2 TW Geen tarief wet Maar ivat dan Schoolkwestie De Provinciale Slaten in Holland. Zuid- 1/ 3 49687 tt tt 4 44719 tl ti 5 48031 tt tt 6 55484 tt tt 2 3917,8 tl tt 3 5167,5 tt tt 4 3935,2 n n 5 4130,6 tt tt 6 4716,1 tt 31 rl li- De heer M. v. V. meende, dat met 't oog op deze zoo vage en niet geraam de posten Tariefsherziening noodzakelijk was, die haten zou afwerpen voor de schatkist en de nationale welvaart krach tig zou bevorderen. we Met bijzondere aandacht hebben groote en kleine liberale bladen nagegaan om toch eens te weten te kunnen komen, wat de respectieve redactiën bij hun af keuring van de Tariefwet als beter middel aanprezen. We zijn nog verder gegaan. Het kwam ons voor, dat, waar ook de heer Pierson (minister 18971901) eene nieuwe ta riefwet had toegezegd en ingediend, door de 2de Kamer bij de begrootingsdebat- ten reeds een nieuw belastingsmiddel zou aan de hand gedaan zijn, dat heler was dan Piersons wetsvoorstel. Hoe we echter èn teen èn nu teleurgesteld zijn Het eenige wat we uit 't verleden op diepten was verhoogiug der Directe be lastingen, besproken door den heer Ker- dijk en Verhooging van 't Successierecht in rechte linie. En wat 't heden aangaat vonden we één middel nl. dat der N. !t. Crt. nl. Geen tarief weten dan ook maar geen sociale toetten, N'emand zal ontkennen, of dit laatste middel is op en top afdoende beter mid del is nooit ter wereld ooit genoemd. Stel u voor De dokter moet noodzake lijk bij een patient komenzijn gestel is door en door krank. Maar de dokter kost geld Hoe nu dat geld te sparen Wel, heel eenvoudig. Laat den dokter thuis blijven en den patient sterven We stemmen toe 't middel der N li. Crt. is volkomen probaat,., voor de betalenden maar hoe is 't voor de patiënten P liever een volstrekte meerderheid van anti liberale mannon in d e Kamer, dan be hoeven we geen ongerustheid te koesteren of zulk een wet wel zal worden aange nomen. En daarom laat men op ons eiland de open oogen niet sluiten, maar goed wakker blijven. 't Gaat om Christelijke wetten, om Vrijheid en Recht voor allen En geen opoffering is te zwaar om die te ver liet kan niet ontkend, dat de School met name de Lagere School de laatste kwarteeuw is geweest de twistappel in Ne derland. Bevoorrechting der openbare Staatshulp en steun door de Gemeente, wa» voor de voorstanders der Bijzondere School billijke oorzaak tot ernstige klacht.'t Ging om een levensbeschouwing ingang te doen vinden in de vaderlandsche jeugd 't was een beginselstrijd, waarin de Staat partij koos niet alleen, maar zijn sterken Jinan- cieelen arm bood om de beginselen van neutraliteit ingang te doen vinden. De Staat meende eenheid te kunnen brengen, en hij dreef er een wigge in Hij meende zijn beginsel op te bouwen maar brak 't af. Hij meende Bijzonder onder wijs te kunnen verzwakken en hij staalde 't meer dan ooit. Die toestand is in de laatste jaren voor 't lager onderwijs verbeterd. Er wordt recht gedaan, dank zij de onophoudelijke propaganda van alles wat anti-liberaal is. Maar nog is de strijd om Recht en Vrijheid niet uitgevochten. Thans is 't Hooger Onderwijs aan de orde gesteld. En zie, nu staat alles wat liberaal is tegen die Vrijheid te toornen. Op 't terrein van 't Lager onderwijs een Pacifikatieop dat van Hooger Onderwijs een bittere strijd. Zullen dan onze tegenstanders nooit wijzer worden Hebben ze nog niet genoeg leergeld betaald Want dit is zekei en de historie bewijst 'telke partij, die zich een vijand toont van Recht en Vrijheid vooral in den geestelijken strijd, mag een oogen- blik overwinnen, maar 't einde is onher stelbaar verlies. Ze verliest haar eerenaamNationale partij te willen zijn, en ze komt vooi de publieke opinie te staan, als Volksdeel, dat heerschen wil over de hoofden en har ten van onderdanen. En bij zulk een evolutie, zulk een ont wikkeling als 't Nederlandsche volk in de 'laatste 30 jaar heeft doorloopen op dat terrein van gewetensvrijheid, is er geen sprake van, of de Liberale partij legt 't ganschelijk af. Ze is verloren. SJit tie Pér«. Socialisme en Godsdienst. Zoo hartroerend heeft Troelstra telkens gezegd dat het socialisme niet vijandig staat tegenover den godsdienst. Wel neen. Men kail best godsdienstig zijn en toch een plaats innemen in de ge lederen der socialisten. Waarom niet Het socialisme laat zich met godsdienst of kerk ganschelijk niet in. Het wil alleen dfcn toe stand van den werkman beter maken. An ders niet. Maar lees nu eens wat de bekende so cialist Van der Goes in de Februari affe- de »Nieuwe Tijd« schrijft; en ge maar van zult zien, dat Troelsta de menschen wat wijs maakte. Van der Goes schrijft: „Maar zoodra de arbeider tegen de slavernij van het kapitaal in opstand is gekomen en alzoo 'n nieuw mensch geworden, wordt de kerkelijke vertroosting voor hem zinledig en vervalt de godsdienstige be.hoefte.Zijn hoog ste neigingen en zijn diepste plichtsbesef vinden in dezen nauweren gemoedstaat en zijn veranderde maatschappelijke taak de volste bevrediging. Hij kent, thaus en voor het eerst, de oorsprong van zijne ellende, de voorwaarde van zijn verlossing; en eigen nooden gevoelt hij minder drukken naarmate hij met grooter geestdrift arbeidt aan de be vrijding van anderen met heiu. Kortom hoe men de revolutie in zijn binnenste zou moeten verklaren, ontkennen ais historische .gebeur tenis kan men haar niet. Het socialistisch proletariaat is godsdienstloos. „Wij ontkennen niet en verheffen ons in tegendeel er op, dat de groote massa van het proletariaat, tot het socialisme overgaande den godsdienst vaarwel zegt." Sprekende over den Frieschen heiden koning Radboud, uit de Vaderlandsche Geschiedenis ons bekend, die weigerde ge doopt te worden, omdat hij liever bij zijn voorvaderen in Walhalla wenschle le zijn na zijn' dood, laat Van der Goes er op volgen „Zoo na als die oude Heiden stonden we aldus de heer v. d. Goes nimmer bij eenig doopvontdoch kunnen ons niettemin levendig verbeelden wat den Frieschen koning Radbout dreef, toen hij op het punt van zich aan het sacrêment der reinigende waterente onderwerpen de vuile monniken en loerende pastoors nog eens aanzag, die hem bijna had den geknipt. En ook wij geven de voorkeur aan een plaats onder onze geestverwanten in een oord dat we niet nader zullen noemen, boven een zetel in hooger gewesten waar onder anderen Dr. Kuyper de toegepaste en l)r. van Eden de theorethische deugd (en dat tot in alle eeuwigheid) vieren zullen en bezingen.Neen de heer Kuyper heeft onze staatkundige partij buiten de zedelijke gemeenschap hier op aarde geplaatst; zoo hopen wij ook later bij dit isolement te mogen volharden, en een hemel vol klerikale en ethische schotschrijvers en demagogen (die ook daar waarschijnlijk een hoog woord zullen voeren) heeft voor ons, wij bekennen het, weinig begeerlijks. Welke onze tekortkomingen mogen geweest zijn, en hoe zwaar ze ons (niet onverdiend) zullen worden aangerekend wij vragen als een genade zoo wij het niet mogen eisehen als een recht <loor geen geblaf van christen honden gestoord tc worden in onzen laatsten slaap." Zou men na deze Godslasterlijke taal nóg durven beweren, dat socialisme niet onver zoenlijk staat tegenover het geloof van den Christen, tegenover godsdienst en kerk? (Hollander.) Nog nooit is een verkiezing zoo gewich tig geweest als deze. De Prov. Staten zijn van een meer administratief lichaam een politieke corporatie geworden, en nu reeds gaan stemmen op om bij de komende Grondswetsherziening de taak der Prov Staten als kiescollege voor de Eerste Kamer te wijzigen. We hebben er niets op tegen. Of de Eerste Kamer daardoor een andere meerderheid zal krijgen dan nu, of liever dat de Eerste Kamer, rechts- st^eeks gekozen, een ander beeld van par- tijgroepeering zal vertoonen dan thans, staat voor ens als een paal boven water. Doch dat alles daargelaten. De Prov. Staten zijn dit jaar een po litiek instrument. Daarom zijn ze zoo gewichtig. En wie de Eerste Kamer om wil zetten kieze zonder bedenking de leden der anti liberale partijen. De Eerste Kamer mag voor ons Mini sterie geen Damocles zwaard zijn, dat haar leven onophoudelijk kan bedreigen. En nu moge die Kamer eeu ruimen blik hebben, en door allerlei partij ge knutsel zich niet laten leiden, wij hebben - Cil EEN PROEFVELD. Hier voor me ligt het verslag der landbouw- proefvelden van Zuid Holland. En daarin vond ik op blz. 30 besproken een bemestings- proef op voederbieten, die 'k hier vooral ook met het oog op vraag 658 even wil bespreken. De proefnemer was de heer D. J. Oudijk te Waddingsveen. Het proefveld bestond uit klei grond. Vanaf 1898 toen 't land gebracht is en met stalmest bemest hebben er duiveboonen tarwe, voederbieten en aardappelen gegroeid. De bieten van het proefveld nu, zou men tee len op uitsluitend kunstmest. Er werden zes perceelen aangelegd. Een bleef er on bemest. Perceel twee kreeg enkel chilisalpeter. Op drie gaf men daarnaast ook superphosphaat.'k Wil hier in verband met vraag 658 maar dadelijk even zeggen dat dit perceel de grootste op brengst gaf en dat de 300 K. G. chilisalpeter in drie keeren uitgestrooid werd te weten op 13 Juni, 30 Juni en 24 Juli de 600 K.G. su perphosphaat zaaide men 12 April.) Perceel vier ontving een kalimest. 't Was kainiet 800 K. G. wat men er zaaide. Dit had reeds plaats op 15 Januari. Het vijfde stuk kreeg naast kainiet ook nog chili en op perceel zes eindelijk was 't een zoogenaamd volledige kunstmestbe- mesting die men gaf. Dit stuk kreeg chilisal peter, superphosphaat en kainiet. De opbrengsten in K. G. waren als volgt Perceel 1 34781 K.G. 2 47203 tl Een zuiveren indruk van de nuttige werking der aangewende mestsoorten geven deze ge tallen echter nog niet. De droge stot der voederbieten, daar komt 't eigenlijk alleen op aan. Die bepaalt de voedende kracht. En 't bleek nu, dat ten aanzien hiervan heel wat verschil bestond. De volgende getallen drukken de percenten uit van de zes perceelen 9,4; 8,3 10,4; 8,8; 8,6 en 8,5. Het perceel, dat chilisalpeter en super phosphaat gehad heeft, leverde dus de voed zaamste bieten.'t Onbemest gebleven stuk volg de daarop. De hoeveelheden droge stof van elk perceel geoogst beliepen Perceel 1 3269,4 K.G. Alle meststoffen hebben dus gewerkt. Doch zooals gezegd is, heeft de combinatie chilisal peter er superphosphaat zich het beste gehou den. Die liet na aftrek van alle kosten aan bemesting nog een zuivere winst over van 49 g. Maar, 't droge stofgehake was daar ook bui tengewoon hoog. Van de andere vier bemeste perceelen werden alleen op perceel 5 (kainiet en chilisalpeter) de bemestingskosten niet gedekt door de meeropbrengst. Men kwam er 4,16 g. op te kort. M. -Vraagbaak. Vrag-cn en Antwoorden worden kosteloos geplaatst. Antwoorden of mededeelingen zijn met hetzelfde nummer gemerkt ala do vragen eaarop ze betrekking hobbeu. Vragen. 660. Kan men stekken van een Ribeshees ter gemakkelijk in de vat krijgen GUI. Waarom is de kievit ftuttig? 662. Bloeien iepeboomen en esschen ook Antwoorden en mededeelingen. 657. Wittenbol? Daarmee bedoelt men een grassoort. De eigenlijke naam is wollig zorg- gras. 't Voelt heel zacht aan en groeit in sommige weiden in groote bossen. De beesten eten 't niet gaarne. Als 't gehooid wordt le vert het een produkt, dat o zoo weinig gewicht aanbrengt. 658. Nu nog kunstmest op land voor voe derbieten Voor chilisalpeter is 'top de bieten vol.-trekt nog niet te laa'. Integendeel. Su- perphosph iat, 't welk daarnaast zeer aan te raden is, had beter vroeger uitgestrooid ge weest, doch 't gaat ook. Maar chloorkalium, dat dan het drietal volmaakt Daar zou 'k een beetje bang voor zijn, dat nu nog ie zaaien. In elk geval geen andere kalimest nu meer. Hoeveelheden zie artikel»Een proef veld. 6ög. V\ ikken vooi groehbemesting gelijktij dig met haver? Dat is niet noodig. 'k Heb zelfs wel gezien, dat de haver wel al een hand breed hoog stond en dat er toen het wikken- zaad zoo maar overheen gezaaid werd. Zonder dat cr iets aan gebeurde sloegen ze heel goed aan. Toch vind ik 't wel zoo goed, ze een beeije in te eggen en dus wat vroeger te zaaien. g$e Oorlog-. Ev.i n na het afdrukken van ons vorig nummer brachten telegrammen ons de ver nieling van de i'etropavlofsk met de geheele Russische Generale staf aan boord. Wer.l dit eerst gevreten dcor Rusland aan een ongeluk, nu er meer "officieels'/ loskomt, blijkt maar altezeer dal Japan den Kus een leeiijke part gespeeld heeftWat is het geval. Admiraal Togo (Japan) verlelt ons nu de geheele toedracht. Hij zegt: dat een eskader torpedojagers I 2 April tc midder nacht den toegang van de haven van Port- Arthur bereikte en er in slaagde mijnen te strooien. Andere torpedojagers, die op verkenning uit waren, ontmoetten de toipe dojageis des vijands en boorden er een van in den grond. E :u derde esk uier kwam otn 8 uur smorgens tot aan de buitenreede van Port-Arthur. De "Petiopavlofsk," «Pöbjeda// en «Poltawa» Russische slag schepen vielen ons aan. Wij lokten den vijand geleidelijk ongeveer 15 mijlen mee. Toon kwam het eerste eskader naar voren en joegen wij den vijand terug naar den haveningang, waar de «Pctropavlofsk'/ in de lucht vloog. Een ander schip, wij kunnen niet uitmaken welk, vloog eveneens in de lucht. De vijand trok terug in de binnen haven. Een nieuwe aanval werd 15 April onder nomen. Port-Arthur werd toen met goed gevolg gebombardeerd. Het nieuwe fort ten westen van Kaap Liaoti-sjan werd tot zwijgen gebracht. Aan onze zijde geen verliezen. Nu is blijkbaar onjuist, dat behalve Je «Petropavlofsk» nog een ander schip "in de lucht vloog,de "Pobjeda" werd alleen maar ernstig beschadigd. Doch de Japan- neezen konden ook slechts heel uit de verte waarnemen, wat er getreurde. Van belang is voorts, dat een nieuw fort werd tot zwijgen gebracht Onlangs was gemeld, dat generaal Stoes- sel kanonnen had geplaatst, die de zu'dspits van het schiereiland bestreken, natuurlijk omdat de Japansche vloot zich telkens ach ter die hoogë spits, het voorgebergte Liao- tisjan verschuilt om veilig zijn geschut te richten op Port Arthur. Togo vermeld nu, dat dit "nieuwe fort" ten westen van Liao- tisjan tot zwijgen gebracht is. Ais het zoo is, zullen de Geien toch wel eerst menig Russisch projectiel hebben "ontvangen" op hun bodems. Meldden de Russische tele grammen ook niet, dat aan Japansche schepen schade was toegebracht Maar natuurlijk, Togo weet daar in zijn officieel rapport weer niet van. De vernielde //Petropolavlofslc» werd door deskundigen vaak hoofdschuddend beoordeeld, omdat bij bet schip, dat zwaar gewapend was voor zijne grootte, waardoor het in een minuut meer projectielgewicht kon wegslingeren dan bv. de 4-0U0 ton grootere //Majestic//-klasse van de Engel- sche vloot, dit meerdere gewicht aan geschut op het pantser bezuinigd was. Ook andere constructiefouten te hooge bovenbouw deden het schip slechts een matige waarde toekennen. Zoo zou het b,T. geen dubbelen bodem hebben gehad en daardoor bij de geringste beschadiging van de huid in groot gevaar verkeeren. Bijna zou men zeggen, dat deze vrees maar al te gegrond was, want het zoo snel zinken van het schip wekt in ieder geval bevreemding. Nu weer wordt uit. Petersburg gemeld, dat het juiste aantal slachtoffers, dat aan boord van de «Petropalavlofsk// verdronken is, 40 officieren en 750 matrozen bedraagt. Het cijfer der bemanning lijkt wel wat hoog voor een schip van 11,090 tons. De Japansche minister van marine baron. Yamemoto zond aan admiraal Togo heden telegrammen van gelukwensching, waarin hij zegt verrukt, te zijn over het succes van den aanval op Port Arthur. Het resul taat is schitterend, wat voor een groot deel te danken is aan het. dapper optreden van officieren en minschappen, wier gedrag niets le wen.clien laat. "Ik wensch 11, uwen officieren en manschappen van harte geluk' en hoop, dat ge zult doorgaan met u op deze edele wijze van uw plicht te kwijten, nu een «groot nationaal vraagstuk voor ons ligt IsagTzoiafleEs Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en Uitgever. Mijnheer de Itedactcur Zoudt gij me p. v. p nogmaals willen toeslaan, dat ik eenige plaatsruimte van Uw veelgelezen blad in beslag neem Onder voorbaat daarvoor mijn dank. DE VERGENOEGING. III. Waarde lezers Teneinde Uw geduld niet te lang op de proef te stellen deel ik U bij den aanvang van 't 3e stukje over dit onderwerp mee, dat lie* hiermee geëin digd zal wezen. Wij wenschen dan aan het, slot nog enkele pun ten van beteekenis aan te halen, die betrekking op deze onschatbare deugd hebben, en U tevens ook aan t.e wijzen, in welke opzichten een Chris ten onvergenoegd mag' en zelfs behoort te zijn. De hoofdoorzaak dan, waaruit misnoegen ont staat, is het ongeloof, terwijl juist het geloof ons vergenoegd kan maken, zelfs onder kruisen en ontberingen. Wij hooren een verharde Farao in zijn ongeloof zeggen: „wie is de Heerc, dat ik hem zou gehoorzamen De taal van een God- vreezende Eli daarentegen, toen hem van Gods wege door den mond van Samuel zulk een droeve boodschap werd gebracht, was deze: „Hij is de Heere, Hij doe wat goed is in Zijne oogen." 't Is dus eene hoogstwensohelijke zaak, dat wij liet geloof deelachtig zijn, maar hoe zullen we hier van in het bezit geraken Dit punt is van zoo veel gewicht, dat wij niet los d/ arover heen kun nen stappen te meer daarom, omdat er heden daags veel over geloof en geloovigen wordt gere deneerd, terwijl er ten allen tijde maar zeer weinigen waren, die het inden practijk bezaten. Dat het ook in onzen tijd wel iets zeldzaams mag genoemd worden, blijkt wel uit de schaarsc.he mate van vergenoegdheid, die er aangetroffen wordt. De Schrift leert ons dan, dat het geloof eene gave Gods is, dus eene vrije genadegift, waarbij <lus geen sprake kan zijn van eenige waardigheid in het schepsel. Er kan dan ook geen geloof aanwezig zijn, voordat iemand onge loof heeft leeren kennen en betreuren. Zeer na tuurlijk is het dat de leer der vrije genade veel tegenstand ontmoet van het verdorven verstand hetgeen wel met werken het geloof en de zalig heid wil trachten te verkrijgen, maar alseen ar me, alles verbeurd hebbende zondaar in eene bedelaargestalte tot den Troon der Genade te gaan daarvoor is de natuur veel te hoogmoedig. Neemt men deze opvatting wat nauw, overeen komstig den eigen weg, die ten leven leidt, dan word/ men voor een dweeper of naargeestige gehouden, ja, haast voor een vijand van 'tmensch- dom. Sommigen zijn zeer ingenomen met den naam van verdraagzaam, algemeene broederliefde enz. doch degenen die daarop azen, om aanzien onder de groote menigte te krijgen met het oog op eigenbelang terwijl ze de waarheid koelbloedig schade kunnen zien lijden, zijn niet anders dan tegenstrevers van den Geest en het oogmerk des Evangelies. Maak men zichzolven niet schuldig aan liefdeloosheid als men zijn naasten onge- waarseliuwd door het laat gaan op openbare of meer bedekte wegen, die van het pad des levens afdwalen? We hebben hier niet het oog op uit wendige daden, maar sprekeu een paai' woorden over 't geloof. Hoe hoort men vaak niet aandrin gen op geloof alsof het met een paplepel was in te geven. Er zal wel degelijk eerst plaats inliet hart moeten zijn om de onuitsprekelijke gave te ont vangen, daar toch eene ledige hand het best in staat is om eene weldaad aan te nemen. Daarom is zeker eene ontdekkende predikatie zoo noodig te hooren, opdat de hoorders mogen leeren kennen wie en wat ze zijn, namelijk walgelijken onrein voor het Opperwezen. Gaarna ging ik over dit punt nog wat door, doch we hebben nog enkele andere zaken te noe men. Teneinde de gestalte van vergenoegd, lieicl te behouden, wees zorgvuldig wakende over uwe concientie, U niet in eenige zonde toegevende- Kunt gij het in een of ander opzicht niet verder brengen, geef het aan den Heere over, die groot van raad en machtig van daad is. Als er stot in- onze oogen komt worden ze waterig en pijnlijk, evenzoo is het ten opzichte van de zonde die in ons hart komt, ons smart en onrust aandoen de. Moogt gij de vergenoegdheid maar behóuden dat edel kruid kan alle bitter zoet maken. Leert ook u zeiven te verloochenen en te verza ken, de eer van God meer beoogende dan die van ons eigen. Hiertoe zijn verschillende zaken dienstig, waaronder wij in de eerste plaats wel mogen tellen het dooden onzer begeerten, oen- kende dat alle aardsche dingen maar kort vergan kelijk en gering zijn in vergelijking bij de hemel- sche. Ook zal liet noodig zijn, onze vermaken te ma tigen, al zijn het ook geoorloofde. Willen wij over 't gemis van iets niet al te bedroefd zijn, laat ons dan in het bezitten en genieten ervan matig wezen. Verder is het eene voorname vereischte voor de vergenoegdheid, dat we nedrig zijn. Een waarlijk nedrige heeft geringer gevoelens van ziehzelven dan anderen kunnen hebben. Dit zal hem niet spoedig doen klagen over zijne middelen en wegen, maar het zal hem grootelijks verwonderen, dat hij nog is wat hij is. Een volgend punt is, dat wij maar veel zoe kende gemaakt mogen worden naar de dingen die Boven zijn, want daardoor dalen de onder- maansche in waarde. Van nature gelijken wij de slang en de mol, die in het stof kruipen en wroeten, maar de Genade leert ons niet den arend eene hoogere vlucht nemen. Bedenken wij ten slotte, dat het lichaam maar zoo weinig van noode heeft, daar de maag eer verzadigd is dan liet oog. Wij begeeren vaak zoovele overbodige dingen, die onmisbaar zijn en 'tis juist het haken naar die, hetwelk ons het leven soms bezwaarlijk maakt. Geef dus Uw vleesch en begeerten niet te veel toe, en gij zult U uit- 'en inwendig eene aangename rust kunnen verschaffen. Zie eens hoe vurig de meeste men schen in natuurlijke zaken zijn, welke heidenen redenaars soms, doch komt het op geestelijke dingen aan, hoe traag en stom vindt men hen dan doorgaans. Laat ons dan meer bedenken, dat de ziel van grooter waardij is dan het lichaam arbeidende alzoo om de kunst der Goddelijke vergenoegdheid te leeren. Nu willen wij nog even enkele gevallen aan geven, waarin de onvergenoegdheid geoorloofd en prijselijk is. Zullen wij vergenoegd mogen wezen, als wij in een onbevredigden staat met onzen Schepper leven Van nature is ieder mensch onder Gods toorn. Terwijl dm de Goddelijke wraak ons bo ven het hoofd hangt, zullen wij in dien gevaar- vollen toestand blijven slapen Kunnen en wil len wij met vermaak in Sodom blijven leven, wij zuilen gewis met dat volk vergaan. Daarom behooren wij den Heere aan te loopen al is het maar verstandelijk, of Hij ons de oogen beliefde te openen, 0111 onzen droevigen staat in te* zien. Mocht dit .ons te beurt vallen, we zouden niet langer meegaan met het geroep van vrede, vrede en geen gevaar, maar we zouden 011a gaan haasten om onzes levens wil. Ook behooren wij niet vergenoegd te wezen, als wij op kwade plaatsen en 111 kwade gezel schappen moeten verkeeren, maar we mogen den Heere vragen, of Hij ons daarvan beliefde te ontslaan en een weg in Zijne Voorzienigheid ontsluiten, die met Zijn Woord overeenkomt. Kwade samensprekingen bederven immers goede zeden, hetgeen wij 00k nog ontdekken bij den zeldzamen .(ozef, die in het huis van Faraö leerde zweren bij het leven des konings. Verder mogen wij ook niet tevreden .'zijn met eene kleine mate van kennis en Genadé, maar wij moeten zoeken op te wassen in de kennis en Genade van onzen Heere Jezus Christus. Evenzoo mogen wij niet vergenoegd zijn, als wij in do plaats onzer inwoning dc waarachtige en volkomen leer der zaligheid moeten ontberen. Het mag ons niet genoeg zijn, 0111 te zeggen, onze ouders en voorouders hebben ook in den zelfden staat geleefd, dus wij zullen 'iel- ook maar bij houden. Zult gij dit op stoffelijk gebied ook zoo opnemen Als gij Uwe omstandigheden kunt verbeteren, zult ge dan zeggen, och, mijne ouders waren iiet ook maar sober gewoon, dus ik wil het niet ruimer hebben? Neen waarde lezers, zoo is het niet gesteld, maar 't is alleen de belangeloosheid in het heil onzer zielen dat ons lauw doet zijn. Zagen we dit recht vuör onzelven en voor onze naasten, we zouden den raad van den Heiland aannemen, en den Heer des oogstes bidden, of Hij arbeiders beliefde uit te stoeten in den Wijngaard terwijl de oogst wel groot is, maar deszelfs getrouwe arbeiders zoo weinigen zijn. Doch, helaas, hoe velen kunnen het met hunne houten priesters wel stellen als ze hunne goudbeurzen maar mogen behouden. Hierbij willen wij het dan heden laten, en hopen eene volgende keer iets te schrijven over De Onvergenoegd beid. De Heere zegene deze gebrekvolle regelen naar den rijkdom Zijner Genade, om Jezus wille. Dat zij zoo. Middelharnis. II. VAN DER MEULEN. SSoeKbeeortfccIing*. Cri stel ijk Zondagsblad le Jrg. 110. 3, prijs p. no. 4 ot. Hoofdred. I'. BROU WER te Leerbroek. 'Dit Weekblad voor 't Huisgezin leest aange naam. De onderwerpen boeien als de wijze van vertellen en nieedeelen. „Wien zoekt gij?" is 't eerste artikelStakersHistorische Schetsen Voor kinderen; Yan week tot week; Allerlei. Ziedaar de titels. We hebben er weer met groot genoegen kennis mee gemaakt. Ons Oude Nederland door PENNING Afl. 4. Rotterdam D. H. Daamen. Religieuze en nationale beroeringen Karei V is en blijft de reformatie vijandig gezind; Karei V doet afstand van den troon Filips II van Vlissingen onder zeil naar Spanje; Margaretha en de Raad v. State; Vertrek van Granvelle 't Smeekschrift; Hagepreeken en Beeldenstorm; Roomsch en Onroomsch wordt vervolgd de80j. oorlog. Enz. enz. Ook deze Aflevering onderscheidt zich weer door heldere voorstelling van feiten en juiste Karakter teekening. Ieder minnaar c'leT volkthis- torie lata niet na op dit kostbaar werk in te teekenen, dat ook nu weer met talloos vele illu straties is versierd. ^Kesroeug'ti 1%'aetiws. Brand te Zaandam. Kven nadat Zondagavond liet licht aan een Hoogendijk te Zaandam, dienende tot seinlicht voor de schepen, die uit het Noord- zeekanaal, zijkanaa! G naar Zaandam willen in varen, was aangestoken, geraakte de lamp in brand en klonk weldra langs de straat brand in de lantaarn Aan blussehen viel niet te denken en men moest de brand stil laten voortwoeden tot de laatste druppel olie ver brand was. Natuurlijk bracht dit brandje reeds vele menschen op de been. Even daarna klonk wederom de kreetbrand en op ongeveer 2 minuten afstand van do lantaarn bleek thans het vuur te woeden in de stoomdrukkerij van de iirmii Leeuwerink en Van Dijk aan de Rozengracht. De druk kerij was gevestigd in een houten pakhuis, loebehoorende aan den heer M Dekker Jr., die de bovenverdieping in gebruik had als bergplaats van zeilen, dekkleeden en touw. De voorraad papier in de drukkerij als mede de houten wanden deden woldra het vuur lustig opvlammen en an korten tijd was het geheele .gebouw van* onder tot boven een vuurzee die ernstig de aangrenzende per ceelen, beide ook geheel van hout en toebe- hoorende aan Mevr. de Wed. Bakker, be dreigde. l)e brandweer, hoewel in haar pogingen ernstig gehinderd door liet bij duizenden toegestroomde publiek, trad krachtig op en taste de vuurzee aan met acht spuiten en twee stralen op de waterleiding. Het gelukte haar den brand tot liet aangetaste perceel te beperken dat totaal afbrandde terwijl de wo ning aan de westzijde, bewoond door mej. P. Amblee veel schade, zoowel door vuur als water, beliep. De oorzaak is onbekend en te meer ge heimzinnig daar vermoedelijk den geheelen dag niemand in de drukkerij is geweest en deze dus 'reeds Zaterdagavond is verlaten. Alles was verzekerd, het gebouw zelfs op beurspolis. Een wonder mag het heeten, dat bij dezen brand geen persoonlijke ongelukken zijn ge beurd, want het terrein van den brand was slechts te bereiken over een paar bruggen, onder het gewicht der menschenmassa schier bezweken. Van een dier bruggen ging reeds dc leuning omver, waarom men het wijzer oordeelde deze maar weg te breken dan ge vaar te loopen. dat zij in haar val eenige personen mee zou sleepen. Een iange reis. In Kalwijk werd voor eenige jaren een blok huizen gebouwd, dat //Lombok// werd gedoopt en sinds dien als zoodanig bij groot en klein bekend is. Nu werd 30 Dec. j.l. uit Zwolle een nieuwjaarskaart verzonden aan Mej Katwijk-Lombok. Via Amsterdam Welte vreden is deze kaart in onzen Inclischen Ar- cipel aangeland, vanwaar zij natuurlijk als onbestelbaar werd teruggezonden. Een paar dagen geleden werd zij nu aan het juiste adres le Katwijk besteld. !>oor den trein gedood. Op het stationsterrein te Gouda is Z ter- dagmorgen de telegraafwachter van Hasselt door een der treinen aangereden, met het gevolg dat de man gedood werd. Of jegens Die dat hij zich ze den m In iede 4

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1904 | | pagina 2