Eilanden.
BIJVOEGSEL
Zaterdag 10 Juni 1005
20ste Jaargang N°. 1040.
Antirevo lu tionair
voor de Xuidhollaiidsclie eis
Orgaan
IN HOC SIGN O VI MCE S
T. BOEKHOVEN.
„Opdat x!j allen éen
Jhr. Mr. J. J. Pompe van
Meerdervoort.
Jhr. Mr. J. J. Pompe van
Meerdervoort,
Jhr Mr. J. J. Pompe van
Meerdervoort.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER:
Aövertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent p8r plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsrnimte die zij beslaat
Adverientiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stuklees! veer «le Hedactie bestemd, AdverteBitiën esa verdere Administratie franc© toe te eenden aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
SfJjSD
De paaschzaal is verlaten, maar de
Kedron nog niet bereikt.
Nog niet bereikt de plaats
Waar Gethsemanéh zijn klachten
In dien droevigsten der nachten
In dien bangsten strijd vernam,
Waar de Paaschmaan bitter lichte
Op dat hemelsch aangezichte
Van 't angstig bloedzweet klam
Maar nu heft Hij zyne oogen op
en zeideVader, de ure is gekomen,
verheerlijk Uwen Zoon. Ik bid niet
alleen voor deze mijne discipelen,
maar ook voor degenen, die door hun
woord in Mij gelooven zullen, opdat
zij allen één zijn.
Reeds andermaal had de Heiland
dat innige verlangen naar Eenheid,
van zijn Vader afgebedenHeilige
Vader,, zoo klonk 'taan den stillen
oever der beek, die in haar ruischen
een Amen uitsprak over zulk een
heilige begeerte: bewaar ze in Uwen
Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat
zij, die Apostelenschaar één zij, gelijk
als Wij.
En ten derden male, als om de
volkomen overeenstemming van Zijn
hart met de taal zijner lippen aan
Zijnen Vader bekend te maken, als
om aandrang te plegen tot verhooring
van dat verzoek om Eensgezindheid
en Broederlijke liefde tusschen zijne
jongeren 'en hun aanstaande volge
lingen, klimt weer 't woord ten hemel
in: Ik heb hen de heerlijkheid gege
ven, die Gij Mij gegeven hebt, opdat
zij één zijn, gelijk als Wij één zijri.
En nu, nu gaan ze den Kedron
over, terwijl Judas zich in eenheid
met de vijanden gereed maakt om
Hem te verraden, wat de discipelen
uit vreeze doet vluchten en hun saam-
hoorigheid een wijle scheurt.
Opdat zij allen één zijn.
Een ook wij, in belijdenis bij de Stem
bus dat Hij is de Christus, wien gege
ven is alle macht in hemel en op aarde.
Een in broederlijke gezindheid om
schouder aan schouder, man bij man,
met ontplooid vaandel op te trekken
om in Zijnen Naam kloeke daden te
verrichten en de overwinning te be
vechten.
Een in geestdriit om ridderlijk en
fier den tegenstander te gemoet te tre
den en hem te betwisten onze Christe
lijke Nederlandsche erve, waarop hij
zijn zaden van Liberalisme en Socia
lisme kwistig heeft uitgestrooid.
Een in liefde voor 't Patrimonium,
't vaderlijk erfdeel, dat niet meer hun
ten deel zal vallen, welke da Costa zoo
puntig teekende de goden dezer eeuw,
opdat door onze Eenheid de verdraag
zaamheid hooger bloeie, de landsvrede
toeneme en de waardeering van net
Geloof ga klimmen.
Een in streven om onze Landswet
ten en Landsinstellingen te beademen
met den geest van Christus, bf Neder
land ook weer eens worden kon dat
door God eertijds zoo gezegende Land,
geroemd door zijn naburen, bemind
door zijn eigen kinderen.
Eenheid zoeken onze tegenstanders.
Maar ook wij achten haar een parel
van groote waarde.
Zijn zij één in de verzaking van
God in't Staatsrecht. Wij willem Hem
daarin erkennen.
Zij zoeken Volk en Vaderland te
dienen buiten God om, en eerbiedigen
Hem, volgens hun getuigenis, in hun
geweten.
Zij zijn kinderen der Revolutie,
zooals hun bekwaamste voormannen
ons dit uitleggen.
Zij willen een Koningschap bij de
gratie des Volks, maar niet bij de
gratie Gods.
Zij kennen geen Koningin onder de
Cppersouvereiniteit van Christus
Zij willen vrijheid, maar wat christi -
lijke vrijheid is, verstaan ze niet.
Zij willen christelijke deugden, maar
de wortel waarop deze groeien, is hun
niet ontdekt geworden.
Zij zoeken voor Volk en Vaderland
rust en geluk, maar 't feit der zonde
en der wederoprichting door den Geest
willen ze niet belijden.
Opdat we alle één zijn
Nog één week, en de slagorden staan
tegenover elkaar
Mannen van Rechts
Toont dan één te zijn in den veldslag
Niemand blijve achter, maar met
geestdrift en vuur, met onverzettelij-
ken ijver en flinke toewijding staan
we op de bres en brengen één in geest
en streven, als zonen van 't zelfde huis
onze stem uit op
ssasssasaanssEsasEEBisssBSHsags
i üok thans is in de Kerk, in j|
den Staat, in de Wetenschap j|
één algemeene, één heilige strijd«j
over de ééne groote vraag om- S
trent onvoorwaardelijke onder- g
werping aan de wet Gods. H
Groen v. Prinsteren. Ongeloof RI
en Revolutie bldz. 12.
*J* Ons Kamerlid Jhr, Mr. J. J,
Pompe van Meerdervoort.
't Is een verdienste in ons Kamer
lid, dat hij, waar toch al veel te veel
gepraat wordt in de Kamer, zich dan
alleen op den voorgrond plaatst als
de noodzakelijkheid hem daartoe roept.
Praters heeft de Tweede Kamer al ceel
te veel.
Er moeten mannen in, die zaken
doen en wetsontwerpen willen behande
len. Daar heeft ons volk behoefte aan.
Dat mr. Pompe hoogelijk gewaar
deerd wordt in de Kamer, al is hij
geen man, die stroomen van woorden
vloeien laat, zooals Socialisten dat
helaaskunnen en Liberalen 't gaan
leeren, bewijst dit:
Hij was rapporteur
a. over het wetsontwerp tot op
leiding van ambtenaren in onze Oost-
Indische bezittingen
b. over de voorstellen der Socialis
ten en Vrijz. Democraten voor alge
meen stemrecht en wijziging der
Grondwet
c. over de wet tot oplossing der
Overijselsche kwestie
d. over hoofdstuk I der Staatsbe-
grooting over 1905
e. over art. 96 der Grondwet.
Hij werd meer dan eens benoemd
tot lsten of 2den voorzitter zijner Af-
deeling.
Door zijn optreden zijn opgeruimd
de wrakken in 't belang der visscherij van
Goeree en Stellendamen verschillende
wrakken bij Brouwershaven, terwijl de
Min. van Waterstaat toezegging deed
om de nog aanwezige zoo spoedig
mogelijk te doen verdwijnen,
Hij drong aan op publieke verpach
ting van het mosselzaad aan de Rijks
werken met dit gevolg, dat ondanks
de tegenwerking van het opzicht op
die werken reeds in 1904 dat zaad
publiek is te koop gesteld.
Kloek was zijn protest tegen de
handelwijze van den directeur der
Rijkswerken te IJmuiden, die in 1902
het mosselzaad aan een Vlaming had
verkocht onder voorwendsel, dat hij
geen zaad aan Bruinissers kon ver
knopen. De Minister beloofde een ge
streng onderzoek
Hij bepleitte de wenschelijkheid van
een vluchthaven te Bruinisse, wat
heftige tegenkanting vond bij de hee-
ren van Gijn en Smeenge.
Hij trad op in 't belang van den
landbouw, waar 't gold de schadelijke
vogelsoorten, en de Jachtwet.
Voor 't platteland nam hij het op
bij de Telefoonwet om de gemeenten
niet op kosten te jagen.
Hij drong aan op verhooging van
de Rijkssubsidie aan de hoogere Bur
gerschool te Zierikzee met f 1000 en
ze werd gegeven.
Evenzoo met de Ambachtschool te
Middelharnisde f 1000 werd toege
zegd
En niet te vergeten zijn ijveren te
gen de Leerplichtwet met vuur en
talent.
Voegen we hier nog bij, dat ieder
van wat religie of politieke kleur hij
ook was en bij hem om raad ging,
nooit tevergeefs aanklopte en gehol
pen werd als 't mogelijk was dan zal
erkend moeten worden, dat onze af
gevaardigde al zijn krachten heeft
besteed om zijn district met eere te
vertegenwoordigen.
Daarom, voor zulk een man, die op
hoogen leeftijd gekomen niets van zijn
gaven en krachten spaart om Volk
en Vaderland nuttig te zijn, maar ze
gebruikt tot heil en welzijn van dat
Nederland, waarvan hij steeds een
der nuttigste zonen is geweestvoor
zulk een man gaan we ten strijde.
Op dan voorwaarts marsch voor
Een bede van dr. Knijper.
Op 1 April 1897 werd te Amster
dam herdacht het 25 jarig bestaan
van 't dagblad de Standaard. Een
kwarteeuw had de eminente leider
onzer partij, de buitengewone geleerde,
de Christen-Staatsman zijn Blad ge
plant op onze Erve. 't Boompje was
een boom geworden, in wiens schaduw
duizenden mannen en jongelingen, zich
verlustigden.
Onder de vleugelen van den Man
van Smarte was voor Neêrlands Ko
ningin en Volk slechts heil en heul
te zoeken dat was het ideaal, dat dr.
Kuyper zich stelde, ons schitteren
deed voor onze oogen eiken dag in
zijn Standaard en Heraut, in zijn
boeken en brochures, in zijn rede
voeringen en predikatiën,
En de gloed, die hem bezielde, wierp
bundels stralen op ons allen neer
wij dronken teugen uit zijn bron en
hoe meer wij onzen dorst leschteo,
des te inniger werd de hoogachting
voor zijn gaven en talenten.
Toen op 1 April zei hij
Er is hier te diep geploegder
is hier te intensief (sterk, krachtig)
gemest, met te gaaf en te deugdelijk
zaad gezaaid, dan dat God de Heere
gedoogen zou, dat een werk, aldus
in Zijnen Naam begonnen, teniet zou
gaan, alleen omdat er een menschen*
kind verdween.
Al moest dr. Kuyper het hoofd neer
leggen, al moet hij aftreden als Mi
nister, al moest hij zelfs zich terug
trekken uit 't politiek leven, nog zou
de Antirev. partij blijven en kracht
ontplooien. Nog zou er onder ons
geestdrift zijn.
Want zoo sprak hij
Immers of ik er ben of niet ben,
dat doet er niets toe. God blijft.
Kiezers, Mannen van Rechts
We kunnen 't aanstonds op Vrijdag
16 Juni verliezen, de veldslag is dan
verloren, maar de oorlog nog niet
Gods Woord houdt stand in eeuwigheid
En zal geen duimbreed wijken.
De eindelijke victorie is aan Hem.
Aan Hem
Vraagt ge zijn Naam? zoo weet
Dat Hij de Christus heet
De Liev'ling uit Gods schoot
Zijn Zoon en Troongenoot
De zege is Hem beschoren.
Maar al zal Hij eenmaal zegevieren,
toch gebruikt Hij menscheninstru
menten in Zijn hand, om Zijn Konink
rijk uit te breiden en te bevestigen.
üok dr. Kuyper is zulk een middel
om veel goeds in te dragen in 't maat
schappelijk leven en veel kwaads te
weren.
Hoor hem zelf vertolken, wat hij
begeert te zijn voor 't Nederlandsche
Volk
Vóór mij, één zucht beheerscht mijnleven,
Een hooger drang drijft zin en ziel.
En moog mij d' adem eer begeven,
Eer ik aan dien heiligen drang ontviel'.
't Is om Gods heil'ge ordinantiën
In huis en kerk, in school en Staat
Ten spijt van 's werelds remonstrantiën,
Weer vast te zetten, 't Volk ten baat.
't Is om die ord'ningen des Heeren,
Waar Woord en Schepping van getuigt,
In 't Volk zoo helder te graveren,
Tot weer dat Volk voor God zich buigt.
Dat is de zielsbegeerte van dr.
Kuyper.
Kiezers! Mannen van Rechts Zou
den we op 16 Juni niet met alle macht,
schouder aan schouder staande, als
één onverwinbaar legerkorps den vij
and aan de stembus tegentrekken om
zulk een banierdrager te steunen, om
zulk een Minister te behouden om
des Volks wil.
Zijn bede is immers de Uwe?
Tot weer dat Volk voor God zich buigt.
Zulk een man mag niet heengaan!
Vóór hem in 't vuur. Voor onze
Christelijke Ministers geen ijver te
groot, geen geestdrift te vurig.
Kiest
Dan steunt ge Minister Kuyper,
den Christen-Staatsman.
jg De Revolutie trekt een scheur
ta door 't geheele leven, omdat zij
't diepste beginsel raaktde he
il lijdenis van God Almachtig,
Die Hemel en aarde geschapen
heeft.
a
Prof. Fabius. Voortvaren bldz. 75.
Hoe onze tegenstanders ons tergen.
De Vrijzinnig Politieke Propaganda-
club te Rotterdam heeft een boekje
uitgegeven, dat heet: i>De man der
kleine lugdem of dr. Kuiper.
Op bldz. 27 kunt ge dit moois lezen,
dat een bitter getuigenis aflegt van
den feilen haat, dien men ons toe
draagt. Er staat
Wij zullen het uitschallen, dat de
landen ervan daverenwij zullen het
roepen door de deuren der huizen,en
gooit men die dicht, door de ramen,
door de sehoorsteenen, door de sleutel
gaten
Wij zullen het schreeuwen in de
ooren van het Nederlandsche volk, dat
Kuiper het groote gevaar is.
Kuiper en de Calvinistische roof
vogel.
Die daar zweelt boven de velden
van Holland, hovende openbare School
en Rechtszaal, boven heel ons volksle
ven.
Wij zullen onze stemmen indreunen
tegen de propagandisten derkerkelij-
ken, die de tempels vullen met hun
politieke reclame en de harten der
eenvoudigen doen sidderen met hun
leugenleuzen.
Wij zullen ze de azweep van Tro^l-
stra« uit de hand rukken en ze met
onze eigene zweep kastijden.
We zullen onze verontwaardiging
slingeren gloeiend van felheid en
onze woorden sissen als vurige taal
naar hen die met uitgestreken gezich
ten en psalmen op de lippen en
draaiende oogen ons goede land
overstroomen.
Vrome, Nederlandsche Calvinis
ten, ik zeg u, dat wij u geeselen zul
len dat ge voor ons bukken zult.
Ik zeg u, dat wij het logge beest
der Calvinistische politiek zullen
prikkelen en striemen met onze actie,
tot de conservatieve buffel brullend
van pijn wegvlucht.
U vooral, dr. Kuiper, ministerpre
sident van NederlandKatholieken
hater, man van de oude plunjeaan
bidder van het conservatisme, Prote-
stantsche Paus; man der kleine lnyden
neen, man der groote heeren.
Men heeft U vergeleken bij Napoleon.
Goed, men vergelijke U desnoods
bij Alexanderden Grooten, of bij Cesar,
maar ge hebt toch niets gemeen met
Christus, wiens dienaar g?j zegt te zijü.
Als ge dan straks op uw democra-