:et TWEE BLADEN. 1905. Vrijdag 23 December 1904. u, ïs JIJER. ie w, 1 Antirevolutionair Negentiende Jaarg. N°. 1001. Orgaan IN HOC SIGN O VINCES voor «le Zuidliollaiidsclie en Xeruwhe Eilanden. L 11 HBü m. R n stillen. arzen, Eerste Blad. v. d. Keel- :gt Izn. RUITER, jdheden. fiüstaal. ie. suiker. KSLAM) dsche sranten. teutiën ^etten ui ie, 'U Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling ƒ3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever: T. BOEKHOVEN. Advertentiën 10 cent per regel en 'i/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing, Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat. Advert "Utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle ütuhhen voor «Ie Htedacfie bestemd, Advertentie» en verdere Administratie tranen t«»e te «enden aait den Uitgever. In bet nummer van dit biad, hetwelk in den morgen van JANUARI as, verschijnt, zullen, evenals vorige jaren, gebracht aan Familie, Vrienden en Begunstigers, opgenomen worden tegen den geringen prijs van slechts 25 Cents, indien de advertentie 5 of minder regels bedraagt, elke regel meer 5 Cents. Daar van deze wijze om elkaar geluk te wenschen, steeds meer wordt gebruik gemaakt, omdat het 't om slachtige verzenden van naamkaartjes kan vervangen, zal het ons aange naam zijn reeds ru^ de advertentiën daarvoor te ontvangen, teneinde voor een goede plaatsing te kunnen zorg dragen. Kerstfeest. In de Heilige Schrift komt het woord »gordel« in verschillende beteekenis voor. Soms is hij een geldbeurs »Ver krijgt u noch goud, noch zilver, noch koper geld in uwe gordels Matth.l0:9;« meestal een riem, om de kleeren op te schorten, waarvan we voorbeelden vinden in Exodus 12 11 Luc. 12 35 enz. In Exodus 3919 is er sprake van een gordel van fijn getweernd linnen, van hemelsblauw, purper, scharlaken en geborduurd werkeen andere stol dus dan die van Johannes gordel, welke van leder was en bij zijn woes- tijnpak behoorde en ook weer anders dan die uit Openbaring 1 13, waar den Zoon des menschen gelijk zijnde iemand bekleed was met een lang kleed en omgord met een gouden gordel. Gansch andere waarde had de gordel uit Joh 12 18 »Den band der Konin gen maakt Hij los en Hij bindt den gordel aan hun lenden, of uit Joh. 2118 »een ander zal u gorden« in deze en meerdere teksten is de gordel 't, zinnebeeld van Machtvan Macht, die aan Overheden en »Regeerings«- personen in Staat en Kerk gegeven of ontnomen wordt. En zien we op Jes. 11 5, dan is 't ons steeds voorgekomen, dat de gordel zijner lenden, die gerechtigheid is, niet anders beteekent dan wat in Job 12 18 als 't zinnebeeld van Macht, van Ko ningschap en Hooge Majesteit voor komt. «Want de gerechtigheid zal de gor del zijner lenden zijn,« of m.a.w. Zijn Koningschap is recht en gerechtigheid de gerechtigheid kleeft aan, neen is inhaerent aan, absoluut onafscheiden- lijk van zijn Macht. Van wien zegt de Oudtestamentische Evangelist dat? Wiens Macht zal Recht zijn? Wiens regeering rechtvaardig? Het is de Geboorne in Bethlehem, wiens gerechtigheid uitstraalt uit zijn Koningschap. Dat is dan ook één der heerlijkheden van 't Kerstfeest, dat geboren is, ja voorzeker Hij, op wien zou rusten de Geest des Heeren, de Geest der Wijsheid, en des verstands, de Geest des Raads en der Sterkte, de Geest der Kennis en der Vreeze des Heeren (Jes. 11: 2,) maar tevens Hij, die een Koning was met recht en gerechtigheid bekleed een wijs, sterk, Godvreezend Koningen daarom recht vaardig of in zachtmoedigheid of in zijn toorn. In Bethlehem geboren, werd daar mee reeds ingeluid de aanvang dei- Goddelijke en heilige procedure. Want de Christus kwam op aarde om 't Recht zijns Vaders te handhaven, dat in 't Paradijs zoo wreed geschonden was. Zeer zekerde Heere had reeds in de historie van Adam, Kain, Noach, Jakob, Mozes, 'tVolk Israels tijdens de groote en kleine profeten doen opmerken, dat Hij een God was, Die recht en gerechtigheid oefendeDie geen kwaad kon gedoogen en geen gemeenschap kon of wilde hebben met de werkers der ongerechtigheid; zeer zeker Adam was uit 't Paradijs verjaagd, en de oude wereld was vergaan, en Israel zat zonder koning, zonder priester, zonder efod en zonder therafim, maar dat alles was nog geen voldoening, wel straf of kastijding. Om genadig te zijn, genade te oefenen voor recht, daarom kwam de God-mensch op aardede Rechter, die 't recht zijns Vaders in zijn volle lengte, breedte en diepte intens ge voelde; de Koningmet den gouden gordel uit Johannes visioen kwam, wiens macht alleen toereikend was die goddelijke procedure tot genoeg doening van den Hemelschen Rechter te beëindigen. En Hij werd geboren in een stal. In doeken gewonden. Neergelegd in een krib, omdat voor Hem geen plaats was in de herberg. Heilige stonden! Weergalooze mo- meuten! God oefent Recht en des Koningszoon laat zich voor zijn volk, voor een oproerig volk als een slacht- ofler neer vleien in de krib. En dat was nog maar 't begin. Als wij hem aanzagen, zoo was er geen gedaante noch heerlijkheid aan Hem. Hij' was veracht. Ontroering grijpt ons aanIs dat openbaring van 't Recht Gods Maar ook, is dat dan geen vernietigende zelfovergave van den Zoon, Om der zondaren, zijner uitver korenen wil Ga dan, naar Bethlehem! zwakge- loovigedie klaagt, dat [ge 't recht Gods zoo drukkend voelt op uw con sciëntie. Zie den Koningszoon, die dat recht voor u droeg Een Godslasterlijk „sprookje." In 't Zondagsblad van »'t Volk®, 11 Dec., staat een allerschandelijkst stuk. We noemen 't Godslasterlijk. Het geheel in ons Blad opnemen, daarvoojj is 't lang en menigeen zou er zich aan ergeren, dat we zulke innige spotternijen nog lieten in 't licht komen. Het begint zoo 't ls genoeg. Voor onze kiezers wilden we dit stukje bewaren. Straks in 1905 gaan de Socialisten met hun medestanders de Vrijzinnig-Democraten en Liberalen den boer op om den kiezers tegen ons Christelijk Kabinet te waarschu wen. Laat men den heeren der nieuw- oude coalitie vragen, wat hun Kabinet, door zulke schrijvers gerugsteund, dan wel wrochten zal, indien die so Progressieve heffing van inkomens en successie. Prof. Treub en mr. Borgesius heb ben er iets op gevonden om de schat kist aan geld te helpen. Er is noodig een millioen of tien d w.z. voorloopig. Natuurlijk op den duur is er veel meer noodig Als de Sociale wetten eenmaal in uitvoering komen, waaronder we de onderwijswetten ook rekenen, dan zal er heel wat meer noodig zijn dan een millioen of tien. Nu meenen de heeren al een heelen slag te slaan, als ze zeggen, waar er 7 millioen van daan moet komen En 't Volk spreekt zelfs van een troef, die de heeren tegenover ons Kabinet uit spelen. We willen opmerken, dat het plan der voorstellers maar half werk is want ze schuiven de drie millioen'voor 't Bijzonder onderwijs van hun schou ders af en toch, geen liberaal Minis terie zal langer dan vier jaar zitten, als 't niet aan 't Bijzonder onderwijs volkomen recht doet. Ze mogen wei geren eenige millioenen te voteeren voor dat Bijzonder onderwijs, maar dan is dat hun finale ondergang tevens Tevens zij de vraag gedaan, of ze gelooven met hun finantieele voorne mens eenig succes te zullen hebben, waar de liberale partij in vroeger dagen steeds struikelde over de belasting voorstellen der Kabinetten, die inkom stenbelasting op hun reportoire had den. De historie geeft niet veel uit zicht op een goede uitkomst in de toekomst. Maar een nog andere vraag is Wat geeft de heer Treub, die 7 millioenen uit de zakken klopt, als equivalent? Welke voordeelen staan ertegenover voor de belastingbetalers. Üns Tarief zal bevorderen de Nijver heid en den Nationalen arbeid Er mag bij een enkel artikel nadeel zijn door soms hoogere prijzen, er is grooter voordeel door verheffing van 't indus- trieele leven met al den aankleve van werklieden en ambtenaren. Tegen over tariefnadeelen staan nationale voordeelen Waar zijn de voordeelen, die mr. Treub aan de natie geeft. Hij onttrekt 7 millioen aan de maatschappijmaar wat brengt hij er in Uit de Pers. Di". Kuyper in «Ie Kamer. Onder dit opschrift schrijft de Haagsche briefschrijver van de Tijd. Rooaisch pleidooi. flinke •twer- van- leestal as het koude a jaar id. Ik* ,s erg sprak. einde met over. meer totaal r geef sourï heer ia een eraal- nooit. voor k den iOllg- L. W. heil, enz.) vereen te jf kaarten 100f 1.50 rtpatronen met Spits- f6.—, p.100. Likeuren, at enz. te Middel- Dirksland. behoeften. >IU "ëseie- en nx els. il enz. wi) eerst ogenbossche ELSRIJK. alle soorten H<>eren- en >ENLN en WATER- ff H. Dit nummer bestaat uit De Uitgever. „Want de gerechtigheid zal de gordel zijner lendenen zijn. Jes. IX: 5. Voldoening eischte Hij volkomen voldoening en die kon door een men- schenwereld niet gegeven worden Schulddelging was 's H oogsten eisch, maar niet een menschelijke afbetaling door ontvangen slagen en wegkwijning van personen, familien, geslachten en volken. Aan 't Goddelijk recht moest voldaan worden, en hoe zou een zon dig rnenschenkind in die procedure kunnen optreden Hij was de ["ge daagde en beschuldigde. Wat kon hij anders inbrengen danWees mij ge nadig en straf mij niet in uwen toorn en vergeldt mij niet naar Uwe ver bolgenheid. Gij behoeft dat recht niet meer te dragenwel moogt ge treuren, dat uw dagelijksche zonden 't bewijs le veren, dat ge nog te weining inzicht hebt in den hoogen ernst van Gods Recht, in de droeve beteekenis der kribbe als voorportaal van de God delijke Rechtsoefening, maar aan 't recht is voldaan. Geve 't Kerstfeest u deze gedachte van uur tot uur te overwegen Christus in de kribbe was de zichtbare openbaring van mijn aanvankelijke vrijspraak. Verdrietig zat Onze Lieve Heer in z'n groote leunstoel. Hij had juist een heftig gesprek met Petrus gehad, die met de koppigheid van den ouden dag beweerd had, dat 't z'n plicht was om het in dit voorgeschreven jaargetijde behoorlijk te laten regenen. Hij kon onmogelijk den Goeden God ontzien. Als de Goede God, zooals hij beweerd, al in geen twee weken warme voeten had gehad, en bang was, dat hij een flinke verkoudheid zou oploopen, dan was dat z'n eigen schuldDe goede G©d nam een van z'n oude leere handschoenen van z'n leunstoel in werken op hun wetsontwerpen en un politiek optreden voor Land en Volk Natuurlijk heb ik gezorgd heden Dr. Kuyper te zieD en te hooren. Ge makkelijk ging het niet, de tribunes waren eivol doch ik heb niet eenige moeite een klein plaatsje bemeesterd. Eerst was ik bang voor hem. Hij be gon zoo zacht en zoo fluisterend, alsof een keellijden hem bij het spre ken bemoeilijkte, maar weldra ging het beter en kon ik als altijd ieder woord van hem verstaan. Hem hooren is hem bewonderen. Wat heeft hij in eens het debat, dat zich voor een groot deel had verloopen in klein gepeuter, meters opgevoerd. Hij mag even er bij stilstaan, wanneer profes soren der Universiteit een beschuldi ging, dat de regeering godsdiensthaat kweekt, toelichten met kleine argu mentjes als dat bij een dominé naar het karakter van een sollicitant is ge- informeerd, een oogenblik later slaat hij zijn arendswieken uit, om in een wijsgeerig betoog het goed recht der tegenstelling tusschen de moderne en de christelijke levensopvatting te ver dedigen. Erf dit doende is hij als altijd frisch en nieuw. Een betoog van ge lijke strekking als dat van heden heeft hij al eveuveel malen gehouden, als hij het beleid der regeering heeft ver dedigd. Hij heeft het moeten herhalen bij de behandeling der wet op het Hooger Onderwijs in Eerste en Tweede Kamer. Leg nu naast elkaar al deze betoogen, de mondelinge en schrifte lijke gij hebt er dan zeker een dozijn en niet één is er dat, ook waar de strekking dezelide moest zijn, op het andere gelijkt. Altijd logisch, altijd klaar is de redeneering immer weer anders van opzet, anders van uitwerking, anders in vorm. Geen ge bied van wetenschap schijnt hem vreemd. Op elk terrein van kennis is hij thuis, gaart hij zijn bloemtjes bij een en bindt hij ze samen met een goeden smaak, die de beste vakman, en altijd werkzaam, hem niet verbe teren kan. Schilder met het woord, bewondert men zijn meesterschap in kleuren en tinten. Beeldhouwer, weet hij met een enkelen slag zijn gedach ten als in graniet te houwen. Een wonderbaar man is hij. Voor- en tegenstander houdt hij aan zijn lippen gebonden. Zij luisteren, niet bemerkende, dat de tijd voortvliegt. Zij genieten, zijn vijanden, zoolang hij spreekt, niet minder dan zijn vrienden. Maar is hij gaan zitten, dan voelen de eersten nijpend de pijn van de striemende slagen op hen neergekomen en brullen zij het uit Mr. Aalberse, de welbekende roomsch- katholiek, wiens woorden in de Kamer ge sproken wij reeds meermalen met instemming citeerden, vei telde in de vorige week eens heel gemoedelijk aan de vrijzinnigen, hoe het geloovig deel van ons volk er toe ge komen was, om in i go i zich ook af te wenden van sommige nobele liberalen. Wij willen, zonder letterlijk citaat, toch bijna woordelijk vermelden wat Mr. Aal berse sprak. Ons geloovig volk ging al meer zien, dat de eerbied voor het gezag hetwelk is van God, langzaam maar zeker aan 't af nemen was. Het zag dat de eerbied voor huisgezin en huwelijk bij steeds meerderen ging dalen. Het zag, hoe de goede zeden steeds diiester werden aangerand door zedelooze taal op het tooneel en zedelooze taal in gedrukte veel verspreide stukken. Het zag hoe de kunst, die heerlijke gave Gods, maar al te vaak, en steeds meer werd misbruikt, om tot mom te dienen voor verachtelijke schandelijke wulpschheid. Het zag hoe ontucht, en zelfs tegenna tuurlijke ontucht, openlijk verdedigers gingen vinden, hoe overspel en doodslag en kindermoord zooal niet geprezen, dan toch gansch vergoelijkt werden. Het zag. hoe de door de liberale oeco- nomie met zoo groote warmte verdedigde schier onbeperkte vrijheid van contract en bedtijf, leidde tot uitbuiting van de arbei-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1904 | | pagina 1