S oor de Visscherij. Middeiharilis Alhier aangekomen de Vischsloep »Luctor et Emorgo* schipper W. v. d. Hoek met f 40 besomming aan versche visch en 10 ton zou'e visch. Gemeenteraad. VERSLAG van het verhandelde in den Gemeenteraad te Goedereede, op Woensdag 31 Mei 1905 des nm. 3 ure. Afwezig de Heer C. A. Vogel. Na opening der vergadering door den Voorz. worden de notulen der beide vorige vergaderin gen gelezen, ongewijzigd goedgekeurd en getee- kend, waarop de heer Goekoop te kennen geett zijn bezwaar tegen de wijze, waarop het Kohier van den Hoofdelijken Omslag is vastgesteld, daar zulks z.i. niet in eene besloten, doch openbare zitting behoort te geschieden en dat zulks naar zijne meening tot moeilijkheden aanleiding zou kunnen geven, daarbij wenschende, dat dit in de notulen thans zal worden opgenomen. Vervolgens wordt voorlezing van de ingekomen stukken gedaan lo. Missive van HH. Ged. Staten, daarbij goedgekeurd terugzendende het dezerzijds inge zonden Kohier van den Hoold. Omslag over 1905. 2o. Missive van den Heer Inspecteur van de Volksgezondheid, houdende bezwaren tegen het plaatsen van een urinoir bij den hoek van het pakhuis van den heer F. C. Goekoop. Na daarover breedvoerige onderlinge discussie te hebben gehouden en een daarop gevolgd voor stel van den heer Goekoop, om bedoeld urivoir te plaatsen op de Markt nabij de Achterhaven en bij de Smederij niet wordt ondersteund en dientengevolge niet in stemming wordt gebracht wordt goedgevonden, het urinoir op de eerst aan gewezen plaats te doen zetten, gg 3o. Missive van HH. Ged. Staten dezer pro vincie, daarbij goedgekeurd terugzendende het raadsbesluit tot het verleenen van concessie in zake de plaatsing der weegbrug. io. Missive der Gezondheids-Commissse, zete lende te Middelharnis, daarbij advies uitbren gende omtrent de onbewoonbaarverklaring van de woning No. 7, toebehoorende aan den heer F. C. Goekoop, bewoond door A. van der Laan. Na eenige besprekingen wordt op voorstel van den Voorz. besloten, bedoelde woning onbewoon baar te verklaren, terwijl de termijn tot ontrui ming wordt vastgesteld op zes maanden. Alsnu komt aan de orde de benoeming van drie leden van de commissie van Plaatselijk Sohooltoezicht. Op de aanbeveling zijn geplaatst de heerenA. van Schouwen en I. van Eijk, H. van den Heuvel en S. 1. van Nooten,F. deGidts en J. C. van Eendenburg. Tot de stemming overgaande, worden benoemd de heeren A. van Schouwen, H. van den Heuvel en J. C. van Eendenburg. Wordt goedgevonden, in te willigen het ver zoek van P. Luime en J. Non alhier tot uitbe taling der toegezegde verhooging van bezoldiging over het jaar 1904. Vetder wordt goedgevonden, om aan den On derwijzer J. Roon, die als tijdelijk onderwijzer gedurende Januari 1904 aan de O. L. S. alhier is werkzaam geweest, daarvoor uit te keeren eene beiooning, berekend tegen eene jaarwedde ad f 500. Alsnu worden vastgesteld een staat, model A tot het doen van betalingen uit den post van Onvoorziene Uitgaven, een staat model B tot het doen van af- en overschrijvingen van poslen op de Begrooting '04 en een staat model C tot aan vulling der Begrooting over 1905, welke ter goedkeuring aan Ged. St. zullen worden ingezon den. Verder wordt door den Voorz. ter tafel gebracht het aangaan eener tijdelyke geldleening ad f1400 rente 3/„ pCt. per maand, ter voorziening in de behoeften aan kasgelden en deelt mede, dat die gelden verkrijgbaar zijn bij de Maatschappij voor Gemeente-Crediet te Amsterdam. Hiertoe wordt met 5 tegen 1 stem die van den heer F. C. Goe koop, besloten, op welk besluit de goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten zal worden aan gevraagd. Daarna deelt de Voorz. mede, aanzoek te heb ben gehad, om alsnog aan de Commissie tot we ring van schoolverzuim over het jaar 1901 de aan haar daarvoor toekomende vergoeding te doen uitbetalen. Alvorens daartoe wordt besloten, zal dienaan gaande een schrijven tot nadere opheldering aan die Commissie worden verzonden. Alsnu komt aan de 01de de vaststelling van de Verordening op de Volkshuisvesting. Wordt besloten, de behandeling daarvan tot nader uit te stellen en die verordening aan te houden en bij de heeren Raadsleden ter inzage te doen cir- culeeren. Op de vraag van den heer Joppe of de Voor zitter reeds inlichtingen kan geven omtrent de Oude Hoofdpoort en het zich vestigen van den Rijks-Ontvanger alhier, deelt de Voorz. mede daaromtrent tot heden niets naders te hebben vernomen. Ter behandeling van eene reclame van F. Luime tegen zijnen aanslag in den H. O. dienstjaar 1905 en een verzoek van H. C. Bruggeman om ont heffing als zoodanig over 1904 wordt de Openbare zitting geschort, om tot geheime zitting over te gaan, Na heropening der vergadering wordt goedge vonden, den aanslag van F. Luime van f2,80 te brengen op fl,80 en aan H. C. Bruggeman ge deeltelijke ontheffing over 1904 in den aanslag te verleenen. Verder niets meer te verhandelen zijnde, wordt de vergadering door den Voorz. gesloten. VERSLAG van het verhandelde in den Gemeenteraad te Ouddorp, op 16 Mei 1905. Aanwezig alle leden. De Burgemeester opent, als Voorzitter, de vergadering met gebod. Na voorlezing der notulen van de vorige vergadering, welke onverandord, goedgekeurd en geteokond worden, komen de ingekomen stukken ter tafel. a. Missive van H.H. Ged. Staten dezer pro vincie d.d. 25 Apiil/1 Mei jl. B no. I932 (3e Afd.) G I no. 30, waarbij wordt teruggezonden de goedgekeurde supletoire kohieren, dienst 19O5, wegens hoofdelijken omslag en bonden belastingen, alsmede, de primitief kohieren sohoolgeld op de beide openbare lagere soholen, dienst 19o5/6. De commissie, belast met 't onderzoek der ligging enz. van de goot, langs de woning van Kr. de Mooij in verband met de aangrenzende straat, brengt bij monde van den heer J. C. Lodder, rapport uit. Zij geeft den Raad in overweging, de helling van dat gedeelte der Weststraat zoodanig te wijzigen, dat do afwa tering kan gesohieden in de brandsloof, waar door de diensten der goot als afwateringsbuis geheel gemist kunnen worden. Aldus wordt besloten. Overgegaan wordt tot de benoeming van leden van het Btembureau voor de a.s. verkiezing van een lid in de Tweede Kamer, waartoe worden benoemd de heeren T. Hameeteman en K. Lodder eu tot plaatsvervangende leden de heeren C. van der Klooster en K. Mastenbroek. Tot leden van het stembureau voor de ver kiezing, tengevolge der periodieke aftreding van drie leden van den gemeenteraad,»worden be noemd de heeren K. Mastenbroek, S. van dor "Wiele, terwijl de heer J. C. Lodder als vierde lid wordt aangewezen en de heeren T. Hamee teman, H. Tanis en C. van der Klooster als plaatsvervangende leden. Wordt besloten aan don volontair ter se cretaris J. C. Tanis als schrijfloon conc gratifi catie van f 15,— te verleenen. Overwegende, dat het wensohelijk is, Lot ontslag van bet brandweerpersoneel, dat den leeftijd van 60 jaren bereikt heeft, nader te regelen, wordt besloteu de volgende verordening vast to stollen Verordening, houdende aanvulling dor verordoning op de Brandweer in de ge meente Ouddorp Art. 1. De verordening op do Brandweer in de go- meente Ouddorp wordt aangevuld ais volt: Aan art. 3, eorsto Afdoeling, wordt als dorde alinea toegevoegd: „Aan hen, die voor den Isten Juli dec leeftijd van 60 jaren boreikten, wordt met ingang van dien dag ontslag verleend, mit zij in de maand Mei daaraan voorafgaande van bun ouderdom aan B. en W. schriftelijk kennis gaven. Bij gebreke hiervan wordt bun aanstelling tclk ns met 1 jaar verlengd". Art. 2. Deze verordeuiug treedt in we'king den dag, volgendo op dien der aikondiging. Eu zal deze verordening H.H. Ged. Staten in afschrift worden medegedeeld. Wordt besloten, de verordening regelende de volkshuisvesting in deze gemeente, gewjjzigd, overeenkomstig het ïappoit vun den heer Iuspec'eur der volksgezondheid, andermaal H.H. Ged. Staton ter goedkeuring aan te bieden. Thans wordt de openbare vergadering gesloten In den door don Voorzitter opnieuw geopende openbare vergadering, stelt do heer T. Hamee teman voor, de Verordening, regelende de heffing van sohoolgeld op de openbare lagere soholen aan te vullen, met de bepaling „Yun dit tarief zal echter door den Riad kunnon worden agowekon, om diegenen het volle sohoolgeld to laten betalen, die hi|Jdaartoe in stoat ach'," welke, al- 3e alinea ait. 2 za worden toegevoegd. Deze aanvulling wordt aangenomen mot 4 tegen 3 stemmen. Duarop wordt de vergadering gesloten. iiigezoiitleii Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en Uitgever. Den Bommel, 1 Juni 1905. Mijnheer de Redacteur Mag ik u voor onderstaande een plaatsje ver zoeken in uw geëerd blad. Bij voorbaat mijn hartelijken dank. Alhoewel ik niet gewoon ben stukken te schrij ven, voor het publiek bestemd, ja zelfs nooit door mij de pen is opgenomen om zoo iets te doen, kan ik toch niet nalaten zulks nu te doen. Mogen er soms stijl of andere fouten in voor komen, dan verzoek ik den lezers zoo welwillend te wezen, om mij dit niet ten kwade te duiden, aangezien ik in dit opzicht maar weinig onder wijs genoten heb. Maar, om tot de zaak te komen. Op Donderdagavond 25 Mei had men hier het genoegen voor het publiek te zien optreden den heer A. Roodhuizen van Enkhuizen, met het doel, om den strijd aan de stembus van Juni te bespreken. Alle belangstellenden hadden gezorgd dat ze zooveel mogelijk op tijd en ter plaatse aanwezig waren; ook mijn persoon was daar tegenwoordig. En nu wil ik het een en ander dat wij daar hoorden zinnebeeldig voorstellen en wel op deze manier, dat ik den spreker bij een Kok- en het gesprokene bij de spijze vergelijk. Welnu, wij als aanzittende gasten waren be nieuwd wat er opgedischt zou worden. Na dat we allen het welkom waren toegeroepen en de rede nen gehoord hadden, waartoe wij te zamen waren, werden er verschillende gerechten opgedischt; o.a., en wel in de eerste plaats zou Dj. Emmen, Herv. predikant te dezer plaatse gezegd hebben in een bidstond voor de verkiezing, dat spreker en zijn geestverwanten rond gingen als briezende leeuwen, zoekende wien zij zouden mogen ver slinden, en dat niet in geestelijken maar in een zichtbaren of natuurlijken zin. De belachelijk heid van dit beweren werd dan ook erg door spreker in Da. Emmen gelaakt, te meer daar hij beweren kon, dat hij nog niemand op zijn weg verscheurd had. Verder noemde hij de christe lijke partijen degenen daar niets van te zeggen viel. Dat was te zien op de statistiek van ver oordeelden daarop stond van de christelijke par tijen het grootste percentage. En zoo ging hij voort, dan was het de Antirev. partij, dan weer Minister Kuyper die het vergelden moesten enz. te veel om te noemen. Na dat nu de meesten der aanzittende gasten zich te goed hadden gedaan aan den maaltijd (en geen wonder, want het scheen die heeren naar hun tandje te zijn geweest en bovendien kosteloos,) werd de kok A. Roodhuizen hiervoor luide toe gejuicht door een daverend aplaus. Mijn persoon en nog een enkel ander hadden er zich echter al over verwondert hoe al die heeren zich zoo te goed hadden kunnen doen, maar het was zoo en niet anders. Dan dacht ik weer als onze smaak zooveel verschilt, zouden wij dan geen 2 of meer verschillende soorten zijn, want immers Ds. Emmen had toch volgens spreker gezegd dat zij leeuwen waren. Maar kom, dacht ik dan weer met het andere woord dwaas heid en anders niet, doch het bleef voor mij een raadsel en ik zag rijkhalzend uit naar deszelfs oplossing. Zoo onder elkander dan pratende over hetgeen er genuttigd was, werden wij in eens tot de orde geroepen door een der heeren (de Voorzitter) die vroeg of er nu soms nog in het gezelschap waren die eenige reden van klacht mochten hebben over het een of ander, doch niemand gaf iets te kennen. Ik dacht bij mijnzelven, zou er nu toch niemand de vrijmoedigheid hebben om zijn onge noegen te kennen te geven over de vreemde spijs en manier van toediening; maar neen,niemand. Nog eens werd die vraag herhaald. Toen dacht ik, als ik wat zeggen wil dan zal ik het nu moeten doen, want anders denkt men soms dat ik ook welgevoed vertrokken ben. Toen stond ik op en dacht bij mij zelveu, al is het dan dat ik de vreemde geur die er voor mij aan de spijs was, met geen welsprekende woorden zeggen kan, toch zal ik het doen, denkendede heeren zijn immers Hollanders en het spreek woord zegt„Een goede Hollander heeft maar een half woord noodig-" Zoo begon ik dan om mijn af keuring te kennen te geven op het eerste gerecht, namelijk als zou Ds. Emmen gezegd hebben dat de heeren van Links zooveel waren als leeuwen en duivelen in lichamelijke gedaante. Ik zeide, alhoewel ik Z.Ew. niet gehoord had, toch wel mag veronderstellen dat zulke woorden niet door hem zouden gebezigd zijn, wel in een geestelijken zin en dan op politiek gebied. Mijn aanmerking op het 2e was, als zouden de meest veroordeelden op de statistiek tot de chris telijke partyen behooren. Ik zeide dat, als was zulks waar, dan nog niet bewezen was dat de statistiek juist weer geeft de feitelijke toestand uit het dagelijks leven. Dit bewees ik door eigen ervaring. Voor 7 A 8 jaar ben ik veroordeeld voor een te groote hoeveelheid petroleum in mijn huis, doch niet ik had alleen zulks, maar meerandere verkoopers te dezer plaatse hadden zulks, zoodat wij te zamen de Gemeente-verordening overtre den hadden, en bij mijn weten ben ik alleen veroordeeld, waarom ik het nu juist alleen ont gelden moest is .voor mij nog altijd een raadsel gebleven. En zoo ben ik vervolgens voortgegaan, mijn afkeuring over verschillende gerechten te kennen gevende, na zulks gedaan te hebben, verscheen de Kok weer op het tooneel, mij zeer kwalijk nemende, dat ik over zulk een keurige onthaling mij aldus uitgelaten had. Volgens hem zou hier de fout schuilen: de overgroote meer derheid-der gasten waren volgens hem volwassen personen die de vaste spijs konden verdragen, en ik was nog maar een kleine jongen, die vanzelf nog met melk gevoed moest worden, mij letterlijk noemende„de kleine debeter," dus van zelf alweer, dat ik nog niet behoorde tot het doorden kend deel der natie, Dat was zoo op elk punt de hoofdinhoud van zijn repliek. Maar Mijnheer de Redacteur wat gebeurde nu verder. Mijn persoon zat in het eene eind van de zaal en op het andere eind zat een wezen waarvan ik de schrik opliet lijf kreeg, toen ik het zichzelf zag verheffen, en als hetware de mond opensperde om mij levend te verslinden, (bedoeld wezen heet C. van Vliet.) Hij begon mij dan ook werkelijk in stukken en flarden te reten, in lompen en vodden te hullen, menigmaal in de petroleum te doopen en na behoorlijk verdeeld te hebben zijn medenatuurgenoten voor te schikken. Ook had ik nog in mijn kven van doode kalveren gegeten, dus u kunt toch wel begrijpen, hoe hier toch elk fatsoenlijk mensch van moet walgen, doch in plaats van dat, bewaarde ieder het stil zwijgen, neen, men had er zelfs overluid schik in dat men zulk een boutje voor zich had. Men zou zoo denben na dat men al zooveel genuttigd had, dat men hier van spoedig genoeg zou hebben en dat vreemde wezen het verder doorgaan beletten zou, maar neen, dat duuide zoo ongeveer een kwartieruur voort. Ik zelf was natuurlijk ook stil, daar ik geheel ontsteld was, doch nadat ik wonder boven won der weer eenigzins bekwam, zag ik voor mij het geheele raadsel opgelost, namelijk: dat men hier op zoo'n verg werkelijk met leeuwen te doen heeft, zoekende wat zij mogen verslinden. Tot zoover mijn beeldspraak en nu wil ik er tot op heldering nog dit bijvoegen. Bovenver meld persoon C. van Vliet was eertijds mijn buurman dus van nabij met heel mijn handel en wandel bekend. Ieder was op politiek gebied een verschillende richting toegedaan, hij is het dan ook geweest die gezorgd heeft dat ik voor die Petroleum veroordeeld ben daar ik nooit zoo duidelijk mee bekend ben geweest alsnu, die op de vergadering zelf zeide d t ik de lompen overal in mijn huis neer stopte en die ten slotte nog zeide dat ik zes weken een rotte bok op zolder op bergde,en dat men evenzoo tegenwoordig zoo'n rot-Ministerie had, dat behoorde opgeruimd te worden. Wat moet men nu toch denken van zulk een vergadering, waar zulks toegelaten wordt om te zeggen. Ik moet dan ook eerlijk zeggen nooit geweten te hebben, hoe mannen, zoo hoog ge plaats in de maatschappij als de voorz. der vrij zinnige kiesvereeniging te dezer plaatse en meer andere voorname mannen, waar ik overigens aller eerbied voorheb, zulks konden toelaten. Ik meen dan ook. dat, zoo lang zij deze fout niet openlijk bekennen, deze blaam op hen blijft rusten, dat geen middelen te onheilig zijn als men zijn doel maar bereikt. Den Bommel. P. HUIJER. l>e OorSog. Se totale ondergang der KuaUcbe vloot kunnen wij gerust hierboven schrijven Blijkens nadere berichten is de ramp voor de Russen nog grooter geweest dan de eerste telegrammen melden. Van de beste slagschepen der vloot is er niet één overgebleven De kleine pant- serdekkruiser »Almans«, de eerste Russi sche bodem die zich uit den slag heeft weten te redden, bracht te Wladiwostok bevéstiging van het zinken van de »Kiijas Soewarof«, het Russische admiraalschip. Geen enkel van de vier nieuwe linieschepen die van Rodzjeswenski's vloot deel uit maakten, is dus veilig uit den slag geko men. Drie liggen er op den bodem van de zee de »Knjas Soewarof.r de> Borodino« en de »Imporator Alexander II1« nieuwe linieschepen van over de 13000 tons het vierde de »Orel« (volgens andere berichten echter een hulpkruiser), is als buit in een Japansche haven binnengebracht. Van de oude slagschepen van Nebogatof hebben de »Nico!aj I«, de >Admiraal Sen- jawini en de »Admiraal Apraxinc in het lot van de »Orel« gedeeld, terwijl de Ad miral Oesfakofc in den slag gebleven is De drie overige Russische linieschepen van ietwat onder constuctie zij, volgens een be richt aan het Amerikaansche ministerie van marine, ook gezonken. En alzco is de ge heele Russische slagvloot vernietigd of ge nomen. Men kan vragen, waarom Togo daarom trent nog niet dadelijk heeft gerapporteerd. Maar de laastgenoemde slagschepen zijn denkelijk eerst later, bij hun vlucht naar Wladiwostok, in den grond geboord of ge zonken. En nu zijn alle groote Russische bodems vernield of genomen. Kon de debacle vrees - lijker zijn En alsof die ramp nog niet groot genoeg ware, komt de Express uit Tokio melden, dat de gepantserde kruiser »Gromoboi«, groot 13000 tons, en met 800 man aan boord, bij het verlaten van Wladiwostok op een japansche mijn is ge- loopen en met alle opvarenden vergaan Togo's overwinning is volkomen geweest verpletterend voor den vijand. En dat niet tegenstaande de Japansche vloot ten hoog ste vier groote en twee kleine slagschepen telde. Admiraal Togo lag Zaterdagochtend met bijna alle groote Japansche schepen ter hoogte van Masampo, De Russen waren door het oostelijke kanaal, d i. tusschen Tjoesjima en Japan, in de Straat van Ko rea gedrongen. Nu voer admiraal Togo onverwijld met groote snelheid rondom de noordspits van Tjoesjima, en kreeg, voor bij het eiland gevaren, weldra de Russen, die in twee collonnes stoomden, in het ge zicht. Hij liet op de flank der bakboord colonne en op de spits der stuurboord colonne een hevig vuur openen. Toen de Russen in verwarring begonnen te raken, dreef Togo hen naar de Japansche kust waar zij door alle onder Japansche vlag strijdende schepen werden aangevallen. Ver scheideue aanvallen van de torpedobooten op de Russische vloot hadden het beste gevolg. Rodzjestwenki, Nebogatof en alle opper - officierenzijn krijgsgevangenen. Kan de triomf voor Togo grooter zijn. l'es'koGpi&ig-eïL Op Donderdag 8 Juni 1905, des nm. half 2 uur te Stellendam, ter herberge van F. Troost, veiling van 8.85.30 lloet. (19 Gem. 83 roeden Voornsche maat) bouwland onder Stellendam, in den Kendrachtspoldcr, zijnde kavel 41 van dien polder, in 4 perceelen, ten verzoeke van de Erven van wijlen Mevrouw de Douairière Jhr. O. D. Röell Notaris VAN DER SLUIJS. Vrijdag 9 Juni, 's nam. 4 ure in het ogement »Bel!evue» te Ouddorp. Afslag, van 2 lleerenhuizen, groote Bouwschuur en pakhuis te Ouddorp, iu en bij de kom der gemeente Het tiendrecht op den riendolok «Hoek en Broek» aldaar, en de Ho'stede //Rustburg» te Ouddorp. met bijna IS 1! A. d air bij en omgelegen tuin-, boomgaard-, bouw wei- eu geestland. Notaris VAN SOI1'HJ WEN. Op Woensdag 14 Juni 1905, des nm. 2 uur, te Dirksland, ter lierderge van P. Broos- hooft, verknoping van verschillende perceelen Lucerne en Roode Klavers en Grasgowas. Notaris VAN 1)ER SLUIJS. Op Donderdag 15 Juni 1905des nm. half 2 uur te Stellendam, Ier hei berge van J. Knöps, afslag van 8.85.30 11 eet. 19 Gem. 83 roeden Voornsche maat) bouwland onder Stellendam, in den Eendraehispolder, zijnde kavel 41 van dien polder, in 4 perceelen en in combinatiën, en verzoeke van de Erven van wijlen Mevrouw de Douairière Jhr. C. D. Röell. Notaris VAN DER SLUIJS ianbesletiing:. Oude Toiige. Maandng 29 Mei jl des nm. ten 2 ure, is in het koffiehuis van A T. Waare Zoon alhier door den Architect A. Ie Clercq wonende te Kruinin gen, namens zijn principaal aanbesteed het bouwen van een nieuw woonhuis, met alle leverantiën daartoe benoodigd op de Euphra sia hoeve alhier, bewoond door G. Hees termans en waren de laagste inschrijvers voor het geheele werk P. Snijder Czn. en H. v, d. Berge alhier voor de som van f 6060 tweioessg'cS Mseiaws Een mislukte trouwpartij. Te Winschoten zou een paartje in het huwelijksbootje stappen De stuurman van de boot, de bruidegom, kwam met een nat zeil op het stadhuis aanlaveeren. Aan zoo iemand wilde dc bruid zich niet toe vertrouwen en zij ging links toen haar aanstaande man van rechts kwam. »'k Beu zoo beroerd geworden van één glas bierbeweerde de bruidegom. Als de biuid dat nu maar gelooft, dan kan de trouwerij misschien later nog voortgang hebben. De pas te Parijs overleden Baron Alpbonse de Rollischiid was een der weinige milliunnairs, die geloofden, dat het socialisme een toekomst beeft. Hij voorspelde dikwijls, dat er eenmaal een tijd ze) komen, waarin niemand meer inkomen zal mogen hebben dan f 48,000 per jaar voor hem een bagatel natuurlijk. Ais men hem vroeg of rijkdom geluk kig maakt, clan antwoordde hij //Ach neen, dat zou al te mooi zijn. Geluk is iets geheel anders. Er zijn voordeelen aan ge'd verbondenanders 'zouden de menschen zich niet zooveel moeite geven om het te verwerven. Maar, geloof mij, de zekers! e bi on van geluk is arbeid.» Het afgebrande dorp Vrien- zeveen. Zoo langzamerhand beginnen de Yrie- zenreners zich van den schrik te herstellen. Overal ziet men houten schuren en loodsen verrijzen, die in den eerst komenden tijd tot woningen voor de dakloozen zullen dienen en hier en daar worden reeds toebereidselen ge maakt om de afgebrande woningen te herbou wen. Men verwacht echter, dat het vrij lang zal duren eer alle afgebranden geoouwen weer herbouwd zullen zijn. Voorzichtig! In de bosehen te Lnag- Soeren, toebehoorende aan Mej. II ai i ze ma Victor te Dieren, waren eenige arbeiders be zig met 't verbanden van dood hout, toen door een rukwind de vlammen plotseling over sloeg naar een naastbijgelegen dennenbosch. De boomen vatten vlam en hoewel 30 arbei ders spoedig in de weer waren het vuur te stuiten, gelukie dit pas toen ruim 3 II.A. zevenjarige dennen verbrand waren. '/Leer om leer.» In October kocht de koetsoer S. uit Suderwick een partij vensterglazen te üinksperloo, zonder aan gifte aan het grenskantoor te doen. Thuis gekomen vond hij echter bij hem op be zoek de vrouw van een kommies, die haar man vertelde, da de koetsier gesmokkeld had. Deze kreeg nu 10 mark boete Maar deze zon op wraak eu dezer cl; gen gelukte het Item opzijn beurt de kommies en zijn vrouw |te betrappen op smokkelarij. In de modder gestikt. Dinsdag avond bad er te Den Helder een trefl'end ongeluk plaats. Nabij het Westplein ge raakte de 21-jarige Evert Bakker, die een paard van den voerman J. Kater hereed, door het schichtig worden van het dier, van den steilen wal met het paard in het Heldersche kanaal. Eenmaal in het water wierp het paard zijn berijder af, die daarop in de modder moet zijn gestikt. Althans eenige oogt-nblikken later met dreggen opgehaald, had de ongelukkige reeds opge houden te leven, liet paard wist zich zwemmende boven te houden en werd bij het Weeshuis op het droge gebracht. (»Dbl. v. H Een half dorp verbrand. Dins dag heeft er aan den Loonscben dijk, d e no rdelijke helft van Loon op Zand (Noord- Brabant) een felle brand gewoed. De geheele westelijke helft van dat deel is afgetirand, 16 huizen, door 20 gezinnen bewoond, 10 groote en 8 kleine schuren, 1 molen en 1 houtloods en veel hooi zijn een prooi der vlam men geworden. Rieten daken, in verband met het ontbreken van water, zijn oorzaak van den grooten omvang van den brand. Op één huis na waren de gehouwen verzekerd, hoewel en kelen zeer laag. Het hooi en veel hout was niet geassureerd evenmin als een paar inboe dels. Een vreeselijk ongeluk. Een vreeselijke ramp heeft Vrijdagnacht de fami lie J. in de Jekcrstraat te Maastricht getrof fen. Door een zee!r treurig toeval werden haar ril. twee zoons in den bloei der jaren (17 en 26 jaren) ontrukt Dc gebroeders J. waren, schrijft de L. K., bezig aan de achterzijde van de //gebouwen der zusters,// onder de bogen, aan de zijde van den kommel, den daarliggenilen beerput ie reinigen. Reeds had men ettelijke wagens ueer vervoerd, zoodat er nog slechLs een ge ringe aag in de put aanwezig was. Daar nu van boven af niet langer met emmers kon geschebt worden, bedoot een der geb. J. zich langs een br ak af te laten zakken en aldus beneden de overige mest stoffen naar boven aan te geven. Nauwelijks echter in de nabijheid van den bodem gekomen, sloeg de ongelukkige bewus teloos neer en gaf geen toeken van leven. De daar verzamelde siiLslolieii hadden hem bedwelmd neergeworpen. Radeloos 7an angst wilde zijn broeder even eens naar bcnecRn om te redden en hoewel met alle moeite tegengehouden, wist ook hij naar beneden af te dalen, waar eenzelfde lot hem trof. De inmiddels met den poliiie Lemmens ten tooneele verschenen hoofdagent Claessens, stelde terstond alle pogingen in het werk om hulp te bieden. Hij liet allereerst wat bosehjes stroo uit branden om de stikstoffen zooveel mogelijk te doen verdwijnen en slaagde er toen met zijn helpers, na schier hoven menschel ij ke moeite in, een der ongelukkige broeders op te halen. Helaas, het was slechts een lijk, dat naar hoven werd gebracht, zooals op het terrein aanwezige Dr. Nyst onmiddelijk constateerde. Wat men ook in 't werk stelde, de ande re broeder kon niet bereikt worden en de hoofdagent Cl. achtte het volstrekt niet raad zaam door in die put af le laten dalen nieuwe mciischenlevens op het spel te zetten. Hij zond daarom naar de brandweer om hulp, en spoedig waren de brandweermannen J. Sporken en J Hufkens ten tooneele van welke dc eerste met den rookhelm op, zich onverschrokken in de put waagde en daar 11a eenigen tijd zoekens, heel in den hoek neer gezonken, het lichaam ontkekte van den an deren broeder; hetwelk hij terstond opwaarts voerde. Ook hier viel natuurlijk den dood te con- stateeren. Helnrich de Slgcunerkoaap. door L. VAN BERKEL. Hoofdstuk I. Wie Sicinricli was. Houd op met dat gejammer, kwa jongen! Je hadt almeer dan een uur moe ten slapen. Van jou alléén heb ik meer moeite en last dan van al de anderen sa men. En nu, wees stil, hoor anders zal ik een stok halen en je wel leeren be- daaid te zijn. De spreekster was een groote, zwaarge bouwde Zigennervrouw. Zij behoorde bij een zwervende bende, welke dienzelfden avond den zoom van een woud bereikt en daar hare tenten had opgeslagen. Het vuur van het kamp verspriedde nog op verren afstand zijn rossen gloed, hoewel de nacht reeds was aangebroken en het avondeten vroegtijdig gereedgemaakt, reeds lang gekookt en georberd was. Eenige jonge manschajipr-n der bende, hier en daar op het gras uitgestrekt, la gen in diepen slaap, andere, in oude doe ken gehuld, zaten rond het vuur, omdat de nachten reeds koud begonnen te wor den. Een weinig zijv aarts van de andere kleine slapers, lag een knaapje van onge veer tien jaar. Al zijn plunje bestond uit een versleten en gescheurd katoenen pakje en een ouden vuilen zukdoek, dien hij om zijn hals droeg. Zijn zwarte, verwarde haren bedek ten gedeeltelijk zijn voorhoofd. Een paar donkeie oogen, met een verdrietige en on rustige uitdrukking, keken bezorgd en vreesachtig rond. De Zigeunervrouw was bij het knaapje gekomen en had die ruwe woorden tot hem gericht. Het arme kind aiitwoorde er niets p een anstige zucht, die zich ech ter niet in tranen luchtgaf, ontsuapte aan zijn lippen. Die opgekropte smart was zeker wel iets vreemds bij zulk een jong kind. Het hart van de Zigeunervrouw werd er echter niet door getroffen. Zij hernam op bitteren toon »Ga dadelijk slapenDat gejammer en die dwaze gewoonte om in je zelf te praten kan ik niet uitstaan. Waarom doe je niet, zooals de anderen En n t liasr vereelde hand wees zij naar het groepje slapers, die door geen enkele kwellende gedachte werden wakker gehouden en zóó rustig sliepen, als lagen zij op een donzen bed. Doch het kind scheen er niets van te hooreri. Zijn verwilderde oogen keken nog altijd naar het bosch, maar toen de Zi geunervrouw haaf grove hand op den schouder van het knaapje legde, oin hem te noodzaken le gaau slapen, hoorde men een klagend geluid van zijn bleeke, beven de lippen »lk wil naar Wilhelm gaan O, ik wil naar mijn Wilhelm gaan Je kunt Wilhelm nu toch niet vinden, antwoordde de Zigeuneiin boos. Niemanc' kan bij hem komen, waar hij nu is. Houd dus op met dat gejammer, llenrich ga nu liggen en slaap maar. Als ik nogèeu

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 4