voor de en 1
5. Eilanden,
TWEE BL&PEH.
Yrijdag 80 September 1904.
Negentiende Jaarg. No. 989,
1 An tir e vo lu tionair
Orgaan
I N HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN,
Eerste Blad.
FEUILLETON.
Het hedendaagsch Socialisme
aw
Sé
itle sfuhSien voor de Hedactie tïesteisad, Adverteiitfën esa verdere Administratie franco toe te eenden aan den Uitgever.
Unieblaadje No. 38.
Vrijheid van spreken. De heer
Zelvelder.
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER:
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend haar de plaatsruimte die zij beslaat.
Advert mtiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Dit nummer beslaat uit
DE EEUW VAN HET KIND
Onze twintigste eeuw, hoe jong nog,
heelt reeds een naam. Aten heeft haar
genoemdDe eeuw van het' Kind.
Deze naam is een soort van Pro
gram van Actie.
Men wil meer doen en meer zijn
voor het Kind, dan tot dusverre. In
dit jaar werd zelfs te 's-Gravenhage
een Congres voor Kinderbescherming
gehouden.
Dat alles schijnt eerlijk. Er is op
dit terrein nog veel te doen, en er
blijft altijd nog te doen over. Te veel
belangstelling in het Kind kan geen
enkele tijd betoonen. Het Kind is de
toekomst. Wie aan het Kind arbeidt,
werkt voor de toekomst.
De eeuw van het Kind
Mogen wij, zonder meer, deze leuze
aanvaarden V/ij gelooven het niet.
Dit Program van Actie stoelt op
een Program van Beginselen, dat het
onze niet kan zijn.
Het beginsel, dat aan heel deze be
weging ten grondslag ligt, is, hoe
schoon ook voorgesteld, in den grond
der zaak zuiver matirialistisch. 't Is
de vrucht van dien geest, die duizen
den leidt tot de aanbidding van het.
schepsel, omdat zij den Schepper niet
kennen, die te prijzen is in der eeuwig
heid.
Onze eeuw volgt het voetspoor van
haar voorgangster.
De 19de eeuw dweepte met bescha
ving en wetenschap en kunst. Zij
noemde zich in haar hoogmoed »De
eeuw der verlichting.« Haar eeredienst
wasDe eeredienst van het Genie
(Da Costa)
De 20ste eeuw moet ook iets heb
ben, waarmee zij dwepen kan. Zij
heeft haar afgod gevonden in »het
Rind.« Voor dezen afgod wil zij ne-
derknielen, hem bewierooken, hem
haar gaven ten offer brengen.
De oude eeredienst van het Ver
stand is nu geworden de eeredienst
van het Gevoel.
Dezen eeredienst verwerpen wij, ge
lijk wij den eersten verworpen hebben.
Het Kind is ons te lief, dan dat
wij het als een afgod zouden vereeren.
Hooger eer nog geven wij het. De
kinderen zijn ons »het erfdeel des
Heeren, en de erfgenamen van Zijn
Koninkrijk.
In belangstelling voor het Kind
bleef het Christendom nooit achter.
Van dê vroegste tijden af hebben
Gods geloovigen het diep gevoeld, dat
zij tegenover de kinderen een heilige
roeping hadden te vervuilen.
Hoe ver kunnen wij in onze her
innering teruggaanIn dien weg der
roeping tegenover het Kind zijn de
eerste schreden gezet door onze gees
telijke voorouders, Israël.
Als Mozes voor 't laatst, in Moabs
velden, zijn volk toespreekt, wijst hij
het op dezen duren plicht met de
woorden »Hoor Israël! de Heere onze
God is een eenig Heere! Zoo zult gij
den Heere uwen God liefhebben met
uw gansche hart, en met uw gansche
ziel, en met al uw vermogen. En
deze woorden, die ik u heden gebiede,
zullen in uw hart zijn; en gij zult ze
uw kinderen inscherpen, en daar
van spreken als gij in uw huis zit, en
als gij op den weg gaat, en ais gij
nederligt, en als gij opstaat«.
Over heel het leven van het kind
wake de zorg der ouders. De lijnen
der Christelijke opvoeding, in deze
woorden reeds profetisch aangegeven,
zijn door den Heiland scherper nog
getrokken.
Hij, de goede Herder, weidt Zijn
kudde, maar ook vergadert Hij de
lammeren in Zijn armen, en draagt
ze in Zijn schoot. Hij was der kin
deren voorspraak. Hij heeft hun zaak
bepleit bij allen, in dat aandoenlijk
woord: »Laat de kinderkens tot Mij
komen en verhindert ze niet, want
derzulken is het Koninkrijk Gods«.
Onder dat woord van bevel hebben
Gods kinderen zich steeds gevangen
gegeven, en al mogen er in de ge
schiedenis der Christelijke Kerk dagen
zijn geweest van geestelijk verval,
waarin de roeping tegenover het kind
verwaarloosd werd, telkens als de
Heilige Geest het verdorde leven weer
deed uitspruiten, was het deze roeping,
die het eerst werd aanvaard.
Luther treedt op in de dagen der
Hervorming. Klaar en ernstig is zijn
woord: Voor ouders is de ware gods
dienst van hun huis, hun kinderen
recht op te voeden. Ieder ouder achte
zijn kind een kostelijken, eeuwigen
schat, dien God hem te bewaren be
volen heeft, opdat hem de duivel, de
wereld en het vleesch niet verderven.
Het Réveil der negentiende eeuw
breekt aan, de dageraad van nieuw,
geestelijk leven, en weer keert zich
de eerste zorg naar de opvoeding van
het kind.
De Schoolstrijd ontbrandt.
Waarom ging het in dien strijd
Om de School alleenom een afge
trokken begrip? O neen het was een
strijd om liet kind. Om het kind te
beschermen om te voorkomen, dat
van de kinderkens Gods sieraad in
eeuwigheid werd weggenomen«(Micha
"2 9), Gods liefde, Gods genade, Gods
heilige gemeenschap.
Entoen in het jaar 1878 de School
wet van Kappeyne, in weerwil van
ons Volkspetitionnement, door Z. M.
den Koning werd bekrachtigd, toen
werd nóg ernstiger en nóg krachti
ger de hand aan het werk geslagen.
Op 23 Januari 1879 kwam te Utrecht
de Unie »Een School met den Bij bek
tot stand.
Onze eerste Unie vergadering was
ons eerste Christelijk Congres voor
Kinderbescherming, en sinds dien
volgden er reeds vijf en twintig.
Ons Christelijk Congres voor Kin
derbescherming hebben wij niet
het volste recht met dezen naam
onze Unievergadering te noemen?
De School met den Bijbel kon alleen
onze kinderen beschermen tegen alle
geestelijke verwaarloozing en verwil
dering de School met den Bijbel
kon alleen in het kinderhart vast
inprenten die beginselen van geloof,
en eerbied, en vreeze Gods, die in
later leven kracht geven om te we-
derstaan den geest van ongeloof, van
verwerping van alle gezag, van ver
achting van God en Zijn Woord, den
geest, die zoo velen heeft verwoest
naar lichaam en ziel. En voor die
School met den Bijbel zou de Unie
opkomen.
Zij heeft het gedaan met nooit
verflauwden ijver.
De Unie bond aaneen, wie de zielen
der kinderen liefhaddenzij zond
uit de mannen van het woord, om
door heel Nederland de belangen van
het kind bij de ouders te bepleiten
zij verdiepte zich in al die ernstige
vragen, die het onderwijs en de op
voeding raken, en trachtte alzoo van
haar heilige roeping hoe langer hoe
meer bewust te worden zij schaamde
zich niet, ter wille van het kind, jaar
aan jaar geld te vragen voor onze
Scholen met den Bijbel.
Bescherming van het kind is de leu'ze
van onzen tijd. Indien meerder be
tooning van barmhartigheid voor het
jonge leven hiervan de vrucht mag
zijn, wij zullen er ons in verblijden.
Toch ook hier is zóo op zijn plaats
het diepe woord van eene, die zich
over velen heeft ontfermtBarmhar
tigheid aan de ziel, is de ziel aller
Barmhartigheid.
De bescherming, die wij voor het
kind blijven zoeken, is die, welke zich
over de ziel van het kind uitstrekt.
Die bescherming ligt alleen in de
schaduw des Almachtigen, in Zijn ge
nade, in Zijn vreeze, in Zijn Woord.
»Bind dat Woord aan uw hart,
hecht het aan uwen hals,« roept de
Spreukendichter ons toe. »Als gij
wandelt, zal dat u geleiden als gij
nederligt, zal het over u de wacht
houden als gij wakker wordt, zal het
met u spreken
Die bescherming, ons zoo genadig
aangeboden door den Heere, hebben
wij noodig voor onszelven en onze kin
deren.
Onder die bescherming wil ook de
School met den Bijbel het kind bren
gen.
Wij hebben niet de aanmatiging van
dien ongeloovigen onderwijzer, die
durfde verklarenIeder kan van zijn
kinderen maken, wat hij wilmislukt
het hem, zoo is het zijn eigen schuld.
Ootmoedig erkennen wij, dat dit onze
kracht te boven gaat. Neen, niet ons,
maar Gods werk is het, de kinderen
te maken tot Zijn kinderen en erfge
namen.
Onze kinderen zullen zijn, wat Hij
er in Zijn genade van maken wil
maar in dien arbeid der genade, geeft
Hij ons de genade Zijn werktuigen
te mogen zijn.
Hij, de Heere, vergt van ons niet
het onmogelijke. Hij eischt alleen, wat
ons mogelijk is: dat wij Hem niet in
den weg zullen staan, waar flij met
Zijn Woord en Geest tot het kinder
hart wil naderen.
Over heel het kinderleven wil Hij
stellen de bescherming van Zijn
Woorden 't Schoolleven, van zoo
vèrzeikenden invloed, kan die bescher
ming niet missen.
Daarom hebben wij onze Scholen
met den Bijbel,
Voor deze vragen wij uw gaven.
Voor deze uw belangstelling.
Voor deze uw gebed.
Deze eeuw moge zijn: De eeuw van
het kind, mits voorop sta, [dat het
kind is voor de eeuwigheid.
Er is van onze zijde in sommige
bladen aanmerking op gemaakt, dat
een Districts-Schoolopziener, de heer
Zelvelder, 't Lager-Onderwijs-ontwerp
op vergaderingen zoo geducht aftakelt,
en men voegt er zelfs bij, dat een
regeeringsambtenaar, wat een school
opziener is, zijn tong wat in toom
moet houden en öf zwijgen moet of
de fouten van Regeeringszijde in zijn
oog, gemaakt, moet vergoelijken en
verdonkeremanen.
We kunnen ons met die aanmer
kingen in geenen deele vereenigen.
Een rijksambtenaar, al staat hij vlak
naast den minister, heeft onzes inziens
(niet alleen grondwettelijk, want dat
is natuurlijk ook zedelijk 't volste
recht zijn meeningen uit te spreken
over een of ander ontwerpheeft
wel degelijk 't recht om afbrekend te
oordeelen over wetsontwerpen, door
zijn Superieuren ingediend. En waar
om Omdat die superieuren beginsel
dragers zijn En waar een Regeering
en haar Ministers een beginsel ver-
DOOR
R. J. W. RUDOLPH.
3) INLEIDING.
En- ten slotte moeten wij ons tegen
deze begripsbepaling van het hedendaagsch
socialisme verzetten, omdat daarin aan dit
stelsel een deugd wordt toegekend, die het
niet bezit.
Natuurlijk nemen de socialisten de boven
genoemde begripsbepaling van het heden
daagsch sosialisme gaarne over. Zij zijn
in hun eigen oogen de pleitbezorgers der
verdiukten, pleitbezorgers wier strijd zich
openbaart »in ijver en toewijding zonder
3-aanzien des persoons om op nooden, en
tellenden, en ongerechtigheden, die zich
>onder het volk voordoen, te wijzen, maar
>ook om er tegen te strijden, zoo sterk
»als zij kunnen i)«,
En nu willen wij daartegenover volstrekt
niet beweren, dat het socialisme noch
rechtstreeks noch zijdelings ooit iets goeds
heeft gewrocht. Evenmin zouden wij willen
ontkennen dat de vertegenwoordigers van
het hedendaagsch socialisme metterdaad
1) Met een kleine wijziging aangehaald nit
„Het Volk", no 1317.
de lotsverbetering van het grootst mogelijk
getal menschen bedoelen.
Maar dit alles is de vraag niet. Het is de
vraag niet of de vertegenwoordigers van
het [hedendaagsch socialisme hetzij] recht
streeks oi zijdelings wel eens wat goeds
uitwerken. Het is evenmin de vraag, wat zij
bedoelen. Maar het is de groote vraag, of
de manier, waarop de socialisten de lots
verbetering van het grootst mogelijk getal
menschen willen bevorderen, metterdaad tot
dat doel leidt En het is de groote vraag,
wat dé vertegenwoordigers van dit stelsel
metterdaad doen om tot dat doel te geraken.
En dan vragen wij, welke werkelijke
verbeteringen hebben de voorstanders van
het hedendaagsch socialisme, bijvoorbeeld
in Duitschland, waar zij thans over de drie
millioen kiezers voor den Rijksdag tellen,
tot stand gebracht? Waar zijn de wetten,
de inrichtingen of stichtingen, die deze
groote sociaal-democratische partij tot
stand bracht, en die aan de vertegenwoor
digers van het internationaal socialisme het
recht zou geven om zich boven alle andere
richtingen, zelfs boven het Christendom te
verheffen
O, voorzeker, wij willen het oog geens
zins sluiten voor de groote offervaardigheid
die in de sociaal-democratische gelederen in
Duitschland wordt aangetroffen. Maar
»Das Volk«, orgaan der christelijk-sociale
partij in Duitschland, wees er dezer dagen
terecht op, dat de offervaardigheid der so
ciaal-democraten zich alleen bepaalt tot het
offeren voor den partijstrijd, en dat zij de
verzorging hunner kranken, weduwen en
weezen aan de christenen overlaten i).
Maar wat geeft aan de vertegenwoordigers
van het hedendaagsch socialisme dan het
recht om zich zoover boven het christen
dom te verheffen, gelijk zij in den regel
doen
Het Christendom kan op resultaten
wijzen.
Want wij vragen wederom. Waardoor
is eenmaal in de Grieksch-Romeinsche
wereld de slavernij opgeheven Is dat ge
schiet) door den klassenstrijd van Sparta-
cus en zijn tachtigduizend gladiatoren, die
met het zwaard in de vuist de lotsverbe
tering der slaven zochten te verkrijgen
Of is dit geschied door den stillen maar
krachtigen invloed van het Christendom,
dat als een lichtende en koesterende zon
over de ijsvelden van het heidendom op
ging en ook op sociaal terrein een schoone
lente riep, waar eerst de koude winter
heerschte En waaraan dankt de vrouw
haar tegenwoordige eereplaats in het gezin
Dankt zij die wellicht aan den klassen
strijd der Romeinsche matrones, die met
1) Das Volk van 21 Juli 1904, in een artikel:
Sozialdemokratische Wob tk augkeit,
Romeinsche fierheid den strijd voor de
emancipatie der vrouw voerden Of is ook
deze wederom te danken aan de intrede
van het Christendom in onze wereld
dat ook de vrouw uit hare nederheid heeft
opgeheven
Zoo zouden wij kunnen voortgaan met vra
gen. Die vragen te stellen ware Iegelijk de ant
woorden te geven. En steeds zouden wij tot de
slotsom komen, dat het Christendom eigen
lijk de belichaming is van de echte sociale
gedachtedat het Christendom de lots
verbetering van het grootst mogelijk getal
menschen heeft gebrachten dat het der
halve heiligschennis tegenover het Christen
dom ware, zulk een eere toe te kennen
aan het hedendaagsch socialisme, hetwelk
deze eere allerminst verdient.
Dit zal ons nog duidelijker worden,
wanneer wij nu eindelijk eens zien, hoe wij
het grondtype van het hedendaagsch socia
lisme Wil moeten beschouwen.
Wij kunnen het grondkarakter van het
hedendaagsch socialisme niet juisterteekenen
dan wannneer wij het beschouwen als ge
lijkluidend met communisme.
Het communisme, dat is het heden
daagsch socialisme in al zijn nationale nuances
al zijn onderscheidene schakeeringen. Het
is de familieband, die zelfs twee zoo feind-
liche Brüder als sociaal-democraten en
anarchisten te zamen bindt. Het is de schakel.
die de tegenwoordige socialisten met de
communisten van alle tijden en landen ver-
eenigt. Het is metterdaad ook de grond
zuil van het Marxisme. Bernstein moge
het historisch-materialisme en de meer
waarde-theorie kenmerken als de twee
hoofdbestanddeelen van het Marxisme, als
de twee grondzuilen, waarop dit gansche
stelsel rust i). En dit is ten deele pok
waar. Maar de eigenlijke grondzuil van
het Marxisme is toch, gelijk wij later over
vloedig gelegenheid zullen hebben aan te
wijzen, het atheïstisch communisme. En het
getuigt voor den zienersblik van Marx,
dat hij het Manifest der communistische
Partij, het korte handboek dat hij reeds in
1848 voor de socialisten aller landen ver
vaardigde, juist met dezen naam, en niet
met dien van Manifest der Socialistische
partij betitelde. Uit de voorrede, die Engels
in 1890 voor een nieuwen druk daarvan
schreef, blijkt zelfs duidelijk, dat deze titel
aldus opzettelijk is gekozen 2).
(Wordt vervolgd.)
1) Ed Bernstein, De Voorwaarden tot het So
cialisme en de Taak der Sociaal-democratie, ver
taald dool- J. F. Ankersmit, Amsterdam. Cohen
en Zonen 1900 Bladz. 4.
2) Het Communistisch Manifest van Karl Marx
en Friedrich Engels, vertaalt door Gorter, Bro
ek urehandel S. D. A. P. Amsterdam, Bladz. IX.