Woensdag 29 Maart 1905. 20s,e Jaargang N.w 1019. A n tir evolu Orgaan voor «Ie Zuidhollandsclie en Keeuwiche Elilanden. IN HOC SIGN O VINCES FEUILLETON. WAT L1EFDEVERMAG. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ujtgkever: T. BOEKHOVEN. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaa Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. «dsifefceïi voor «Ie iftedaetie S>eslenid, Advertentiën en verdere Adnailnisïrafie franco toe Ie zenden aan den Ui liever. 7 Kabinet niets uitge- Heeft voerd Er wordt gezegt't Ministerie heeft niets gedaan. We hebben daarop ge antwoord dat is laster, Dr. Brocx zei het zóó: Nog niets heelt 't Kabinet uitgevoerd. Snelvuur kanonnen, speetwet en millioenen voor Kuipers eigen instellingen.® Nu willen we eerst iets opmerken over 't speetwetje, daar zoo'n hoop kabaal over gemaakt is, dat zooge naamde reactionaire wetje over en de militaire uitgaven. In de »Econonist« van Sept. 1902, bldz. 723 staat dit te lezen, en wie dat maandschrift en zijn redactie en medewerkers kant, zal niet zeggen, dat hier vrienden van 't Ministerie de eerste penvoerders zijn Ons dunkt, wel verre dat den Minister (van Binn. Zaken) blaam kan treden voor dat ontwerp, komt hem lof toedal hij geweigerd heeft te berusten in een toestand, waarin met medeweten van alle autoriteiten, dage lijks de wet geschonden werd, en niet heeft geaarzeld, om waar handhaving in de wet feitelijk onmogelijk was, wijziging er van voor te dragen. Meer zullen we er thans niet van zeggen. 't Snelvuurgeschut? In 't zittingsjaar 18941895 sprak wijlen de liberaal Rutgers van Rozen burg Nu struikelen velen over deze 10 millioen (die door den liberalen Minister aangevraagd werden voor nieuwe geweren) omdat zij uit 't oog verliezen, dat die som gevraagd wordt voor een tijdvak van 20 jaren. Maar die uitgaaf van 10 millioen onder een Liberaal Kabinet werd toch aangenomen met 51 tegen 31 stemmen. Vóór stemden van Liberalen kant o.a. de heerenPijnappel, Hintzën, Mees, Van Bijlandt, Drukker, Goekoop, de Beaufort, Lely, Van Kerkwijk, Cremer, Konrad, Pijnacker Hordijk, Bouman, Van Gijn, Hesselink van Suchtelen, Tydeman, Van Delden, Guyot, Van Karnebeek, Plate, Veegens, Gleichman. 't Snelvuurgeschut Door Minister Kool, in 't Kabinet PiersonBorgesius, werd op de be grooting voor 1901 f 100,000 uitge trokken voor 't nemen van nieuwe proeven met snelvuurgeschut. Toen deze proeven tot een goed resultaat leidden heeft Min. Bergansius 7 mil lioen aangevraagd. En wat zei toen de heer Kolkman Dit De omstandigheden zijn zoo, dat wij het leger niet in den steek kunnen laten, en daarom geven wij aan het Christelijk Ministerie wat wij aan een Liberaal Ministerie ook hebben ge geven, toen dit op hetzelfde motief geweren heeft aangevraagd. De heer Kolkman had er nog bij kunnen zeggen, dat het Christelijk Kabinet geen 10, maar 7 millioen vroeg, da's 3 millioen minder. Nu nog de millioenen voor Kuipers instellingen Er is maar ééne »instelling« van dr. Kuiper in heel Nederland, en goed bekeken is dat nog niet eens zijn stichting, want er waren tal van oprichters en medewerkers. Maar stel nu, dat dr. Kuiper de ziel van de stichting was, wat krijgt ze nu door de nieuwe wet op 't Hooger Onder wijs? In 25 jaar f 100,000. Dus elk jaar f 4000. Dat zijn nu de millioe nen! En dat krijgt ze alleen hierom, omdat de openbare Universiteiten ook gebruikt mogen worden door de bij zondere Leerstoelen. Om 't maar eens heel eenvoudig uit te drukkenWie les wil geven aan de openbare Hooge- school krijgt van 't Rijk 't gebouw en al de leermiddelen ter zijner beschik king. En toen is gezegd wel nu, als elke vriend van de Staats-Universiteit de Rijksgebouwen enz. gratis krijgt, dan moet ook aan de Vrije-Universiteit geld gegeven worden voor haar ge bouw. Gelijke monniken, gelijke kap pen. Maar overigens weten we heusch nietaan welke »stichtingenet van dr. Kuiper ook maar één cent gege ven wordt Weet iemand het wel. dat hij 't dan maar zegge! Breeder kunnen, we nu niet op die punten ingaan Heeft 't Kabinet nu anders mets gedaan, dan 't boven genoemde Dan zullen we de wetsontwerpen opgeven, die ingediend zijn. Verder kan een Ministerie niets doen. Het moet zorgen, dat de wetsontwerpen in de Kamer komen, en dan heeft het zijne plicht gedaan. De Kamer moet 't zaakje dan ver der maar uitwerken 1. Drankwet. Ingediend 16 Oct. 1903 2. Afschaffing Staatsloterij 6 Juni 1903. 3. Loterij wet 21 Augustus 1903. 4. Strafwet aanvulling 19 Sept. 1904. 5. Hooger Onderwijs 11 Maart 1903. 6. Middelb. Onderwijs 19 Sept. 1903. 7. Lager Onderwijs 15 Juni 1904. 8. Pensioen voor onderwijzers, weduwen en weezen 23 September 1903, 9. Tegen huizen van ontucht en 't Neo.- Multhusianisme 19 Sept. 1904. 10. Herziening der Zondagswet 6 Juni 1904. 11Landbouwvertegenwoordiging 17 Dec. 1902. 12. Tegen vervalsching van vsedingsmid- delen en oneerlijke concurrentie 19 Sept. 1904. 13. Vakopleiding 11 Maart 1903. 14. Octrooirecht 10 Augustus 1904. 15. Arbeidscontract 28 Januari 1904. 16. Beroepswet 2 December 1901. 17. Ongevallenwet voor de Zeevisscherij 14 November 1904. 18. Ongevallenwet voor den Landbouw 16 November 1904 't Dep. verlaten. 19. Ziekteverzekering 16 Nov. 1904. 20. Pensioneering van den arbeider 4 Juni verliet 't Departement. Wordt vervolgd.) Inhoud der brochure 1. De aanstaande verkiezingsleuze. 2. De twee staatkundige richtingen 3. Dr. Kuyper en de staking. 4. Dr. Kuyper en't Lager Onderwijs. 5. Dr. Kuyper en 't Hooger Onder wijs. 6. Dr. Kuyper en 't Onderwijs voor de kleine burgerij. 7. Dr. Kuyper en de tarieven. 8. Dr. Kuyper en de Sociale wetten. 9. Dr. Kuyper en de Gemeente- finantiën. Wie van een eerlijk, rechtschapen, echt liberaal man nu eens wil hooren wie en wat Dr. Kuyper in deze vier jaar voor Land en Volk is geweest, die leze eens dit kleine boekje. Wil even luisteren naar een stukje uit de voorrede 1904 Waarom moeten de ware libe ralen Dr. Kuyper steunen? Een ernstig woord aan alle huisvaders. Door Dr. It. P. J. Tulhein Nol- thesius. Er is een brochure verschenen van 10 cent, in eiken boekwinkel te ver krijgen, dat heetDe Stille Stem. Waar om moeten (zie ons opschrift). Daarin toont deze liberale schrijver aan, hoe plichtmatig en noodzakelijk het is, dat de liberalen, de ware, voegt hij er bij, Dr. Kuyper en dit geheele Ministerie dus, bij de a s verkiezing moeten stutten. Geen stem op zijn eigen partijgenooten, maar op de onzeHij geeft daar in 39 blz. vol doende, zeer krachtige beweegredenen en gronden voor aan naar aanleiding Ik koester dan ook geen vrees, dat al het misbaar der oppositie die stil len in den lande zal doen schrikken en afbrengen van den goeden weg doch waar zoo krachtig menig venij nige tong zich roert, is het vveuschelijk ook een woord te doen hooren, aan sporende tot volharding in het goede. Dat woord kan tevens niet anders zijn, dan een woord van hulde aan dit Ministerievoor alles wat het doet en zal doen voor ons land door haar ijveren voor geloof, orde en zedelijkheid en zoodoende voor de ware liberaliteit, welke zonder geloof, orde en zedelijkheid niet kan bestaan. Voor die stillen in den lande is dit woord geschreven. Welnu, ieder schaffe zich dit boekje aan, en verspreide 't onder en bekenden. liaasei'overaiciU. Zitting van 22 Maart. Aan de orde Herziening van eenige artikelen der wet tot regeling van het lager onderwijs. Het geldt een wetsontwerp, waarover reeds veel gesproken en geschreven is, n'. mindere ongelijkheid bestendigen tusschen bijzonder en openbaar onderwijs. Dat de voorstanders van 't openbaar onderwijs er tegen zijn, is ons raadselachtig want aan dat onderwijs wordt geen stroobreed in den weg gelegd. Alleen hel bijzonder onder wijs zal meer dan vroeger uit de staatskas ontvangen, maar volstrekt mets meer ot minder dan het openbare. Doch hoe dit zij: ook in de Kamer bleek van Liberale zijde krachtige tegenstand. De heeren Roes- sing, Foreest, van Karnebeek, Schaper, Bos, Ketelaar, Tijdeman, Zijlma, Roëll, hebben zich er reeds ongunstig over uitgelaten en zullen tegen stemmen. De heeren Roes- sing en Foreest meenden, dat dit ontwerp in strijd was met de Pacificatie van 1889, en door het splitsen der scholen kweekt men onverdraagzaamheid, waar eenheid moest zijn. De Openbare School is ook door christelijke ouders bruikbaar, maar dan moeten deze tevreden zijn met de humanistische ievensopvatting, alsof waarlijk de Staat] voor te schrijven heeft, welke be ginselen een vader zijn kinderen zou inpren ten. De heeren Karnebeek en Schaper waren niet uit beginsel tegen hoogere sub sidie ze wilden die geven, maar dan moesten betere voorwaarden geschapen worden dan er in 't wetsontwerp lagen. De heer Schaper ging anders nog al ver, want onder die voorwaarden rekende hij ook, dat bijzondere onderwijzers hun onderwijs niet dienstig mochten maken aan partij- of klassepolitiek, alsof daar waarlijk al weer geen diepere beginselen achter lagen, en zoo zou de heer Schaper den Bijz. Onder wijzers beletten willen propaganda te maken voor hun meeningen ook op de school; zie, zulke eischen gaan te ver. Dan kan men net zoo goed zeggen Ik stem beslist tegen het ontwerp. Ook de heer Bos kwam tegen 't ontwerp opde kleine scholen waren hem zeer onaangenaam, en werd dit ontwerp wat, dan zouden standenscholen ontstaan, er kon beter toezicht voorge schreven worden op de Bijz. Scholen, en betere opleiding. Dat met den heer Ketelaar, vrienden' Onderwijzer-Kamerlid, een lange historische uitweiding komen zou over de schoolkwestie was te denken. Wij zullen onze lezers een en ander sparen. De meesten zijn er al tamelijk mee op de hoogte, want ze voelen hem in eigen portemonnee. Groen werd er bij gehaald, over dogma's leeren werd iets gepraat, over het niet- schenden der neutraliteit op Openbare Scholen, over het niet-propaganda maken der openbare onderwijzers voor hun denk beelden op school werd een lans gebroken, maar 't slot was hij zou tegen stemmen. Idem de heer Tydeman, die eeu vijand is van deze regeling, zóoals hij dat ook was van die van 1889. Scherp en fel viel hij het ontwerp aan. Hij had een grondwet tig bezwaar, en de Pacificatie was gesloten dus er mocht voor de Bijz. Scholen geen EJ£N VERHAAL DOOR L. VAN BEBKEL. 9) HOOFDSTUK VI. B(j de lieg. 't Spreekt van zelf, dat Willem den volgenden dag nog niet met hart en ziel bij den arbeid was. Wanneer men zoo lang uit het ouderlijke huis geweest is, heeft men behoefte al de oude en bekende plaatsjes en hoekjes op te zoeken. Men gaat dan aan het snuffelen en bij elk voorwerp dat men vindt, komen zoovele herinneringen op, bij welke men stil blijft staan, dat de rechte lust tot den arbeid verloren gaat. Ook kan men zich niet zoo terstond los maken van alles, wat men gezien en ge hoord heeft en is men meer geneigd om daarover te spreken dan om te werken. Daarbij, Willem was de zoon des huizes, zoodat men hem niet gelijkstellen kan met een werkman, die van de eene stad naar de andere trekt en werk zoekt. Het doel van zijne reis was geweest zich in het vak zijns vaders grondig te bekwamen en wer kelijk hij had zijn tijd niet nutteloos be steed. Vele nieuwe zaken had hij geleerd, die hij nu moest meedeelen en uitleggen aan zijn vader die nog van den -ouden stempel was. Doch zoo zachtjes aan moest hij toch weer aan den arbeid, hoewel niet zon der eenige onrust van binnen. Zijne ge dachten dwaalden dikwijls af naar de boer derij tegenover de heg en hoewel hij niets te doen had op de bovenkamer, vlak bo ven de werkplaats, toch sloop hij gedurig de trap op om een vluchtigen blik door het venster te werpen, in de hoop Lena Wouters te zien. Maar hoe dikwijls hij er ook heenging, het meisje was nergens te bespeuren. Maar eindelijk, eindelijk, drie dagen later ziet hij haar. Helaas, zij is niet alleen, zoodat hij het niet durft wagen naar beneden te vliegen, door de tuin te rennen en haar over de heg heen toe te spreken. Lena is vergezeld van eena dienst maagd, en beiden beijveren zich waschgoed te leggen op de bleek, die achter de heg langs de boerderij ligt. Maar al kan Willem haar nu niet spreken, hij mag haar toch onopgemerkt gadeslaan.' Hoe heeft zij zich in haar voordeel veranderd. Hoe lief en vriendelijk is haar gelaat en hoe zacht is het blauw hater oogenO, het kost Wil - lem moeite bij het venster te blijven en haar niet te spreken of hare hand te druk ken, of zijn arm om haren hals te slaan Maar zou het waar zijn, wat nicht Marie hem had meegedeeld,, dat Lena zoo geheel veranderd en zelfs fijn geworden was Hij wist wel, dat haar vader streng godsdien stig was, maar dat zijne dochter, dat le venslustige en vroolijke meisje precies ging denken als hij, was toch al te dwaas. Hij geloofde het daarom nog niet geheel en alLena zou het hem eerst met eigen mond moeten zeggen. Nog stond hij voor het venster toen hij zag, dat de dienstmaagd zich met eene le dige mand verwijderde en Lena alleen op het grasveld achter liet. Snel keek hij naar alle kanten rond, of hel terrein zuiver was of zich niemand in de nabijheid vertoonde, en toen hij zich overtuigde, dat hij haar ongestoord kon spreken, haastte hij zich de trap af, liep door den tuin, opende de achterdeur en stond eenige minuten later voor de heg. Ware hij nog een jongen geweest, dan zou hij gewis door een der openingen heen gekropen zijnstilletjes zou hij dan naar haar zijn toegeslopen en even als vroeger, hare oogen met zijne handen bedekt hebben, vragende wie ben ik Maar dat durfde hij nu niet meer doen al was er zijn hart ook nog zoo voor, om nog even kinderlijk te handelen. Lena stond met den rug naar hem toe en telde al de stukken die zij op het bleek veld had uitgespreid, waarbij zij hier en daar een voorwerp verlegde opdat het goed door de zon zou kunnen beschenen worden. Willem verloor haar geen oogenblik uit het oog en bespiedde al hare bewegingen. Tot zijne vreugde bemerkte hij, dat zij, ongemerkt achteruit gaande, hoe langer hoe meer de heg naderde en de plaats, waar hij stond. Eindelijk is zij vlak bij hem. »Lena riep hij, hoewel fluisterend. Was het nu de schuld van de lijster die zoo hard zat te zingen, dat het meisje hem niet hoorde Hielden hare gedachten haar zoo bezig, dat zij het gefluister van Willem niet had verstaan Wie zal het zeggen P Wel bleek dat zij het niet ge hoord had, want zij gaf door niets te kennen, dat iemand haar bij haren naam had ge roepen. »Lena riep Willem andermaal, maar nu harder. Lena keerde zich verschrikt om en toen zij hem zag, werd zij vuurrood. Zij sloeg de oogen neder, maar om ze terstond weer op te heffen en hem lachend .aan te zien. j-Lena vervolgde Willem, wiens hart over dezen glimlach jubelde, a-gij ziet ik ben er weer. Hoe gaat het u En tegelijk stak hij haar over de heg zijne hand toe, in de hoop, dat zij die evenals vroeger aannemen en drukken zou. Doch Lena aarzeldeeerst keek zij alle kanten heen en reikte hem daarna de hare, ter wijl zij fluisterde »Ik dank u mij gaat het goed,« 2>Wist gij dat ik terug was vroeg Willem, die hare hand bleef vasthouden, hoewel hij bespeurde, dat zij die wilde terugtrekken. >Ja, ik hoorde het van uwe nicht, dat gij van de week verwacht werdtc. »En waart gij er blij over vroeg Willem, moeite doende haar in de blauwe oogen te zien. »Blijblijik weet het niet ja toch een beetje. Nu drukte Willem hare hand nog vas ter en hij trok haar naar de heg. Lena echter deed een stap achterwaarts. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 1