S oor de
Visscherij.
Middeiharilis Alhier aangekomen de
Vischsloep »Luctor et Emorgo* schipper
W. v. d. Hoek met f 40 besomming aan
versche visch en 10 ton zou'e visch.
Gemeenteraad.
VERSLAG
van het verhandelde in den Gemeenteraad te
Goedereede, op Woensdag 31 Mei
1905 des nm. 3 ure.
Afwezig de Heer C. A. Vogel.
Na opening der vergadering door den Voorz.
worden de notulen der beide vorige vergaderin
gen gelezen, ongewijzigd goedgekeurd en getee-
kend, waarop de heer Goekoop te kennen geett
zijn bezwaar tegen de wijze, waarop het Kohier
van den Hoofdelijken Omslag is vastgesteld, daar
zulks z.i. niet in eene besloten, doch openbare
zitting behoort te geschieden en dat zulks naar
zijne meening tot moeilijkheden aanleiding zou
kunnen geven, daarbij wenschende, dat dit in de
notulen thans zal worden opgenomen.
Vervolgens wordt voorlezing van de ingekomen
stukken gedaan
lo. Missive van HH. Ged. Staten, daarbij
goedgekeurd terugzendende het dezerzijds inge
zonden Kohier van den Hoold. Omslag over 1905.
2o. Missive van den Heer Inspecteur van de
Volksgezondheid, houdende bezwaren tegen het
plaatsen van een urinoir bij den hoek van het
pakhuis van den heer F. C. Goekoop.
Na daarover breedvoerige onderlinge discussie
te hebben gehouden en een daarop gevolgd voor
stel van den heer Goekoop, om bedoeld urivoir
te plaatsen op de Markt nabij de Achterhaven
en bij de Smederij niet wordt ondersteund en
dientengevolge niet in stemming wordt gebracht
wordt goedgevonden, het urinoir op de eerst aan
gewezen plaats te doen zetten, gg
3o. Missive van HH. Ged. Staten dezer pro
vincie, daarbij goedgekeurd terugzendende het
raadsbesluit tot het verleenen van concessie in
zake de plaatsing der weegbrug.
io. Missive der Gezondheids-Commissse, zete
lende te Middelharnis, daarbij advies uitbren
gende omtrent de onbewoonbaarverklaring van
de woning No. 7, toebehoorende aan den heer
F. C. Goekoop, bewoond door A. van der Laan.
Na eenige besprekingen wordt op voorstel van
den Voorz. besloten, bedoelde woning onbewoon
baar te verklaren, terwijl de termijn tot ontrui
ming wordt vastgesteld op zes maanden.
Alsnu komt aan de orde de benoeming van
drie leden van de commissie van Plaatselijk
Sohooltoezicht. Op de aanbeveling zijn geplaatst
de heerenA. van Schouwen en I. van Eijk, H.
van den Heuvel en S. 1. van Nooten,F. deGidts
en J. C. van Eendenburg.
Tot de stemming overgaande, worden benoemd
de heeren A. van Schouwen, H. van den Heuvel
en J. C. van Eendenburg.
Wordt goedgevonden, in te willigen het ver
zoek van P. Luime en J. Non alhier tot uitbe
taling der toegezegde verhooging van bezoldiging
over het jaar 1904.
Vetder wordt goedgevonden, om aan den On
derwijzer J. Roon, die als tijdelijk onderwijzer
gedurende Januari 1904 aan de O. L. S. alhier is
werkzaam geweest, daarvoor uit te keeren eene
beiooning, berekend tegen eene jaarwedde ad f 500.
Alsnu worden vastgesteld een staat, model A
tot het doen van betalingen uit den post van
Onvoorziene Uitgaven, een staat model B tot het
doen van af- en overschrijvingen van poslen op
de Begrooting '04 en een staat model C tot aan
vulling der Begrooting over 1905, welke ter
goedkeuring aan Ged. St. zullen worden ingezon
den.
Verder wordt door den Voorz. ter tafel gebracht
het aangaan eener tijdelyke geldleening ad f1400
rente 3/„ pCt. per maand, ter voorziening in de
behoeften aan kasgelden en deelt mede, dat die
gelden verkrijgbaar zijn bij de Maatschappij voor
Gemeente-Crediet te Amsterdam. Hiertoe wordt
met 5 tegen 1 stem die van den heer F. C. Goe
koop, besloten, op welk besluit de goedkeuring
van heeren Gedeputeerde Staten zal worden aan
gevraagd.
Daarna deelt de Voorz. mede, aanzoek te heb
ben gehad, om alsnog aan de Commissie tot we
ring van schoolverzuim over het jaar 1901 de aan
haar daarvoor toekomende vergoeding te doen
uitbetalen.
Alvorens daartoe wordt besloten, zal dienaan
gaande een schrijven tot nadere opheldering aan
die Commissie worden verzonden.
Alsnu komt aan de 01de de vaststelling van
de Verordening op de Volkshuisvesting. Wordt
besloten, de behandeling daarvan tot nader uit
te stellen en die verordening aan te houden en
bij de heeren Raadsleden ter inzage te doen cir-
culeeren.
Op de vraag van den heer Joppe of de Voor
zitter reeds inlichtingen kan geven omtrent de
Oude Hoofdpoort en het zich vestigen van den
Rijks-Ontvanger alhier, deelt de Voorz. mede
daaromtrent tot heden niets naders te hebben
vernomen.
Ter behandeling van eene reclame van F. Luime
tegen zijnen aanslag in den H. O. dienstjaar 1905
en een verzoek van H. C. Bruggeman om ont
heffing als zoodanig over 1904 wordt de Openbare
zitting geschort, om tot geheime zitting over
te gaan,
Na heropening der vergadering wordt goedge
vonden, den aanslag van F. Luime van f2,80 te
brengen op fl,80 en aan H. C. Bruggeman ge
deeltelijke ontheffing over 1904 in den aanslag
te verleenen.
Verder niets meer te verhandelen zijnde, wordt
de vergadering door den Voorz. gesloten.
VERSLAG
van het verhandelde in den Gemeenteraad
te Ouddorp, op 16 Mei 1905.
Aanwezig alle leden.
De Burgemeester opent, als Voorzitter, de
vergadering met gebod.
Na voorlezing der notulen van de vorige
vergadering, welke onverandord, goedgekeurd
en geteokond worden, komen de ingekomen
stukken ter tafel.
a. Missive van H.H. Ged. Staten dezer pro
vincie d.d. 25 Apiil/1 Mei jl. B no. I932 (3e
Afd.) G I no. 30, waarbij wordt teruggezonden
de goedgekeurde supletoire kohieren, dienst
19O5, wegens hoofdelijken omslag en bonden
belastingen, alsmede, de primitief kohieren
sohoolgeld op de beide openbare lagere soholen,
dienst 19o5/6.
De commissie, belast met 't onderzoek der
ligging enz. van de goot, langs de woning van
Kr. de Mooij in verband met de aangrenzende
straat, brengt bij monde van den heer J. C.
Lodder, rapport uit. Zij geeft den Raad in
overweging, de helling van dat gedeelte der
Weststraat zoodanig te wijzigen, dat do afwa
tering kan gesohieden in de brandsloof, waar
door de diensten der goot als afwateringsbuis
geheel gemist kunnen worden.
Aldus wordt besloten.
Overgegaan wordt tot de benoeming van
leden van het Btembureau voor de a.s. verkiezing
van een lid in de Tweede Kamer, waartoe
worden benoemd de heeren T. Hameeteman en
K. Lodder eu tot plaatsvervangende leden de
heeren C. van der Klooster en K. Mastenbroek.
Tot leden van het stembureau voor de ver
kiezing, tengevolge der periodieke aftreding van
drie leden van den gemeenteraad,»worden be
noemd de heeren K. Mastenbroek, S. van dor
"Wiele, terwijl de heer J. C. Lodder als vierde
lid wordt aangewezen en de heeren T. Hamee
teman, H. Tanis en C. van der Klooster als
plaatsvervangende leden.
Wordt besloten aan don volontair ter se
cretaris J. C. Tanis als schrijfloon conc gratifi
catie van f 15,— te verleenen.
Overwegende, dat het wensohelijk is, Lot
ontslag van bet brandweerpersoneel, dat den
leeftijd van 60 jaren bereikt heeft, nader te
regelen, wordt besloteu de volgende verordening
vast to stollen
Verordening, houdende aanvulling dor
verordoning op de Brandweer in de ge
meente Ouddorp
Art. 1.
De verordening op do Brandweer in de go-
meente Ouddorp wordt aangevuld ais volt:
Aan art. 3, eorsto Afdoeling, wordt als dorde
alinea toegevoegd:
„Aan hen, die voor den Isten Juli dec
leeftijd van 60 jaren boreikten, wordt met
ingang van dien dag ontslag verleend, mit zij
in de maand Mei daaraan voorafgaande van bun
ouderdom aan B. en W. schriftelijk kennis
gaven.
Bij gebreke hiervan wordt bun aanstelling
tclk ns met 1 jaar verlengd".
Art. 2.
Deze verordeuiug treedt in we'king den dag,
volgendo op dien der aikondiging.
Eu zal deze verordening H.H. Ged. Staten
in afschrift worden medegedeeld.
Wordt besloten, de verordening regelende
de volkshuisvesting in deze gemeente, gewjjzigd,
overeenkomstig het ïappoit vun den heer
Iuspec'eur der volksgezondheid, andermaal H.H.
Ged. Staton ter goedkeuring aan te bieden.
Thans wordt de openbare vergadering gesloten
In den door don Voorzitter opnieuw geopende
openbare vergadering, stelt do heer T. Hamee
teman voor, de Verordening, regelende de heffing
van sohoolgeld op de openbare lagere soholen
aan te vullen, met de bepaling
„Yun dit tarief zal echter door den Riad
kunnon worden agowekon, om diegenen het
volle sohoolgeld to laten betalen, die hi|Jdaartoe
in stoat ach'," welke, al- 3e alinea ait. 2 za
worden toegevoegd.
Deze aanvulling wordt aangenomen mot 4 tegen
3 stemmen.
Duarop wordt de vergadering gesloten.
iiigezoiitleii
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
en Uitgever.
Den Bommel, 1 Juni 1905.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik u voor onderstaande een plaatsje ver
zoeken in uw geëerd blad. Bij voorbaat mijn
hartelijken dank.
Alhoewel ik niet gewoon ben stukken te schrij
ven, voor het publiek bestemd, ja zelfs nooit
door mij de pen is opgenomen om zoo iets te
doen, kan ik toch niet nalaten zulks nu te doen.
Mogen er soms stijl of andere fouten in voor
komen, dan verzoek ik den lezers zoo welwillend
te wezen, om mij dit niet ten kwade te duiden,
aangezien ik in dit opzicht maar weinig onder
wijs genoten heb.
Maar, om tot de zaak te komen.
Op Donderdagavond 25 Mei had men hier het
genoegen voor het publiek te zien optreden den
heer A. Roodhuizen van Enkhuizen, met het
doel, om den strijd aan de stembus van Juni te
bespreken. Alle belangstellenden hadden gezorgd
dat ze zooveel mogelijk op tijd en ter plaatse
aanwezig waren; ook mijn persoon was daar
tegenwoordig.
En nu wil ik het een en ander dat wij daar
hoorden zinnebeeldig voorstellen en wel op deze
manier, dat ik den spreker bij een Kok- en het
gesprokene bij de spijze vergelijk.
Welnu, wij als aanzittende gasten waren be
nieuwd wat er opgedischt zou worden. Na dat we
allen het welkom waren toegeroepen en de rede
nen gehoord hadden, waartoe wij te zamen waren,
werden er verschillende gerechten opgedischt;
o.a., en wel in de eerste plaats zou Dj. Emmen,
Herv. predikant te dezer plaatse gezegd hebben
in een bidstond voor de verkiezing, dat spreker
en zijn geestverwanten rond gingen als briezende
leeuwen, zoekende wien zij zouden mogen ver
slinden, en dat niet in geestelijken maar in
een zichtbaren of natuurlijken zin. De belachelijk
heid van dit beweren werd dan ook erg door
spreker in Da. Emmen gelaakt, te meer daar hij
beweren kon, dat hij nog niemand op zijn weg
verscheurd had. Verder noemde hij de christe
lijke partijen degenen daar niets van te zeggen
viel. Dat was te zien op de statistiek van ver
oordeelden daarop stond van de christelijke par
tijen het grootste percentage. En zoo ging hij
voort, dan was het de Antirev. partij, dan weer
Minister Kuyper die het vergelden moesten enz.
te veel om te noemen.
Na dat nu de meesten der aanzittende gasten
zich te goed hadden gedaan aan den maaltijd (en
geen wonder, want het scheen die heeren naar
hun tandje te zijn geweest en bovendien kosteloos,)
werd de kok A. Roodhuizen hiervoor luide toe
gejuicht door een daverend aplaus.
Mijn persoon en nog een enkel ander hadden
er zich echter al over verwondert hoe al die
heeren zich zoo te goed hadden kunnen doen,
maar het was zoo en niet anders. Dan dacht ik
weer als onze smaak zooveel verschilt, zouden
wij dan geen 2 of meer verschillende soorten
zijn, want immers Ds. Emmen had toch volgens
spreker gezegd dat zij leeuwen waren. Maar kom,
dacht ik dan weer met het andere woord dwaas
heid en anders niet, doch het bleef voor mij een
raadsel en ik zag rijkhalzend uit naar deszelfs
oplossing.
Zoo onder elkander dan pratende over hetgeen
er genuttigd was, werden wij in eens tot de orde
geroepen door een der heeren (de Voorzitter) die
vroeg of er nu soms nog in het gezelschap waren
die eenige reden van klacht mochten hebben
over het een of ander, doch niemand gaf iets te
kennen. Ik dacht bij mijnzelven, zou er nu toch
niemand de vrijmoedigheid hebben om zijn onge
noegen te kennen te geven over de vreemde spijs
en manier van toediening; maar neen,niemand.
Nog eens werd die vraag herhaald. Toen dacht
ik, als ik wat zeggen wil dan zal ik het nu moeten
doen, want anders denkt men soms dat ik ook
welgevoed vertrokken ben.
Toen stond ik op en dacht bij mij zelveu, al is
het dan dat ik de vreemde geur die er voor mij
aan de spijs was, met geen welsprekende woorden
zeggen kan, toch zal ik het doen, denkendede
heeren zijn immers Hollanders en het spreek
woord zegt„Een goede Hollander heeft maar
een half woord noodig-"
Zoo begon ik dan om mijn af keuring te kennen
te geven op het eerste gerecht, namelijk als zou
Ds. Emmen gezegd hebben dat de heeren van
Links zooveel waren als leeuwen en duivelen in
lichamelijke gedaante. Ik zeide, alhoewel ik Z.Ew.
niet gehoord had, toch wel mag veronderstellen
dat zulke woorden niet door hem zouden gebezigd
zijn, wel in een geestelijken zin en dan op politiek
gebied.
Mijn aanmerking op het 2e was, als zouden de
meest veroordeelden op de statistiek tot de chris
telijke partyen behooren. Ik zeide dat, als was
zulks waar, dan nog niet bewezen was dat de
statistiek juist weer geeft de feitelijke toestand
uit het dagelijks leven. Dit bewees ik door eigen
ervaring. Voor 7 A 8 jaar ben ik veroordeeld voor
een te groote hoeveelheid petroleum in mijn huis,
doch niet ik had alleen zulks, maar meerandere
verkoopers te dezer plaatse hadden zulks, zoodat
wij te zamen de Gemeente-verordening overtre
den hadden, en bij mijn weten ben ik alleen
veroordeeld, waarom ik het nu juist alleen ont
gelden moest is .voor mij nog altijd een raadsel
gebleven. En zoo ben ik vervolgens voortgegaan,
mijn afkeuring over verschillende gerechten te
kennen gevende, na zulks gedaan te hebben,
verscheen de Kok weer op het tooneel, mij zeer
kwalijk nemende, dat ik over zulk een keurige
onthaling mij aldus uitgelaten had. Volgens hem
zou hier de fout schuilen: de overgroote meer
derheid-der gasten waren volgens hem volwassen
personen die de vaste spijs konden verdragen, en
ik was nog maar een kleine jongen, die vanzelf
nog met melk gevoed moest worden, mij letterlijk
noemende„de kleine debeter," dus van zelf
alweer, dat ik nog niet behoorde tot het doorden
kend deel der natie, Dat was zoo op elk punt de
hoofdinhoud van zijn repliek.
Maar Mijnheer de Redacteur wat gebeurde nu
verder. Mijn persoon zat in het eene eind van de
zaal en op het andere eind zat een wezen waarvan
ik de schrik opliet lijf kreeg, toen ik het zichzelf
zag verheffen, en als hetware de mond opensperde
om mij levend te verslinden, (bedoeld wezen heet
C. van Vliet.) Hij begon mij dan ook werkelijk
in stukken en flarden te reten, in lompen en
vodden te hullen, menigmaal in de petroleum
te doopen en na behoorlijk verdeeld te hebben
zijn medenatuurgenoten voor te schikken. Ook
had ik nog in mijn kven van doode kalveren
gegeten, dus u kunt toch wel begrijpen, hoe hier
toch elk fatsoenlijk mensch van moet walgen,
doch in plaats van dat, bewaarde ieder het stil
zwijgen, neen, men had er zelfs overluid schik in
dat men zulk een boutje voor zich had.
Men zou zoo denben na dat men al zooveel
genuttigd had, dat men hier van spoedig genoeg
zou hebben en dat vreemde wezen het verder
doorgaan beletten zou, maar neen, dat duuide
zoo ongeveer een kwartieruur voort.
Ik zelf was natuurlijk ook stil, daar ik geheel
ontsteld was, doch nadat ik wonder boven won
der weer eenigzins bekwam, zag ik voor mij het
geheele raadsel opgelost, namelijk: dat men hier
op zoo'n verg werkelijk met leeuwen te doen
heeft, zoekende wat zij mogen verslinden.
Tot zoover mijn beeldspraak en nu wil ik er
tot op heldering nog dit bijvoegen. Bovenver
meld persoon C. van Vliet was eertijds mijn
buurman dus van nabij met heel mijn handel
en wandel bekend. Ieder was op politiek gebied
een verschillende richting toegedaan, hij is het
dan ook geweest die gezorgd heeft dat ik voor
die Petroleum veroordeeld ben daar ik nooit zoo
duidelijk mee bekend ben geweest alsnu, die op de
vergadering zelf zeide d t ik de lompen overal
in mijn huis neer stopte en die ten slotte nog
zeide dat ik zes weken een rotte bok op zolder
op bergde,en dat men evenzoo tegenwoordig zoo'n
rot-Ministerie had, dat behoorde opgeruimd te
worden.
Wat moet men nu toch denken van zulk een
vergadering, waar zulks toegelaten wordt om te
zeggen. Ik moet dan ook eerlijk zeggen nooit
geweten te hebben, hoe mannen, zoo hoog ge
plaats in de maatschappij als de voorz. der vrij
zinnige kiesvereeniging te dezer plaatse en meer
andere voorname mannen, waar ik overigens aller
eerbied voorheb, zulks konden toelaten. Ik meen
dan ook. dat, zoo lang zij deze fout niet openlijk
bekennen, deze blaam op hen blijft rusten, dat
geen middelen te onheilig zijn als men zijn doel
maar bereikt.
Den Bommel. P. HUIJER.
l>e OorSog.
Se totale ondergang der KuaUcbe
vloot
kunnen wij gerust hierboven schrijven
Blijkens nadere berichten is de ramp
voor de Russen nog grooter geweest dan
de eerste telegrammen melden.
Van de beste slagschepen der vloot is
er niet één overgebleven De kleine pant-
serdekkruiser »Almans«, de eerste Russi
sche bodem die zich uit den slag heeft
weten te redden, bracht te Wladiwostok
bevéstiging van het zinken van de »Kiijas
Soewarof«, het Russische admiraalschip.
Geen enkel van de vier nieuwe linieschepen
die van Rodzjeswenski's vloot deel uit
maakten, is dus veilig uit den slag geko
men. Drie liggen er op den bodem van
de zee de »Knjas Soewarof.r de> Borodino«
en de »Imporator Alexander II1« nieuwe
linieschepen van over de 13000 tons het
vierde de »Orel« (volgens andere berichten
echter een hulpkruiser), is als buit in een
Japansche haven binnengebracht.
Van de oude slagschepen van Nebogatof
hebben de »Nico!aj I«, de >Admiraal Sen-
jawini en de »Admiraal Apraxinc in het
lot van de »Orel« gedeeld, terwijl de Ad
miral Oesfakofc in den slag gebleven is
De drie overige Russische linieschepen van
ietwat onder constuctie zij, volgens een be
richt aan het Amerikaansche ministerie van
marine, ook gezonken. En alzco is de ge
heele Russische slagvloot vernietigd of ge
nomen.
Men kan vragen, waarom Togo daarom
trent nog niet dadelijk heeft gerapporteerd.
Maar de laastgenoemde slagschepen zijn
denkelijk eerst later, bij hun vlucht naar
Wladiwostok, in den grond geboord of ge
zonken.
En nu zijn alle groote Russische bodems
vernield of genomen. Kon de debacle vrees -
lijker zijn En alsof die ramp nog niet
groot genoeg ware, komt de Express uit
Tokio melden, dat de gepantserde kruiser
»Gromoboi«, groot 13000 tons, en met
800 man aan boord, bij het verlaten van
Wladiwostok op een japansche mijn is ge-
loopen en met alle opvarenden vergaan
Togo's overwinning is volkomen geweest
verpletterend voor den vijand. En dat niet
tegenstaande de Japansche vloot ten hoog
ste vier groote en twee kleine slagschepen
telde.
Admiraal Togo lag Zaterdagochtend met
bijna alle groote Japansche schepen ter
hoogte van Masampo, De Russen waren
door het oostelijke kanaal, d i. tusschen
Tjoesjima en Japan, in de Straat van Ko
rea gedrongen. Nu voer admiraal Togo
onverwijld met groote snelheid rondom de
noordspits van Tjoesjima, en kreeg, voor
bij het eiland gevaren, weldra de Russen,
die in twee collonnes stoomden, in het ge
zicht. Hij liet op de flank der bakboord
colonne en op de spits der stuurboord
colonne een hevig vuur openen. Toen de
Russen in verwarring begonnen te raken,
dreef Togo hen naar de Japansche kust
waar zij door alle onder Japansche vlag
strijdende schepen werden aangevallen. Ver
scheideue aanvallen van de torpedobooten
op de Russische vloot hadden het beste
gevolg.
Rodzjestwenki, Nebogatof en alle opper -
officierenzijn krijgsgevangenen. Kan de triomf
voor Togo grooter zijn.
l'es'koGpi&ig-eïL
Op Donderdag 8 Juni 1905, des nm. half
2 uur te Stellendam, ter herberge van F. Troost,
veiling van 8.85.30 lloet. (19 Gem. 83 roeden
Voornsche maat) bouwland onder Stellendam,
in den Kendrachtspoldcr, zijnde kavel 41 van
dien polder, in 4 perceelen, ten verzoeke van de
Erven van wijlen Mevrouw de Douairière
Jhr. O. D. Röell Notaris VAN DER SLUIJS.
Vrijdag 9 Juni, 's nam. 4 ure in het
ogement »Bel!evue» te Ouddorp. Afslag,
van 2 lleerenhuizen, groote Bouwschuur
en pakhuis te Ouddorp, iu en bij de kom
der gemeente Het tiendrecht op den
riendolok «Hoek en Broek» aldaar, en
de Ho'stede //Rustburg» te Ouddorp. met
bijna IS 1! A. d air bij en omgelegen tuin-,
boomgaard-, bouw wei- eu geestland.
Notaris VAN SOI1'HJ WEN.
Op Woensdag 14 Juni 1905, des nm. 2
uur, te Dirksland, ter lierderge van P. Broos-
hooft, verknoping van verschillende perceelen
Lucerne en Roode Klavers en Grasgowas.
Notaris VAN 1)ER SLUIJS.
Op Donderdag 15 Juni 1905des nm. half
2 uur te Stellendam, Ier hei berge van J. Knöps,
afslag van 8.85.30 11 eet. 19 Gem. 83 roeden
Voornsche maat) bouwland onder Stellendam,
in den Eendraehispolder, zijnde kavel 41 van
dien polder, in 4 perceelen en in combinatiën,
en verzoeke van de Erven van wijlen Mevrouw
de Douairière Jhr. C. D. Röell. Notaris VAN
DER SLUIJS
ianbesletiing:.
Oude Toiige. Maandng 29 Mei jl
des nm. ten 2 ure, is in het koffiehuis van
A T. Waare Zoon alhier door den
Architect A. Ie Clercq wonende te Kruinin
gen, namens zijn principaal aanbesteed het
bouwen van een nieuw woonhuis, met alle
leverantiën daartoe benoodigd op de Euphra
sia hoeve alhier, bewoond door G. Hees
termans en waren de laagste inschrijvers
voor het geheele werk P. Snijder Czn. en
H. v, d. Berge alhier voor de som van
f 6060
tweioessg'cS Mseiaws
Een mislukte trouwpartij.
Te Winschoten zou een paartje in het
huwelijksbootje stappen De stuurman van
de boot, de bruidegom, kwam met een
nat zeil op het stadhuis aanlaveeren. Aan
zoo iemand wilde dc bruid zich niet toe
vertrouwen en zij ging links toen haar
aanstaande man van rechts kwam. »'k
Beu zoo beroerd geworden van één glas
bierbeweerde de bruidegom. Als de
biuid dat nu maar gelooft, dan kan de
trouwerij misschien later nog voortgang
hebben.
De pas te Parijs overleden Baron
Alpbonse de Rollischiid was een der
weinige milliunnairs, die geloofden, dat
het socialisme een toekomst beeft.
Hij voorspelde dikwijls, dat er eenmaal
een tijd ze) komen, waarin niemand meer
inkomen zal mogen hebben dan f 48,000
per jaar voor hem een bagatel natuurlijk.
Ais men hem vroeg of rijkdom geluk
kig maakt, clan antwoordde hij //Ach
neen, dat zou al te mooi zijn. Geluk is
iets geheel anders. Er zijn voordeelen
aan ge'd verbondenanders 'zouden de
menschen zich niet zooveel moeite geven
om het te verwerven. Maar, geloof mij,
de zekers! e bi on van geluk is arbeid.»
Het afgebrande dorp Vrien-
zeveen. Zoo langzamerhand beginnen de Yrie-
zenreners zich van den schrik te herstellen.
Overal ziet men houten schuren en loodsen
verrijzen, die in den eerst komenden tijd tot
woningen voor de dakloozen zullen dienen en
hier en daar worden reeds toebereidselen ge
maakt om de afgebrande woningen te herbou
wen. Men verwacht echter, dat het vrij lang
zal duren eer alle afgebranden geoouwen weer
herbouwd zullen zijn.
Voorzichtig! In de bosehen te Lnag-
Soeren, toebehoorende aan Mej. II ai i ze ma
Victor te Dieren, waren eenige arbeiders be
zig met 't verbanden van dood hout, toen door
een rukwind de vlammen plotseling over
sloeg naar een naastbijgelegen dennenbosch.
De boomen vatten vlam en hoewel 30 arbei
ders spoedig in de weer waren het vuur te
stuiten, gelukie dit pas toen ruim 3 II.A.
zevenjarige dennen verbrand waren.
'/Leer om leer.» In October kocht
de koetsoer S. uit Suderwick een partij
vensterglazen te üinksperloo, zonder aan
gifte aan het grenskantoor te doen. Thuis
gekomen vond hij echter bij hem op be
zoek de vrouw van een kommies, die haar
man vertelde, da de koetsier gesmokkeld
had. Deze kreeg nu 10 mark boete
Maar deze zon op wraak eu dezer cl; gen
gelukte het Item opzijn beurt de kommies
en zijn vrouw |te betrappen op smokkelarij.
In de modder gestikt. Dinsdag
avond bad er te Den Helder een trefl'end
ongeluk plaats. Nabij het Westplein ge
raakte de 21-jarige Evert Bakker, die een
paard van den voerman J. Kater hereed,
door het schichtig worden van het dier,
van den steilen wal met het paard in het
Heldersche kanaal. Eenmaal in het water
wierp het paard zijn berijder af, die daarop
in de modder moet zijn gestikt. Althans
eenige oogt-nblikken later met dreggen
opgehaald, had de ongelukkige reeds opge
houden te leven, liet paard wist zich
zwemmende boven te houden en werd bij
het Weeshuis op het droge gebracht.
(»Dbl. v. H
Een half dorp verbrand. Dins
dag heeft er aan den Loonscben dijk, d e
no rdelijke helft van Loon op Zand (Noord-
Brabant) een felle brand gewoed. De geheele
westelijke helft van dat deel is afgetirand,
16 huizen, door 20 gezinnen bewoond, 10
groote en 8 kleine schuren, 1 molen en 1
houtloods en veel hooi zijn een prooi der vlam
men geworden. Rieten daken, in verband met
het ontbreken van water, zijn oorzaak van den
grooten omvang van den brand. Op één huis
na waren de gehouwen verzekerd, hoewel en
kelen zeer laag. Het hooi en veel hout was
niet geassureerd evenmin als een paar inboe
dels.
Een vreeselijk ongeluk. Een
vreeselijke ramp heeft Vrijdagnacht de fami
lie J. in de Jekcrstraat te Maastricht getrof
fen.
Door een zee!r treurig toeval werden haar
ril. twee zoons in den bloei der jaren (17
en 26 jaren) ontrukt
Dc gebroeders J. waren, schrijft de L. K.,
bezig aan de achterzijde van de //gebouwen
der zusters,// onder de bogen, aan de zijde
van den kommel, den daarliggenilen beerput
ie reinigen. Reeds had men ettelijke wagens
ueer vervoerd, zoodat er nog slechLs een ge
ringe aag in de put aanwezig was.
Daar nu van boven af niet langer met
emmers kon geschebt worden, bedoot een
der geb. J. zich langs een br ak af te laten
zakken en aldus beneden de overige mest
stoffen naar boven aan te geven.
Nauwelijks echter in de nabijheid van den
bodem gekomen, sloeg de ongelukkige bewus
teloos neer en gaf geen toeken van leven.
De daar verzamelde siiLslolieii hadden hem
bedwelmd neergeworpen.
Radeloos 7an angst wilde zijn broeder even
eens naar bcnecRn om te redden en hoewel
met alle moeite tegengehouden, wist ook hij
naar beneden af te dalen, waar eenzelfde lot
hem trof.
De inmiddels met den poliiie Lemmens ten
tooneele verschenen hoofdagent Claessens,
stelde terstond alle pogingen in het werk
om hulp te bieden.
Hij liet allereerst wat bosehjes stroo uit
branden om de stikstoffen zooveel mogelijk te
doen verdwijnen en slaagde er toen met zijn
helpers, na schier hoven menschel ij ke moeite
in, een der ongelukkige broeders op te halen.
Helaas, het was slechts een lijk, dat naar
hoven werd gebracht, zooals op het terrein
aanwezige Dr. Nyst onmiddelijk constateerde.
Wat men ook in 't werk stelde, de ande
re broeder kon niet bereikt worden en de
hoofdagent Cl. achtte het volstrekt niet raad
zaam door in die put af le laten dalen nieuwe
mciischenlevens op het spel te zetten.
Hij zond daarom naar de brandweer om
hulp, en spoedig waren de brandweermannen
J. Sporken en J Hufkens ten tooneele van
welke dc eerste met den rookhelm op, zich
onverschrokken in de put waagde en daar 11a
eenigen tijd zoekens, heel in den hoek neer
gezonken, het lichaam ontkekte van den an
deren broeder; hetwelk hij terstond opwaarts
voerde.
Ook hier viel natuurlijk den dood te con-
stateeren.
Helnrich de Slgcunerkoaap.
door
L. VAN BERKEL.
Hoofdstuk I.
Wie Sicinricli was.
Houd op met dat gejammer, kwa
jongen! Je hadt almeer dan een uur moe
ten slapen. Van jou alléén heb ik meer
moeite en last dan van al de anderen sa
men. En nu, wees stil, hoor anders zal
ik een stok halen en je wel leeren be-
daaid te zijn.
De spreekster was een groote, zwaarge
bouwde Zigennervrouw. Zij behoorde bij
een zwervende bende, welke dienzelfden
avond den zoom van een woud bereikt en
daar hare tenten had opgeslagen.
Het vuur van het kamp verspriedde
nog op verren afstand zijn rossen gloed,
hoewel de nacht reeds was aangebroken en
het avondeten vroegtijdig gereedgemaakt,
reeds lang gekookt en georberd was.
Eenige jonge manschajipr-n der bende,
hier en daar op het gras uitgestrekt, la
gen in diepen slaap, andere, in oude doe
ken gehuld, zaten rond het vuur, omdat
de nachten reeds koud begonnen te wor
den.
Een weinig zijv aarts van de andere
kleine slapers, lag een knaapje van onge
veer tien jaar.
Al zijn plunje bestond uit een versleten
en gescheurd katoenen pakje en een ouden
vuilen zukdoek, dien hij om zijn hals
droeg. Zijn zwarte, verwarde haren bedek
ten gedeeltelijk zijn voorhoofd. Een paar
donkeie oogen, met een verdrietige en on
rustige uitdrukking, keken bezorgd en
vreesachtig rond.
De Zigeunervrouw was bij het knaapje
gekomen en had die ruwe woorden tot
hem gericht. Het arme kind aiitwoorde er
niets p een anstige zucht, die zich ech
ter niet in tranen luchtgaf, ontsuapte aan
zijn lippen.
Die opgekropte smart was zeker wel iets
vreemds bij zulk een jong kind. Het hart
van de Zigeunervrouw werd er echter niet
door getroffen. Zij hernam op bitteren
toon
»Ga dadelijk slapenDat gejammer
en die dwaze gewoonte om in je zelf te
praten kan ik niet uitstaan. Waarom doe
je niet, zooals de anderen
En n t liasr vereelde hand wees zij
naar het groepje slapers, die door geen
enkele kwellende gedachte werden wakker
gehouden en zóó rustig sliepen, als lagen
zij op een donzen bed.
Doch het kind scheen er niets van te
hooreri. Zijn verwilderde oogen keken nog
altijd naar het bosch, maar toen de Zi
geunervrouw haaf grove hand op den
schouder van het knaapje legde, oin hem
te noodzaken le gaau slapen, hoorde men
een klagend geluid van zijn bleeke, beven
de lippen
»lk wil naar Wilhelm gaan O, ik wil
naar mijn Wilhelm gaan
Je kunt Wilhelm nu toch niet vinden,
antwoordde de Zigeuneiin boos. Niemanc'
kan bij hem komen, waar hij nu is. Houd
dus op met dat gejammer, llenrich ga
nu liggen en slaap maar. Als ik nogèeu