voor de %uidlio!taiidsclie en Keeuwichc Eilanden.
TWEE BLADEN.
HIS"
Vrijdag 2 September 1904.
1 Antirevolutionair
Negentiende Jaarg. No. 985.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON.
De Familie Palmer.
Eerste Blad.
fce.
Al.
irecteur
ur.
&OMMELSM IJK
Alle stukken voor de Siedactie bestemd,
AdvertenSiëii en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Homoeopathie in de Practijk.
*4.* Gewenschte wijzigingen
>e prjjzen.
4-
JEN,
000.—
888.—
8.426.065
PITAAIj.
lande lijfrente
gestort kap.
Bedrag.
f 6,68
7.40
8,28
11,18
13.09
dijk.
t'on-
gen,
1
ben,
icur-
P H
jI,
HAAG.
verder alle
1,65
2,41
4,17
de, Bleek-
e zwakte.
h t I SO.
opwekkend
niddel.
h t 90.
t en
eid,
3LUIS te Oude
KOR VINK te
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Ifzonöerlijke nnmiuers 5 Cent.
UITGEYEIt:
T. BOEKHOVEN.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing,
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat.
Advert mtiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Dit nummer bestaat uit
Bij La Riviére en Voorhoeve te
Zwolle wordt uitgegeven een uit
afleveringen bestaand boekwerk, waar
van de titel isHomoeopathie in de
Praktijk, geschreven doordr. J. Voor
hoeve, hornoeopathisch geneesheer te
Dillenburg. Uit de aflevering willen
we een en ander aanstippen, dat den
lezer bekend maakt met oorsprong,
doel en wezen dier geneeskunde.
Er zijn drie soorten van genees
wijzen de Allopathie, de Natuurge
neeswijze en de Homoeopathie. De
Allopathie is de oudste en door de
officieele wetenschap de meest begun
stigde. Hiertoe behooren de genees
wijzen, bij welke de geneesmiddelen
in sterke giften, in groote hoeveel
heden aangewend worden. De symp
tomatische behandeling der ziekten
met palliatieve middelen speelt bij
deze methode de hoofdrol. Om één
voorbeeld te noemen de pijn wordt
verdoofd door morfinede koorts
verdreven door antipyrine. Eén en
kel lastig symptoom wordt onderdrukt,
zonder dat de ziekte in haar geheel
ir.dividualiseerend behandeld wordt.
Daar de bezwaren na 't ophouden
van de werking van 't gegeven mid
del meestal terugkomen en soms in
verdubbelde mate optreden, worden
nog sterkere giften toegediend, en zoo
komt het, dat niet zelden de patiënt
ten slotte twee vijanden te overwin
nen heeftde gevolgen van de ge
neesmiddelvergiftiging en de ziekte
zelf.
Tegenover die palliatieve methode
staan twee andere geneeswijzen.
We zeiden reedsde Natuurge
neeswijze en de Homoeopathie.
De Natuurgeneeswijze verwerpt
principieel het gebruik van alle
geneesmiddelen en wendt slechts de
factoren der waterbehandeling, van
het diëet enz. bij de behandeling der
ziekten aan. Het kan niet ontkend,
zegt dr. Voorhoeve, dat hierdoor niet
slechts op palliatieve wijze lastige
symptomen kunnen onderdrukt, maar
ook dikwijls werkelijke genezingen
bewerkt worden, maar twee gebreken
staan de algemeene verbreiding dier
geneeswijze in den weg: le is ze lang
niet altijd en bij alle ziektetoestan
den voldoende, en 2e is ze niet over
al uitvoerbaar, want de toespassing
dezer geneeswijze is meestal zoo ge
compliceerd, dat zij slechts in bepaal
delijk daarvoor ingerichte sanatoria
kan worden uitgevoerd.
De derde geneeswijze is de Uomoe
opathie, ongeveer honderd jaar ge
leden door den Duitschen arts, dr. Sa
muel Hahnemann ontdekt, wetenschap
pelijk ontwikkeld en in de praktijk toe
gepast. Zij heeft bepaalde grondbe
ginselen voor de aanwending barer
uiterst fijn verdeelde geneesmiddelen.
Zij tracht niet door sterke giften en
kele symptomen met geweld te onder
drukken, maar wil door 't toedienen
van uiterst geringe, maar toch nog
werkzame artsenyprikkels de natuur
geneeskracht van 't organisme in den
strijd tegen de ziekte ondersteunen.
De voordeelen der homoeopathische
geneeswijze zijn de volgende
a. Door de Homoeopathie worden alle
door inwendige geneesmiddelen te ge
nezen ziekten op snelle, zekere en aan -
gename wijze genezen.
b. Door de Homoeopathie worden dikwijls
gevaarlijke operaties overbodig gemaakt.
c. De Homoeopathische geneesmiddelen
kunnen qeen directe schade veroorzaken.
d. De Homoeopathische geneesmiddelen
smaken niet slecht en zijn gemakkelijk
in te nemen, zelfs door kinderen.
De Homoeopathie voldoet dus, vol
gens dr. Voorhoeve, aan alle voor
waarden, die men aan een goede ge
neeswijze kan stellen. Zij is over de
geheele wereld verbreid. Zij telt hare
aanhangers onder dejhoogste, zoowel
als onder de laagste standen der
maatschappijzij wordt uitgeoefend
door een steeds toenemend aantal
geneeskundigen, die van hare voor
treffelijkheid overtuigd zijn. Dr. Voor
hoeve noemt haarde geneeskunst
der toekomst. Overal zien we't zelfde
verschijnsel, dat zich een aantal lee-
ken voor haar geïnteresseerd hebben
en dat enkele artsen haar begonnen
te bestudeeren en in de praktijk toe
te passen. En let op den uitslag
Opmerkelijk nu, dat in 1900, in
de hoofdstad van Frankrijk, met offi
cieele medewerking van regeerings-
ambtenaren en van het bestuur der
wereldtentoonstelling een Internatio
naal Congres voor Homoeopathie is
gehouden bij welke gelegenheid op 't
kerkhof Perè Lachaise een monument
op het tot nog toe verwaarloosde
graf van Hahnemann werd onthuld
en in hetzelfde jaar werd in de hoofd
stad der Vereenigde Staten van
Noord Amerika in tegenwoordigheid
van den President der Republiek en
van de Iröogste Staatsbeambten een
standbeeld onthuld ter eere van den
ontdekker der Homoeopathie, zoo
schoon en zoo grootsch, als er nog
geen bestaat. De minister van finan
ciën Griggs zeide bij die gelegenheid
in zijn toespraak, dat dit standbeeld,
op een der schoonste punten van de
hoofdstad des rijks met toestemming
der Amerikaansche regeering opge-
rischt, een sprekend bewijs is, dat
Hahnemann en zijn ontdekking niet
aan Duitschland, maar aan de geheele
wereld toebehooren.
Drie grondbeginselen vormen 't
fundament der Homoeopathische ge
neeswijze. Ze zijn:
a. Onderzoek van de werkingen der
geneesmiddelen op het gezonde
menschelijk lichaan.
b. Toepassing van den geneeskun
digen regel«Gelijksoortig wordt
door Gelijksoortig genezen« op alle
ziekten, die door inwendige genees
middelen werkelijk kunnen genezen
worden.
c. Toediening van het geneesmid
del in zulk een kleine hoeveelheid,
dat daardoor geene schadelijke
werking kan veroorzaakt worden.
Als Hahnemann, zoo schrijft dr.
Voorhoeve, slechts dien eenen eisch
gesteld had, dat alle geneesmiddelen,
eer zij bij zieken aangewend worden,
op het gezonde menschelijke lichaam
beproefd moeten worden, zou hij reeds
als de grootste reformator op 't ge
bied der geneeskunde van zijn tijd
kunnen gelden. Want 't is waarlijk een
geniale gedachte, de kracht der artse
nijen niet van toevallige vergif
tigingen of van proeven op dieren
die aan hun gevoelens geen uiting
kunnen geven, afhankelijk te willen
maken, maar den mensch zelf, die 't
voorwerp der ziektebehandeling is,
ook tot toetssteen voor de werking
der geneesmiddelen te maken.
Doch genoeg. Een en ander hebben
we over de Homoeopathie aangestipt
naar aanleiding van de Eerste Afle
vering. Het komt ons voor zeer ver
standig te zijn, indien zij, die over
deze geneeswijze meer licht wenschen,
inteekenen op 't werk van den heer
Voorhoeve. Uitvoeriger en grondi
ger zullen ze dan met Hahnemanns
arbeid en de resultaten van zijne
leerlingen en opvolgers in kennis wor
den gesteld.
Door 't bestuur van den Bond van
R.-K. welkliedenvereenigingen zijn de
volgende wijzigingen in 't Ontwerp
Arbeidscontract aan de aangesloten
vereenigingen ter inzage gezonden.
Art. 1637 p. Reglementen in fabrie
ken en werkplaatsen moeten ontwor
pen worden in 'overleg met de arbei
ders, hetzij met besturen van vakver-
eenigingen, hetzij met een commissie,
gekozen uit en door de arbeiders der
betrokken fabriek of werkplaats.
Art. 1637 s. Een premiestelsel werkt
beter dan een boetestelsel. Daarom
verdient 't eerste de voorkeur. Toch
doen zich gevallen voor, waarin boete
geheven moet worden, ook met 't oog
op schadevergoeding voor den patroon.
Noodig is evenwel ons misbruik te
voorkomen, dat bij Reglement worde
vastgesteld voor welke feiten boeten
mag worden geheven. En tevens, dat
de lijst der boeten aan de controle
van een commissie der arbeiders of
van Rijksopzichters, zooals in België,
moet worden onderworpen met recht
van beroep. Ook mogen geen boeten
geheven worden, welke niet in 'tRegle
ment staan.
Art. 1637J. Vuur en licht dienen
te komen op rekening van den patroon,
als noodzakelijke voorwaarden voor
't bedrijf. Kleeding, voorzoover de
patroon een zekere kleeding eischt,
dient te komen voor rekening van den
werkgever.
Art. 1637 m. Deze uitzonderingen
dienen te worden opgeheven, omdat
langs dezen weg gedwongen winkel
nering weer wordt ingevoerd en het
Een verhaal uit de Amerikaansche
omwenteling.
7) Hoofdstuk III.
Onbeschrijfelijk was dit roerende tooneel
sprakeloos hielden zij elkander omhelst, en
het duurde lang eer Bertha geregeld kon
spreken. Telkens omhelsde zij hem opnieuw
en fluisterde hem allerlei liefelijke woorden
toe,j[nu eens luidlachend, dan weer schreiend,
steeds verbazend aangedaan en zenuwachtig.
Gerard Palmer had zich, sedert hij het
ouderlijke huis verliet, geen oogenblik zoo
gelukkig gevoeld als nu.
Gij kostelijke, beste jongen, zijt gij
waarlijk weder levend tot ons gekomen
Dan is het gelukkig niet waar wat wij
dachten. Maar wat ziet gij er bleek en
vermagerd uit. O, Gerard, zijt gij het
waarlijk ot droom ik nog steeds
Eindelijk kwam het meisje een weinig
tot bedaren, zoodat zij in staat was haar
broeder veel te vertellen van dien vreese-
lijken avond, toen de treurige tijding van
zijnen dood kwam, en hoe zij sedert niet
meer had gelachen, en hoe ieder het haar
moeder kon aanzien, dat zij bittere ziele-
srnart leed, alhoewel zij haar best deed, om
-er zoo weinig mogelijk van te doen blijken.
Nadat zij een poosje waren gaan zitten
op een klein bankje en als kinderen had
den geweend, stond Bertha eindelijk op.
Wat zal moeder nu wel zeggen, riep
zij uit, Kom gij moet dadelijk mee naar
huis. Dit zeggende, vatte zij Gerard bij de
hand. Doch zij bedacht zich. Het is mis
schien beter haar langzaam voor te be
reiden, vervolgde zij. Moeder is nog zoo
zwak en de onverwachte groote vreugde
zou migschien niet goed voor haar zijn.
Zie, ginds komt vader. De oude Palmer
kwam bedaard de plaats oprijden. Juist
voor de deur der boerderij steeg hij af
en nam de zware zakken met meel, die
hij van de molen had meegebracht van
het paard.
Ik zal eerst naar hem toegaan, zeide zij,
en hem alles vertellen. Gij moet hier on
opgemerkt om den hoek van de deur
blijven staan.
Met vluggen tred sprong zij naar den
ouden man toe, die juist het paard in de
boerderij bracht. Vader, vaderriep zij
nog op een afstand van hem verwijderd,
ik moet u dadelijk iets vertellen dat u toch
zoo zal verblijden.
De grijsaard keerde zich om en zag zijne
dochter verwonderd aan.
Gerard, die door een reet van de deur
gluurde, bespeurde tot zijn verbazing de
diepe rimpels door smart in zijn gelaat
gegroeft.
Wat is er dan mijn kind P vroeg Pal
mer zeer bedaard, als kon hij nauwelijks
gelooven, dat zij hem een blijde tijding
had te brengen, zoo min verwachtte de
man iets dat hem kon verblijden.
Vader, vader Het is waarlijk een ver
blijdend bericht, maar ik kan het u niet
zoo goed zeggen dan u zelf doen zien.
Ach Gerard kom maar hier, en Gerard
trok de deur open en snelde op zijn vader toe.
Evenals zoovelen zijner tijdgenooten was
ook Palmer niet geheel vrij van bijgeloof.
Afgestorvenen, meenden men, keerden niet
zelden weder in het lichaam waarin zij
gewoond hadden terug en bezochten dan
de levenden.
Dit denkbeeld kwam ook bij Palmer
op. Hij was vast overtuigd dat slechts de
schim van zijn zoon voor hem stond.
Daarom keerde hij zich om, even bleek
en verschrikt als Bertha, toen zij Gerard
voor het eerst zag. Spreken deed hij niet.
Vader, gij moet niet vreezen. Het is
waarlijk geen spook. Het is onze Gerard
zelf. Hij was gelukkig niet dood, zooals
wij allen meenden.
Palmer wendde zich om, zag den jon
geling aan met een blik die zich niet laat
beschrijven.
De vader herkende zijn eenigste zoon.
Gerard mijn jongen De Heere zij ge
prezen Onder dezen uitroep vielen vader
en zoon elkander om den hals, gelijk
Jacob en Jozef toen zij elkander in Egypte
wederzagen, en weenden beiden. En nu
moeder Ja, zegt de oude Palmer.
Wij moeten het wederzien voor moeder
gemakkelijk maken kinderen, want ik ben
bang dat zij anders de vreugde niet over
leven zal. Hij trachtte zich van de eerste
ontroering te herstellen en droogde zijne
tranen af.
Na eenige oogenblikken er over gespro
ken te hebben werd besloten, dat vader
in huis zou gaan om de blijde tijding aan
moeder over te brengen en haar voor te
bereiden op het wederzien van haren zoon.
Het drietal trad het huis binnen. Palmer
liep door naar de keuken, terwijl de kin
deren buiten de deur bleven staan, waar
zij alles konden hooren.
De oude vrouw was juist bezig appelen
in een houten schotel te snijden. Zij zag
niet op toen haarman binnen kwam.
Sedert dien vreeselijken avond had zij haar
huishouden nog zorgvuldiger en vlijtiger
waargenomen dan ooit te voren. Maar haar
gelaat werd van dag tot dag bleeker en
lijdender. Wel Bertha, zeide zij, terwijl zij
voor haar bleef zien, waar blijft gij toch
zoolang. Gij zijt toch niet al dien tijd
met de peeren bezig geweest De kracht
was uit haar stem verdwenen. De diepe
smart die haar uiterlijk verraadde, was
ook merkbaar uit den toon waarop zij
sprak. Ik ben het moedertje, en niet Bertha
zeide Palmer. Ik ben zooeven van den
molen teruggekomen. Ik breng toch zulke
goede tijding voor u mede.
Zoo welk nieuws is er dan vroeg
zij met flauwe belangstelling.
Wel, uit het leger, hernam Palmer.
Vrouw Palmer zuchtte. Heeft de Heere
misschien ons de overwinning gegeven over
onze vijanden
Dat juist niet. Althans daarvan heb ik
niets vernomen. Maar de tijding die ik u
kom brengen, gaat meer bepaald onszelven
aan. Gij zult er u ongetwijfeld zeer over
verblijden.
De arme grijsaardHij wenschte zich
reeds geluk dat hij deze teedere zaak zoo
voorzichtig had behandeld. Doch hij kon
toch niet nalaten op een toon van blijd
schap deze woorden uit te spreken. Hij
was niet genoeg voorbereid op de leven
dige en bepaalde vragen van zijn vrouw,
want zij wende zich om en zag hem eens
klaps in het open gelaat, zeggendeHebt
ge soms iets van Gerard vernomen? Ja
vrouw, dat heb ik. Hier brak Palmer af.
Hij kon zich niet langer inhouden. Gerard
Gerard riep hij met klimmende ontroering
van blijdschap, jongen kom maar binnen,
en laat uw moeder zien dat gij nog leeft
(Slot volgt.)
MÜ