20sle Jaargang N°. 1041.
voor de Zaidhollandftche en üfteenwsclie Eilanden.
Woensdag 14 Juni 1905,
Antirem
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
FEUILLETON.
WAT LIEFDEVERMAG.
Alle stiihken voor «le Hftedaetie feesternd, Advertéptiën en verdere Administratie franco toe te xeaiden aan den Uitgever.
fi*al voor Ciod® W«®rd.
J hi*. Mr. J. J. Pouijio van
Meerdervoorl.
V.* Zulke leiders
Jhr. Mr. J. J. Pompe van
Meerder voor f.
De staking in 1903en de
muisstille Liberalen.
L. VAN'BERKEL.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER:
T. BOEKHOVEN.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
&OMMËSL8MJH.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dia zij besla»-1
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Uw eene ttém kan betlis-
send spijts.
Wat de stembus Vrijdagavond bren
gen zal, weten we niet.
Iedere partij hoopt op succes, en
hier in ons district dobberen wetus-
schen hoop en vrees.
Wij kunnen 't winnen maar de kans
om te verliezen is even groot.
Wat ons echter ook overkome,; als
wë verliezen we zullen stil zijn want
er geschiedt niets bij gevalde Heere
regeert en tegen Zijn heiligen wil
past ons nietige schepselen een eerbie
dig zwijgen.
Maar dit ligt ook op onzen weg om
tot de laatste ure waakzaam te zijn.
Mannen van Rechts! komt Vrijdag
trouw ter stembus. Niemand blijve
achter. Wekt uw vrienden en ken
nissen op om mee te gaan.
Alle hens moeten op 't dek.
Alle soldaat in 't geweer.
Een stem kan beslissend zijn 1
Verloren werd in 1901 Schiedamvoor
de Provineiale-Staten door één stem.
Verloren werd in 1894 Eist door
één1 stem.
Verlóren werd in 1897 Sneek door
één stem.
Verloren werd door de Liberalen
Amsterdam VII met één stem.
Een stem meer of minder kan ons
doen verliezen onze kamermeerder
heid tot schade.
Ook in de Tweede Kamer komt
'top één stem aan.
Met één stem meerderheid kwam tot
stand de uitbreiding van 't Gemeente
raadskiesrecht.
Met één stem werd het herhalings-
onderwijs in de Leerplichtwet opge
nomen.
Met één stem viel het verplicht her
halingsonderwijs.
En daarom, we roepen 'tu toeKomt
ter stembus.
Kiesrecht is kiesplicht
Kunt gij mannen van Rechts onver
schillig blijven, waar door onz# tegen
standers alle pogingen zullen in 't werk
gesteld worden om ons Christelijk
Ministerie te verdrijven.
Neenwe kennen U, mannen van
Flakkee.
Moedig en kranig stondt ge 1901
op de bres 1 Ge durfdet 't laten zien,
dat ge uw Bijbel nog eerten de
godsdienst als èén der hechtste fun
damenten van den Staat beschouwt.
Een Land zonder Godeen Volk
zonder Bijbel als Tyrus en
Sidon zal het gelijk worden ten
ondergaan als Sodom en Gomora.
Staat dan op Vrijdag 16 Juni, staat
steeds
Strijdt met ons
Tegen de Bede Voor «le
Openbaring.
Er is thans maar één keuze
Tegen de Revolutie l»®r
't Evangelie.
Zóó spreekt Uw Bijbel
Wie niet voor SBH is, Is tegen
®1||. Wie niet vergadert, die
verstrooit.
Brengt dan uw stem uit op
In den Haag, zoo schreef verleden
week een inzender in de Nederlander,
gaat hardnekkig het praatje, dat, als
ons Christelijk Ministerie moet aftre
den dan op zullen treden
rar. Borgesius als Min. van Binn.
Zaken.
mr. Drucker als Min. van Justitie.
mr. Treub als Min. vanFinantiën.
Nu dingen we niets afopdegroote
bekwaamheden van deze mannen ze
zijn niets minder dan onze Ministers
maar welk een geest bezielt die heeren.
Wat zijn bun politieke inzichten
Mr. Borgesius is de vader der Leer
plichtwet. Hij is de man, door wien
honderden, boeten en gevangenisstraf
hebben ondergaan. Die wet was een
straf op de armoe.
Mr. BorgesiUs, die het in het belang
van Volk en land acht als de Socialisten
bij herstemming gekozen worden als
gekozen worden niet de clericalen, de
mannen van Orde en Gezag, Recht en
Vrijheid, maar de Socialisten, die de
Kerk willen doen wegkwijnen, en den
Staat willen verheffen tot een Vader
van alle persoonlijk, huiselijk en maat
schappelijk leven, en Staatstyrannie
in de plaats willen stellen van vrijheid
voor elk individu.
Mr. Borgesius die wel 't onrecht wil
bestendigen om de arme ouders hoog
schoolgeld te doen betalen voor het
onderwijs hunner kinderen op een
Christelijke school, maar die den dries
ten moed had om zich verantwoorde
lijk te stellen in de stakingsdagen voor
't adres van 't hoofdbestuur der Libe
rale Unie, waarvan hij Voorzitter of
een der leden is en waarin als een recht
van de stakers wordt voorgesteld om
moedwillig hun contract en den afge
legden eed aan den werkgever te
breken.
Mr. Borgesius, waarvan mr. Lobman
in die benauwde dagen, toen er uit het
Socialistische kamp een juichkreet
opging over jden Leeuw, welke zijn
klauw getoond had,« geschreven heeft
Wanneer we zoo iets hooren ver- 1
kondigen door een afgetreden Minis- j
ter van binnenlandsche zaken, dan
zegenen we driewerf de stembus,
die aan dat ministerieele leven een
einde maakte.
Mr. Borgesiusdie te Mijnsheerenland
en te Boskoop den heer van Eek
benoemde tot burgemeester, welke
heer Socialist was.
Prof. Treub, die liever 20 socialisten
in de Kamer ziet dan 20 Liberalen
of Clericalen.
Prof. Treub, die zóó hatelijk demo
cratisch is, dat minister Kuiper naar
zijn oordeel bij alle menschen om in
lichtingen mag vragen aangaande
eenigen sollicitant, maar in geen geval
aan een Herv. predikant, die te Vlaar-
dingen woont, Of de kerk dien geleerde
ook .een doorn in 't oog is
Mr. Drucker, die tegen de Stakings-
wetten stemde met de Socialisten en
andere Vrijzinnig-democraten wat door
prof Symons verdedigd werd met deze
woordenHij, Drucker, was de man
met verzienden blik, hij had zich toen
in 1903 door Kuiper niet in de luren
laten leggen.
Zulke leiders met zulke politieke
inzichten in de belangen van Land en
Volk zullen Ministers moeten worden.
Zulke leiders, in troebele dagen niet
te vertrouwen
Aan U kiezers van Flakkee, om dat
onheil af te wenden.
Uw stem uitgebracht op
Is 't u niet opgevallen, kiezer of niet
kiezer, dat in de Vliegende Blaadjes
van Liberale zijde verspreid met geen
woord gerept wordt van de misda
dige woeling van de spoorwegstaking
in 1903
Die Blaadjes hebben 't over alles en
nog wat
Over 't Tarief,terwijl de Liberalen
in 'OjVzelf de invoerrechten met 50 pet.
hébhen verhoogd en hun Minister
Pierson in 1900 er nog 2'A milliöen
'bij deed.
Over de scholen terwijl hun
eigen Schoolopzieners verklaren, dat
niet Minister Kuyper, maar de open
bare onderwijzers zelf de Openbare
School afbreken waar zoovelen met
socialistische gevoelens behept zijn.
Over Paganisten terwijl ze
in den Briel met geestdrift roepen
Leve de Heidenen
Over Roomschen terwijl ze
vroeger in den handen klapten, toen
deze met hen mede werkten.
Maar over 'de staking zwijgen de
heeren 7
Hoe dat komt?
Wel, omdat ze in die dagen zoo'n
treurig figuur gemaakt hebben. In
plaats van onze Regeering te steunen,
werden er ook op Flakkee handteeke-
ningen verzameld om toch die goede,
beste stakers, die revolutionaire men
schen hun rechten te laten houden.
Gij weet toch wel, welke reehten
Luister dan naar Oudegeest en Petter,
die zich lieten bewierooken in dit
versje
Heil gij, fiere proletaren,
Die den nek niet hebt gekromd
Onder 'tjuk van de barbaren,
Maar het lekker hebt verdomd.
Toen was-Toontje Solidair aan het
woord en tal van Liberalen, lachten
in hun vuistje, dat die Socialisten zoo
lekker de Maatschappij van Staats
spoorwegen negerde.
Toen vermoedden die kortzichtige
menschen niet dat in Amsterdam de
waterleiding zou worden afgesloten
en een bevolking van 500 duizend in
woners een tijdlang gedwongen zou
worden om water te drinken, waarvan
de Socialisten wisten, dat het voor een
groot deel met lood en vuil op aller
lei wijze vergiftigd was.
Toen lachten tal van Liberale man
nen er om, dat de Socialisten zoo
kranig opstonden tegen hun werkge
vers en heel 't raderwerk van 't ver
keer stop zetten.
Gij weet 't toch wel, werklieden, va
ders op Flakkee, hoe uw zonen op moes
ten komen om militie plichttevervullen.
Ge mopperdet toen maar de Socia
listen waren de schnld; en de Liberalen,
tal onder hen, hadden er wat schik
in, dat de orde gestoord was en de
Leeuw zijn klauw getoond had.
Daarom, omdat de Liberalen hun
handelwijze, hun heulen met de Socia
listen liefst verbergen, daarom leest
ge in de Vliegende Blaadjes niets van
staking.
De staking was
een onbezonnen aanslag op den hoofd
factor voor de levensbeweging der
maatschappijeen onduldbare belem
mering de overheid aangedaan in de
uitoefening van haar funtiën
een opofferen van de welvaart van
heel een volk aan zucht naar klasse
invloed om alzoo den baas te spelen,
een machts middel geschikt gekeurd
om politieke dwinglandij uit te oefenen.
EEN VERHAAL
noo*
30)
HOOFDSTUK XVII.
Sen verhoor.
Maar gij zegt, dat gij onschuldig zijt.
Nu, ik geloof u, en al zou de geheele
stad u veroordeelen, ik zal u verdedigen,
waar ik kan. God zal mij, oude ziel, kracht
geven. Weet gij niet, dat er geschreven
staatAls ik zwak ben, dan ben ik
machtig? O, Willem, gij weet niet, hoe
gelukkig mij uwe verklaring gemaakt
heeft Maar stilIk hoor
stappen in de gang. Ach, ons geheéle
huis is geheel iii de macht van vreem-
de'ingen. Moest'mij dat nog overkomen?
Waar u te bergen? Stil men
komt.
Zij schoof hem de trap twee treden op
en plaatste zich er voor, als om hem te
bedekken.
Er kwamen twee mannen aan.
Het waren de veldwachters uit de
naburige stad, die tegelijk met den officier
van justitie gekomen waren.
Een van hen droeg een blaker met een
brandende kaars.
»Wij zullen eens naar Ipoven gaan om
inspectie te houden, zei de eerste.
>Misschien ligt hij ai op een oor.*.
En als wij hem daar niet vinden, dan
zullen 'wij in den hof gaan, om daar de
wacht te houden, want gewoonlijk zoekt
het jong zijn nest op, al zijn ook de
ouden weggevlogen Hé
licht eens bijvervolgde hij
aan de trap komende, waar nicht Marie
stond. Licht eens bij Zijt
gij de moeder van het jonge mensch, dien
wij zoeken
»Neen, ik ben de nicht huishoudster,*:
was het tamelijk kalme antwoord.
»Eü wat doet gij daar op de trap
Houd het licht wat hooger Marinus Ik
meen daar iets te zien achter haar
Al zijn leven dagen Een manspersoon
Dat is niet fatsoenlijk, mag ik wel zeg
genKom er eens van achter
en uit,*: ging hij voort, zich tot Willem
wendende, die geen moeite deed zich te
verbergen.
»Wie zijt gij
»Ik ben Willem Kramrne, de zoon van
den blikslager,*:
»Wel verdikkie 1« zei Marinus, ï-daar
hebben we den vogel. Zeg een vriendje,
kom eens van uw hooge stellaadje af
En lieve juffrouw nicht huishoudster,
ga eens eventjes op zij, dat wij hem
»Maar gij wilt hem immers niet gevan
gen nemen l<r riep nicht Marie uit. »Hij
is onschuldig aan hetgeen, waarvan men
hem beticht.
>0, dat is zeker,*: zei Marinus. »On-
schuldig zal hij wel wezen. Dat zijn alle
dieven en moordenaars, niet waar Dirk
Maar dat zijn onze zaken niet. Dat zullen
de heeren rechters wel uitmaken
Kom aan juffrouw nicht huishoudster,
kom aan, op zijLaat ons eens even dat
heerschap naar den officier van justitie toe
brengen, die met nog een heer bij den
Burgemeester zit
En toen nicht Marie nog aarzelde,
duwden zij haar op zij en staken de hand
uit naar Willem.
»Ik ben onschuldig,*: zei Willem. »Heeft
men u gelast een onschuldige te boeien
»Dat niel,« antwoordde Marinus, »maar
wij hebben bevel ontvangen om Willem
Kramme in hechtenis te nemen. Zoo heet
gij immers, naar uw eigen zeggen, en
daarom geen poespasjes verder en mee
gegaan. Over uw onschuld zullen anderen
oordeelenVooruit mannetje L
Twee ruwe handen grepen Willem bij
den arm, en de jonge man, ziende, dat
hier alle tegenstand nutteloos zou zijn, liet
zich door de beide veldwachters van de
trap trekken en naar de gang geleiden,
onder het hevige snikken van nicht Marie,
die machteloos op de tiap nederzonk.
Nog dienzelfden avond,- hoewel het reeds
zeer laat was, had het eerste verhoor
plaats, waaruit ik slechts het belangrijkste
zal overnemen.
Nadat hem naam, ouderdom, plaats van
geboorte, beroep enz. afgevraagd was,
vroeg men hem
»Waar waart gij heden avond van vier
uur tot nu
»Ik maakte een wand«ling in het bosch.
»Had gij daar een bedoeling mee?«
tJa, ik wenschte iemand te spreken.*:
>Wien
Willem zweeg. Hij had zich voorgenomen,
hoe ook geperst, Lena's naam niet te
noemen.
De vraag werd herhaald.
»Ik wenschte een meisje te ontmoeten. <s
»En hebt gij haar ontmoet
s>Ja.«
»Hoe is haar naam
s>Dien wensch ik te verzwijgen.*:
>Dat zal u niet batenMaar
hebt gij voorts niemand in het bosch ge
zien
»Ja, ik meen Bakker.*:
^Waarom liept gij weg, toen deze u
toeriep
»Ik weet het niet. Ik kreeg een onver
klaarbare angst en vluchtte in het bosch.
ï-Men vlucht niet, wanneer men onschuldig
is,« zei de officier van justitie. Welke
reden hadt gij om te vluchten
Willem haalde de schouders op.
j>Was er iemand, die u vervolgde
>Neen
>Hebt gij niet onlangs den heer Smit
bedreigd en gezegddat gij hem voor
den kop zoudt schieten
>Ja, dat heb ik gezegd, maar in groote
opgewondenheid.
»Hebt gij niemand anders in het bosch
ontmoet
sja, den koperslager Blom,«
j-Hebt gij niet aan genoemden Blom
gezegd SmitSmit
Hij is vermoorden
ligtdaar op den
Straatweg
3-Ik herinner mij niet, wat ik hem gezegd
heb,« was zijn antwoord. »Ik was gejaagd,
opgewonden.*:
»Opgewonden tengevolge van een ge
sprek met het meisje?*:
(Wordt vervolgd./