TWEE BLADEN.
Vrijdag 12 Augustus 1904.
Antirevolutionair
Negentiende Jaarg. No. 982.
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCE S
FEUILLETON.
T. BOEKHOVEN.
Eerste Blad.
Se Familie Palmer
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
■pTï? -.
SOMMELSBÏJ H.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal-
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat.
Advert utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor «Ie liedactie bestemd, Advertenties! en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Na jaren strijds de volkomen
meerderheid.
Eerste en Tweede Kamer bezitten
beide een anti-liberale meerderheid.
Dat is 't feit van de meest hooge
beteekenis in onze dagen voor de
zoogenaamde clericale partijen.
De Tweede Kamer ging om in 1901.
De Eerste Kamer in 1904.
En wie is er onder ons, die deze
twee jaartallen ooit zal vergeten
wie is er onder ons, die niet vol
dankensstof is en juicht in dengroo-
ten zegen, dien God aan de partijen
des Geloofs in de Openbaring ge
schonken heeft. Is 't niet bekend, wat
Thorbecke 29 Nov. 1851 sprak tot
Groen van Prinsterer:
Waart gij een stille partij, die
enkel zocht God op haar wijze
te dienen, men zou, al hield men
uw meening voor dwaling, u
eerbiedigen.
Is 't niet eveneens bekend, wat de
Arnhemsche Courant in 1863 over de
antirevolutionaire partij schreef:
De antirevolutionaire partij be
staat meer in herinnering dan
in werkelijkheid. Haar vertegen
woordigers in de Kamer zitten
daar als de laatsten van een
uitstervend geslacht. Zij schijnen
alleen te spreken en te stem men
om de familie-overleveringen in
eere te houden.
Ja, waren we maar een stille partij
geweest, dan zouden de liberalen ons
geduld hebben. Hadden wij maar met
een boekje in een hoekje gaan zitten
om de Liberalen en Conservatieven
over ons te laten heerschen. Hadden
wij maar geen actie ontwikkeld, en
propaganda gemaakt; waren wij alleen
in de Kerk maar opgetreden om Gods
getuigenis te eeren, dan had men ons
wel met zoete woorden overladen.
Maar nu we opstonden onder onze
groote en eminente leiders mr. Groen
en dr. Kuyper, om op alle terrein des
levens den naam van God te doen
triomfeeren, nu zijn we, onze vijan
den ten spijt, geworden tot twee
heiren, tot een volkomen meerderheid.
Hier geldt wat Jacob zei, toen hij
over 'de Jabbok toog, komende uit
Haran en gaande naar 't land zijner
vaderenMet mijn staf ben ik over
den Jordaan getogen, en nu ben ik
tot twee heiren geworden.
Zoo'n Jacobs tocht is die der anti
revolutionaire partij. Groen was »een
veldheer zonder leger». We mochten
bestaan, mits we een »stille partij«
waren, die geen oppositie voerde te
gen de verdraagzaamheden® van 't
liberale regime we schenen alleen te
spreken om de familieoverleveringen
in eere te houden, volgens de Arn
hemmer. Maar in dien smadelijken
tijd is 't nieuwe leven geboren. Groen
is ondanks verguizing en tegenwer
king voortgegaan om zijn christelijk
nationale gedachten te ontwikkelen
steeds luider, steeds ernstiger, ver
hief hij zijn stem, en zachtkens aan
kwam een ontwaken; een meege
voelen met hem, den grooter strijder
en voorman onzer beginselen.
En na Groen heeft dr. Kuyper meer
populair de gedachten van Groen na
der vertolktde pers, eerst als een
eenzame roepende, werd versterkt
dag- en week- en maandbladen van
onze richting werden over Nederland
verspreid sprekers stonden op en
in de Tweede Kamer liet dr. Kuyper
gansch en geheel, onvervaard en kloek
de bazuin des Evangelies klinken op
't politiek terrein.
De schoolstrijd staalde ons.
De Kerk ontplooide nieuwe kracht.
Het Vereenigingsleven begon te
gloren.
Er kwam steeds meer inzicht, en
daardoor steeds meer uitzicht op ver
lossing van druk, op tegemoetkoming
van bezwaren. Totdat de scherpe
Revolutie in 1879 in't Volkspetionne-
ment bijna alle belijders van den
Christus samen bracht. Totdat in 1889,
dus tien jaar later een Ministerie
opstond, waarvan nu nog met lof
wordt gesproken. Een Ministerie met
een Christelijke Tweede Kamer, die
door haar Onderwijswet den dank
heeft verdiend van 't geloovig deel
der Natie.
Daarna kwam tegenspoed tot 1901.
Doch een tegenspoed, die den kiezers
gelegenheid bood andermaal de»vrij-
zinnigheden® van 't Liberalisme te
»genieten« of liever te verfoeien. En
ze keerden zich van 't Vrijzinnigdom
af, kozen partij voor de beginselen des
geloofs.
Maar nog was de Eerste Kamer
liberaal. Totdat op 3 Augs. 1904 ook
daaraan een einde kwam, dank de
schoone overwinningen voor de Pro
vinciale Staten. Nu is er voor ons
en onze medestanders een volkomen
meerderheid.
De Tweede Kamer was om.
De Eerste Kamer is om.
In beide deelen van 't Parlement
is ons de volkomen meerderheid i
Onsd.w.z. aan Antirevolutionairen,
Roomsch Katholieken, en Christelijk-
Historischen. De kroon is op 'twerk
gezet. Groens arbeid draagt volkomen
vrucht.
Kon hij die eens aanschouwen, hij
zou 't uitspreken, wat de leus was
van zijn levenAan God alleen de
eere
Ja, aan Hem alleen wenschen we
ook thans te geven de eere, den lof
en den dank voor zoo'n groote victorie
na jaren strijdens.
Eere aan God
Dank aan onze leiders
Dank aan onze medestanders in den
strijd, die kloek en fier de vaan des
Evangelies hoog hielden in 't poli
tieke leven.
Worde nu ontsloten een nieuw tijd
perk van christelijk-nationalen wet-
gevenden arbeid. De belemmeringen
zijn totaal weggenomen.
Botte verwerping.
Het Ned. Ond. Genootschap ver
wierp de volgende conclusie, door 't
Hoofdbestuur voorgesteld
Met groote ingenomenheid be
groet 't N. O. G. de verbeteringen
die deze wetsvoorstellen (nl. La-
ger-Ondw.-Westontwerp. Red.)
willen brengen in de opleiding
voor onderwijzer; in desalariee-
ring de bijzondere onderwijzers;
in de verbetering hunner rechts
positie en de mogelijkheid tot
ruimer subsidieering van scholen
voor zwakzinnige kinderen.
Deze vier belangrijke zaken liggen
werkelijk in 't Wetsontwerp. En 't
eert 't Hoofdbestuur, dat 't zulk een
waardige en waardeerende Conclusie
bestuur kwam bedrogen uit. Met
groote meerderheid werd de conclusie
door heeren onderwijzers verworpen.
Deze verwerping eert 't Genootschap
niet. Integendeel, ze getuigt van wel
ken geest de heeren zijn, en hoe ze
de rechtsgelijkheid begrijpen en op
vatten Terecht wordt door 't Huisge
zin gesproken van onverdraagzame mo-
nopoliezucht, van verregaande partijdigheid
en van bekrompen zelfzucht, die zich
bij de openbare -onderwijzers open
baarde.
Met dit Blad zijn we 't geheel eens.
Haar betiteling van de critiek, die de
voorstanders van neutraal onderwijs
op 't wetsontwerp oefenden, is niets
te zwaar, of te scherp. Ze is juist.
Tuin- en Landbouw.
Een verhaal uit de Amerikaansche
omwenteling.
4) Hoofdstuk I.
Mijne vrienden
UITGEVER:
Dit nummer bestaat uit
DE WEDSTRIJD.
En nu de wedstrijd nog vanwege »Land-
bouwonderwijscc gehouden. Ge weet toch im
mers wel, dat ook reeds vroeger zulk een
wedstrijd werd gehouden in het uitvoeren van
proefnemingen door Oud-leerlingen van dc
landbouwcursussen Welnu, zoo iets heeft ook
verleden jaar weer plaats gehad. En het Ver
slag hiervan is 't laatste van de reeks ver
slagen, die ik voor en na besprak. Dat neemt
niet weg, dat het toch lang niet onbelang
rijk is. Integendeel, ook nu weer blijkt zeer
kiaar, dat enkele jongelingen met veel succes
de kennismaking met de Vereeniging blijven
aanhouden. Dit jaar kwamen bij de Commissie
van beoordeeling de heeren Van Bijlevelt,
J. van Schouwen en L. Pen een zevental
verslagen in. G. van Es te Sommelsdijk ver
wierf een prijs van f 10 voor drie goed uit
gevoerde proeven, W. Lokkef Pz. te Den
Bommel en Jan Mastenbroek Jz. te Ouddorp
ontvingen ieder f 7.50 en aan P. Voogd P.Cz
te Ouddorp werd voor twee proeven t 5 toe
gekend. De hier bedoelde proeven is onzes in
ziens zeer wel de moeite waard, even bespro
ken te worden. Daarmee besluiten we der
halve.
No. 1.
tProeve met het zaaien van tarwe door de
machine of met de hand.n
ProefnemerG. VAN ES te Sommelsdijk.
Het proefveld was gelegen in 't Oudeland
van Middelharnis en bestond uit lichten za
velgrond en leverde in 1901 voederbieten, in
1902 aardappelen. De eerste groeiden op 24
voer stalmest, de laatste op 30 voer. De
tarwe waarmee de proef genomen werd, kreeg
Neen, moedertje, dat is het niet
zeide Palmer op zachten toon, terwijl zijn
oogen vol tranen stonden. Gij zijt de
beste, trouwste en beminnelijkste vrouw
geweest, die ooit een man gelukkig kon
maken. Maar dit kan, dit mag ik niet
vertellen.
Moederging hij op liefdevolle
wijze voort het zou slechts uw hart
breken en op dat woord legde Pal
mer een bijzonderen nadruk. Het vrouwe
lijk of moederlijk gevoel deed haar eens
klaps alles gissen. Het was haar of een
geheimzinnige stem haar influisterde wat
er gebeurd was. Neen nu was zij niet meer
in het onzekere. O Jacob riep ze uit
is Gerard iets overkomen Die woorden
vloeiden haar uit den mond alsof haar
een zwaard door de ziel was gegaan.
Bertha had intusschen stil aan tatel ge
zeten. Haar zacht gelaat werd al bleeker
en bleeker van schrik en angst. Zonder een
woord te spreken, had zij dit tooneel gade
geslagen. Maar toen haar moeder die
vraag deed, sprong zij op, en viel aan de
voeten van Palmer op hare knieën neder.
Och, vader 1 stotterde zij luid snikkend
zeg ons toch dat het niets omtrent
Gerard is 1 Dan zijn wij gerust 1 Palmer
wilde antwoorden, maar hij was niet in
staat een woord uit te brengen. Zoo aan
gedaan als hij was. Hij nam de handen
van vrouw en dochter in de zijnen. O
Heere 1 sprak hij onder tranen wees
over ons genadig 1 en had zijn oogen
vertrouwend ten hemel.
Vrouw Palmer kwam nog nader bij
haren man. Ze had alles begrepen. Met
afgebroken stem waagde zij het nog te
vragen Zeg mij toch vader 1 de jongen
is immers niet dood P
Hij antwoordde niet. Op nieuw big
gelden groote tranen langs zijn holle wangen.
Vrouw Palmer wist genoeg.
Hoofdstuk II.
De berichten van den treurigen slag bij
Long-Island, die in den zomer van het
jaar 1776 werd geleverd, had het gansche
land met rouw vervuld. Duizenden hadden
hunne dierbaren verloren en waren als
weduwen en weezen achtergebleven toen
zoovele dapperen op het slagveld sneu
velden.
Kort daarna had er eene schermutseling
plaats bij Kings-biidger met een voor de
Amerikanen gelukkigen uitslag. Natuurlijk
werden overal die berichten met vreugde
en dankbaarheid begroet. Ook het kleine
dorpje Woodstook deelde in de algemeene
vreugde, toen de post op dien herfstavond
die eerste goede tijding bracht. De Fa
milie Palmer maakte een uitzondering. Ze
was de eenige in het dorpje, die door
die berichten in droefheid en rouw ge
dompeld werd. Bij dit kleine gevecht had
Gerard het leven verloren. Er was niemand
in het dorpje die niet smartelijk werd aan
gedaan, bij de gedachte, dat die frissche,
levenslustige jongen op het slagveld ge
vallen was en nimmer zou terugkeeren.
Nog dienzelfden avond het was reeds
laat, trad pastor Helpman de woning van
Palmer binnen. De teederhartige, oude herder
kon nietrusten, voor hij de schrijnende wonde
des harten met den verzachtenden balsem der
liefde en hope had verbonden.
De goede, ijverige man vond het ge
zin in de keuken, waar wij het verlieten,
zoo geheel terneer geslagen door eene
droefheid die zich evenmin in woorden
als in klachten scheente kunnen uiten.
Vrouw Palmer zat in de groote leuning
stoel bij het vuur. Ofschoon het smeulend
hout een rosachtigen gloed op haar gelaat
wierp, was het toch koud en wit als
marmer. Onbeweeglijk staarden hare oogen
in den haard, zonder in aanmerking te
nemen wat er rondom haar geschiedde. Zij
was als versteend. Ook de oude pastor
had zij niet opgemerkt, maar deze had
bij het binnentreden aanstonds zijne oogen
op haar gevestigd. Na een zwijgenden groet
aan Palmer en zijne dochter sprak hij
op roerenden ernstigen toon
3. Het was eerst mijn bedoeling niet om
hedenavond reeds tot u te komen. Want
ik wist dat niemand u beter kon troosten,
dan Hij tot Wien ge met al de nooden
en bezwaren uws harten een vrijen toegang
hebt. Maar vergis ik mij niet dan is het
juist in deze maand vier en twintig jaren
geleden dat gij uwen Gerard voor het
altaar bracht om hem aan God op te
dragen. Toen heb ik hem gedoopt en
den zegen over hem afgebeden. Daarom
meende ik het tot mijn plicht te moeten
rekenen u.zoo spoedig mogelijk te bezoe
ken. Ook was het mij eene behoefte u te
zien en te spreken.
Bij het hooren dezer woorden kwam
er verandering op het gelaat van vrouw
Palmer. Eensklaps stond zij op, keerde
zich tot den grijsaard en barstte, met on
beschrijfelijke aandoening uit»0, ik zie
hem, ik zie hem. Bruine lokjes krullen
zich op zijn voorhoofdje. Wat ziet hij mij
helder aan, terwijl de waterdruppels op
dat onschuldig gelaat nederdalen. Mijn
kleine GerardGij waart het liefste kind
dat ooit een moederhart verheugde. Wat
was ik trotsch op u
Zij zweeg een oogenblik. Een visioen
was aan haar starend oog voorbijgegaan.
Nu ontlastte zich haar gemoed eindelijk in
een vloed van tranen, en vervolgde op
zacht weemoedigen toon
Ja, ik dacht altijd, dat God hem spa
ren zou tot steun van mijn ouderdom,
Had ik niet al mijn andere lievelingen ge
willig aan Hem overgegeven P Eerwaarde
o zeg mij, zou het waar zijn, dat ik zijn
gelaat nooit weer zal aanschouwen Zou
ik zijn stem nooit meer vernemen Ligt
hij daar nu zielloos op 't slagveld En
kan ik, zijne moeder niet meer tot hem
gaan om zijne verwilderde haren van zijn
gelaat weg te strijken, om hem nog een
kus op de bleeke lippen te drukken, 0111
nog een laatste straal uit zijn heldere
oogen op te vangen en ze dan voor
eeuwig te sluiten?
Wordt vervolgd.)