V l 2 I i 11 i lil «ff i Uil «Ie Pers. Tuin- en Landbouw AtnbacSigsscliool le ftliUi- clelharnis. De Oorlosr. inn Afz« J 1 I ■ju Vy j ln'-i! 'I !j a Ia ÏO - pjliU ji II Pli \a i. ji bovendien een verkeerd stelsel is, dat de arbeiders geheel of gedeeltelijk de benoodigdheden voor het bedrijfzelf koopen. Beter is 't, dat de patroons al de benoodigdheden voor hun onder neming zelf aanschaffen. Art. 1638 c. Zoodanig te wijzigen, dat aan de arbeiders bij ziekte 't volle loon gewaarborgd blijft, doordat de patroon aanvult wat de uitkeerings- premie te kort schiet. Art. 1633 s. Dient liefst geheel te vervallen, doch zou in elk geval zoo moeten gewijzigd worden, dat ten hoog ste 2 weken loon mag worden inge houden om contractbreuk te voor komen. Art. 1638 x. Omdat het geven van getuigschriften aanleiding geeft tot verkeerde praktijkeu en de nu gevolgde manier van een eenvoudig ontslag- brieije geheel voldoet, kan dit artikel geheel vervallen. Art. 1639 c Dient zoo gewijzigd, dat de opzeggingstermijn van weers zijden op ten hoogste 14 dagen wordt bepaald. Art. 1630j. Kan geheel vervallen. Het komt ons voor, dat de Tweede Kamer en de Minister ernstig inzage mogen nemen van de door den Bond gewenschte wijzigingen, waaronder de meeste onze geheele sympathie heb ben inzonderheid 't collectief contract (le wijziging) lokt ons zeer aan, even zeer als 't premiestelsel. Naar aanleiding van de Overijsel- sche quaestie schrijft de Rotterdam mer (Antirev.) DE OVERIJSELSCHE QUAESTIE. De loop van zaken in Overijsel krijgt zoo langzamerhand eene komi sche zijde. Men kent de geschiedenis. Gelijk in alle andere provinciën waren, na Koninklijke machtiging ook in Overijsel de Staten der Provincie door den Commissaris der Koningin saamgeroepen ter verkiezing van le den voor de Eerste Kamer. De Overijselsche Staten bestaan uit 47 leden. Eén liberaal lid voor Markelo had juist bedankt, derhalve waren er 46. 23 van deze leden zijn niet-liberaal 22 zijn liberaal, en één is er socialist. Hoe zouden nu in de vergadering de leden der Eerste Kamer worden aangewezen Allicht bij het lot. Maar dan konden er wel eens een paar niet-liberale personen tot lid der Eerste Kamer worden verkozen. Dat in geen geval, zei het Overij selsche liberalisme. Wat werd gedaan Door het liberale lid J. Hoven werd een voorstel gedaan om krachtens wettelijke bevoegdheid de vergade ring voor veertien dagen te verdagen, en de verkiezing dus uit te stellen tot na de vervullen der liberale va cature te Markelo. Daarop althans kwam zijn voorstel neer. 23 stemmen waren er voor, 23 -er tegen. In die vergadering was dus het voorstel verworpen. Wat nu Eenparig stonden de 22 liberalen en de socialist van hun zetels °op, verlieten de vergadering, en trokken naar de publieke tribune, om daar lachend de onthutste gezichten der 23 niet-liberale Statenleden te gaan be spieden. Immers toen kon de vergadering- niet doorgaan, wijl niet »meer dan de helft der leden aanwezig was. Derhalve werd de samenkomst door den voorzitter gesloten. Er waren dus geen leden voor de Eerste Kamer gekozen. Maar wat nu verder? Dat is heel makkelijk, oordeelden de liberale bladen, die het vrijzinnige obstructiespelletje in bescherming na men. »Er komt natuurlijk een nieuw Koninklijk Besluit om den Commis saris der Koningin te machtigen op nieuw de Staten in buitengewone vergaderingen bijeen te roepen». Nog steeds laat echter dat Konink lijk besluit op zich wachten. De Kroon weigert blijkbaar door de liberale heeren met zich te laten spelen. En Minister Kuyper schijnt geen roeping te gevoelen zich naar den wil der Overijselsche wegloopers te gedragen. Dat valt nu natuurlijk aan de vrij zinnigen allesbehalve mee. Bij de opening der Staten-Generaal op 20 September a.s. zullen nu de drie leden voor Overijsel ontbreken, en zal de Eerste Kamer slechts 47 leden tellen. Dat is niet grondwettig, roepen nu enkele liberale organen. En de heer J. Hoven die in de Overij selsche Staten de kat de bel aanbond, schrijft in de «Zwolsche Courant Nu het vaststaat, dat de Staten van Overijsel niet meer binnen den in art. 73 der Grondwet gestelden termijn zullen worden bijeengeroepen om afgevaardigden voor de Eerste Kamer te benoemen, mag men aannemen, dat de regeering vermeent niet verplicht te zijn voor de tweede maal deze bijeenroeping te moeten doen. In hoeverre dit juist is, daarover zal wel verschillend worden gedachtm. i. had de regecring de Staten opnieuw tijdig bijeen moeten roepen. Art. 70 der Grondwet toch spreekt uit drukkelijk uit dat binnen 40 dagen na het besluit der ontbinding de verkiezing van leden der nieuwe Kamer moet plaats vinden. En nu is de last tot het verkiezen van leden der nieuwe Kamer wel gegeven, doch wat belette de regeering, om, wan neer gewichtige redenen de Staten tot uit stel noopten, een hernieuwde bijeen roeping te gelasten, nu de tijd daartoe volkomen beschikbaar was En dat die redenen voor de Staten van Overijsel gewichtig waren, kan door niemand worden ontkend. De ontbinding der Kamer kon toch voor minister dr. A. Kuyper geen ander doel hebben dan het verkrijgen eener meerderheid, welke hij wist door de pro vincie Zuid-Holland alleen te verkrijgen. Daar stond de verhouding in de Staten na de verkiezingen 46 anti-liberalen tegen 3 6 liberalen en hadden nog 6 liberale leden voor die provincie zitting in de Eerste Kamer. Het uitwerpen dezer 6 le den was voor hem voldoende en bracht de verhouding in de Eerste Kamer tot 29 an ti-liberalen tegen 21 liberalen. Doch hoe kon men nu verwachten, dat de linkerzijde in de Staten van Overijsel de meerderheid aldaar nog bezittende, de gelegenheid zou geven de clericale partij in de Kamer nog meer te versterken en zich het recht uit de handen zou geven, door de regeering in Zuid-Holland voor zich verlangd, nu door eeu vacature iu een overwegend vrijzinnig district de evenaar in het gelijke stond Het aannemen der door mij voorgestel de motie door de leden der rechterzijde was dan ook niet meer dan een verschuldigde loyaliteit geweest. Moeilijk is toch aan te nemen, dat niet met voorbedachten rade de verkiezing, waarvoor 40 dagen tijd was, binnen 14 dagen werd gelast, om de kans van loten in Overijsel te verkrijgen. De linkerzijde in de Staten van Over ijsel kon dau ook onmogelijk een derge lijke kans geven. Na weigering der ver daging, was het verlaten der vergadering plicht. En het is beter, dat men de boosheid van dr. Kuyper en zijn vrienden op zich laadt dan willens en wetens plicht te ver zaken. Met mij zullen zeker velen van oordeel zijn dat er thans geen volksvertegen woordiging, zooals de Grondwet voor schrijft, bestaat. De redeneering gaat natuurlijk niet op, het gebeurt herhaaldelijk, dat een college door overlijden, bedanken herstemming enz. onvoltallig is. Neen, de vrijzinnige heeren in Overijsel en hunne vrienden in den lande zullen het ditmaal eens moeten aanschouwen, dat de Eerste Kamer samenkomt zonder de drie door de Overijselsche Staten aan te wijzen le den. Waarschijnlijk duurt dit dan tot November toe. Want op den- eersten Dinsdag in November is er niet een buitengewone maar een,gewone vergadering der Provinciale Staten. Die gewone vergadering der Sta ten komt zonder voorafgaande roe ping hij een. Dan kunnen de heeren weer opnieuw zich met de verkiezing van Eerste Kamerleden bezig houden. Dan kunnen de 23 liberalen -j- 1 socialist vrijzinnige leden voor de Eerste Kamer aanwijzen. Want dan hebben zij te zatnen de meerderheid. Als er dan tenminste door over lijden of bedanken maar niemand ontbreekt. P. Bovenstaande was reeds geschre ven, toen ons het bericht bereikte, dat Zaterdag op 60-jarigen leeftijd te Deven ter is overleden de heer G. J. Leonard Ankersmit, industrieel, liberaal lid der Pro vinciale Staten van Overijsel, oud-wethou der van Deventer, voorzitter der Kamer van Koophandel. legd. Eén liet men onbemest, een ander kreeg 25 voer stalmest, een derde evenveel straat- mest en 't laatste 300 KG. superphospaat en 100 KG. chilisalpeter, alles gerekend per Ge- met (0,4592 H. A.) De bieten op i Mei gezaaid waren nog vóór -'8 Mei gedund en kregen op 't kunstmestperceel toen het chilisalpeter. Dat deze meststof met het superphosphaat uitne mend werkte blijk zeer duidelijk uit de cijfers die ons door den proefnemer worden verst rekt. Hier staan ze. Perceelen. Bemesting. Opbrengst. 1 Onbemest 18006 K.G. 2 25 .voer stalmest 22721 3 25 voer straatmest 20973 4 (300 K.G. superphosp.) 100 K.G. chili. 22ö0j s De grootste opbrengst gaf alzoo 't perceel met kunstmest. Bijzondere aandacht verdient ook nog het feit dat elk der bemeste percee len aan wieden enz. 3 g. per gemet minder kostte dan 'tonbemeste stuk. Slot volyt. DE WEDSTRIJD. IV. De heer Jan Mastenbroek te Ouddorp nam een bemestingsproef op suikerbieten. Het proef veld, gelegen in den polder West-Nieuwland, bestond uit zware klei. Drie jaren lang groeide er lucerneklaver, die telkenmale 2 keer werd gemaaid. Er werden vier perceelen aange - SUPERPHOSPHAAT OF THOMAS- SLAKKENMEEL De steller van vraag 713 wenscht uit die twee een keuze. Vroeger en ook nu nog heel vaak heeLte 't altijd, dat voor zandgrond slakkenmeel de voorkeur verdiende, terwijl op kleigronden superphosphaat gebruikt moest worden. De praktijk bewees al lang, dat dit niet altijd waar was, ook niet voor Ouddorpsche gronden. Nog heel goed herinner ik mij de proeven die 't zal al wel 6 of 7 jaar gele den zijn genomen werden door den heer Van Bijlevelt. En deze proeven leerden ook, dat Superphosphaat op de graslanden verre te verkiezen was boven het slakkenmeel. Het slakkenmeel bevat wat meer kalk veelal dan superphosphaat. Daardoor komt 't vooral,dat het op kalkarme gronden ik denk nu aan laagveen haast altijd beter zich laat voelen dan superphosphaat. Maar de gronden, die de vrager op het oog heeft, omgezette gron den, zijn rijk aan kalk meestal. De heer Van Bijlevelt heeft monsters opgezonden aan 't proefstation te Goes. In een er van vond men als ik me niet vergis wel bijna 20dee- len kalk per honderd. Nu zal niet alle omge zette grond zoo rijk zijn daar te Ouddorp. Maar dat er vrij wat kalk zit overal in die omgeving, dat lijdt geen twijfel. En daarom raad ik, om de keuze te doen vallen op su perphosphaat. Zelfs geeft men daarvan op Lucerne wel eens 600 K.G. per H.A. of nog meer. Men strooit het veelal voor den winter uit. Dat is 't beste. Ziehier mijn meening. Ter vergelijking zou 'k graag zien, dat vrager ook een heel klein stuk geen super gaf maar slakkenmeel en ook in 't najaar zaaien. Hij kan dan zelf ook zitn wat 't beste was. Natuurlijk houden we ons aanbevolen voor 't vermelden van de resultaten. Vraagbaak. Vragen en Antwoorden worden kosteloot geplaatst. Aatwoordea of tuededeelingen zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 714. Is 't noodig, andijvie voor 't inmaken eerst te koken 715. Kan men violen makelijk door den winter halen 716. Wat is een netmeloen Antwoorden en mededeelingen. 713 Zie opstelletje: «Superphosphaat of Thomasslakkenmeel Uit de Handelingen<s van de Provinci ale Staten j blijkt dat na de rede van den Heer Vegtel Prof. Visser het woord vroeg. De heer Visser, Mijnheer de Voor zitter, het is zeer zeker voor den geachten vorigen spreker ontzettend aangenaam ge weest om op een buitengewoon opgewek- ten toon aan de Vergadering te kunnen vertellen, dat hij destijds gelijk heelt gehad. Welnu, ik gun hem die opgewektheid van hartemaar als hij de meenig is toege daan, dat de loop, dien de zaak heelt genomen, aan zijn voorstel te danken is, dan moet ik ronduit verklaren, dat ik dat niet kan inzien. Het feit, dat de school nu bloeit, heeft veeleer plaats gegrepen ondanks de houding, door den geachten spreker in 1902 aangenomen, dan door die houding. Hij houde mij ten goede, dat ik van de finesses van de toestanden op Overflakkee niet in die mate op de hoogte ben als hij dat is en dat ik wat dat punt betreft niet in duscussie met hem treed. Doch ik vindiceer het standpunt toen door mij ingenomen, dat de bestrij ding van het verleunen der gevraagde sub sidie alleen en uitsluitend haar grond hierin vond, dat de school uitging van aHet Nut«, en dat instellingen van z>Het Nut« uitgaande geen sympathie zouden onder vinden. Die houding nu blijf ik beschou wen als buitengemeen slecht, en ik siel er prijs op te constateeren, dat door deze zijde van de Vergadering nooit oppositie is gevoerd tegen het verleenen van eenige subside op grond van de staatkundige of godsdienstige richting van het lichaam, dat subsidie vroegdat wij ons nooit afge vraagd hebben, of het lichaam, dat sub sidie vroeg, was van kerkelijke richting, of iets dergelijks. Dat was de lout van het standpunt der meerderheid in 1902, en die fout wordt door het schitterend succes van de Ambachtsschool te Middelhar nis waarin ik mij verheug, hoegenaamd niet uitgewischt. De heer Vegtel antwoordde het vol gende Mijnheer de Voorzitter. De geachte vorige spreker stelt de zaak onjuist voor als hij te kennen geeft, dat er onzerzijds verzet uitging tegen z-Het Nut« als zoo danig. Het kan niet de bedoeling zijn in de debatten van 1902 terug te treden. Ik bepaal mij daarom tot de herinnering, dat wij er tegen gekant waren, dat het lid maatschap van een Ambachtsschool, in een streek waar de Nutsrichting verre in de minderheid is, gebonden werd aan het lidmaatschap van »het Nut«. Soortgelijk standpunt werd nog pas ingenomen door HH. Gedeputeerde Staten bij de zaak der botercontröle. Bedenking werd geopperd tegen eene regeling, waarbij de ledet^yan de vereeniging »Botercontróle-station tévens lid moesten zijn van de Hollandsche maat schappij van Landbouw. Thans is bij wij ziging der Statuten aan dit bezwaar tege moetgekomen. Ook niet-leden van ge noemde landbouwmaatschappij kunnen lid der Vereeniging worden. Welnuook niet-leden van »Het Nut« kunnen thans lid zijn van de vereeniging »Ambachts- school«. Om deze billijkheid was het ons te doen. Professor Visser geett voorts te kennen dat de Ambachtsschool bloeit »ondanks« de houding door ons aangenomen. Waarop deze bewering steunt, iaat hij iu het mid den, Slechts doet spreker deze mededee- ling onmiddelijk volgen door de erkenning, dat hij niet bekend is met de toestanden op Flakkee. Juist wijl mijne medeafgevaar digden en ik wèl bekend zijn met die toestanden, juist daarom steuuden wij het nader voorstel van Geduputeerde Staten. Op deze onbekendheid met de toestanden steunt sprekers tegenwoordige uitspraak, steunt zijn vroeger verzet. Ook nu hand haaf ik tegenover zijn verzekering de mijne, in het vertrouwen, dat de verzekering van een afgevaardigde, die voor Flakkee zit ting heeft en met Flakkee vertrouwd is, meer gewicht in de schaal zal leggen dan het woord van den heer Visser, waar dit ontwricht wordt door zijn eigen mededee- ling, dat hij met de toestanden, die hij besprak, onbekend is. Daarop nam de heer van Nispen tot Sevenear het woord. Mijnheer de Voor zitter. Ik wensch een zeer kort woord in het midden te brengen. Ik zal mij niet mengen iu de beschouwingen over de school op Flakkee en zal mij evenmin begeven in 't daaraan ver bonden debat. Het heeft mij groote vreugde geschonken, toen mij als rapporteur vrij heid werd gegeven neer te schrijven, dat alle leden der Commissie voor de Vak scholen zich zeer verheugen in den bloei van die school. Deze zijde van het debat zal ik evenwel laten rusten, maar ik wensch hier een woord in het midden te brengen, ten einde aan een principe vast te houden. Reeds in een vorige vergadering is hulde gebracht aan Gedeputeerde Staten, omdat zij eindelijk een systeem hebben gevonden, waaraan is vast te houden bij het subsi dieeren van de verschillende vakscholen. Dat dit systeem in vaste regelen is aan gekondigd verleden jaar in de Najaars zitting, hebben wij allen rnet dankhaarheid vernomen, en ik zou het wezenlijk betreu ren, indien nu binnen het jaar, sinds wij het stelsel van Gedeputeerden als eeu gulden regel hebben begroet, op grond van overwegingen, die van nog zooveel belang kunnen zijn, van dat systeem werd afgeweken. Nog een andere reden bestaat er bij mij, om mij tegen een nieuwe verhooging te verklaren. Al is het door mij bedoelde argument met van principieel karakter doch veeleer van secundairen aard, toch waag ik het dit ten berde brengen. Niet slechts omdat het eenigzins lichtzinnig zou wezen een vernieuwde subsidie verhooging toe te staan, moet ik die bestrijden, maar ook omdat, er zoo'n schoone gelegenheid be staat toch die school langs een anderen weg te hulp te komen, door haar teeken avondschool ook te subsidieeren. Ik meen dus en ik geloof daarmede ook uit te spreken de meening van veie andere leden der Commissiete mogen adviseeren dat worde vastgehouden aan het bestaande stelsel, en dat wij het amendement van den heer Vegtel niet moeten aannemen, alleen omdat daarmede de 15 pCt., die de Provincie als maximum geeft, zouden overschreden worden. De beraadslaging wordt besloten. Het amendement- Vegtel wordt in siem- ming gebracht en met 11 stemmen vóór verworpen. RUSLAND EN J VI» VN. Wanneer het waar mocht blijken, dat generaal Koeroki zich, zooals een telegram uit Tokio beweert, tusschen Li a jmg er Moekden he.ft opgesteld, daardoor de Rus sische legers om Liaojang scheidend van de reeds te Moekden aangekomen troepen en afsnijdend van den terugtochtsweg, dan is de toestand voor generaal Koeropatkins troepen zeer hachelijk. Reeds eenige dagen geleden schreef de militaire medewerker van de '/Voss Ztg. het gevaar van onttrekking en afsnijding der Russische colonnes voorziende //Die omtrekking zou tot eeu der ergste catastrofes in de wereldgeschiedenis leiden als voor de Vluchtende Russen de weg naar het noorden wordt afgesneden, blijft hun geen andere kans overdan naar )n*t westen te wijken maar daar hebben de vervolgers de gelegenheid eeu gruwelijke slachting aan te brengen, rn wat daaraan ontkomt en niet in de golven van de Liaoiivier zijn treurig einde vindt, wordt onfeilbaar aan de Chineesche grens opge vangen door de troepen van generaal Ma, en ontwapend.'/ Een dergelijke voorspelling moge wel licht wat heel donker gekleurd zijn. liet is niet te ontkennen dat het voor Koero- patkin een onberekenbare ramp wezen zou, indien de Japanners zijn terugtochtsweg naar Moekden hadden afgesneden. Het geheele verloop van den veldtocht en van den strijd ter zee, tot nog toe geeft een der meest bekende militaire auteurs in Oostenrijk, den luitenant Roda, aanleiding tot een artikel in Danzers Ar- meezeitung» over de eiudkatiseu. Hij zegt daarin"Wie ten slotte in Oost-Azic overwinnen za', daarover zijn de meeningen nog steeds verdeeldhet schijnt wel dat men in Europa de-boste kansen aan Rusland toeschrijft. "In Oostenrijk», zoo vervolgde hij, »zien wij echter in een overwinning van Japan niet alleen ons heil, maar dat van de geheele wereld, Rusland ingesloten. Juist omdat wij niet den Russischen buurman in rust en vrede willen leven, rekenen wij op eeu volledige nederlaag van de Russische tsjinwant Rusland, welks beambten-autocratie door een Oost- Aziatische overwinning wordt versterkt, zal vandaag of morgen genoodzaakt zijn aan de spanning van zijn biunenlandsche toestanden afleiding te geven door een groote» populairen, Europeeschen oorlog, dus een oorlog tegen Duitschland, E11 een Russisch-Duitsche oorlog zou zonder medewerking van Oostenrijk on denkbaar zijn, ze'fs als er geen Drievoudig Verbond bestond. «Wij gelooven alzoo vast aan een ein- delijke overwinning van de Japanners, omdat wij die wenschen.» !)e schrijver maakt een vergelijkiug tusschen dezen Oast-Aziatischen oorlog en dien in Zuid-Af rika, en vervolgt dan »Men verwacht nog steeds iets van «het geheime plan» van Koeropatkin. Zelfs als te Petersburg en te Tokio de vrede zal zijn geratificeerd en de Japanners van de veroverde provincies bezit hebben genomen, dan zal men in deu terugtocht vau den Russischen generaal een bijzon dere sluwheid, een val voor den kleinen Mongoolschen dwerg willen zien. Want wij rekenen graag met het pot lood in de hand, met absolute getallen. Maar geen dier rekenmeesters kan, wan neer hij rnenschencolonnes van menschen- colonnes aftrekt, een vooroordeel afschud den, dat hij nauwelijks als een vooroor deel voelten zoo min als wij ons licha men kunnen denken, die geen zwaarte hebben, zoo is ook elk mensch, in ons denken, met liefde voor liet leven eu vrees voor den dood bezield. Daar komen de Japanners en verstoren dien kring van ons denken. Want de Japanners vreezen den dood niet Welke reusachtige mogelijkheden, opeDt deze eigenschap van het gele eilaudenvolk. Wellicht schuwen zij niet alleen als in dividuen den dood niet, maar ook als gemeeuschap, en zullen zij liever deu naam van hun ras aan de vernietiging prijs geven, dau zich met een opgedrongen vrede vergenoegen En het artikel sluit met de woorden "Wie in Oost-Azie overwinnen zal kan niet twijfelachtig zijn Japan op alle punten. Eu wij zullen daarover slechts bevre diging ondervinden Maandag een vloed van telegrammen Dinsdagmorgen terwijl men zich voorbereidt op zeer belangrijk nieuws, geen enkel. Moet hieruit afgeleid, dat de Russen dei op hun hoofdstelling zijn teruggetrokken, maar de beslissende slag, de groote worsteling, pas aan den gang, in ieder geval nog niet af- geloopen is? riet laatste bericht uit Liao jang hield in, dat het Russische leger daar thans in stelling staat en dat het vervoer der kanon nen in goede orde heeft plaats gehad. De strijd duurde vier dagen. Wat zal dan het beslissende gevecht om de hoofdstelling te Liaojang wel niet zijn! Van het Ja- pansche leger wordt gezegd, dat het is voorwaarts getrokken mei de meest moge lijke beslistheid en zonder eenig offer te ontzien. Volgens een telegram uit Tokio rekent men daar op een beslissende» slag bij Liao-jang. ilet terrein is daar nu weer droog, zoodat krijgsverrichtingen ef mo ge' ijk zijn. Men verwacht dat generaal i\ oeropatkin, sterk verschanst in de stel lingen bij Liao-jang, niet zal weigerea te vechten. De Japanneezen weten dat maarschalk Ojama, die over drie uitstekende leger corpsen beschikt krachtig zal optreden, en dat hij Koeropatkin zal noodzaken slag te leveren op ten minste twee fronten tegelijk. Het gerucht, dat Koeroki den spoorweg ten zuiden van Moekden door gesneden zou hebben, is nog niet beves tigd. Achteraf blijkt zelfs, dat men hier te doen heelt met een bloot gerucht, dat te Tokio cte ronde heeft gedaan, en door den Daily-Telegraph-correspondeut aldaar naar Londen werd overgekabeld. Koeropatkin kan dus nog altijd terug maar een eventueele terug' ocht zou in dit geval wel met een nederlaag gelijk staan. Reuters correspondent te Liao-jang seinde dat het snel oprukken der Japan neezen in de laatste dagen de gevechtslijn tot op ih K. M. ten oosten en ten zui den van de stad gebracht heeft. Dezt Abo I O over ndus Stat< lid heer I heerl op S welk herh is o toeg hij den,l alhie zwat pak! eind pakl han< inro Som verol stro klan Gen afst; op ■igg aan hou< gelij van veili zoel zulh gem zelv voo voo Crei gew vele het Stai der| En wee ges dac pen geb iede geh hek- in gen den laai met gek moi ouc K

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1904 | | pagina 2