voor de Zuidhollandsche en Keeuwsehe Eilanden. Zaterdag 15 April 1905. 1 Antirevolutionair 20s,e Jaargang N.° 1024, Orgaan TWEE BUDBI IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. Eerste Blad. FEUILLETON. WAT LIEFDE VERMAG. A lie «lukken viMïr de Hedactie bestemd, Advertentiën en versier© Administratie franc© toe te aenslesi aaia den Ulfg-ever. Pressie. M URE N Barbertje. Wie is dat toch Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. imerika bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. OJTGETEB: bOMMSLmUJH. Adverteatiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaa Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. m Dit nummer bestaat uit De heer Ketelaar heeft in de Kamer van Honderd tal van voorbeelden op genoemd, waar uit blijken moest, hoe er op de ouders pressie werd uitge oefend om hun kinderen naar de Bijzr School te zenden. Nu zouden we onze lezers gaarne verkwikken op de forsche tegenspraak, die uit alle oorden des lands op die looze aantijgingen is gekomen En in de »N. R. Ct.,« en de «Nederlander, in de «Rotterdammer®, in de t Maas bode®, in de »Standaard«, van Oost en West, Zuiden Noord is men met steekhoudende bewijzen tegen dien leugen opgekomen of liever niet leugen want tal van al te gedienstige geesten hebben hem verkeerd ingelicht. Voor ons liggen bewijsstukken uitWemel- dingen's-Gravezande Polsbroek Yerseke, Varseveld, Rouveen e.a. De heer Ketelaar is 't slachtoffer geworden van correspondenten, die *geloofden<, wat ze aan hem schreven, van mannen, vol haat en nijd tegen 't Christelijk onderwijs van Frontma kers, Bodeaanbidders en Neutralen, wier neutraliteit eindigt, waar ze maar even kans zien, tijdig of ontijdig, ge past of ongepast, waar of onwaar, luk of raak, het Christelijk onderwijs te kunnen treffen. De heer Ketelaar heeft niet »gelo- gen«, hij is misleid, bedrogen, op een dwaalspoor gebracht door dien grooten lafaard »Men«, en daardoor kon ook de kloeke tegenspraak niet uitblijven, niet alleen maar heeft men van onze zijde met onomstootbare bewijzen aan getoond, dat niet wij, maar vele voor standers van Openbaar Onderwijs op onhebbelijke wijzen jaren en jaren lang pressie hebben uitgeoefend, om de kinderen van de Bijz. School af te houden. Er is met de voorbeelden te bewij zen, dat tal van gemeenten de hand gelicht hebben met art. 46 der wet op 't Lager Onderwijs, dat voorschrijft: Ter tegemoetkoming in de kosten, welke voor rekening der gemeente blijven, wordt voor ieder schoolgaand kind, met uitzondering van bedeelden en van hen die, schoon niet bedeeld, onvermogend zijn, een schoolgeld ge heven van ten minste twintig cents per maand. Twintig cents per maand, mijnheer? En heft men '20 ets. Wees wijzer Ieder weet wel, hoe de zaken staan 1 Om maar eens een voorbeeld te noemen, niet over Flakkee, hoewel er in sommige dorpen ook geen wetsbe- trachting is, maar in de provincie Groningen. Op 15 Jan. 1904 werden de lagere scholen aldaar bezocht door 50532 leerlingen, waarvan kosteloos 25783 of 5i °/0. Daarvan gingen er op de Openbare Scholen 40182, waarvan kosteloos 24966 of 62 °,0. Op de Christ. Scholen gingen er 8907 en 198 kosteloos of 2,2 °/0. In 't dorp Adorp 103 leerl. 40 kosteloos 39 °/0. In Bedum 342 leerl 285 koste loos 83 °/0. In Winsum 155 leerl. 71 koste loos 46 °/0. In Batlo291 leerl. 214 koste- 73 o, zo- loos In Nieuwe Schans345 leerl. 345 kosteloos 100 °/0. Wil men deze cijfers controleeren, dan neme men ter hand 't Prov. ver slag van de prov. Groninger, over het jaar 1904. En waar Burg. eu Weth. eener ge meente, niet ten minste 20 ets. per maand vragen voor ieder schoolgaand kind, daar oefenen ze pressie op de ouders van kinderen, die 't Openbaar onderwijs niet genegen zijn. Het lage schoolae'd is 't lokmiddel. Een mes, dat aan twee kanten vlij mend scherp is. Verschillende ouders nl. sturen hun kinderen naar de Openbare School, omdat 't goedkooper is maar de Gemeentekas wordt daar door des te meer bezwaard, wat de Hoofdelijke-Omslag weer opdrijft; en de vrienden van 't Bijzonder Onder wijs noodzaakt hun gaven voor dat onderwijs, laat staan te verlagen, toch niet te verhoogen, want deze mannen zitten immers op allerlei lasten denk om de kerk, cathechisaties, collecten voor allerlei stichtingen, kiesvereeni- gingen, fondsen enz. enz. Zóó raakt men de Bijz. Schooi van twee kanten 1 En natuurlijkdat is ook de be doeling Of een gemeente tobben moet om van 't eene jaar in 't andere te komen och, dat is wel vervelend voor de heeren maar als de Openbare School maar op haar beenen blijft, dan enfin 1 zoo'n stichting is nog al wat »nood- lijdenbeid* waard want de openbare onderwijzers zijn de steunpilaren der liberale partij, en men moet ze te vriend houden niet alleen, maar ook door hen de liberale propaganda be vorderen. Geef hen de jeugd, niet waar, en de toekomst zou liberaal zijn, als er nog geen betere factoren waren dan scholen. Wordt vervolgd OER. GSVSRFD.E Assen en Nijmegen. In Assens cantine, zoo ging het liberale praatje, waren de Handelingen der Kamers verboden,en (ja, daar heb je 't addertje de Standaard kwam er voor in de plaats. Wat een toestand, hel üZoo'n partijdig iets is cr in heel Nederland maar zelden. Die Standaard, dat coalitieblad, dat vroegere lijfblad van dr. Kuyper.dat ministeriëele blad, dat mag u-el inde cantine, maar de Handelingen moesten er uit. Och, och, lezereen hoop kouwe drukte 1 Wat lazen we nl. in de N R. Crt. van Maandagkort en goed dit De officier, belast met 't toezicht op en 't beheer van de cantines, vond in de opmerkingen van eenige onderofficieren aanleiding om in 't begin van Januari 't abonn. op de weinig gelezen sH. d. St. G.« op te zeggen tegen i April ennam een abonn. op de Nieuwe Eotterd. Courant. Geen «Standaard® dus Maar eenige onderofficieren wilden H) EEN VERHAAL DOOR L. VAil BERKEL. HOOFDSTUK VIII. Eene verklaring. rik kan u niet alles zeggen, wat er dien nacht met mij gebeurd is, maar tot roem van Gods genade, wil ik u zeggen, dat, toen ik den volgenden morgen opstond, de liefde van Jezus overwonnen had. Ik had mij aan Hem leeren overgeven en ik weet, dat ik de Zijne ben. O, Willem, welk een genot, welk een zielevrede ik sedert dien tijd gesmaakt heb, kan ik u niet beschrijven. Ik weet, dat ik gewasschen, gereinigd en geheiligd ben in Zijn bloed, dat op Golgotha gerloeid heeft om arme zondaars zalig te maken. Mijne zonden zijn mij vergeven en wat er ook gebeure, Zijne trouw blijft tot in eeuwigheid dezelfde en het einde zal vrede zijn. Hij is nu mijn Hemelsche Vader, die voor mij zorgen zal, ook wat dit tijde lijke leven aangaat. Hem maak ik met al mijne nooden en behoelten bekend. Ik heb Hem lief met al de liefde mijner ziel. Hem wensch ik te dienen met al de krachten, die Hij mij verleent. Het is mijne dagelijk- sche bede »Wat wilt Gij, Heere, dat ik doer, zal Willem zag bij deze woorden Lena van ter zijde aan. Zulk eene verklaring had hij nooit van een eenvoudig meisje verwacht. IX. Teleurstelling. •«■Vergun mij eene vraag, Lena,* zeide Willem, shoe komt gij ertoe mij dat mede te deelen Wat heeft die verandering, die omkeering met mijn aanzoek te maken «Begrijpt gij dan niet,< antwoordde zij hem snel, >dat ik nu den dienst der wereld vaarwel heb gezegd Ik wil en kan mij nu alleen voegen bij hen, die God vreezen. Ik kan en mag dus nooit de vrouw worden van iemand, die niet door zijn leven bewijst, dat ook zijne begeerte is God te dienen.* Zij wachtte af, wat hij hierop zeggen wilde. Willem zweeg echter en zij vervolgde >Gij hebt mij gevraagd, of ik u liefheb en die vraag heb ik beantwoord. Maar uw aanzoek of ik uwe vrouw wil worden, hier over kan ik alleen beslissen, wanneer gij Wanneer vroeg Willem, in wiens hart de hoop opvlamde. nu ook een blad van andere richting en vroegen toen om «De Standaardcc, tegen 1 April jl., wat geschiedde. Ook de Handelingen kwamen weer in de cantine, die geweerd waren door bovengenoemden officier, met 't oog op de discipline. De regiments-com mandant gaf echter last ze er te leggen, zelfs die van 27 Maart, waarin de daden van divisie- en regements- commandant besproken werden. Eerst lagen er dus de Handelingen tot 27 Maart. Toen nam men de sN. R. Ct op '1 April. Daarna «De Stan daard®. En nu liggen er de H. ook weer. De kwestie is en was dus geheel in orde. En natuurlijk staat en stond de Minister van Oorlog er geheel buiten. Deze bemoeit zich niet met die zaken, maar wordt toch maar beschuldigd. ■Sfr Maar wat was in 1900 niet in orde. In de «Nederlander® van '10 April jl. leest men dit stuk In den jare 1900 in de maand Juli, was ik cantinehouder te Nijmegen in de Valkenhof kazerne. Alhoewel bekendstaande ook bij mijn hoogere superieuren als een ijverig propagandist voor geheel onthouding, werd ik. ^gecommandeerd* J) voor deze functie, en als goed soldaat moest ik de bevelen mijner meerderen opvolgen. Laat ik eerst even mogen ver tellen, dat ik maar een maand, zegge een maand, deze functie bekleedde, want niet minder dan pl.m. f 40 aan jenevergeld ontving ik minder dan mijn voorgangers. Dus onder mijn beheer werden er in de cantine, in één maand, 800 borreltjes min der gedronken. Dat kon natuurlijk niet, dat was een financieele schadepost voor de commissie en ik moest er maar weer uit. Dit even. vooraf. Nu heb ik door Gods genade mijn Bij bel leeren lezen en verstaan, en mij nooit geschaamd, ook in de kazerne daarvoor uit te komen, zoodat ik ook toen ik chef was in die catine, aldaar propaganda maakte voor mijn beginselen ook als christen. Gedachtig aan het Reglement van Krijgstucht waar het zegt, dat de Gods dienst de bron is van alle geluk en deugd, werden door mij op de leestafel gelegd »Ons Parool*, een christelijke soldaten krant, »Blijde Boodschap«, »Pniëk enz. enz i-) 'n Militaire "uitdrukking. alle goede couranten die ik maar machtig kon worden. Spotterderwijze zei men wel eens't lijkt wel een j-vetsmelterij*. 2). Ook platen had ik aan den wand ge hangen als»Ach vader blijf thuis* en rit kind van den tapper*. Waar ik in 't eerst zoo tegen op gezien had, nl. om cantinehouder te zijn, beviel mij dit na een dagen bijzonder goed, vooral toen ik vrachten zag op mijn arbeid. 3). Maar wreed werd mijn g«luk verstoord toen op zekeren dag mijn kapitein de cantine binnen kwam, regelrecht naar de leestafel ging en phj gelastte die sflauwe kost* van tafel te nemen, want, zeide ZijneEdelGestr., de soldaten moeten gezoride kost hebben. En of ik nu al protesteerde, zoover mijn uit disciplinair oogpunt beschouwd recht dat toeliet, 't hielp niet, die couranten werden in de cantine verboden. En toch zal iedereen moeten toestemmen dat Ons Parool en de Blijde Boodschap en nog andere Christelijke bladen veel minder gevaarlijk zijn voor militairen dan eenige gestenografeerde speechen van vrijzinnige en anti-militairistische Kamer leden in de Handelingen. Dit was dus ook verbieden van lectuur in de cantine evenals thans, vermeld in de vrijzinnige bladen, met dit onderscheid dat 't toen gebeurde onder een liberaal minis terie en thans onder een Christelijk, dat 't toen gebeurde zonder grond en thans met ernstige redenen. Met dank voor de plaatsing. Uw dw. dn. Arnhem. STAÜDT. Oud-Militair. Als men dus met 't oog op Assen zegt, dat ons Ministerie een verder- felijken geest stort in de cantines, dan zou men met 't oog op Nijmegen 'kunnen getuigen, dat een zeer anti christelijke geest werd aangeblazen door 't Lib. Ministerie Pierson—Bor- gesius 2) Militair Tehuis. Een zeer bekende dronkaard kwam in mijn tijd in de cantine tot bekeering en is nog op den goeden weg. Hij was Indisch-militair. Een geacht lezer van ons Blad in Rotterdam vroeg ons of wij er prijs op stelden om de belangstellenden te doen weten, hoe men toch aan die uitdrukking komt: Barbertje moet han gen Lena zag hem ernstig aan en vervolgde kalm Wanneer ook gij geheel uw hart den Heere wilt schenken in Hem alleen uw heil en uwe vreugde vinden. »Maar Lena,* viel Willem haar in de rede, rik denk niet zoo erstig als gij, maar wat nog niet is, kan immers nog komen.* »0 zeker, maar het tegendeel kan ook waar zijn en dat ziet men het meest. Dan gaat in de verkeering eerst alles goed, maar later in het huwelijk komen de rampen. De man wil dan de wereld dienen en de vrouw den Heere. De man, meenendeik ben het hoofd, wil dan niet .toegeven en de vrouw bidt dagelijks >Heere, leer mij U meer lief te hebben dan mijn man.* Gij weet wel, Willem, wat men van zulk een huwelijk verwachten kan. Gij zijt onbe slist en ik vrees, dat gij hoe langer hoe verder zal aiglijden van het hellend vlak der zonde. Maar zoo gij de goede keuze gedaan hebt, die niet bestaat in uitwendig godsdienstvertoon, die niet het uitvloeisel is eener slaafsche liefde, maar voortkomt uit een verbroken en verslagen hart, dat roept naar den levenden God, dan - dan ïMaar gij verlangt te veel van mij 1* viel Willem haar in de rede rik voel het, waar gij heen wilt.* Ik wensch, dat gij geen herberg meer bezoekt, uwe godsdienstplichten waarneemt, allen omgang met menschen afbreekt, die van God niets wilisn. hooren, dat gij Willem was opgestaan. Hij was min of meer boos geworden. Hij gevoelde, dat deze vrouw hem van zijne vrijheid wilde berooven. Hij had nooit iemand rekenschap gegeven van zijn doen en laten en zou hij zich dan door een eenvoudig meisje aan banden laten leggen Neen, dat wilde hij niet doen. Hij zou vroom worden I Hij zou vroom worden 1 Hij zou zijne vrienden uit »De gouden Leeuw* in den steek laten en voortaan alleen omgaan met die fijnen. Neen, dat nooitWat zou men hem uitlachen 1 Men zou hem nu al een pantoffelheld noemen. Neen, neen neen Daartoe zou het nooit komen 1 Hij stond op het punt los te barsten in heftige woorden, want de vijandschap zijns harten was door de waarheid opge wekt, maar hij bedacht zich. Hij wilde het nog eens met beloften beproeven. Maar Lena bleef voet bij stuk houden. De hemel sche liefde was haar meer waard dan de aardsche liefde. Had haar Heiland niet gezegd »Wie mij lief heeft, die verloochene zichzelven, neme zijn kruis op en volge mij En dat wenschte zij in de kracht Gods te doen. Al ging de strijd dan ook tegen vleeseh en bloed in, zij wenschte te over winnen. »Maar mijn vriend,* zeide zij tenslotte, toen zij zag, dat Willem met zichzelven in strijd was, veroorloof mij een paar vragen hebt gij u van te voren wel de hooge en heilige beteekenis voorgesteld van eene verbintenis met het meisje, dat gij lief hebt Die verbintenis is niet een bloot samen zijn, niet alleen een gemeenschappelijk dragen van de lasten des levens, maar het huwelijk is eene afspiegeling van de vereeniging met Chri s, Eu hebt gij, voordat gij er toe kwaamt mij te vragen, eerst uwe knieën voor God gebogen en Hem gesmeekt u in die keuze te leiden Weet gij niet, dat er geschreven staat ri.aat uwe begeerten in alles, door bidden en smeeken, met dankzegging bekend wor den bij God?* Deze woorden ergerden Willem. Het waren dezelfde, die nicht Marie hem had laten lezen. Op een andereu tijd zouden ze hem niet zoo gehinderd hebben, maar nu hij op tegenstand stuitte en in zijne verwachting teleurgesteld werd, ontstak hij in woede. Hij zag in dat de profetie van nicht Marie vervuld zou worden. f Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 1