Vrijdag 29 April 1904.
I
Negentiende Jaarg.No. 961'.
wmmr de Kuidlinilaiiitsclië enZeeuwsclie Eilanden,
TWEE BLADER.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
ÏJ5UILLKT0®.
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
T. BOEKHO VEN.
Ml M JiïMSLS BMJ M
Advertentiën 10 cent per regel en 'ó/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dioastaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing,
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat
Advert'Utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor «le Hedactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco foe te zenden aan den Uitgever.
KKKSTK BLAD.
Verwarde beschuldi
gingen.
Verleden jaar bij de begrootens-
debatten werd bet Ministerie be
schuldigd van „onvastheid", om
dat het bij verschillende gelegen
heden getoond had overleg te willen
plegen met de Tweede Kamer in
dien zin, dat het bereid was heel
wat te wijzigen.
En nu er bij de wet op het hoo-
ger onderwijs werd vast gehouden
aan den eisch, dat de studie wer
kelijk vrij zoude worden en niet door
de gedwongen examens aan de over-
heidshoogescholen die vrijheid tot
eene illusie zoude gemaakt worden,
nu heette het weer, dat het. Minis
terio zoo dictatotiaal en onverzette
lijk is.
Vroeger werd beweerd, dat de
President van den Ministerraad den
heer De Savornin-Lohman naar de
oogrn moest kijken, en bj de hoo-
ger-onderwijs-wet werd weer omge
keerd de beer Lobman beschuldigd
dat hij alles maar slikte om Dr.
Kuyper's plannen te dienen.
Zoo tobben de tegenstanders voort,
en het schijnt wel, dat z.j verblind
zijn voor de eenvoudigste dingen,
wanneer hun partijbelang in het
spel komt.
Het is toch sedert 25 jaren be
kend, dat vele christelijk gezinden in
ons land gelegenheid verlangen om
aan geloovige geleerden de hoogere
opleiding te kunnen toevertrouwen.
De een wil dat doel bereiken door
afzonderlijke leerstoelen aan de open
bare hoogescholen en de ander door
geheel afzonderlijke universiteiten.
Maar dezelfde grondgedachte be-
heerscht beide plannen, nl. dat men
vrijheid wil hebben om het licht
van Gods Woord over het erf der
wetenschap te laten schijnen.
Het is dezeifde hoofdgedachte als
bij het lager onderwijs. En hoezeer
deze twee in andere opzichten ook
verschillen, ten opzichte van de on
ontbeerlijkheid van Gods Woord zijn
zij gelijk.
Maar zie, dat willen de partijen
der linkerzijde niet erkennen. Nu
het op doorvoering der chr. vrijheid
aankomt, stuit men weer op den ouden
tegenstand.
En in plaals van eerlijk dat hoofd
motief te erkennen, zoekt men dan
nog afleiding in allerlei verwarde
beschuldigingen tegen andersdenken
den.
l*rankl>e§try«lin$f.
Als een bezwaar tegen de drank-
beteugeling door een scherpere wet
heeft men onder meer geopperd, dat
er toch ook vele fatsoenl jke koffie
huishouders zijn, en dat niet alleen
de groote drankhandel in gedistil
leerd, maar ook de glas- en biljart
en meubelindustrie schade zullen
lijden.
Kijk, op die manier zou men nooit
iets goeds tot stand kunnen brengen.
Er is bijna geene wet te beden
ken, die niet enkelen of meerderen
benadeelen zal. Maar vooral is dat
steeds het geval met belastingwet
ten en met beteugelingswetten.
liet spreekwoord zegt, dat de
goeden met de kwaden moeten lij
den. Ontduiken nu sommigen eene
belasting, dan is voor allen weer
scherper toezicht of wijziging van
de te belasten voorwerpen noodig.
En zoo ook, als de vrijheid tot ver
koop van sterken drank door een
deel der tappers wordt misbruikt,
dan is het beperken van alle ver-
koopers het eenige, dat de Regeering
doen kan.
Maar men moet toch voor het
generaal belang ook wat over heb
ben.
Laat de geavanceerd radicaleD, die
vaak den mond zoo vol hebben over
het welzijn der gemeenschapnu bij
de drankwet eens toonen, dat zj
het meenen met die gemeenschaps-
leer.
De regeering heeft zich voor
overdreven maatregelen gehoed. De
geheel-onthouders zjn dan ook lang
niet over het wetsontwerp tevreden.
Maar men kan niet tegelijk eene
volkszonde beteugelen en ieder zijn
ouden gang laten gaan en herzelfde
geld laten verdienen. Dat is een
onredelijk verlangen. Bovendien is
er een overgangstijdperk gesteld voor
de betrokken tappers en slijters.
Broedertwist.
Weinig belangstelling.
hoogste lof voor dit Ministerie
door een modern professor
Tuin- en .liandbouw.
Misdadige woeiingen.
vu.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
XJÏTftEVJ-ff568»
Dit nummer bestaat uit
Wat giftige plant wast er toch in onze
Nationale gaarde? Wat geest duikt erop
onder de leden van de partijen Pas is
't Congres der Socialisten voorbij, of' in
't Volk lezen we velschillende ingezonden
stukken van Schaper tegen Tak van Men-
dels tegen Schapervan Loopuit tegen zijn
confraters En niet steeds zakelijk, maar
persoonlijk.
In onze eigen partij staat de lieer
Staalman in zijn blad te toornen, en den
volke kondschap te doen van ziju bevin
dingen met de vrienden. Van M unster en
de Broeder, oreeren over hun ervaringen
in de kiesvereenigingenen dat stoot en
dat steekt co dat deelt -klappen uit naar
links en rechtsdat alles op de publieke
markt, ten aanhoore van ieder, die vraagt
of 't Christelijk, of ook wel 't Socialistisch
humanisme dan toch wel de beteekenis
verstaat van 't"Zie hoe goed en lieflijk
is 't, als zonen van 't zelfde huis als broe
ders samen wonen
BroedertwistBitterste der twisten 1 Hij
grijpt zoo aan, hij doet zoo'n pijn, hij
raakt 't merg des levens 't geluk der ziel
ro.ift zooveel tevredenheid, zooveel harte
lijkheid zooveel levenslust wordt er door
gedoofd zooveel edele aspiralien door ge
dood zooveel samenwerking verbroken
zooveel eendracht vernietigd tot scha van
partij, land en volk.
Broedertwist Smartelijkste der Smarten
des Levens Werk des Duivels Geest uit
de HelZult ge blijven verdeelen, wat bij-
eeubehoort Toenadering eiseht der tijden
nood
Het heeft onze aandacht getrokken, dat
er inzake de Tariefwet zoo bijzonder wei
nig actie is. 't is of de wet op 't Hooger
Onderwijs oneindig ver boven de Tarief-
wet uitsteekt in strekking, doel en omvang.
Bij gene een machtige belangstelling door
't heele land in lagere en hoogere krin
gen bij leek en deskundige bij geleerd
en ongeleerd. Bij deze, d.i. bij de Tarief-
wet, overal een soort lusteloosheid, een
zekere apathie of gevoelloosheid, een zich
weinig warm maken voor een economische
kwestie.
Van waar toch
Ligt m die weinige belangstelling tot
op heden een vingerwijzing naar 't karak
ter onzes vólks, aat uit zijn gerustheid
slechts dan pas ontwaakt, als de puntjes
op de i 's moeten gezet worden in 's
lands vergaderzaal Als daar de strijd
gaat ontbranden
Ligt in die weinige belangstelling 't
bewijs, dat ons volk voor economische
onderwerpen niet, maar voor theologische
'/zaken» wel wakker is te krijgen
Ligt 'tin de weinige beteekenis van de
O O
Tariefwet voor Land en Volk voor werk
man, en handelaar en fabrikant Dan
toch zou men dwalen
Is men overtuigd, dat er toch geld
moet zijn; en als 'top krabben aankomt
de kat even gevaarlijk is als de kater,
zoodat 't 't volk niets interesseert, hoe dat
geld er komt
We gelooven, dat allerlei factoren sa
menwerken.
Maar in de eerste plaats meenen wij,
ligt de oorzaak h erin, dat ons volk met
recht genoemd is een theologiseerend volk.
't Maakt zich inderdaad warm voor gods
dienstige zaken. Van huis uit is ons volk
zoo opgevoed. De godsdienstrijd is een
strijd van eeuwen geweest 111 ons Vader
land. Ons Volk voelt zich bij velerlei af
dwaling en inzinking nog een Christelijke
Natiedie een Bijbel beziteen Bijbel
in huis, in de cathecliisaties, in de Kerk,
op de sterfhuizen en zelfs bij feestmaal
tijden. Die Bijbel zit er bij ons volk //in»,
Om dien Bijbel is gestreden hebben bloed
en tranen gevloeidhij is een kleinood
geworden een //familiestuk» uit vroegere
geslachten, dat men niet beleent, verkoopt
of in een hoek schuift. Hij is een stem
uit 't verleden, een troost in 't Heden,
een gids voor Heden en Toekomst.
Daarom vliegt ons volk te wapen, zoo
dat erfstuk der vaderen wordt aangerand
dan «kruipt 't bloed, waar 't eertijds niet
ging» dan komt er leven in dorre doods
beenderen want »van d .t Woord moeten
ze afblijven».
Doch zoo staat 't met de Tariefwet
nietZij maakt 't volk als volk niet
wakker, althans niet ineer dan eenige
andere belastinghoogstens enkele be
trokken industrieëelen.
't Pleit voor ons Volk. 't Is geen bewijs
dat 't geestelijke leven in materialistisch
streven is omgezet
Men kent de vergadering der moderne
theologen te Amsteidam. De moderne pro
fessoren en leeraren der Ned. Herv. Kerk
veroordeelden daar de wet op 't Hooger
Onderwijs. Maar aldus eindigde Prof. Brai
ning zijn rede
«Overigens laat mij dit ten slotte
nog releveeren staan de vooruit
zichten dier theologie niet ongunstig.
In hoeveel opzichten ook de huidige
politieke constellatie ten onzent ons met
zorg moge vervuilen, één voordeel één
groot voordeel heeft zij ons geleverd dit
dat de hoogste beginselen van staatsbeleid,
de richtingslijnen der volksontwikkeling
onafscheidenlijk samenhangen met, uit
gaan van geloofsovertuigingen. Bel raakt,
dank zij den door de optreding van 't
tegenwoordige ministerie gewekten strijd,
gedaan met de oppervlakkigheiddie ge
loof beschouwde als etn zaakdie
misschien voor V innerlijk leven van den
individu van waarde is, maar de belan
gen der gemeenschap als zoodanig niet
raakt.
Dat woord, 't door ons gecursiveerde,
nagelen we vast.
l'rof. Bruining richt hiermee een eere
zuil op voor dit Ministerie. Het is haar
hoogste lof.
a la D re if us
Ds. R. J. v. cl. Meuleu, Ned, Herv.
predikant te Welsum schrijft over de
Utrechtsche predikantenvergadering, waarin
Ur. Vos en de zijnen't wetsontwerp Hoo-
ger-Onderwijs aanvielen, moties van af
keuring aannamen enz. enz.
Hij schrijft
lk vermoedde, dat de groote drijf
kracht van de geheele beweging haat
tegen Kuyper was. doch zou gaarne dit
leehjke gevoelen heter ingelicht willen
prijsgeven. Nu, ik heb tot mijn spijt
de vergadering verlaten onder denzelf
den indruk er was daar geen samen
bindend beginsel, er was m.i. slechts
een kwasie-rechloaardi.gen van een reetls
op andere, verborgen gehouden,
gronden vastgesteld doodvonnis.
Zoo iels cl la JJreifu$\n
Wat treurige samenkomst
En daar durven liberale bladen en spre
kers zich nog op beroepen 1
Op een tweede Dreifnszaak, maar ge
slepener, maar fijner
Met zulke woordvoerders als te Utrecht
komen onze tegenstanders aandragen; om
den volke kondschap te deen, dat de
i\ed. Herv. Kerk schade lijdt door 't Wets
ontwerp.
Wij kunnen onze liberale bladen geen
geluk wenschen met zulk een beroep op
zulk een Dreiluszaak.
LANDBOU WPROEFVELDEN.
X.
De proefneming, die ik verledeiVweek beschreef
had ik vermeid gevonden in 't mij toegezonden
Verslag van de Landbouwproefvelden in Zuid-
Holland. 't Spreekt vanzelf, dat in gemeld Ver-
9 OUDERLIEFDE.
Daar kwam Hendriks zingende de trap
pen op. Ze tiad hem tegemoet. Met fon
kelende oogen staarde zij hem aan en
zeide»Zoo ben je daar - - »Ja, wat zou
dat 't Is nogal een mooie boel hier ook
jij loopt maar weg, laat mij maar aan
mijn lot over. 'k Heb ternauwernood een
kop koffie als ik uit 't bed kom. In
elk geval zult ge wel zorgen dat ge niet
le kort komt want ge hebt nu reeds meer
gehad dan koffie. Dat is jou schuld
Zoo zijn de vrouwen. Ze beklagen zich als
de mannen naar de herberg gaan en zijn
er zelf de oorzaak van Waar heb jij
dan van morgen geweeSt. Ik vertrouw dat
gedurig uitloopen niet. Dat ontbrak er
nog aan Hij verdenkt me Zeker doe
ik dat... Een vrouw behoort thuis en niet
den heelen dag op straat. »Ik heb werk ge
zocht! Want terwijl jij zit te drinken lijd
ik honger en kou Min ik doe wat ik
wil't gaat niemand aan Zoo zal ik
er in 't vervolg ook over denken. Ik moet
me wel ergens gaan verstrooien want thuis
vind ik niets anders dan een lang gezicht
en verwijtingen.
Zoo liep het eene woord in het andere.
De jalouzie van Marie was niet zonder
reden opgewekt, en onder heftige gebaren
openbaarde zij hare vreeselijke ontdekking
aan hem. Eerst zocht hij te ontkennen
maar de bewijzen waren te verpletterend.
Toen zocht hij er over heen te praten,
maar ook dat baatte niet. Toen begon hij
te razen en te schelden. De trouwe werk
lieden waren onderkruipers, en de oude
heer een eerwaardige grijsaard een oude zots-
kop, sloeg met de vuist op tafel en be
dreigde Marie als zij niet zwijgen zou
Dat zal ik, zeide ze, sta me slechts toe,
u nog iets te zeggen. Die oude zotskop,
die jij zoo belieft te noemen heeft toe
gestemd toen ik hem vroeg u terug te
doen keeren op het werk.
Heb je daarom gevraagd En wie gaf
je daar last toe Ik ga niet
Zooals je wilt zeide zij maar ik hield het
er voor mijn plicht u te redden nu het
nog tijd is. Ja zeide Hendriks met een
verwaande trots, natuurlijk in je eigen be
lang. Neen Hendrik heelemaal niet, want
ik kan hier niet langer blijven Dit woord
van Maria met zooveel beslistheid uitge
sproken bracht hem wel wat tot nadenken.
Hij zocht zijn vrees te verbergen en vroeg
W aar wilt ge dan heen Dat weet ik nog
niet, maar hier wil ik niet blijven klonk
het kort en beslist. Een scheiding dus
sprak Hendriks. Ja want dit leven is geen
leven, 't is een ware hel. Zoo denk ik er
ook over antwoord hij heel bedaard,
lederen dag ruzie alle dagen geschreeuw.
Ik ben jbHj als ik de deur uit ben .-en
daarom hoe eer hoe beter. En op eene
gemaakte vroolijke toon voegde hij er aan
toe Dus de eerste keer dat we het eens zijn
Hendriks was het laatst aan 't wo.ird
geweest. In onverschillige houding liep hij
het kamertje heen en weer terwijl Marie
in een hoek met het aangezicht naar de
want stond te huilen. Er heerschte een stilte
even plechtig als die in de natuur als na
een zware storm de wind is gaan liggen. Er
werd niets vernomen dan de geregelde
voetstappen voor zooveel als geheel afge
sleten schoenen op den houten vloer kon
den veroorzaken, en het herhaalde snikken
van Marie.
Eindelijk breekt hij de stilte af, legt zijn
hand op hare schouder en zegt satanisch:
»Marie, ouders hebt ge niet meer, Ik zou
niet weten waarheen ge u zoudt moeten
begeven. Ik voor mij kan wel een geschikt
kosthuis vinden. Blijft gij hier. Ik zal het je
niet meer lastig maken. Welnu, zeide ze, ga
dan. Want ik heb reeds genoeg uitgestaan.
Neem je vrijheid terug. En giat gij niet
aanstonds heen dan zal ik het doen. We
moeten van elkaar Hendrik
We zijn met elkander diep ongelukkig.
Jij wilt niet werken, wel drinken en nog
meer. Dat mag, dat kan zoo niet langer.
Maar ge denkt toch niet Marie, dat ik met
mijn pet en mijn buis de wijde wereld zal
ingaan. Neen juffertje, zoo mal zullen we niet
zijn hoor I »Laat dat het Gerecht maar
uitmaken Hendrik!» Welzeker we zullen
mevrouw een advocaat bezorgen Zoo
dom zijn we niet meer. Vroeger zouden
we het misschein wel gedaan hebben, maar
nu weten vve veel te goed dat de helft
aan de maat en de strijkstok blijft hangen.
Kunnen we het zelf niet deelen Elk de
helft en daarmee uit ik stem er in toe
maar het is onrechtvaardig Hendrik want
als ik mijn nachten niet met werken had
doorgebracht terwijl jij soms in de herberg
zat was er geen stuk van overgebleven
Maar ik wil je niets te danken hebben,
en je niets verschuldigd zijn je zijl me nu
geheel vreemd geworden Enjij ook Marie 1
(Slot volgt.)