Eilanden.
MONKEYBRAND
Twintigste Jaarg. N°. 1011.
An tir evo l u tionair
Orgaan
"Woeiisdag 1 Maart 1905.
INHOC SIGN O VINCES
voor de ^uidholiandiegif en 25eenwsi©l
0
■SIM
FEUILLETON.
WAT L1EFDEVERMAG.
T. BOEKHOVEN.
Alle sSsafeken voor tie ateiladie beste mil, Aslverteulien en verdere Administratie franco toe te zenden aan des» lil are ver.
MUREN
VERWIJDERT j
ROEST en VLEKKEN
It a i'Bses'o versieiit.
L. VAN BERKEL.
.1.J
v,-.
JN i t ill
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ÜJT&EYEK:
füO.ftAMELSDMJ H
Advertentie» 10 cent per r9gel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
9ienst.aanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaet.
Advert entiën worden ingewacht tot Diasdag- e\ Vrijdagmorgen 10 uur.
Spoken in 'I Briehche Land.
Zeg niet, dat we in de verlichte
eeuw wonen! De kwakzalvers vinden
nog overal een ruim debiet, 't Stap
horsterboertje is rijk geworden, en de
vrouwkens, die immer leeren, volgens
Paulus, en nimmer tot de kennis der
waarheid komen, gaan er zeer dikwijls
op uit cm voor hun »betooverde« doch
ters de hulp van den waren «kruide-
nier« in te reepen, welke de onverbe
terlijke gave b-zit om met 't ernstigste
ie Rekétf wereld, zonder blikken
of blozen" na. zijn water-en-krijtme-
dicamenten aan te prijzen, tot een
bedrag van idem zooveel.
Ook zelfs in 't Brieische Land, en
dat is nogal Liberaal, blijkt men niet
vrij van middeleeuwsche bijgeloovig-
heden.
We lazen in 't No. van Zondag 19
Febr. jl. een Ingezonden stuk, dat
heetteOpwekking en onderteekend
was door Ave. Daar staat o m.
Kiezers van "t district Brielle, ik brengj
u mijn eeresaluut. Want wie ge ook zijt,
't zij ge behoort tot degenen, die de vreeze
voor 't roodff spook heeft bevangen, of
tot hen, die 't zwarte dito heeft gekweld,
't zij, dat geen van beiden u heeft beang
stigd, gij zijt in dichte drommen ter stem
bus getogen enz.
Eilacij 1 daar waren Spoken rond op
Voorne en Putten Roode en Zwarte,
waar de liberale Briellenaars nacht
merrie van krijgen.
Nu moet men daar niet vreemd
van opkijkenWie een ongerust ge
weten heeft, vindt nergens vrede en
ziet altijd dingen, die een ander niet
ziet. Het vallen van een blad, het
piepen van een muis, alles maakt hem
bang en doet hem aan nijdige mach
ten, aan spoken en gravendansers
denken. En de Liberalen hebben een
ongerust geweten. Vraag maar aan
eiken eerlijken man hunner groep:
Heb jullie in vroeger dagentoen j» de
meerderheid had, wel eerlijken onpartijdig
alle volksbelangen behartigd? Hij zal zeg
gen, neen
Vraag: Heb je niet het meest voor je
eigen gezorgd 1
Dan zal hij antwoordenJa, wij
van ganscher har te
En dat ongeruste geweten nu, klopt
ook in den Briel. Daarom zien ze een
rood spook, die rondom der portemon-
dee allerlei grimassen maakt, en ze
zien een zwart spook, dat hen dreigend
vraagt: Zijt ge altijd rechtvaardig ge
weest jegens Uwe tegenstanders, die
toch uwe naasten zijn
Daarom waren er spoken rond in
't Brieische Land.
Wij weten een goeden raadWij,
anti-liberalen zullen al de gepleegde
ongerechtigheden ons aangedaan, zelf
goed zien te maken, zóódat alle scha
duw ervan verdwijnt. En als dat onrecht
weg is, wordt de Liberaal waarschijn
lijk weer normaal Dan is zijn geweten
gerust en de spoken dansen niet meer
IVOOR HET AFNEMEN!
DER GEVERFDE I
Nederlandsche Stemmen No. 8.
We gaan voorbij, wat 't orgaan
der Chr. Histor. Partij, zegt in zijn
Binnenlandsch Overzicht over de
verzachtingen
Min. Kuyper bedoelt, zegt ze
Wat niet berust op het Israelie-
tisch-Christelijk Openbaringsgeloof is
uit den Booze, hetzij die Booze zich
tooie in 't gewaad van een Zeus of
Jupiter aanbiddend haiden, dan wel
in dat van een geleerds van hel einde
der 15e eeuw of van een citogen
(burger) uit 't tijdperk der Fransche
Omwenteling.
Juist! dat is goed begrepen.
Een middelweg is er niet 1 't Is voor
of tegen ChristusEn of men nu
Grieksche wijsheid bezit, of Humanis
tische ideeën of de Rede eert, de kwes
tie draait om deze vraag Wat dunkt
U van den Christus.« Doch daarover
nu niet meer.
Geheel stemmen we in met 't
tweede gedeelte van dat Overzicht,
waar staat
»Door den heer van Houten is nog
maals de stelling verdedigd, dat de
Regeering, 11a het votum der Eerste
Kamer over de Hooger Onderwijswet,
noch had behoeven afte treden, noch
de Kamer te ontbinden, omdat dit
votum de Regeering niet 't minst in
haar arbeid kon belemmeren. Ware
de heer van Boneval Taure nog lid
der Eerste Kamer, bij zou zeker den
heer v. H. hebben toegevoegd vóór
alles waarheid 1 De verwerping der
i 1 O wet kon het Kabinet niet in
/.ija arheid belemmeren. Was 't den
beer v. 11. hiermede ernst?
Ja, wanneer de Regeering zich de ver
nederende rol had willen laten welgevallen
welke de heer van Weideren Rmgers haar
in ruil voor den steun d r liberale meer
derheid van de toenmalige Eerste Kamer
a.nbood; n.l. dat de Regeering haar
geheel programmade reden van haar
komst aan 't bewind zou verloochenen en
zich in al haar wetgevenden arbeid zou,
bepalen tot wat men genoemd heeftde
neutrale zóne.
Dat een regeering, die zichzelf eer
biedigt, zulle een vernederende koop
niet kan en niet mocht sluiten, spreekt
vanzelf en wordt ook door ons, hoe
wel geen medestanders van het Ka
binet, toegegeven.
Vooral na de motieven, welke voor
de verwerping van de H. O. wet wa
ren aangegeven, bleef Voor de Regee
ring niets anders over dan of 't be
wind neer te leggen, of de Kamer te
ontbinden, opdat de kiescolleges voor
die Kamer uitspraak konden doen.
Voor heengaan bestond geen reden,
waar de groote meerderheid in de
door de kiezers rechtstreeks gekozen
Kamer, zich bevindt aan de zijde van
't Kabinet. En daarom bleef geen an
dere keuze over om uit de moeilijk
heid en uit 't politiek conflict tus-
schen Eerste en Tweede Kamer te
geraken, dan de ontbinding, waarvan
men nu het resultaat kent.
Deze beschouwing is juist. De eisch
van den heer van Weideren Rengers
was verloochening van 't doel der Re
geering. En een verzoek tot politieleen
zelfmoord gaat te ver 1
z
fiJit «Se Pers.
De deugdzame vrijzinnigen.
Inhetsoc dem. weekblad Voorwaarts
van j.l Zaterdag vinden we een in
gezonden stuk, onder het opschrift
«Borrels voor de vrijzinnigen*:*, dat
aldus luidt:
a
Geachte Redactie
Relieve s. v. p. dit stukje te plaat
sen in uvv geacht blad. Bij voorbaat
mijn dank.
Het in den verkiezingstijd zoo be
kende Limburgscli jenevervat sehijnt
een luchtreis te hebben gemaakt en
neergedaald te zijn in het kamp der
vrijzinnigen alhier Bij de j.l. gehou
den herstemmingen lusschen de heeren
Roodhuijzen en Vegtel toeh is er ge
bruik gemaakt van zulk een »vat.«
Misschien is het in Limburg nog
nooit voorgekomen wat hier heeft
plaats gehad, n.l. dat de kiezers in een
afdeeliug van het gemeentehuis wer
den onthaald op een «borrel*. En
dat die «borrels* bestemd waren voor
Roodhuijzen-kiezers blijkt hieruit dat,
toen er een kiezer kwam van wien
men beslist weet dat hij zijn stem op
Vegtel zou uitbrengen, er een lid van
de Vrijzinnige Kiesvereeniging zeide,
dat die kiezer geen borrel moest
hebben, want het was een Vegtelman,
Een oordeel over drankschenken
aan kiezers is mijn plan niet. Dat is
reeds zoo menigmaal en niet ten on
rechte veroordeeld.
Gaarne zou ik de volgende vragen
beantwoord zien
i°. Was er door Burgemeester
en Wethouders of Gemeenteraadsle
den vrijheid gegeven om in de boden-
kamer (zoo wordt hier de bedoelde
afdeeling van het gemeentehuis ge
noemd) drank aan kiezers te verschaf
fen
2°. Wie zijn die verschaffers Gaat
het uit van de Vrijzinnige Kiesver
eeniging of is het soms iets uit de
gemeenschap of gemeentekas
Oudenhoorn. Een Kiezer.
De redactie van de Voorwaarts tee
kent daarbij aan, (lat zij geen reden
heeft, »om den geachten inzender
te wantrouwen**.
Zitting van 21 Febr.
Aan de orde is de Wijziging en aan
vulling der W et tot regeling van het Hoo
ger Onderwijs.
Laten we eerst kort de geschiedenis van
dit Wetsontwerp meedeelen.
Het is ingediend n Maart 1903 Daarna
behandeld in Tweede en Eerste Kamer.
In de Tweede Kamer aangenomen met
Rechts tegen Links plus Dr. de Visser, is
het in de Eerste Kamer verworpen. Daarna
Eerste Kamerontbinding. Nieuwe verkie
zingen voor de Prov. Staten. Nieuwe Eerste
Kamer. En nu 't Ontwerp weer ingediend
of liever ter behandeling gereed gemaakt.
En op 2i Febr. jl. is de algemeeue be
raadslaging andermaal begonnen. Natuurlijk,
dat er geen nieuwe gezichtspunten zich
openbaren zullen. Wie de vorige debatten
heeft nagegaan, zal ook deze verstaan.
EEN VERHAAL
door
1) Hoofdstuk i.
De komst der diligence.
In een der kleine stadjes van ons vader
land, de naam doet er niet toe, wonen
een paar goede vrieden van mij. Menigen
gezelligen avond heb ik in hun midden
doorgebracht en van hen vernam ik de
geschiedenis, die ik u thans wil vertellen.
Al heeft ze ook ruim zestig jaren geleden
plaats gehad, toch hoop ik, dat ze u zal
boeien.
't Was werkelijk slechts een stadje,
dat toenmaals hoogstens duizend inwoners
lelde, en zoo klein, dat als men bij den
ingang iemand riep, die aan den uitgang
stond, men er zeker van kon zijn, dat hij
ons hoorde. Er was slechts ééne hoofd
straat, die van de eene poort naar de
andere liep. In het midden dezer straat
stond de kerk, die, als eene moeder, hare
atmen over hare kinderen uitgestrekt hield.
In de sloppen en stegen en achter den
wal woonden de armen, terwijl er hier en
daar langs den achterweg eene kleine
boerderij stond.
Het stadje was klein, maar ook net.
Handel was er weinig rijtuigen zag men
zeer zelden door de hoofdstraat rijden.
Alles wat de straat zou kunnen veront-
eigenen, moest op bevel van den Burge
meester langs den achterweg vervoerd
worden. Het eenige voertuig, dat men
geregeld eiken dag in de straat kon waar
nemen, was de diligence, die 's morgens
om acht uur vertrok en tegen zeven ure
des avonds opnieuw ever de keien ram
melde. Gewoonlijk was het komen en gaan
van de diligence een gewichtige gebeurtenis
voor de bewoners van het stadje, zoowel
voor hen, die pakjes te bezorgen hadden
of vrienden of bloedverwanten verwachtten,
als voor de leegloopsrs, die in elke plaats,
groot of klein, gevonden worden Het
was in de maand October. De duisternis
begon al zachtjes te vallen en vele huis
moeders waren druk bezig met den avond
maaltijd gereed te maken. Hier en daar
stonden eenige buren met elkaar te keu
velen over de~ politiek, die zij toch niet
verstonden, over den nieuwen dominéé,
die in November zou overkomen eu over
de plannen van den Burgemeester, die de
beid.e oude poorten wilde laten afbreken.
Toch heerschte er in de hoofdstraat groo-
tere drukte dau anders, en vooral hadden
zich vele jongelieden verzameld in den
omtrek van het logement«De Gouden
Leeuw«, waar de diligence van zevenen
verwacht werd. Nu en dan vernam men
eene stem «Zou Willem komen welke
vraag gewoonlijk met een ja, of een wel
zeker beantwoord werd.
Naarmate het dichter naar zeven liep,
nam de menigte toe, terwijl sommigen
het wachten en het staan verveelde en
naar de poort liepen, door welke de
diligence moest komen.
Hier en daar had zich een groepje
vereenigd midden op straat in de na
bijheid van het logement, en gelijk het
altijd gaat, was er onder hen één, die
het hoogste woord voerde. Dicht bij de
pomp stonden vier mannen, die tamelijk
luidruchtig waren in hunne gesprekken.
Twee hunner, namelijk Smit, die schrijver
was bij den ontvanger, en Bakker, de
herbergier uit «De halve Maan*, beweerden,
dat Willem nog van avond de herberg
zou bezoeken, terwijl Van Beek, de sla
ger en Muller, de zoon van den kruide
nier op den hoek der hoofdstraat, het
tegendeel volhielden. Volgens de meening
der beide laatsten zou Willem, die nu
twee jaren in Amsterdam gewerkt had,
dezen avond wel bij zijnen vader door
brengen, om hem alles te vertellen, wat
hij daar ondervonden had, en de zaak
van zijnen vader eens flink aan te pakken,
te meer daar zich kort geleden een nieuwe
blikslager in het stadje gevestigd had, die
beloofde een geduchte concurrent te worden.
«En ik,« zei Smit, «blijf volhouden,
dat Willem van avond nog komt. Wij
zijn nog oude schoolkameraden en hebben
menig gezellig uurtje bij Bakker doorge
bracht, dat Willem niet zoo gemakkelijk
zal kunnen vergeten. Ik wet om twee
kwartjes, dat hij van avond nog komt.
«Dat neem ik aan,« zei Van Beek, «ik
wed, dat hij van avond «De halve Maan*
niet binnentreedtWat dunkt u
Jamal
Met deze vraag wende hij zich tot
eenen jongen, die zich juist bij hen ge
voegd had. De vraag had den lachlust
van het viertal opgewekt, niet zoo zeer
om de vraag zelve als wel om den persoon,
tot wien ze gericht was. Die jonge man
toch behoorde tot de rij dier ongelukkige
wezens, wier geest niet helder, en bij wie
gé lijk men het uitdrukt cr een
doorloopt Men kon het reeds aan zijnen
waggelenden gang en onbeteekenend gelaat
zien, dat hij bijna onder de idisten kon
gerekend worden, hoewel hij meer dan
eens bewezen had. dat, om eene spreekwijze
te gebruiken, hij niet zoo mal was, als
hij er wel uitzag. En inderdaad, het is
waar. De ondervinding bewijst het, dat
de uitersten elkander raken. Sommige
menschen, die oogenschijnlijk min met
verstand bedeeld zijn, kunnen, vooral als
de omstandigheden ertoe medewerken, eene
scherpzinnigheid toonen, die men ni«t van
hen verwacht had. Toch worden zij steeds
slechts als half aangezien, cn wat zeer
af te keuren is strekken ten speelbal
van anderen, wier lust is gebrekkigen te
bespotten. «Wat mij dunkt vroeg Jamal.
«Ik denk, dat de diligence straks komen
zal en voor mij een hoogen hoed mee
brengt.*
Deze onnoozele woorden deden het
viertal schateren en jamal lachte mede.
Op dit oogenblik vernam men in de
verte het ratelen van eenen wagen,
«Dat zal de diligence zijn zei Muller.
«Wat anders vroeg Smit.
(Wordt vervolgd.)