V l
2
I i
11 i
lil
«ff
i
Uil «Ie Pers.
Tuin- en Landbouw
AtnbacSigsscliool le ftliUi-
clelharnis.
De Oorlosr.
inn
Afz«
J
1
I
■ju
Vy j
ln'-i!
'I !j
a Ia
ÏO -
pjliU ji
II
Pli
\a
i. ji
bovendien een verkeerd stelsel is, dat
de arbeiders geheel of gedeeltelijk de
benoodigdheden voor het bedrijfzelf
koopen. Beter is 't, dat de patroons
al de benoodigdheden voor hun onder
neming zelf aanschaffen.
Art. 1638 c. Zoodanig te wijzigen,
dat aan de arbeiders bij ziekte 't volle
loon gewaarborgd blijft, doordat de
patroon aanvult wat de uitkeerings-
premie te kort schiet.
Art. 1633 s. Dient liefst geheel te
vervallen, doch zou in elk geval zoo
moeten gewijzigd worden, dat ten hoog
ste 2 weken loon mag worden inge
houden om contractbreuk te voor
komen.
Art. 1638 x. Omdat het geven van
getuigschriften aanleiding geeft tot
verkeerde praktijkeu en de nu gevolgde
manier van een eenvoudig ontslag-
brieije geheel voldoet, kan dit artikel
geheel vervallen.
Art. 1639 c Dient zoo gewijzigd,
dat de opzeggingstermijn van weers
zijden op ten hoogste 14 dagen wordt
bepaald.
Art. 1630j. Kan geheel vervallen.
Het komt ons voor, dat de Tweede
Kamer en de Minister ernstig inzage
mogen nemen van de door den Bond
gewenschte wijzigingen, waaronder de
meeste onze geheele sympathie heb
ben inzonderheid 't collectief contract
(le wijziging) lokt ons zeer aan, even
zeer als 't premiestelsel.
Naar aanleiding van de Overijsel-
sche quaestie schrijft de Rotterdam
mer (Antirev.)
DE OVERIJSELSCHE QUAESTIE.
De loop van zaken in Overijsel
krijgt zoo langzamerhand eene komi
sche zijde.
Men kent de geschiedenis.
Gelijk in alle andere provinciën
waren, na Koninklijke machtiging ook
in Overijsel de Staten der Provincie
door den Commissaris der Koningin
saamgeroepen ter verkiezing van le
den voor de Eerste Kamer.
De Overijselsche Staten bestaan uit
47 leden.
Eén liberaal lid voor Markelo had
juist bedankt, derhalve waren er 46.
23 van deze leden zijn niet-liberaal
22 zijn liberaal, en één is er socialist.
Hoe zouden nu in de vergadering
de leden der Eerste Kamer worden
aangewezen
Allicht bij het lot.
Maar dan konden er wel eens een
paar niet-liberale personen tot lid der
Eerste Kamer worden verkozen.
Dat in geen geval, zei het Overij
selsche liberalisme.
Wat werd gedaan
Door het liberale lid J. Hoven werd
een voorstel gedaan om krachtens
wettelijke bevoegdheid de vergade
ring voor veertien dagen te verdagen,
en de verkiezing dus uit te stellen
tot na de vervullen der liberale va
cature te Markelo.
Daarop althans kwam zijn voorstel
neer.
23 stemmen waren er voor, 23 -er
tegen.
In die vergadering was dus het
voorstel verworpen.
Wat nu
Eenparig stonden de 22 liberalen
en de socialist van hun zetels °op,
verlieten de vergadering, en trokken
naar de publieke tribune, om daar
lachend de onthutste gezichten der
23 niet-liberale Statenleden te gaan be
spieden.
Immers toen kon de vergadering-
niet doorgaan, wijl niet »meer dan
de helft der leden aanwezig was.
Derhalve werd de samenkomst door
den voorzitter gesloten.
Er waren dus geen leden voor de
Eerste Kamer gekozen.
Maar wat nu verder?
Dat is heel makkelijk, oordeelden
de liberale bladen, die het vrijzinnige
obstructiespelletje in bescherming na
men. »Er komt natuurlijk een nieuw
Koninklijk Besluit om den Commis
saris der Koningin te machtigen op
nieuw de Staten in buitengewone
vergaderingen bijeen te roepen».
Nog steeds laat echter dat Konink
lijk besluit op zich wachten.
De Kroon weigert blijkbaar door
de liberale heeren met zich te laten
spelen.
En Minister Kuyper schijnt geen
roeping te gevoelen zich naar den
wil der Overijselsche wegloopers te
gedragen.
Dat valt nu natuurlijk aan de vrij
zinnigen allesbehalve mee.
Bij de opening der Staten-Generaal
op 20 September a.s. zullen nu de
drie leden voor Overijsel ontbreken,
en zal de Eerste Kamer slechts 47
leden tellen.
Dat is niet grondwettig, roepen nu
enkele liberale organen.
En de heer J. Hoven die in de Overij
selsche Staten de kat de bel aanbond,
schrijft in de «Zwolsche Courant
Nu het vaststaat, dat de Staten van
Overijsel niet meer binnen den in art. 73
der Grondwet gestelden termijn zullen
worden bijeengeroepen om afgevaardigden
voor de Eerste Kamer te benoemen, mag
men aannemen, dat de regeering vermeent
niet verplicht te zijn voor de tweede maal
deze bijeenroeping te moeten doen.
In hoeverre dit juist is, daarover zal
wel verschillend worden gedachtm. i.
had de regecring de Staten opnieuw tijdig
bijeen moeten roepen.
Art. 70 der Grondwet toch spreekt uit
drukkelijk uit dat binnen 40 dagen na
het besluit der ontbinding de verkiezing
van leden der nieuwe Kamer moet plaats
vinden.
En nu is de last tot het verkiezen van
leden der nieuwe Kamer wel gegeven,
doch wat belette de regeering, om, wan
neer gewichtige redenen de Staten tot uit
stel noopten, een hernieuwde bijeen roeping
te gelasten, nu de tijd daartoe volkomen
beschikbaar was
En dat die redenen voor de Staten van
Overijsel gewichtig waren, kan door
niemand worden ontkend.
De ontbinding der Kamer kon toch
voor minister dr. A. Kuyper geen ander
doel hebben dan het verkrijgen eener
meerderheid, welke hij wist door de pro
vincie Zuid-Holland alleen te verkrijgen.
Daar stond de verhouding in de Staten
na de verkiezingen 46 anti-liberalen tegen
3 6 liberalen en hadden nog 6 liberale
leden voor die provincie zitting in de
Eerste Kamer. Het uitwerpen dezer 6 le
den was voor hem voldoende en bracht de
verhouding in de Eerste Kamer tot 29 an
ti-liberalen tegen 21 liberalen.
Doch hoe kon men nu verwachten, dat
de linkerzijde in de Staten van Overijsel
de meerderheid aldaar nog bezittende, de
gelegenheid zou geven de clericale partij
in de Kamer nog meer te versterken en
zich het recht uit de handen zou geven,
door de regeering in Zuid-Holland voor
zich verlangd, nu door eeu vacature iu een
overwegend vrijzinnig district de evenaar
in het gelijke stond
Het aannemen der door mij voorgestel
de motie door de leden der rechterzijde was
dan ook niet meer dan een verschuldigde
loyaliteit geweest.
Moeilijk is toch aan te nemen, dat niet
met voorbedachten rade de verkiezing,
waarvoor 40 dagen tijd was, binnen 14
dagen werd gelast, om de kans van loten
in Overijsel te verkrijgen.
De linkerzijde in de Staten van Over
ijsel kon dau ook onmogelijk een derge
lijke kans geven. Na weigering der ver
daging, was het verlaten der vergadering
plicht.
En het is beter, dat men de boosheid
van dr. Kuyper en zijn vrienden op zich
laadt dan willens en wetens plicht te ver
zaken.
Met mij zullen zeker velen van oordeel
zijn dat er thans geen volksvertegen
woordiging, zooals de Grondwet voor
schrijft, bestaat.
De redeneering gaat natuurlijk
niet op, het gebeurt herhaaldelijk, dat
een college door overlijden, bedanken
herstemming enz. onvoltallig is.
Neen, de vrijzinnige heeren in
Overijsel en hunne vrienden in den
lande zullen het ditmaal eens moeten
aanschouwen, dat de Eerste Kamer
samenkomt zonder de drie door de
Overijselsche Staten aan te wijzen le
den.
Waarschijnlijk duurt dit dan tot
November toe.
Want op den- eersten Dinsdag in
November is er niet een buitengewone
maar een,gewone vergadering der
Provinciale Staten.
Die gewone vergadering der Sta
ten komt zonder voorafgaande roe
ping hij een.
Dan kunnen de heeren weer opnieuw
zich met de verkiezing van Eerste
Kamerleden bezig houden.
Dan kunnen de 23 liberalen -j- 1
socialist vrijzinnige leden voor de
Eerste Kamer aanwijzen.
Want dan hebben zij te zatnen de
meerderheid.
Als er dan tenminste door over
lijden of bedanken maar niemand
ontbreekt.
P. Bovenstaande was reeds geschre
ven, toen ons het bericht bereikte, dat
Zaterdag op 60-jarigen leeftijd te Deven
ter is overleden de heer G. J. Leonard
Ankersmit, industrieel, liberaal lid der Pro
vinciale Staten van Overijsel, oud-wethou
der van Deventer, voorzitter der Kamer
van Koophandel.
legd. Eén liet men onbemest, een ander kreeg
25 voer stalmest, een derde evenveel straat-
mest en 't laatste 300 KG. superphospaat en
100 KG. chilisalpeter, alles gerekend per Ge-
met (0,4592 H. A.) De bieten op i Mei gezaaid
waren nog vóór -'8 Mei gedund en kregen op
't kunstmestperceel toen het chilisalpeter. Dat
deze meststof met het superphosphaat uitne
mend werkte blijk zeer duidelijk uit de cijfers
die ons door den proefnemer worden verst rekt.
Hier staan ze.
Perceelen. Bemesting. Opbrengst.
1 Onbemest 18006 K.G.
2 25 .voer stalmest 22721
3 25 voer straatmest 20973
4 (300 K.G. superphosp.)
100 K.G. chili. 22ö0j s
De grootste opbrengst gaf alzoo 't perceel
met kunstmest. Bijzondere aandacht verdient
ook nog het feit dat elk der bemeste percee
len aan wieden enz. 3 g. per gemet minder
kostte dan 'tonbemeste stuk.
Slot volyt.
DE WEDSTRIJD.
IV.
De heer Jan Mastenbroek te Ouddorp nam
een bemestingsproef op suikerbieten. Het proef
veld, gelegen in den polder West-Nieuwland,
bestond uit zware klei. Drie jaren lang groeide
er lucerneklaver, die telkenmale 2 keer werd
gemaaid. Er werden vier perceelen aange -
SUPERPHOSPHAAT OF THOMAS-
SLAKKENMEEL
De steller van vraag 713 wenscht uit die
twee een keuze. Vroeger en ook nu nog heel
vaak heeLte 't altijd, dat voor zandgrond
slakkenmeel de voorkeur verdiende, terwijl op
kleigronden superphosphaat gebruikt moest
worden. De praktijk bewees al lang, dat dit
niet altijd waar was, ook niet voor Ouddorpsche
gronden. Nog heel goed herinner ik mij de
proeven die 't zal al wel 6 of 7 jaar gele
den zijn genomen werden door den heer
Van Bijlevelt. En deze proeven leerden ook,
dat Superphosphaat op de graslanden verre
te verkiezen was boven het slakkenmeel. Het
slakkenmeel bevat wat meer kalk veelal dan
superphosphaat. Daardoor komt 't vooral,dat
het op kalkarme gronden ik denk nu aan
laagveen haast altijd beter zich laat voelen
dan superphosphaat. Maar de gronden, die
de vrager op het oog heeft, omgezette gron
den, zijn rijk aan kalk meestal. De heer Van
Bijlevelt heeft monsters opgezonden aan 't
proefstation te Goes. In een er van vond men
als ik me niet vergis wel bijna 20dee-
len kalk per honderd. Nu zal niet alle omge
zette grond zoo rijk zijn daar te Ouddorp.
Maar dat er vrij wat kalk zit overal in die
omgeving, dat lijdt geen twijfel. En daarom
raad ik, om de keuze te doen vallen op su
perphosphaat. Zelfs geeft men daarvan op
Lucerne wel eens 600 K.G. per H.A. of nog
meer. Men strooit het veelal voor den winter
uit. Dat is 't beste.
Ziehier mijn meening. Ter vergelijking zou
'k graag zien, dat vrager ook een heel klein
stuk geen super gaf maar slakkenmeel en ook
in 't najaar zaaien.
Hij kan dan zelf ook zitn wat 't beste was.
Natuurlijk houden we ons aanbevolen voor 't
vermelden van de resultaten.
Vraagbaak.
Vragen en Antwoorden worden kosteloot geplaatst.
Aatwoordea of tuededeelingen
zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
714. Is 't noodig, andijvie voor 't inmaken
eerst te koken
715. Kan men violen makelijk door den
winter halen
716. Wat is een netmeloen
Antwoorden en mededeelingen.
713 Zie opstelletje: «Superphosphaat of
Thomasslakkenmeel
Uit de Handelingen<s van de Provinci
ale Staten j blijkt dat na de rede van den
Heer Vegtel Prof. Visser het woord vroeg.
De heer Visser, Mijnheer de Voor
zitter, het is zeer zeker voor den geachten
vorigen spreker ontzettend aangenaam ge
weest om op een buitengewoon opgewek-
ten toon aan de Vergadering te kunnen
vertellen, dat hij destijds gelijk heelt gehad.
Welnu, ik gun hem die opgewektheid van
hartemaar als hij de meenig is toege
daan, dat de loop, dien de zaak heelt
genomen, aan zijn voorstel te danken is,
dan moet ik ronduit verklaren, dat ik dat
niet kan inzien. Het feit, dat de school
nu bloeit, heeft veeleer plaats gegrepen
ondanks de houding, door den geachten
spreker in 1902 aangenomen, dan door
die houding. Hij houde mij ten goede,
dat ik van de finesses van de toestanden
op Overflakkee niet in die mate op de
hoogte ben als hij dat is en dat ik wat
dat punt betreft niet in duscussie met hem
treed. Doch ik vindiceer het standpunt
toen door mij ingenomen, dat de bestrij
ding van het verleunen der gevraagde sub
sidie alleen en uitsluitend haar grond hierin
vond, dat de school uitging van aHet
Nut«, en dat instellingen van z>Het Nut«
uitgaande geen sympathie zouden onder
vinden. Die houding nu blijf ik beschou
wen als buitengemeen slecht, en ik siel
er prijs op te constateeren, dat door deze
zijde van de Vergadering nooit oppositie
is gevoerd tegen het verleenen van eenige
subside op grond van de staatkundige of
godsdienstige richting van het lichaam, dat
subsidie vroegdat wij ons nooit afge
vraagd hebben, of het lichaam, dat sub
sidie vroeg, was van kerkelijke richting,
of iets dergelijks. Dat was de lout van het
standpunt der meerderheid in 1902, en
die fout wordt door het schitterend succes
van de Ambachtsschool te Middelhar nis
waarin ik mij verheug, hoegenaamd niet
uitgewischt.
De heer Vegtel antwoordde het vol
gende Mijnheer de Voorzitter. De geachte
vorige spreker stelt de zaak onjuist voor
als hij te kennen geeft, dat er onzerzijds
verzet uitging tegen z-Het Nut« als zoo
danig. Het kan niet de bedoeling zijn in
de debatten van 1902 terug te treden. Ik
bepaal mij daarom tot de herinnering, dat
wij er tegen gekant waren, dat het lid
maatschap van een Ambachtsschool, in
een streek waar de Nutsrichting verre in
de minderheid is, gebonden werd aan het
lidmaatschap van »het Nut«. Soortgelijk
standpunt werd nog pas ingenomen door
HH. Gedeputeerde Staten bij de zaak der
botercontröle. Bedenking werd geopperd
tegen eene regeling, waarbij de ledet^yan
de vereeniging »Botercontróle-station tévens
lid moesten zijn van de Hollandsche maat
schappij van Landbouw. Thans is bij wij
ziging der Statuten aan dit bezwaar tege
moetgekomen. Ook niet-leden van ge
noemde landbouwmaatschappij kunnen lid
der Vereeniging worden. Welnuook
niet-leden van »Het Nut« kunnen thans
lid zijn van de vereeniging »Ambachts-
school«. Om deze billijkheid was het ons
te doen.
Professor Visser geett voorts te kennen
dat de Ambachtsschool bloeit »ondanks«
de houding door ons aangenomen. Waarop
deze bewering steunt, iaat hij iu het mid
den, Slechts doet spreker deze mededee-
ling onmiddelijk volgen door de erkenning,
dat hij niet bekend is met de toestanden
op Flakkee. Juist wijl mijne medeafgevaar
digden en ik wèl bekend zijn met die
toestanden, juist daarom steuuden wij het
nader voorstel van Geduputeerde Staten.
Op deze onbekendheid met de toestanden
steunt sprekers tegenwoordige uitspraak,
steunt zijn vroeger verzet. Ook nu hand
haaf ik tegenover zijn verzekering de mijne,
in het vertrouwen, dat de verzekering van
een afgevaardigde, die voor Flakkee zit
ting heeft en met Flakkee vertrouwd is,
meer gewicht in de schaal zal leggen dan
het woord van den heer Visser, waar dit
ontwricht wordt door zijn eigen mededee-
ling, dat hij met de toestanden, die hij
besprak, onbekend is.
Daarop nam de heer van Nispen tot
Sevenear het woord. Mijnheer de Voor
zitter. Ik wensch een zeer kort woord in het
midden te brengen. Ik zal mij niet mengen iu
de beschouwingen over de school op Flakkee
en zal mij evenmin begeven in 't daaraan ver
bonden debat. Het heeft mij groote vreugde
geschonken, toen mij als rapporteur vrij
heid werd gegeven neer te schrijven, dat
alle leden der Commissie voor de Vak
scholen zich zeer verheugen in den bloei
van die school. Deze zijde van het debat
zal ik evenwel laten rusten, maar ik wensch
hier een woord in het midden te brengen,
ten einde aan een principe vast te houden.
Reeds in een vorige vergadering is hulde
gebracht aan Gedeputeerde Staten, omdat
zij eindelijk een systeem hebben gevonden,
waaraan is vast te houden bij het subsi
dieeren van de verschillende vakscholen.
Dat dit systeem in vaste regelen is aan
gekondigd verleden jaar in de Najaars
zitting, hebben wij allen rnet dankhaarheid
vernomen, en ik zou het wezenlijk betreu
ren, indien nu binnen het jaar, sinds wij
het stelsel van Gedeputeerden als eeu
gulden regel hebben begroet, op grond
van overwegingen, die van nog zooveel
belang kunnen zijn, van dat systeem werd
afgeweken.
Nog een andere reden bestaat er bij
mij, om mij tegen een nieuwe verhooging
te verklaren. Al is het door mij bedoelde
argument met van principieel karakter doch
veeleer van secundairen aard, toch waag
ik het dit ten berde brengen. Niet slechts
omdat het eenigzins lichtzinnig zou wezen
een vernieuwde subsidie verhooging toe te
staan, moet ik die bestrijden, maar ook
omdat, er zoo'n schoone gelegenheid be
staat toch die school langs een anderen
weg te hulp te komen, door haar teeken
avondschool ook te subsidieeren. Ik meen
dus en ik geloof daarmede ook uit te
spreken de meening van veie andere leden
der Commissiete mogen adviseeren dat
worde vastgehouden aan het bestaande
stelsel, en dat wij het amendement van
den heer Vegtel niet moeten aannemen,
alleen omdat daarmede de 15 pCt., die
de Provincie als maximum geeft, zouden
overschreden worden.
De beraadslaging wordt besloten.
Het amendement- Vegtel wordt in siem-
ming gebracht en met 11 stemmen vóór
verworpen.
RUSLAND EN J VI» VN.
Wanneer het waar mocht blijken, dat
generaal Koeroki zich, zooals een telegram
uit Tokio beweert, tusschen Li a jmg er
Moekden he.ft opgesteld, daardoor de Rus
sische legers om Liaojang scheidend van
de reeds te Moekden aangekomen troepen
en afsnijdend van den terugtochtsweg, dan
is de toestand voor generaal Koeropatkins
troepen zeer hachelijk.
Reeds eenige dagen geleden schreef de
militaire medewerker van de '/Voss Ztg.
het gevaar van onttrekking en afsnijding
der Russische colonnes voorziende
//Die omtrekking zou tot eeu der ergste
catastrofes in de wereldgeschiedenis leiden
als voor de Vluchtende Russen de weg
naar het noorden wordt afgesneden, blijft
hun geen andere kans overdan naar )n*t
westen te wijken maar daar hebben de
vervolgers de gelegenheid eeu gruwelijke
slachting aan te brengen, rn wat daaraan
ontkomt en niet in de golven van de
Liaoiivier zijn treurig einde vindt, wordt
onfeilbaar aan de Chineesche grens opge
vangen door de troepen van generaal Ma,
en ontwapend.'/
Een dergelijke voorspelling moge wel
licht wat heel donker gekleurd zijn. liet
is niet te ontkennen dat het voor Koero-
patkin een onberekenbare ramp wezen zou,
indien de Japanners zijn terugtochtsweg
naar Moekden hadden afgesneden.
Het geheele verloop van den veldtocht
en van den strijd ter zee, tot nog toe
geeft een der meest bekende militaire
auteurs in Oostenrijk, den luitenant Roda,
aanleiding tot een artikel in Danzers Ar-
meezeitung» over de eiudkatiseu.
Hij zegt daarin"Wie ten slotte in
Oost-Azic overwinnen za', daarover zijn
de meeningen nog steeds verdeeldhet
schijnt wel dat men in Europa de-boste
kansen aan Rusland toeschrijft.
"In Oostenrijk», zoo vervolgde hij,
»zien wij echter in een overwinning van
Japan niet alleen ons heil, maar dat van
de geheele wereld, Rusland ingesloten.
Juist omdat wij niet den Russischen
buurman in rust en vrede willen leven,
rekenen wij op eeu volledige nederlaag
van de Russische tsjinwant Rusland,
welks beambten-autocratie door een Oost-
Aziatische overwinning wordt versterkt,
zal vandaag of morgen genoodzaakt zijn
aan de spanning van zijn biunenlandsche
toestanden afleiding te geven door een
groote» populairen, Europeeschen oorlog,
dus een oorlog tegen Duitschland,
E11 een Russisch-Duitsche oorlog zou
zonder medewerking van Oostenrijk on
denkbaar zijn, ze'fs als er geen Drievoudig
Verbond bestond.
«Wij gelooven alzoo vast aan een ein-
delijke overwinning van de Japanners,
omdat wij die wenschen.»
!)e schrijver maakt een vergelijkiug
tusschen dezen Oast-Aziatischen oorlog en
dien in Zuid-Af rika, en vervolgt dan
»Men verwacht nog steeds iets van «het
geheime plan» van Koeropatkin.
Zelfs als te Petersburg en te Tokio de
vrede zal zijn geratificeerd en de Japanners
van de veroverde provincies bezit hebben
genomen, dan zal men in deu terugtocht
vau den Russischen generaal een bijzon
dere sluwheid, een val voor den kleinen
Mongoolschen dwerg willen zien.
Want wij rekenen graag met het pot
lood in de hand, met absolute getallen.
Maar geen dier rekenmeesters kan, wan
neer hij rnenschencolonnes van menschen-
colonnes aftrekt, een vooroordeel afschud
den, dat hij nauwelijks als een vooroor
deel voelten zoo min als wij ons licha
men kunnen denken, die geen zwaarte
hebben, zoo is ook elk mensch, in ons
denken, met liefde voor liet leven eu vrees
voor den dood bezield.
Daar komen de Japanners en verstoren
dien kring van ons denken.
Want de Japanners vreezen den dood
niet
Welke reusachtige mogelijkheden, opeDt
deze eigenschap van het gele eilaudenvolk.
Wellicht schuwen zij niet alleen als in
dividuen den dood niet, maar ook als
gemeeuschap, en zullen zij liever deu naam
van hun ras aan de vernietiging prijs
geven, dau zich met een opgedrongen vrede
vergenoegen
En het artikel sluit met de woorden
"Wie in Oost-Azie overwinnen zal kan
niet twijfelachtig zijn Japan op alle punten.
Eu wij zullen daarover slechts bevre
diging ondervinden
Maandag een vloed van telegrammen
Dinsdagmorgen terwijl men zich voorbereidt
op zeer belangrijk nieuws, geen enkel. Moet
hieruit afgeleid, dat de Russen dei op hun
hoofdstelling zijn teruggetrokken, maar de
beslissende slag, de groote worsteling, pas
aan den gang, in ieder geval nog niet af-
geloopen is?
riet laatste bericht uit Liao jang hield
in, dat het Russische leger daar thans in
stelling staat en dat het vervoer der kanon
nen in goede orde heeft plaats gehad. De
strijd duurde vier dagen. Wat zal dan het
beslissende gevecht om de hoofdstelling
te Liaojang wel niet zijn! Van het Ja-
pansche leger wordt gezegd, dat het is
voorwaarts getrokken mei de meest moge
lijke beslistheid en zonder eenig offer te
ontzien.
Volgens een telegram uit Tokio rekent
men daar op een beslissende» slag bij
Liao-jang. ilet terrein is daar nu weer
droog, zoodat krijgsverrichtingen ef mo
ge' ijk zijn. Men verwacht dat generaal
i\ oeropatkin, sterk verschanst in de stel
lingen bij Liao-jang, niet zal weigerea te
vechten.
De Japanneezen weten dat maarschalk
Ojama, die over drie uitstekende leger
corpsen beschikt krachtig zal optreden,
en dat hij Koeropatkin zal noodzaken slag
te leveren op ten minste twee fronten
tegelijk. Het gerucht, dat Koeroki den
spoorweg ten zuiden van Moekden door
gesneden zou hebben, is nog niet beves
tigd.
Achteraf blijkt zelfs, dat men hier te
doen heelt met een bloot gerucht, dat te
Tokio cte ronde heeft gedaan, en door den
Daily-Telegraph-correspondeut aldaar naar
Londen werd overgekabeld.
Koeropatkin kan dus nog altijd terug
maar een eventueele terug' ocht zou in dit
geval wel met een nederlaag gelijk staan.
Reuters correspondent te Liao-jang
seinde dat het snel oprukken der Japan
neezen in de laatste dagen de gevechtslijn
tot op ih K. M. ten oosten en ten zui
den van de stad gebracht heeft.
Dezt
Abo
I
O
over
ndus
Stat<
lid
heer I
heerl
op
S
welk
herh
is o
toeg
hij
den,l
alhie
zwat
pak!
eind
pakl
han<
inro
Som
verol
stro
klan
Gen
afst;
op
■igg
aan
hou<
gelij
van
veili
zoel
zulh
gem
zelv
voo
voo
Crei
gew
vele
het
Stai
der|
En
wee
ges
dac
pen
geb
iede
geh
hek-
in
gen
den
laai
met
gek
moi
ouc
K