongers te bezoeken. Maar Marie had geen van de jongelingen ooit te woord gestaan. Was zij dan een mannenhaalster Volstrekt niet. De reden was, dat zij zich nog tot geen hunner aangetrokken gevóelde. In niemand had zij tot nu toe den man gevonden met wien zij lief en leed zou willen deelen, met wien zij de reis door dit leven en hemel waarts zou willen aanvaarden. Nu kon Marie niet ontkennen, dat er te B. eenige knappe jongelieden waren, knap althans van lijf en leden en die onder aanhoudende arbeid wel in staat zouden zijn een vrouw te onderhouden. De mees ten echter, die in hare nabijheid woonden, of die zij weieens hier en daar aantrof waren zoo geheel vervreemd van alle Christelijk leven, dat zij het niet wagen durfde zelfs hun naam aan haar vader te noemen. Zij wist maar al te goed dat vader niet licht zijue toestemming zou geven tot een huwelijk tusschen zijne dochter en een on- geloovig man. Want vader van Bierum was op dit punt nog al streng en sneed allen vertrouwlijken omgang af met menschen die liever de wereld dienden dan God. Voor zoover bekend was, maakte hij hier op slechts eene uitzondering, en wel ten opzichte van ziju zwager Bongers, die te C. woonde en daar als een klein rentenier tje leefde. Nu koesterde vader van Bierum geen bijzondere genegenheid voor Bongers omdat hij zijn zwager was. In geenendeele. Al zou Bongers ook zijn broeder geweest zijn, zoo zou hij hem toch eenigszins links hebben laten liggen, tenzij hij blijken ont ving, dat er in zijn hart leven Gods ontstaan was. Ik kan niet zeggen, dat Marie's vader hierin goed handelde. Wij moeten vrien delijk zijn jegens alle menschen en hun alle liefde bewijzen. Wij kunnen wel iets meer gevoelen voor hen die met ons zonen zijn van hetzelfde huis, maar toch liefhebben oprecht liefhebben moeten wij alle menschen, zonderonderscheid, (Wordt vervolgd.J

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 1