Zaterdag 18 Maart 1905.
80ste Jaargang N.° 1016.
voor de Zuidhollandsche en SSeeuwseüe Eilanden.
BIJVOEGSEL
Antirevolutionair
Orgaan
MONKEY BRAND
IN HOC SIGN O VINCES
FEUILLETON.
WAT LIEFDE VERMAG.
T. BOEKHOVEN.
uitgever:
aOMMÏÏLSEHJH
De Jonge Jachthonden.
ROEST en VLEKKEN
Dat dachten we wel
Roe ouder, hoe gekker
MUREN
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
ABIe bukken voor de BSedactie bestemd, Adverientiëm en vea*des*e Administratie tranen toe te «enden aan den Ui tare ver
Bij dit nummer behoort een
Nu gaan ze er onder de Liberalen
toch ook mee spotten
In Varseveld sprak verleden week
Dr. Brocx uit Voorts voor de zooge
naamde Jonge Liberalen.
De voorzitter van die vergadering
zei toenDr. Brocx is uitgenoodigd
door de Jonge Jachthonden
Door de Jonge Jachthonden Hoe
komt die Voorzitter aan zoo'n ui?
Noem die jonge mannenPropa-
gandavereenigingdat klinkt aardig.
Noem ze Jonge broekjes Dat vinden
we ook leuk. Ge zoudt er de kleur
van de broek nog bij kunnen noemen
Groen, of rose of rood of zoo iets
Noem zeJonge Gardedat is zelfs
heel krijgshaftig, al loopt 't zoo'n vaart
niet met hun strijd als tusschen
Rusland en Japan. Maar Jonge Jacht
honden wie heeft ooit zoo iets ge
hoord.
En wie zijn 't wild Wel, dat zijn
wij, Antirev., Roomsch-Kath en Chr.-
Historischen
En met wie loopen die Jonge Hon
den mee? Want ze mogen alleen
niet op jacht. Dan worden de arme
beesten opgepakt, en de baas krijgt
een proces-verbaal wegens 't loslaten
loopen van zijn hond achter 't wild.
Zulke hondenstrooperij gedoogt de
wet niet. Neen ze gaan onder toe
z'cht. soms met een ketting of koord
aan der hals met den baas mee Mee
met de hooge üomes in de Liberale
Partij.
En wat eten die beesten Want ze
moeten natuurlijk goede kost hebben.
Ze eten van dat echte, onvervalschte
brood uit den Liberalen keuken
Kuyperhaat is al een van de lekkerste
hapjesdie je geven kan. Haat tegen
den Godsdienst in de Politiek. Vijand
schap tegen de Kerk. Haat tegen de
Bijzondere Scholen. Anti-klerikalisme is
't heerlijkste gerecht, dat ze lusten en
daarvan krijgen ze eiken dag een
flinke portie.
En of ze veel vangen We hebben
dikwijls jagers platzak zien thuisko
men. Zij dood moe! Hondje bek af!
Tasch leeg.
Hoe komt dat? Wel, de natuur
kundigen beweren, dat de hazen
tegenwoordig als gevolg van de evo
lutie, de ontwikkeling, een hondenneus
krijgenze ruiken zoo fijn, wie op
der afkomt.
Ze kunnen anders geducht blaffen,
die hondjes Ja, blaffen, wel, maar ze
bijten niet. Bijten, dat doen de oude
hondenDaar zijn heusch kwaje
onder.
En hoe lang is de jacht open?Tot
in Juni, mijn vriendEn daarom
spits uw ooren luister lees en onder
zoek en denk na, opdat geen Jacht
hond u pakke.
Toen de Socialist de Wolf dezer
dagen met een anarchist in debat
kwam, en bij heen ging omdat bem
't woord ontnomen werd. sprak één
der »vrijen« tot hem Je ben g. v. d.
nog stommer dan Marx. [Marx is de
stichter der Socialistische Partij Red
Ja, zegt Wijnkoop, een inzender in
'tVolk: Men moge om deze uitspraak
lachen of huilen,
Zij legt een onweersprekelijk ge
tuigenis af van de bodemlooze diepte
waarin het Ilollandsche proletariaat
door de als onkruid tierende anar
chistische propaganda zoo langzamer
hand wordt geslingerd.
Zeker mijnheer WijnkoopDe
anarchisten winnen veld en de Soci
alisten verliezen terrein. Het Holland-
sche proletariaat, de arbeidersklasse
heeft, U, Socialisten, aan 't werk ge
zien in de stakingsdagen, toen ge
wanhopig verdeeld, de leiding niet
machtig waart, toen de teugels U
ontglipten en ge, wetende dat de
staking reeds mislukt wasnog voort
ging om kleinere stakingen uit te
lokken, te bevorderen en de arbeiders
willens en wetens te bedriegen.
Toen in 1903 hebt ge't proletariaat
bedrogen, misleid
En de slachtoffers hebben gebrek
en ellende geleden 1
En Gij, tradt op, om eens te laten
zien, hoe groot uw »kracht« was, die
uitliep of een verschrikkelijke neder
laag.
Dat weet 't Proletariaat.
En daarom zal 't zich liever bij de
Anarchisten aansluiten, die den groo-
ten Kladderadats dagelijks verlangen
en er naar hunkeren.
Daar heeft men houvast aan Om
ver de boelGeen geredeneer. Maar
daden Zoo iets trekt immers zeer
De lezers weten, wat we onder den
Schoolstrijd verstaan een strijd, die al
een halve eeuw gestreden is tegen 't
Liberalisme, en waarin wij vragen om
Recht. Wij willen door de Wet net
zoo bejegend worden als de Openbare
School. Zij ontvange geld voor haar
Schoolbest, daar hebben we niets
op tegen voorloopig, maar dan moeten
wij net zooveel ontvangen Nu krijgt
elk kind van de Openbare School f34
en een kind van de Bijzondere School
krijgt er maar f7. De Openbare School
krijgt de gebouwen en leermiddelen
bijna gratis wij krijgen ook wat, maar
niet naar rato In een woord er ge
beurt onrecht: en nu binnen weinige
dagen zal een Wetsontwerp worden
behandeld, waarin aan dat onrecht
halten stopzal worden toegeroepen.
Dan krijgen wij meer dan wij nu heb
ben. Nu zou je zoo zeggen daar moest
ieder rechtgeaard liberaal blij over
wezen. Hij heet immers vrijzinnig. En
hij zou zulk een ernstigen strijd ook?net
ernst gadeslaan, wat trouwens ieder
weldenkend mensch thans doet.
Doch, wat lezen we nu van een
groep onderwijzers.
Dit. 't Staat in 't Volk van 14
Maart jl.
Onderwijzers.
De aldeeling van den Bond van Neder-
landsche onderwijzers gaf Zaterdagavond
in »Bellevue« een soirée. Geen plaats
was onbezet, er heerschte een opgewekte
geest. Hoofdschotel van den avond was
een voor deze gelegenheid vervaardigd
zang- en kluchtspel, getiteld»In de
penarie, waarin de reactie op onderwijs
gebied op een jolig-kluchtige wijze werd
op de kaak gesteld. De aanwezigen
juichten hef stormachtig toe en het bonds
lied werd aan het slot gezongen.
Het verdere programma bestond uit
voordrachten en zang. Een telegram van
gelukwensch werd gezonden aan de af-
deeling Rotterdam, die juist haar dertig
jarig bestaan vierde.
Op een jolig-kluchtige wijze wordt
aan de kaak gesteld onze strijd om
recht. Nogal in Amsterdam
De heeren en dames juichten storm
achtig.
Voorts voordrachten en zang Alles
met een hoop lol I
Wat dunkt u van zulk een treurig
optreden Hoe hatelijk Hoe dwaas
Wat een inzicht in 't leven en in de
worsteling der geesten
Doch 't raadsel is opgelost. Zie eens
wat 'tVolk er boven schrijft: Onder
wijzers Er staat nietVergadering
maar Onderwijzers, 't Dacht hoogstwaar
schijnlijk aan dat bekende mopje
Honderd schoolmeesters, honderd gek
ken.
Onnoozelen, die ze waren! Bekrom
penen van geest
IVOOR HET AFNEMEN I
DER GEVERFDE I
Uit «Ie SBer§.
De Tweede.
Behalve het >Utrechtsche Dagblad«, dat
eerlijk genoeg was voor Minister Kuyper
het »honor cui honors te eischen, deed
zich in de vrijzinnige pers tot nu toe geen
enkele slem hooren, die voor onzen talent
vollen premier een woord van lof overhad.
De vrijz.-dem. >Arnhemsche Courants
is thans de tweede, die zich over den mi
nister-president even wil ontfermenzij
schrijft
Wat den Minister Kuyper ook met
recht moge verweten kunnen worden,
zeker niet gemis aan werkkracht en
energie.
Zoo bv. nu weer. Het Voorloopig Ver
slag over de Onderwijs-noveile, 63 bladz.
groot, was 3 Februari gereed, en reeds
20 Februari kwam bij de Kamer de Me
morie van Antwoord in.
Daarenboven had juist in dien tusschen-
tijd de tweede behandeling der Hooger-
Onderwijswet in de Tweede Kamer plaats,
welke behandeling de voortdurende tegen
woordigheid van den Minister vereischte
De »Arnhemsche« zeggen wij het na
Waarlijk zulk een werkkracht dwingt eer
bied af.«
Maar laten wij dan ook konsekwent
blijven en als er gewezen wordt op den
^schralen oogsts, welke deze 4 jaren is
binnengehaald, daarvoor den werkzamen
premier niet aansprakelijk stellen
't Is waarlijk een evene onoprechte als
kleingeestige bestrijding. M iasb.)
I>e SlorSogv
RUSLAND en JAPAN.
De rapporten te Tokio binnengekomen
melden, dat er 2.6,000 gesneuvelden op
het slagveld achtergebleven, dat er 40,000
Russen op andere wijze gewond of ge
vangen, verloren zijn en twee legerkorp
sen waren, volgens generaal Koeropatkine
zeiven, zoek geraakt.
De gencraal-opperbevelhebber en gene
raal Linevitcli schijnen met hun troepen
Tieling bereikt te hebben, maar van de
generaals Kaulbars en Bilderling heeft
men niets meer gehoord.
Of de tree en te Tieling de aanrukkende
Japanners,, zullen kunnen veerstann is/eer
de vraag, en daarom dringt eeneraal Koe
ropatkine er ook op aan om dadelijk op
Kharhin terug te trekken, en om zelf
van het opperbevel ontslagen te woiden.
Is het waar, dat hij dadelijk toen hij
werd uitgezonden, voorgesteld heeft als
hoofdvestiging Kharbin te kiezen, en is
hij alleen op bevel van hoogerhand naar
het Zuiden getrokken met de vrijwel
hopelooze hoop Port-Arthur te ontzetten,
hoe kan hem dan echter blaam treffen
Zijn eerste terugtocht werd als een
meesterstuk van krijgskunde genoemd.
Nu langzamerhand meer bijzonderheden
over het gebeurde bij Moekden bekend
worden, gaat men waarlijk vermoeden,
dat de opperbevelhebber der Russen niet
meer de man 'was, gezond en helder genoeg
van geest om in zoo'n moeilijken toe
stand de leiding te voeren.
Dal hij zijn vijand in kracht en sterkte
onderschat heeft, moet vast staan, maar
ook dat hij de plannen van Nogi niet
doorzien heeft, dat hij niet bemerkt heeft,
welk gevaar er dreigde van de hardbevro-
ren Hunho, welke rivier in den rug van
zijn stel'ing lag.
Dat Koeropatkine het bevel niet meer
kan behouden, staat buiten allen twijfel,
maar, zoo vraagt men, wat moet een
nieuwe opperbevelhebber .beginnen
Hij zal maandenlang geen andere troe
pen hebben dan het overschot van de
EEN VERHAAL
door
L. VAN BERKEL.
6)
Hoofdstuk IV.
In den maneschijn.
Willem had geene oogen om thans de
schoonheden van dezen heerlijken avond
gade te slaan, noch ooren om naar de
stem der natuur te luisteren. Zijn blik
rustte op de boomen aan de overzij, op
den boomgaard, die de woning van boer
Wenter omgaf. Van de plaats, waar hij
nu stond, kon hij vlak op het huis zien.
't Lag wel in de duisternis verscholen,
maar toch drong hier en daar een licht
straal door de reten van een vensterluik,
zoodat hij zich overtuigen kon, dat de
boer zich met zijn gezin nog niet te rust
had begeven.
Hoe gaarne ware hij de heg doorge
kropen, die hem van de boerenwoning
scheidde. Hoe gaarne had hij bij boer
Wenter gaan buren om te zien of
9, als hij tien jaren jonger geweest
ware, dan zou hij dit zeker gedaan heb
ben. Nu was hij een jonge man, die niet
mocht handelen als een knaap. En toch,
hij zou zoo gaarne door de reten van het
vensterluik gezien hebbenNaar wien of
naar wie Naar den boer en zijne vrouw
of naar hun dikwangigen zoon Wim Nu
ja, hij mocht dat drietal graag lijden, en
al was zijn vader nu ook boos op boer
Wenter, daarom behoefde hij het niet te
wezen. Maar zie, eigenlijk verlangde hij
niet zoo sterk naar den boer. Daar was
een ander wezen onder het dak van den
landbouwer, door nicht Marie genoemd eene
meid van melk en bloed, gezond van binnen
en van buiten. Dat wezen was Lena, de
negentienjarige dochter des huizes. Zij wa
ren als kinderen samen opgegroeid, en
wanneer hij niet in de werkplaats was kon
men er verzekerd van wezen, dat hij zich
op de boerderij bevond, waar hij met Le
na speelde, zong, ja wat niet al. Later
hielp hij haar in 't werk droeg het wa
ter aan, torschte voor haar de melkemmers,
zoodat ieder wel spoedig kon merken, dat
beiden veel van elkander hielden.
Nog kort voor zijn vertrek naar de hoofd
stad had hij haar gezien en gesproken, ja
zelfs twee uren met haar den weg achter
vaders boerderij op en neder gewandeld.
Toen eindelijk de tijd kwam, dat hij weg
moest, had hij haar nog heel veel te zeggen
woorden die haar een blos op de wan
gen konden schilderen, maar plotseling had
zij zijne hand losgelaten en was hem dwars
over het veld heen naar haar vaders woning
ontvlucht. Wel riep hij haar terug, wel
bleef zij even stil staan en keerde zich om
doch om hem slechts met de hand te groe
ten, en zij was verdwenen. Sedert dien
tijd hadden zij elkander niet meer gezien
Zou zij nog aan hem denken
Hij had gaarne haar van tijd tot tijd
eenen brief willen sturen, maar had niet
gedurfd. Trouwens dat schrijven zou hem
moeite gekost hebben, want zijne handen
waren beter geschikt om den hamer te han-
teeren dan om eene pen te voeren. Toch had
hij van tijd tot tijd nogiets van haar vernomen.
Nicht Marie stuurde hem geregeld om de
veertien dagen eenen briei eu meldde hem
dan altijd iets van Lena. In haren laat-
sten brief had zij hem het volgende ge
schreven
u>Met Lena is er iets bijzonders gebeurd.
Wat het eigenlijk is, weet ik niet nauw
keurig, maar dat het iets goeds moet we
zen, dat zegt mij mijn hart. Ik geloof,
dat er eene verandering ten goede bij
haar is gekomen. Nu, als een ijdel meisje
heb ik haar nooit gekendzij was altijd
bescheiden en ingetogen. Toch hoorde ik
eens tot mijn spijt, dat zij tegen haar va
ders verbod, de kermis bezocht had, niet
slechts orn stilletjes langs de kramen te
gaan, en het een of ander, wat zij noodig
had, te koopen, maar ik vernam, dat zij
ook bij Bakker de gelagkamer was bin
nengetreden en daar met Smit gedanst
had. Doch dat moet slechts eenmaal ge
beurd zijn en het heeft haar zeer leed
gedaan, hetgeen het beste is. Nu ktmt
zij nooit meer op de kermis en mijdt
zelf het gezelschap van alle meisjes, die
een weinig vroolijk en licht door het leven
willen vliegen.
Ik hoor, dat zij nu vlijtig in den Bijbel
leest en menschen opzoekt, die God vree
zen. Gisteren nog sprak ik haar, en toen
ik uwen naam noemde kreeg zij eene kleur
als de stokroos, die bezijden de schuur
staat
Dit alles, zij het óok met eenvoudige woor
den, had nicht Marie hem geschreven en
de brief had in Willem allerlei gemoeds
bewegingen te voorschijn geroepen. Dat
zij godsdienstig was hinderde hem niet. Als
zij zijne vróuw nog eens werd, zou het hem
zelfs zeer aangenaam zijn, zoo zij een wei
nig godsdienstig was. Hij hield niet van
menschen, die van godsdienst niets moesten
hebben. Eene godsdienstige vrouw zou hem
voor verkeerde dingeu bewaren en op tijd
was de godsdienst toch eene goede zaak.
Maar wat hem in dien brief gehinderd had
was dat Lena met Smit gedanst had. Al
was het dan ook maar een keer geweest,
zij had toch in zijnen arm gehangen. En
dan SmitEen vent, die bijna den gehee-
len dag en avond in de herberg zit en
rood was van ai de jenever, dien hij naar
binnen gejaagd had. O, als hij aan Smit
dacht, dan werd hij nijdig als eene spin,
en hij had besloten hem te vragenhoe
hij het had durven doen den arm om Lena,
zijne Lena, te slaan Maar in het
volgende oogenbiik moest hij erkennen,
dat hij zeer dwaas zou handelen met Smit
hierover te onderhouden, 't Was immers
nog zijne Lena niet. Zoover was het niet
gekomen, dat zij hem het jawoord had
gegeven, en dus had Smit even veel recht
op haar als hij.
Toch mocht hij Smit niet lijden.
Eensklaps ziet hij een lichtstraal, die
van de huiskamer van den boer uitgaat,
een poosje in de gang flikkert, dan ver
dwijnt, om straks een raampje te verhel
deren, Willem kende dat raampje wel.
Wordt vervolgd.)