Woensdag 22 Maart 1905. Antirevolutionair 20s,e Jaargang N 1017. Orgaan voor de SKuidhollanduche en Keeuwsrlie Eilanden, IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. FEUILLETON. WAT LIEFDEVERMAG. uitgever: Alle stukken voor de Mtedaetle bestemd, Advertentiera en verdere Administratie franco toe te zentien aan den Uitgever. Nog eensDe Jonge Jacht- honden. I jyi U R E IM TaSss- eia ILaiifltinuw. Deze Courant verschijnt eiken "Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. &OMM ELSltSJH Advertentiëu 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/ï maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij bcslaa Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 unr. Zooals we Zaterdag jl. schreven trad te Varseveld op Dr. Brocx uit Voorst voor de jong-vrijzinnigen. Wat heeft hij daar verteld. Dit Er waren drie partijen in Nederland Socialisten, Vrijzinnigen en Kerkelijken. De Kerkelijken waren hopeloos verdeeld. Nog niets had 't Kabinet uitgevoerd. Snelvuurkanonnen, speetwet, en mil- lioenen voor Kuypers eigen instel lingen. De vrijzinnigen, dat was je ware! Die hadden drie beginselen onpar tijdigheid, vrijheid en vooruitgang. En spreker eindigde met te zeggen, dat Dr. Kuyper naar huis moest. Is dit korte verslag, dat we over die rede lazen, juist, dan zal ieder zich toch ergeren aan de voorlichting, die door een man, nogal met Dr. voor zijn naam, gegeven wordt aan jonge mannen. Men zou een heele Courant noodig hebben, om al die punten eens één voor één uit elkaar te rafelen. Zoo bijv. om maar een greep te doen, dit puntDe Kerkelijken hope loos- verdeeld. Wat een onzinleder weet, dat het cement der coalitie hechter is dan ooitde Handelingen der Tweede Kamer kunnen 't getuigen, dat onophoudelijk de stemmingen bij principieele vraagstukken let wel juist bij de principieele vraagstukken zijn Rechts tegen Link». En wie z'n oogen de kost geeft in 't reeds aan gevangen verkiezingswerk in tal van districten, ziet, dat er een homogeni teit, een éénheid is, die alle goeds voorspelt voor de Junidagen. Neenin de Kamer is ook Links menigmaal éénmaar zie buiten de Kamer, hoe hopeloos is daar de toe stand. Lees dit citaat, uit 't Volk van ver leden week ONDER ANTI-CLERICALEN. Het wil nog niet bollen met de verdee- ling der districten tusschen de liberalen van allerlei gading. Om dat goed tot stand te brengen moeten de vrijz. demokraten in eenige districten thuisblijven tegen over een oud-liberaal. Nu zij zulke onver- valschte voorstanders van algemeen kies recht zijn gebleven, als hun woordvoer ders zeggen, en daarenboven een jonge partij zijn, wier levenswet propaganda is, trekken ze zure gezichten, als zij de nood zakelijkheid zien om een type Karnebeek zoo maar bij eerste stemming te aanvaar den. De heer Treub wil wel vooruit tegen het oud-liberale conservatisme. Hij sprak er te Tiel van. Maar zijn bondgenoot Roodhuizen vertelde te Strijen, dat het zeer af te keuren zou zijn, als de concen tratie de zetels der zittende oud-liberalen ging betwisten. En Treub moet nu toch met Roodhuizen mee, die de rechterhand van Borgesius is. Te Deventer kwam van anderen kant bezwaar. Daar zitten groote fabrikanten, die zelfs een blanco-artikel' in het vierde jaar der wetgeving gevaarlijk achten, en die nu met een eigen candidaat te keer gaan tegen den vrijz.-demokratischen heer Marchant. De Vrijzinnig- Demokraat, het weekblad der heeren, zegt dat dit in overleg gaat met katholieken, die in De venter coalitie-vrij zijn, omdat de cleri- calen er geen kans maken. Dat is de eerste klap, zegt het weekblad, en we zullen je ook wel raken. Inmiddels maken de Alk- maarsche concentratiemannen, gedachtig aan het vroeger lidmaatschap van mr. Fokker, plan om den oud-liberaal Van Foreest te wippen. De Zutphensche, van Borgesius, ziet on gelukken op de komst, en de N. Eott. Crt. zegtlieve menschen, overlegt toch eerst met z'n allen. Jullie bent toch libe raal en anticlericaal. Straks komt de vrede, om het >hooger belang*, en de hervormers trekken samen op met de behouders, in zuiver kapita listische vriendschap. Het geval gaat buiten ons om. Maar als het zoover komt dat de vrijz.-demo kraten zelfs niet meer voor hun blanco- artikel durven staan bij een algemeene verkiezing, dan moeten die heeren ons toch niet blijven wijsmaken, dat zij nog een partij zijn, en wel een demokratische partij. Als ze zelfs hun boerenbedrog met dat blancoartikel bij eerste stemming prijsge ven, wat is er dan nog van hen over Zie, als men nu dat leest; en wat zóó waar is wat niet één enkel Libe raal zal kunnen tegensprekenhoe moet men dan zoo n voorlichter als Dr, Brox kwalificeeren. Hoe moet men zoo'n man dan betitelen Leuge naar Is dat woord te hard Wij, zoo genaamde Kerkelijken (ook al zoo'n onnoozele betiteling, want wij zijn niet «kerkelijk,maar Antirevolutionair of Roomsch-Katholiek of Christelijk-His- torisch) zouden hopeloos verdeeld zijn, en zij, Liberalen, hartelijk één. Dat is kiezersmisleiding Bedrog. Zoo is 't ook met het andere punt Nog niets had 't Ministerie uitgevoerd. Zei hij nogde Kamers hebben niet zooveel gedaan, als mogelijk was, dan zou dat nog onwaarheid zijn, wat met de stukken in de hand te bewijzen is, •maar om te zeggen't Kabinet't Mi nisterie heelt niets uitgevoerd, dat is kwaadaardige laster. En we zullen zoo spoedig mogelijk dien laster aan de kaak stellen Met de zoo secure gegevens, dat niemand meer aan zulke leugenpraatjes geloof slaat. Wil men onze beginselen, ons Kabi net, onze coalitie aan de publieke beoordeeling prijs geven bestdaar valt niets tegen te zeggen, maar niet liegen, niet verdacht maken, niet las teren. Zwart maken is schoorsteenvegers- werk pVQOR HET AFNEMEN DER GEVERFDE f li «ie S®ers. Neutraal In de «Arnhemmer®, ons antire volutionair orgaan voor Arnhem en omstreken, deelt dr. Wielinga, pre dikant aldaar, méde dat door open bare onderwijzers te Beverwijk en Haarlem ongeveer het volgende reken sommetje met de kinderen is be handeld Ondervv.Willem, wat verdient je vader P Willem 6 gulden per week, mees ter Ondèrw. Dat is per jaar p Willem: f 300 meester! Onderw. Hoeveel verdient de Koningin per jaar. Willem Dat weet ik niet, meester, Onderw.: Dan zal ik het je zeggen, f 600,000 per jaar. Hoeveel maal is dat f 300? Wie werkt er nu harder, je vader of de Koningin enz. Wat zegt men wel van dit socia listische rekensommetje? Ds. Wielenga is bereid namen te noemen en kan dus voor de waar heid instaan, Maar ook het volgende is teekenend voor de »neutraliteit« der openbare school. Te Enkhuizen werd door een onder wijzer aan de kinderen dit versje geleerd „Laatsleden op een zomerdag, Hoort, wat ik toevallig zag, Van Jezus en Sint-Janneken Zij speelden met een lammeken, Al in een groen beklaverd land, Elk met een papschoteltje in de hand." Is dit nu toch in grond der zaak geen spotten met den heiligenpersoon onzes Heeren Jezus Christus Wat blijft er nu toch over van die hooggeroemde »neutraliteit« der open bare school. Is het wonder, dat ouders, die eer bied 'hebben voor God en Zijn Woord, hun kinderen aan zulke onderwijzers niet durven toevertrouwen? Het feit is dan ook wel verklaar baar, dat de ouders het »frontmaken« overlaten aan de openbare onderwij zers en aan den bekenden Mr. Levy, die de »Christelijke« deugden waartoe de openbare school moet opleiden, van zoo'n gehalte acht, dat ook hij, als Israëliet, er zich wel mee kan vereeni gen. Merweb Een mooi lied. De Rotterdamsche vrijzinnige jon gelingschap is aan het dichten ge weest. Althans daarvoor zullen we het maar houden. Immers deze jonge vrijzinnigen worden trouw en stevig gesteund door geld en pennevruchten van oudere liberalen. Misschien durven dezen zich, onder den naam van jongeren, nu wel wat vrijer uitspreken, dan zij op eigen verantwoordelijkheid zouden doen. Vanzelt is dit niet te onderzoeken, Hoe dit zij, het Maart-nummer van de Propagandist der jonge liberalen geeft nu »een lied«. Hun strijdlied. Natuurlijk nageaapt. Maar zie eens hoe »mooi«. Zij zullen ons niet hebben, Met al hun vroom geschreeuw; Zij zullen ons niet hebben, De Christ1 nen dezer eeuw Zoo lang door onze lijven 't Bloed van den Geus nog stroomt Zoolang wie Holland lief heeft, Van burgervrijheid droomt. Al troont daar nu Bram Kuiper Op 't Haagsche Binnenhof, Al zingt de vrome jeugd hem Een psalm van louter lof Al slaat in jonge harten De dweepzucht reeds op hol, Al hangt men de bewaarschool Met Bijbelteksten vol, Al spuwen Christen-pennen Hun laster en venijn, Roept broeder Talma dat wij Haast -»van de heide zijn*, Wij staan als fiere Heid'nen In wat ons samen bindt »Zij zullen haar niet hebben De schoone ziel van 't kinds Al loeien Bijbel-teksten Als stormen langs ons strand Zij zullen ons niet hebben, 't Zwart volk van Nederland Dit lied bekleedt de allereerste plaats op de vóór pagina van het blad. Zóó belangrijk achten het de jonge menschen. Zal het volk van Nederland straks in Juni aan de partijgenooten van deze jonae garde weer het bewind in han den geven Dan ware ons vaderland diep onge lukkig. Door dit »lied« zijn zelfs alle wan kelenden en twijfelaars van dat onge- luk te overtuigen. Rotterd. HOE CHILISALPETER WERKTE OP DUIVEBOONEN. Ja, jaOp duiveboonen Nietwaar, het werd zoo vaak u al gezegd, dat chili niet voor boonen voegde en andere vlinderbloemige gewassen, dat ge versteld staat min of meer van 't opschrift. Zoo ging het mij ook en niet weinig, toen ik voor enkele dagen kennis nam van de uit slag van een proef in dezen. Proefnemer was de heer C. Weijerse te Oostvoorne. Proefveld EEN VERHAAL nooit L. VAN BERKEL. 7) Hoofdstuk IV. In den maneschijn. Hij had er als jongen dikwijls voor ge staan, en was er ook wel eens door een geklommen, om op het tafeltje bij Lena's bedstede een hand vol bloemen neer te leggen en dan weer langs denzelfden weg te verdwijnen. Een poosje zweefde het licht heen en weer daor Lena's Kamertje, tot dat hij hare gestalte zelve voor het venster zag verschijnen, een oogenblik slechts, maar het kwam hem voor, alsof haar blik op zijns vaders huis was gericht. Keek zij misschien naar het venster, vanwaar hij haar weieens had toegewenkt Wist zij, dat hij heden avond zou terugkeeren Keek zij misschien naar het; venster, van waar hij haar weieens had toegewenkt O, hoe gaarne had hij zich thans naast haar geplaatst, om haar allerlei vragen te doen, die altijd begonnen met de woor den >Weet je nog wel toen en toen en toen* Helaas, daar werd een gordijn neergelaten. Nog een paar malen zag hij haar schaduw langs het gordijn zwevennog eenige minuten glinsterde het licht enstraks was het donker. Overal donker, op de boerderij in den hof en in het huis. Willem werd er een weinig treurig door gestemd, maar toen kort daarop de lij ster zich opnieuw liet hooren, werd het weder levendig bij hem van binnen en ging hij langzaam den achterweg op en neer. Wat zou hij doen Zou hij in huis gaan Maar vader was er immers niet. Volgens oude gewoonte was vader, als hij driftig werd en het tegenspreken van nicht Marie niet verdragen kon, naar Van Beek, den slager geloopen. Deze was ook weduwnaar en samen zaten zij dan klaagtoonen aan te heffen over het groote ongeluk, dat een man treffen kan, namelijk het verlies van een goede huisvrouw. Het gebeurde dan dikwijils dat de blikslager lang wegbleef, terwijl nicht Marie over haar Kerkboek zat te droomen. Neen, naar huis wilde hij nog niet. Hij was zoo lang afwezig geweest, dat hij begeerig was geworden om de oude plekjes weer op te zoeken, al was het ook bij maanlicht. Thuis zou nicht hem mis schien onder handen nemenhem vragen of hij dien tekst nog kende of hij nog wel eens het tweede vers van psalm 25 zong. Zij zou hem vragen stellen, die hij liefst niet hoorde, en nog veel minder wenschte te beantwoorden. Neen, niet dadelijk naar huis. Maar waarheen Daar viel hem de vraag in, die Smit hem bij de diligence gedaan had of hij van avond nog bij Bakker kwam Het zou hem liever geweest zijn, wan neer een ander hem die vraag gedaan had. Maar wat deed het er o©k toe Waarom zou hij niet eventjes naar »De gouden Leeuw* gaan P Hij had dorst. Een glas bier zou hem goed doen. Bovendien hij wilde zijne vrienden wel eens weerzien en dat was hem toch niet kwalijk te nemen. En zoo bij zichzelven sprekend, liep hij den Achterweg ten einde, totdat hij op den hoek van het kleine straatje kwam en voor het huis stilhield, waar »De gouden Leeuw* uithing. hoofdstuk. V. Ia «Ie herberg. De herberg »De gouden Leeuw* was niet de eenige en ook niet de geringste vau het stadje. Zij was op het Heerenlo gement na de fatsoenlijkste en werd het bezoek door jonge burgers uit den hand- werkstand. De overige herbergen waren meer voor den gemeenen man, voor ar beiders, aankomende timmerlieden, metse laars en dergelijke Men behoefde niet te vra gen, waar men den avond zou doorbrengen. Iu dit kleine stadje waren niet minder dan twintig drankholen. Ik zeg drankholen en ik doe dat met het volste recht. Lage, vieze gebouwtjes, waar men samen kwam om te drinken, te spelen en te zwetsen. Krotten waar de duivel hoogtij vierde en men den levenden God in het aangezicht sloeg. Twintig krotten, waar men den jongeling besmette en hem met rasse schreden zijn ondergang tegemoet voerde. Wie durft nu nog zeg- zen, dat het drankmisbruik geene n itionale zonde is Wie durft het nu nog op ne men voor zoo'n glaasje vergif? Wie wil zich nu er nog afmaken, met het laffe, kin derachtige gezegde Het is toch voor de varkens niet gebrouwen TwinligMrankhuizen, twintig kweekplaatsen voor de heltwintig plaatsen, waar men den duivel aanbad. Het pleit niet voor de welvaart en nog minder voor de zedelijkheid van een stadje, wanneer er zooveel her bergen zijn. Waar veel herbergen zijn, daar wijkt de welvaart. Wilt gij weten, of eeu stadje onder de welgestelde of kwijnende plaatsen moet gesteld worden, bereken dan op hoeveel zielen eene herberg aast. Ei genlijk is er nergens eene herberg noodig. Wij kunnen het helsche brouwsel dat men jenever noemt, best missen. Het is nergens nuttig voor en veroorzaakt niets anders dan lichamelijk, huiselijk en eeuwig leed. Maar aangenomen, er herbergen moeten zijn, dan acht ik, dat er één op de duizend inwoners voldoende zou wezen. Menschen, die flink en ijverig zijn, hebben geen tijd voor het herberg- en koffiehuisleven, maar be steden hun tijd en geld op eene nut tige wijze. Daardoor neemt onder den ze gen Gods hunne welvaart ook toe, terwijl men er verzekerd van kan zijn, dat de trouwsje bezoekers van herbergen in den regel luiaards zijn, die er geen begrip van schijnen te hebben, dat God hen ge roepen heeft hun tijd en hunne krachten tot zegen van anderen en zichzelven te besteden. W ordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1905 | | pagina 1