Uit het Kameroverzicht van de Tele
graaf nemen we dit deel
In de Nieuwe Crt. begint het Kamer
overzicht aldus
De Nieuwe Rotterdamsche Courant ver
keert bij vernieuwing in een periode
van zenuwachtige overspanning.
Nog geen vier weken geleden had
zij van dezelfde aandoening te lijden,
en nu opnieuw wordt iij door deze
kwaadaardige kwaal bezocht.
Had in het eind van Januari onze
Rotterdammer dit op haar geweten,
nu gelukkig niet.
Wij zouden het ook niet gaarne wil
len, vooral niet in een tijd waarin de
wet op het Hooger Onderwijs aan de
redactie van het liberale orgaan toch
al haast geen nacht behoorlijke rust
laat.
Nu zijn de roomschen de oorzaak
van den schrik.
Waarom kozen zij voor hun plannen
ook geen beter tijdstip?
Zie eens aan, daar heeft de bond
van roomsch-katholieke kiesvereeni-
gingen in de provincie Zuid-Hol land
een circulaire verspreid, waarin om
bijdragen verzocht wordt tot bestrij
ding van de groote verkiezingskosten,
die in Juni tot behoud der niet liberale
meerderheid in Zuid-Hollands Staten
zullen worden gemaakt.
Zoo'n oproep is natuurlijk geschikt
om de Nieuwe Rotterdamsche Courant
voor enkele dagen geheel van streek
te brengen.
Wel hebben haar eigen geestverwan
ten steeds gevulde beurzen, maar dit
tijdig vragen om geld van roomsche
zijde is toch een onheilspellend teeken.
»In het clericale kamp wordt alles
reeds bijtijds voorbereid om in Juli de
overwinning te behalen,zoo roept
zij uit.
Wist het blad dat nog niet eens
Wij dachten, dat spreekt als een
boek.
Het zal ons dan ook een groot genoe
gen doen, wanneer de Nieuwe Rotter
damsche er in slaagt om ook haar
geestverwanten te overtuigen van de
noodzakelijkheid, om tegen dat de ban
ge tijd nadert volkomen gereed te
zijn.
Wij wenschen geen droomers te
overwinnen.
Maar mannen, die zoo wakker zijn
als het maar kan,
De vreugde over eiken zetel, die
door ons op een flink wakende weder
partij wordt gewonnen, smaakt ons
gehemelte dubbel zoet.
H Arbeidscontract.
II.
Uit tic Mausers.
Tuin- en Landlioinr.
Stellendam. Een 8 tal landbouwers
alhier teekenden voor 17 aandeelen
in de onderlinge Zeeuwsche Super-
pbosphaatiabriek.
plots naar rechts, argumenten bijstampend
met korte, krachtige slagen op de tafel,
zich roerend en werend als een sterk en
ijverig werkman die lust heeft in zijn werk,
en sprekend al dien tijd met zoo sonoor
en wèl-gemoduleerd geluid, dat zijn stem
aan 't eind nog even frisch en opgewekt
en jong klonk als in het eerst. Het was
een mooi en forsch moment in de mooie
discussies van deze dagen.
Een groote deugd in de rede, waar
door zij van begin tot eind in tegen
stelling met anders een hoog karakter
bleef behouden, was het vermijden van
allé kleine persoonlijkheden, het volstrekt
negeeren van de Borgesiaansche hatelijk-
heidjes.
De heer Borgesius kreeg maar een
goede en rake striem. Een ramp voor het
land had de liberale leider dit wetsont
werp genoemd, en toch zei de minister
deed het slechts in zeer geringe mate
recht aan een levensrichting, welke toch
zeer zeker verheffing verdient uit jaren
lange verguizing.
Was de heer Borgesius nu niet alleen
»chef der file« der Linkerzijde, maar ook
haar »porteporale«, dan was geen andere
conclusie mogelijk dan dat de Linkerzijde
het recht van bestaan der christelijke le
vensovertuiging, van de overtuiging dus
van duizenden des volks ontkent. De heer
Borgesius zal deze conclusie niet mogen
aanvaarden, en daar was het den Minister
dan ook om te doen. De zet was voor
treffelijk.
Tenslotte nog even een hinderlijke in
terruptie van den heer Troelstra gecon
stateerd, die, toen de Minister het verwijt
van christelijk isolement afwees, met be
tuiging van zijn belangstelling in de (mits
niet moderne) tooneelkunde, uitriep
»En de danskunst
Het was kleintjes en blijkbaar een Map
sus linguae.
Een merkwaardige dag. Indien ooit
een menschenkind nog de overtuiging
noodig heeft dat het moeilijk is waarheid
en onwaarheid te ontwarren, bij aanhoore
Dr. Kuyper.
De premier heeft onbetwist heden het
beste gegeven wat hij geven kan. Hij
heeft permissen gesteld, zoo ontwijfelbaar
juist, van zoo groote beteekenis voor ons
wetenschappelijk bewustzijn, dat de natie,
voor dergelijke woorden in 's Lands ver
gaderzaal gesproken, hem dankbaar moet
zijn. Hij heeft er, somwijlen, conclusies aan
vastgeknoopt waarvoor niet genoeg kan
worden gewaarschuwd.
Zenuwachtig.
(De Rotterdammer,)
Hebben we in ons eerste artikel er op
gewezen, dat de tegenwoordige regeling
van de aibeidsovereenkomst van geenerlei
waardij is; dat 't U. Wetboek in zijn
drie artikelen over de dienstboden enz.
weinig inhoudt en dan nog 't recht van
den sterkste sterkt doorstraalt in dal hoofd
stuk een andere vraag is natuurlijk voor
wie is dit contract noodzakelijk? Voor
den enkeling als individu, of voor de or
ganisatie Moet een nieuw arbeidscon
tract een iudividueel of een collectief con
tract zijn Wat is 't verschil? Een in
dividueel contract wordt gesloten tus-
schen eiken enkelen werkman en zijn pa
troon terwijl een collectief contract ge
sloten wordt tusschen een gelieele organi
satie en haar patroon, bn 't vermoe
den ligt voor de hand, dat de Minister,
een collectief contract wil vaststellen.
Geenszins, lltj plaatst zich op't practisclie
en niet op 't theoretische standpunt. Want
wel stemt de Minister toe, dat de heden-
daagsche arbeid staat in 't teeken van de
collectiviteit en de coalitie, maar
in dat teeken staanof reeds collectivis
tisch zijn (en dat is toch besl st noodig
voor een arbeidsovereenkomst, die in 't
heden reeds werken most) is niet 't zelfde.
Het is juist een bekend feit, dat de f\e-
derlandscbe arbeidsorganisatie in 't nadir,
in plaats van in 't zenith staat, vergele
ken bij wat in andere landen als in En
geland, Amerika en Duitscliland enz. be
staat. Met onze arbeidsorganisatie is 't
bepaald, treurig gesteld en dien toestand
ziende zou 't wei zeer onpractisch zijn,
zoodanige regeling te treffen, die. zich wel
in de lucht beweegt, maar niet met beide
voeten in 't werkelijke leven geworteld is.
He Minister erkent, wel, dat vgouvernei,
c'est prévoir» dat een regeering voor-uit-
zieu, en bepalingen-maken moet met 't
oog ook op de toekomst, maar hier, in
dit geval, zou deze spreuk ontaarden in
een fout, wanneer de Overheid op dit
terrein, waar liat-r roeping geen andere is
dan den uit 't vrije ltven opgekomen
drang in veilige bedding te leiden, in
plaats daarvan een kunstmatig.en stroom
ontijdig deed ontspiingen
Maar er is nog een ander bezwaar tegen
zulk een collectief contractWant dan
zouden ook daarbij geregeld moeten wor
den de verplichte vakorganisatiede ci
vielrechtelijke verantwoordelijkheid dor vak
vereniging b.v. in gevallen van onwettige
contractbreuk, wanneer de werkgever recht
heeft schadevergoeding te eischen voor
't doen stilstaan van machines i fabriek
op 't veld, op spoor en boot, in mijnen,
winkel enz. de scheidsgerechten alles een
veel omvattend werk, waartoe de nog
komende maanden geen gelegenheid geven
goed te behandelen en af te werken.
Daarom wil de Minister ilians alleen
indienen een individueel'contractmaar
ook dit zal gunstig werken, want //bij
de regeling staat als beginsel op den voor
grond 't verleeuen van hulp aan de econo
misch zwakkeren.//
Immers, zoo citeert de Minister, wan
neer overigens alle rechten der burgers
met zorg moeten worden in 't oog ge
houden en op 't openbaar gezag de plicht
rust om ieder 't zijne te laten, de schennis
van 't recht te beletten of re straffen
bij de behartiging van de belangen
van 't individu is de Overheid op geheel
bijzondere wijze gehouden tot belangstel
ling in 't lot der lagere, onvermogende
klasse. De meerbemiddelden toch hebben
minder behoefte aan overheidsbescherming
zij vinden vaak in eigen kracht reeds
voldoenden steun en genoegzame hulp
de minder bedeelden echter, de menschen
zonder hulpmiddelen, zijn bijna ten eenen-
male van bescherming door de Overheid
afhankelijk. De werklieden alz -o, die voor
't meerendeel in dien toestand verkeeren,
behooren door de Overheid onder hare
bijzondere hoede te worden genomen.
Nadat de heeren Lohman, Aalberse, Goe
man Borgesius en van der Zwaag hun
speeches hadden afgestoken, was 't woord
aan den Minister van Binneni. Zaken de
heer Lobman had zich vóór 't ontwerp
verklaardde heer Aalberse stelde tegen
over de bewering van den heer v. d. Vlucht,
dat jongelieden van verschillende richting
de colleges aan de staatsuniversiteiten kon
den volgen, omdat daar aan iedere rich
ting recht werd gedaan, verschillende feiten
waardoor bewezen werd, dat zulks volsttek
niet altijd 't geval was. Zoo werd aan drie
colleges door den heer Aalberse gevolgd,
het natuurrecht als uitgangspunt gevolgd
en gezegd, dat er geen verband bestond
tusschen God en 't Recht, hoewel naar
der Christenen belijdenis God de bron is
van alle recht Het Staatsuniversitair-onder-
wijs voldoet ook den Roomsche niet, wat
wel hieruit blijkt, dat zich dit jaar in Lei
den maar drie R.K. studenten hebben la
ten inschrijven, terwijl er 3 5 gegaan zijn
naar de stedelijke Univ. te Amsterdam, om
dat daar een R.K. professor werkzaam is.
De heer Borgesius was weer scherp harts
tochtelijk vaak, en probeerde tegen den
Minister den heer Lohman uit te spelen,
wat mislukt is. Minister Kuiper was de
Calvinistische chef, en hoewel de heer
Lohman een flinke reden had vóór 't open
baar Staatsonderwijs, zou hij 't nog eens
luchtjes over doen, en hij vergat vooral
Seinpost niet; sprak over Heemskerks zoon,
wat eenige interrupties tengevolge had
over de onhebbelijke persoonlijkheden, die
de heer Borgesius op tafel bracht en ein
digde zijn rede onder 't bravogeroep der
Socialisten na de bewering, dat ongewij
zigde aanneming een ramp voor 't onderwijs
en dies een ramp voor den Staat zou
zijn. De heer v. d. Zwaag zag in de Vrije
Univ. de beschermster der belangen der
Kapitalisten, en hij had dus met 't voor
stel niets op. Toen kwam de Minister aan
't woord. Hij bracht zijn dank aan de hee
ren van Idsinga, Heemskerk en Nolens enz.
voor hun krachtigen steun en bracht den
heer Lohman warme hulde voor zijn steun
aan 't ontwerp, te meer, waar de tegen
standers gespeculeerd hadden op de gebeur
tenissen in 't verleden, om daardoor den
hr. Lohman te prikkelen en zijn stem te
onthouden. Hier was hoogheid van karak
ter noodig om staande te blijven en de
heer Lohmam bleef staan, wat den Minis
ter een woord van innigen dank ontlokte.
Dat de heer Troelstra, als wetenschappe
lijk man, wilde tegenstemmen was hem
eerst vreemd, maar naderhand bedacht hij,
dat de heer Troelstra een stelsel is toege
daan, dat 't geestelijke beschouwt als het
product van een materieel economische
werking, en dus bleef hij bij zijn aforekende
critiek in de lijn van zijn eigen stelsel.
Dat de wijziging alweer partieel was,
zooals de heer Roel opmerkte, was niets
bijzonders toen zijn Kabinet aan 't roer
was, zijn er niet minder dan 39 partieele
wijzigingen gemaakt, dan in de eene en
dan weer in de andere wet. Wat hij als
Minister thans voorstelde was en lag in
de lijn der historie bevorderde op billijke
wijze de vrijheid van hooger onderwijs en
werd geeischt, door den tegenwoordigen
toestand in 't proces der .wetenschap.
In 1815 werd in de Grondwet nog van
geen'vrijheid voor 't hooger onderwijs ge
sproken. Zij vond toen haar eenigen waar
borg in een organiek besluit, dat kon wor
den ingetrokken. In 1848 kreeg de vrij
heid een grondwettelijken waarborg. Bij de
wet van 76 werd zij uitgebreid tot veree-
nigingen en kerkgenootschappen. In 1901
werd de laatste stap gedaan door 't ver
leenen van 't jus promovendi aan bijzon
dere gymnasiaen nu is dit wetsontwerp
een consekwente stap verder door de ver
leening van den effectus civilis. Dit wets
ontwerp bevordert ook op billijke wijze
't Vrije Hooger onderwijs door de Vrije
Univ. niet langer een teeken van mindere
waardij vergeleken bij de Staats-Unieversi-
teit op 't hoofd te drukken, en haar
verzekert de gelijke wapenen te hanteeren,
die de Staat aan zijn eigen Hoogescholen
geeft nl. den effectus civilismaar ook
wordt de Vrijheid v. H.O. bevorderd door
de afzonderlijke leerstoelen, en ten derde
door de ,Bijz. gymnasia te subsidieeren Eu
noemt men de Vrije Universiteiten dril
scholen en isoleer inrichtingen, zooals de
hr. Troelstra ze betitelt, die opmerking
doet niets ter zake. omdat de wet een
maal vrijheid van onderwijs waarborgtis
men daar tegen, Iaat men dan den moed
hebben art. 85 en 99 te schrappen, maar
zoolang die vrijheid er is, baat alle zulke
booze titelatuur niets. Het verleenen van
graden (de doktorsgraad) is nu reeds aan de
Vrije Univ. gegevenmaar slechts dit ont
breekt, dat de graden waardij hebben om
in Staatsdienst te worden opgenomen. En
klaagt men over de slechte waarborgen,
die de Vrije Univ. geeft. Maar welke waar
borgen geeft dan 't diploma der Openbare
Univers. Hij zelf is een harer leerlingen,
maar hij heeft met volbloed liberale vrien
den, die dus niet partijdig kunnen zijn,
vaak erom gelachen, te zien, wie er door
kwamen en wie niet. Wilde men waarbor
gen bezitten, dan moet men den effectus
laten verleenen, niet door de professoren,
die hun studenten niet zoo kennen, maar
door de studenten zeiven, want die kennen
de wetenschappelijkheid hunner kameraads
uitstekend. Voor de Vrije Univ. wordt al
lereerst als waarborg geeischt 't schriiven van
een proefschrift. Men wil beweren, dat deze
waarborg onvoldoende ismaar 't besluit
van 1815 ging niet verder dan na 4 jaren
studie etn promotie; en een vier jarige
studie aan de Vrije is wel degelijk ook,
naar de wet van 1813, een waarborg. De
hoogleeraren der Vrije moeten doctoren
zijn, of hun benoeming moet worden be
krachtigd door de Kroon, wat voor 't
doceeren aan Rijks univ bij niel-doctorale
graden, ook moet geschieden. Het getal
hoogieeraren aan iedere faculteit moet mins
tens 3 zijn men vindt dit te weinigte
Groningen echter zijn in de juridische fa
culteit 5 hoogleeraren, waarvan 1 in de
Staatswetenschap. In 't geheel zijn er 9
professoren noodig, maar aan onze Staats
universiteiten zijn er ook weinig, vergele
ken bij Duitschland en ,'apan, waar te To
kio aan de Juridische faculteit 42 hoog
leeraren zijn en in 't geheel 273. '1 Is
dus dwaas 't cijfer onzer Staatsumv. tot
grondslag te nemen, want dat getal is ook
maar luttel. De Munstersche Universiteit
telt 1283 studenten en heeft maar drie
faculteiten. Laat men dus niet zeggen drie
fac. is te weinig.
Natuurlijk blijft ons ideaal 5 faculteiten
maar we moeten groeien, en als de Vrije
Univ. 't ten slotte niet tot 5 brengt, dan
heeft ze geen reden van bestaan Eindelijk
hebben wij, zoo sprak de Min in ons ont
werp geeischt, dat een kapitaal moet aan- j
wezig zijn van f 100000, om daardoor
te voorkomen de pseudo-universiteiten.
Klaagde de heer Roesing, dat de theolo
gische faculteit buiten Staatscontrole wordt
gesteld; 't is natuurlijk, dat zoo iets ge
schiedt, de waarborgen die de Staat eischt
zijn alleen met 't oog op den effectus, op
de eischen van bekwaamheid voor den
Staatsdienst maar de Staat heeft geen the
ologen in zijn dienst, en dus zijn er geen
waarboigen noodig in die faculteit. Waaiorn
wordt dit ontwerp nu voorgedragen om
dat 't beneden de waardigheid is van een
richting, de goedkeuring van haar werk
elders te moeten gaan vragenwij moeten
nu aan de Staatsexaminatoren vragen, ons
werk te keuren, omdat nu 2 examens moe
ten gedaan worden door onze studenten
en 't twee-colleges-moeten loopen studiebe-
dervend is en voor eigen ontwikkeling wei
nig tijd laat. Ten slotte kwam het derde
punt aan de orde, dat 't wetsontwerp wordt
geeischt door den tegenwoordigen stand
in 't proces der wetenschap, en de bezwa
ren onder de oogen gezien, die de tegenstan
ders opperen tegen 't wetenschappelijk ka
rakter der bijzondere hoogescholen De
Minister stelde in 't licht; 1. de bestem
ming eener Universiteit2. 't karakter van 't
Hooger Onderwijs en 3. den eisch der we
tenschap. Voorop stelde ZEx. dat bijzon
der en openbaar onderwijs niet in begin
sel behoefden te verschillen. Er kan zijn
een Calvin, en R.K. universiteit, maar ook
een zoogenaamde indifferentede twee
eerste zouden principieele kunnen genoemd
worden het verschil zit em hierin, dat de
twee genoemde van een vast beginsel uit
gaan da indifferente daarentegen heeft
geen vast uitgangspunt. Wat is de bestem
ming eener Univ. Volgens de wet in art.
1 vorming en voorbereiding zoo voor de
wetenschappelijke doeleinden als voor pu
blieke betrekkingen. Een Univ. is een vor-
mings-en opleidingschooleen conservato
rium om te bewaren, de verkregen weten
schap der eeuwen, opgeborgen in musea en
bibliotheekeneen observatorium, waariu
de student moet opmerken en onderschei
den, en leeren om op eigen beenen te
staan en zelf verantwoordelijk te zijn voor
de overtuiging, die hij de wereld zal in
drageneen laboratorium, waarin de stu
dent moet werken, methodes leert kennen
en onder toezicht zelf beproeft de weten
schap te bereiken Laten de studenten ook
andere Univ. bezoeken, maar 't blijft een
bezwaar twee stel colleges te loopen. Welk
stelsel verdient nu de voorkeur 't princi
pieele of 't indifferente 't Laatste wil,
dat de studenten zeil hun levensbeschou
wing opbouwen, maar dan mogen 't wel
reuzen van verstand zijn, want tot dien
opbouw komen anderen geleerden pas op
rijperen leeftijd. Daarentegen noemt 't prin
cipieele stelsel een vast uitgangspunt a n
't geloof in Christusvan uit dit punt
moet men de waarheid belijden, handha
ven en propageerenniet om juistheid,
maar om waarheid is 't te doen, 't indiffe
rente leidt tot twijfelzucht, tengevolge waar
van de middelmatige studenten gaan missen
de welbewuste levens- en wereldbeschou
wing, dat bevorderlijk is aan 't wankelen
van eigen intellectueel leven en dus geen
vasthe d van karakter in de hand werkt,
't Is waar 't principieele stelsel heeft 't
nadeel van eenzijdigheid te bevorderen
ook dit nadeel, dat 't zijn grens nauw
trekken moetmaar 't indifferente stelsel
waar zijn zijn grenzen De Min. zou wil
len een grootsche, rijk ingerichte en van
alles voorziene rijksuniversiteit met 't recht
aan alle kringen om aan die Universiteit
faculteiten te vestigen, d/ch met onttrek
king der beuoemihg van hoogleeraren aan
den Staat. Daarna sprak de Min over de
geloovige en ongeloovige wetenschap, over
't feit der zonde en de echte liberaliteit.
Voor de geloovigen was in den beginne
't woord, de Logos, God, de oerdenker,
de eerste, grootste Denter van alle ge
dachten de Denker van alle gedachten
die in 't leven en in de wereld inliggen,
en welke Godsgedachten wij menschen
moeten indenken, trachten te begrijpen en
in ons eigen bewustzijn moeten opnemen.
Nu is er een andere richting opgestaan die
beweert de weten schap te zijn en de waar
heid te brengen die richting stelt zich
evenals de kerk op dit standpum. dat haar
wetensch den stempel moet dragen van
orthod jxie en dat al wat er buiten staat
sectarisch is. .At woord komt ook voorin
de adviezen 1 den Senaat der Leidsche
Univ. over di welsontw rp en o >k prof
v. d. Vlucht heeft dat woord g'bezigd
Vroeger was er een psychische eenzijdig
heid dn de jaren ver achter ons toen is
gekomen als de icactie daarvan 't ratio
nalisme toen op den voorgrond irad de
leer omtrent de natuur, en de rrensch zich
meester waande van die natuurdaaruit
werd 't verlangen geboren om door die
natuur ook God te 1 w kennen maar
men zag zich tek-urgest d waarna er ..11
mystieke richting ontstond als spiritisme,
Boeddhisme en theos >fidoch had men
nu maar alleen positief opgebouwd zijn eigen
mystieke stelsels, men had dit kunntn
laten doorgaan, maar men begon ook af
te breken, wat den Christenen heilig was
Toen hebben de belijders zich afgevraagd
of zij zich niet moesten terug tr kken uit
de wetenschap en kwamen tot de slotsom,
dat zij positie hadden te nemen tegen de
richtingen die deden af lolen, en beleden,
dat er geen wetenschap is zonder geloof
Wetenschap is God nadenken in zijn ge- I
dachte, maar daarbij rekening houdend met
de zonden. Zoo nu zijn er twee richtingen.
Wie zal beslissen welke de goede richting
heeft. Een aardsch rechter is er niet Met
redetwisten komt men er niet, want dan
moest men een zelfde uitgangspunt hebben.
Zij staan dus tegenover elkaar, en de Over
heid heeft geen recht om te zeggenIk
geef de eene richting wel geld en voor
rechten, maar de andere niet. En daarom
was de heer Lohman in den waren zin
LiberaalHij gunt elke der twee richtingen
gelijke wapenen (Bravo's
VOOR DEN LANDMAN.
VI.
Het minst vaak ziet men chilisalpeter be
zigen op graslanden. En dat komt vooral
hierdoor, omdat nog maar nl te vaak gemeend
wordt, dat grasland niet zoo'n groote behoef
te heeft aan stikstof. »Immers«, zoo hoort mon
heel vaak praten, als men een oude weide
scheurt, om die in bouwland te veranderen,
dan is op zulk bouwland in den regel een
uitnemende oogst te verwachten, zelfs zonder
bemesting®. Ik geef dit aanstonds toe, maar
voeg ei- de opmerking bij, dat de gebonden
stikstof in de weidedus zoolang deze nog als
weide ligt, in vele gevallen dood kapitaal
wozen zal. Pe lucht kan er pas goed bijkomen,
als zoo'n wei gepleegd is en eerst dan zal
zulke stikstof verder meehelpen aan de leve
ring van salpeterzouten, die een »gescheurde«
wei tot zoo'n uitstekend bouwland maken.
Maar, nietwaar de meeste weiden worden
niet gescheurd. De meeste weiden hebben
bepaald behoefte, vooral in 't vroege voorjaar,
aan terstond opneembare stikstof. En daar
komt 't dan ook vandaan, dat eene bemes
ting van 100 KG. chilisalpeter per HA. heel
vaak uitstekend werkt.
Van 22 mij bekende proefnemingen (100 K.G.
chili per H. A.) had de oogstvermeerdering
in 14 gevallen eene hoogere waarde dan die
van de gebezigde 100 K.G. chilisalpeter. De
zuivere winst bedroeg, als we de genoemde
hoeveelheid kunstmest op 12 g. stellen van
50 c. tot zelfs 45, 50 g. De uitkomsten van
alle 22 proeven door elkaar gerekend toonde
een zuivere winst van 7,30 g. per H.A. En
dan wordt de gunstige invloed van het uitge
strooide chili op het etgroen nog niet eens ge
rekend Ook bij 't gebruik van grootere hoe
veelheden waren de uitkomsten uitermate be
vredigd. Van niet minder dan 23 proefvelden
vind ik opgegeven, hoe 300 K.G. chilisalpeter
op grasland werkte. En dan blijkt mij, dat op
slechts een zevental een zóó groote gift niet
rendabel was. Doch van de 16 andere beliep
de zuivere win ft van 4 g. tot 39 g. per H.A.
Doorelkaar genomen 9,82 g. per H.A.
sAlle graslandproefvelden, over geheel Ne
derland verspreid, bewijzen de gunstige uit
werking van chilisapetercc. Zoo staat er in dat
boekje, waarvan ik in mijn laatste opstel sprak.
En zonder eenig voorbehoud maak ik die
woorden tot de mijne. M.
I's'iiua: »aak.
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst.
Antwoorden of mededelingen
zijn met hetzelfde nummer gemerkt ala de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
637. Levert guano ook humus in den bodem
638. Wat is het doel van een botercontróle
station.
639. Wat is pepsine
Antwoorden en mededeelingen.
634. Ca naliet Ja, dat is ook een kali-
houdende meststof. Er zit ongeveer 30 percent
keukenzout in.
635. Voorbehoedmiddel tegen ssnota bij
kippen Van iemand, die veel kippen houdt
en fokt hooide ik, dat hij gewoonlijk een heel
klein beetje ijzerfitriool in t drinkwater doet
en hoe 't daarvan komt dat hij bij zijne kippen
nooit »snot« heeft.
636. Kalkwater voor kippen Dat is heel
gemakkelijk te maken. Doe een beetje witkalk
in een emmerije, schenk dat vol met water,
roer goed om en laat de nu verkregen kalk-
me k rus ig staan. Nadat 't is bezonken, kunt
ge 't heldere water als drinkwater geven.
Daar zit ka k in opgelost, 't Is kalkwater ge-
wo.den.
itoelibeoordeHiiis:.
Een zeer belangrijk Hoek.De Vereeniging
van Christelijke Onderwijzers viert D. V. dit
jaar haar gouden j'ubileum. Bij die gelegenheid
zal ook verschijnen een „Gedenkboek'', waarin
de groote daden des Heeren herdacht worden.
Heel de schoolstrijd der negentiende eeuw zal
daarin voorgesteld worden in woord en beeld.
Tal van mannen, die in de geschiedenis van het
Christelijk Onderwijs met eere bekend staan,
werken daaraan mede, onder de Hoofdredactie
eener Commissie, die het boek bewerkt volgens
opdracht van het Hoofdbestuur. Die Commissie
bestaat uit de HH. F. Kalsbeek te Woerden, en
J. Lbns en J. B. Meijnen te Leiden. Het wordt
een boek, dat geen voorstander van het Christe
lijk Onderwijs missen kan.
We mogen verwachten, dat alle onderwijzers
en onderwijzeressen zich zullen haasten om een
ex. te bestellenmaar ook, dut zij de inteeken-
lijsten zullen aanbieden aan de Bestuursleden
en voorts aan velen in de plaats hunner inwo
ning. De haudelsprijp van het boek is zoo laag
mogelijk gesteld, nl. op f 2.75; 't wordt een
lijvig boek minstens 320 bladzijden grootformaat
en in prachtband afgeleverd. Wanneer we wen
schen, dat de vracht van een honderdjarigen
strijd niet verloren gaat, is het noodig, dat ook
het opkomend geslacht een zuiver en getrouw
beeld krijge, van onzen schoolstrijd. Welnu, dat
wordt in dit boek gegeven.
Wie op het boek wenscht in te teekenen, wend»
zich vóór 15 Maart tot een der Christelijke
Onderwijzers in de plaats zijner inwoning of in
Zijne nabijheid Circulaires zijn op aanvrage gratis
te verkrijgen bij den Heer J. B. Mbijnen, Oude
Singel 14Ö, te Leiden.
Oiib Oude Nederland door L-
PENNING. Te Rotterdam D.
H. Daamen. Aflev. 3.
Behandeld worden Geert Groote, Thomas
Kempis, Brugman, de volksredenaar, Willem
Breukelszoon, Karei de Stoute, Maria v. Bour-
gondië, Filips de Schoone, Jan v. Sohaffelaar,
Maximiliaans gevangenschap te Luik, enzy'11 nar,
Frans v. Brederode, Kaas- en Broodvolk of een
stukje Sociaal Kwestie, Karei v Gelder, Lange
Pier, Gent gestraft, met afbeeldingen van som
mige Graven en Gravinnen.
Met genoegen hebben we 't gelezen en kunnen
ook voortgaan met een flinke aanbeveling.