voor si® Zuiflliolliindsfiie en Eilanden. THEE BLADEN. Vrijdag 26 Februari 1904 1 Achttiende Jaarg. No. 958. An tirevo luli on air IN HOC SIGN O VINCES Orgaan T. BOEK HO VEN. Abonnementsp rijs per drie maanden franco per post 50 Cent. America by vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Altijd meer rechts plichten. Provinciate ëtaten. Uit «te i&aaiers. Deze Courant versehijnt eiken Vrijdag. UITÜ-EVK'K.' SOJËMEL SJD MJ M Advertentiën 10 cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat Advert -ntiën worden ingewacht tot Donderüagmorgen 10 uur. .411e siubken voor «Ie itedaetie beNtemtl, .4 d verleen leis en vertiere- Administratie iranco t«e te eenden aan den Uitgever. Dit nummer bestaat uit httRSTK BLAD, In het begin der vorige eeuw fun geerde Van der Palm als agent van "de Nationale Opvoeding. Dat was me eene functie Maar als het sociaal proces door gaat in den geest der vrijzinnig-de mocraten en hun nog radicaler geest verwanten dan zullen er wel heel wat meer van dat soort Agenten noodig zijn. Men zou zoo denken, dat na het fiasco van de opvoeding door middel van de »neutrale« school, meer voor zichtigheid zou betracht worden bij het aandringen op meerdere Staats bemoeiing. Doch neen, men wil dezelfde voog dijschap nu nog eens op veel bree der gebied gaan uitoefenen. Nu het met de kinderen niet ge lukte, zal men het met de volwasse nen eens gaan probeeren. Men zal de zaken in het groot gaan drijven, en geheel de maatschappij in eene school gaan omvormen. Zie maar wat reeds nu het Sociaal Weekblad schrijft. »Gelijk men thans zijn belastingbil jet invult, zoo zal men in de toekomst voor de goede orde moeten aangeven hoe men zijne thans zedelijke dan rechtsplichten vervult.« Ja, het blad voegt er bij »alleen op deze wijze kan de vooruitgang ge diend worden. Waarlijk als de trein der vrijzinnig democraten zóó doorrijdt, dan heeft hij den trein der sociaal-democraten lang vóór de stembus van 1905 in gehaald. Trouwens, dat was toch reeds geruimen tijd te voorzien. Dat willen forceeren met het recht alleen, met staatsdwang, is aan de overzijde ook heel natuurlijk Waar men of het leven van den geest des menschen alleen uit destot verklaart, en onder de heerschappij van de stof stelt, of althans alle vas tigheid van de Wet Gods onder het zedelijk leven wegrukt, daar kan men weinig verwachten van de werking van zedelijke beginselen. Die beginselen hebben voor hen toch geen bestendige wortelaarde. De wet en het recht, de Staatsplak en de Staatsboeien moeten het 'm doen. Die alleen. En dat noemt men dan ver lichting, vooruitgang! Vooral Hi onze provincie Zuid-Hol land is het de moeite overwaard om zich tijdig en langdurig in te spannen voor het behoud der christelijk gezin de meerderheid in de Staten. Niet minder dan tien leden der Eerste Kamer woiden door déze provincie afgevaardigd. En wat het beteekent, als zulk een tiental van rechts naar links over- schuiftwat dit te beduiden heeft voor de regeering, voor de mogelijk heid om positieve wetten in antire volutionaire richting doorgevoerd te krijgen, kan ieder gemakkelijk be grijpen. In dat geval zou het Ministerie voor een groot deel met lamheid geslagen zijn. Het heeft toch reeds zooveel moei lijkheden te overwinnen verlies van groote werkkrachten door den doodgemis aan hoofdambtenaren, die in de regeeringsbeginselen zijn opgegroeid, het verpraten van den nationalen tijd door de sociaal-demo cratische woordvoerders in de Tweede Kamer, en zoo meer. Als er nu eene Eerste Kamer bij kwam, die zich sterk kon gevoelen tegenover het Kabinet, dan zou de kans op het bekomen van nog meer doortastende wetten dan thans zijn ingediend, voor goed weg zijn, ieder doe dus in zijn kring wat hij kon om het succès te verzekeren van de komende Statenverkiezingen Wellicht kan deze goede zaak ook bevorderd worden door eenige leden der Staten uit te noodigen, eens voor de kiezers op te treden en de pro vinciale belangen zoowel als het be trokken landsbelang toe te lichten. WeelpraterU. Ook bij de meest redelijke en zonneklare opmerkingen wil de tegen partij der antirevolutionairen de zaak misverstaan en uit bet spoor leiden. Wie ter wereld kan nu toch ont kennen, dat vrijheid in spreken en schrijven hier op aarde door de natuur der zaak zelve altijd begrensd is. Nooit 'kan vrijheid van debatteeren beduiden praten tot in het oneindige. En toch nu de Standaard onlangs wees op het wegkapen van den na tionalen tijd door de socialistische woordvoerders, op het groote nut der beperking van elke groep tot één woordvoerder voor de algemeene, lang durige beschouwingen, en op de wenschelijkheid om de onmatige veel- praters juist van wege hun gebrek aan wijsheid in dit opzicht, te be strijden bij de stembus, komt de Arnhemsche Couranten achter haar aan gelijk meermalen de Middelburgsdie opdagen, om daar weer iets venijngevends uit te zuigen. Wij zijn benieuwd, zegt de een, hoe die tocht zal uitgeoefend worden. En Dr. Kuyper zelf dan, roept de anderimmers ook die sprak als Kamerlid zooveel. Ten slotte fluistert de Middelburgsche er ook nog bij, dat de Standaard goed praten heeft, want dat min kundigen vanzelf vaak moeten zwij gen. Uit al zulke uitvluchten, ter ont wijking van den zin en de strekking van het ter sprake gebracht bezwaar, kan men telkens zoo klaar proeven, waar de sympathieën der vrijzinnig democraten heentrekken. Intusschen wordt op die manier het publiek debat wel wat al te flauw en kinderachtig. De eenige negatieve waarde, die zulk tegenspreken van de meest rede lijke bedenkingen heeft, is, dat kennelijk de stof voor degelijker tegenstand ontbreekt, Maar dan moesten zulke bladen maar hetzelfde doen wat de Standaard zoo terecht voor de Tweede Kamer aanbeveelt, nl. dat men eenige van die »repeteer-organen« opruimt, en één enkel blad voor elke politieke groep aan het woord laat. 't Arbeidscontract. I De lieer Drucker kreeg in 1898 in op dracht van den Minister van Justitie (Mr Cort. v. d. Linden) saam te stellen een ontwerp van wet regelende de Arbeidsover eenkomst, welk ontwerp 7 Mei 1901 werd ingedienddoch na de wisseling van Kabinet weer uitgetrokken, om zooals Min. Loef 't uitdrukt in de Mem. van Toel., in meer dan een opzicht gewijzigd, opnieuw aan 't oordeel der volksvertegenwoordiging te (worden) onderworpen Het arbeids contract is onder alle soorten van over eenkomsten een dir inejst veelvuldigst voorkomendealleen 't koopcontract wordt iu meer gevallen gebruikten toch, hoe weinig heeft de wetgever zich met deze soort van overeenkomst bemoeid. Zeker, in 't Burgelijk Wetboek is erin art. 1637, 1038 en 1639 eenige sprake van arbeidscontract, waar gesproken wordt over huur van dienstboden en werklieden. Art. 1637: Men kan zijn diensten slechts roor eenen tijd, of voor een bepaalde onder neming verbinden. Art. 1638 De meester wordt op zijn woord, des gevorderd met een eed gesterkt, geloofd, ten aanzien van de hoegrootheid van 't bedwongen loon ten aanzien van de betaling van 't loon over 't verschenen jaar ten opzichte van hetgeen op rekening is gegeven van 't loon over 'l loopende jaar. Art. 1Ö39 Dienst en workbódeii mogen, indien zij vooreen behaalden tijd gehuurd zijn, zonder wet tige redenen hunnen dienst niet verlaten n"ch uit denzelven worden weggezonden, voordat de lijd verstreken zij. indien zij 'linnen den bepaalden of gewonnen huur- tyd den dienst, zonder wettige redenen, verlaten, verbeuren z-j 't verdiende loon. De meester is echter bevoegd om hen te allen lijd zonder 't aanvoeren van redenen weg te zenden doch hij is in dat geval verplicht aan hen, behalve 't verschenen loon, tot schadeloosstelling te betalen zes weken, te rekenen van den dag, waarop zij uit den dienst zijn weggezonden. In dien de hunr voor eeii korteren tijd dan zes weken is aangegaan of minder clan zes weken te loopeu heeft, hebben zij in dat geval, recht op 't volle loon.// Deze drie artikelen zijn toch waarlijk geen ar beidsovereenkomst over 't heele terrein van den arbeid en dan nog hoe zijn ze Waar is dan ook, dat er door honderden werklieden uitgezien is naar een wettelijke regeling der arbeidsovereenkomst, i'och is deze materie niet gemakkelijk. In de eerste plaats niet, omdat de arbeidskracht voor heden gekocht, morgen weer ongebruikt ligt, tenzij een ander haar inkoopt. Daarom staan de werkgevers meer ge wapend dan de arbeiders, maar in de tweede plaats hebben de arbeiders niets anders dan hun werkkracht aan te bieden en om er van te leven; ook daardoor staan ze af hankelijker dan menige baas of patroon. Doch daarbij komt nog dit dat er geen overeenkomst is,- die zoo in 't arbeidsleven ingrijpt dan juist deze ze omvat en be- heerscht zijn geheeie levensbestaan, zoo wel als dat van zijn huisgezinén zijn zijn geestelijk, én zijn zedelijk èn zijn stoffelijk leven worden door zulk een over eenkomst geraakt. En nu is dit wel met eiken ondergeschikten arbeid't geval, maai bij den arbeider is 't uit den aard zijner minder intellectueele krachten en zwakken iinantieelen toestand een dwangcontract. Voor den werkman is 't arbeidscontract een economisch toevluchtsoordbij hen beheerscht dat contract 't geheeie levens- bestaan. «Van hen gaat dan ook vooral de dwang uit, door wettelijke regeling eenige bescherming te verkrijgen, tegen al te drukkende voorwaarden. Over de grootte van 't Joon vermogen zij nog zelf met den werkgever le onderhandelen. Doch iu andere opzichten billijke conditiën te bedingen laat de druk, waaronder zij voort durend verkeeren, niet toe. Wordt 'taan partijen vcrooiloofd, bij onderlinge over eenkomst af te wijken van de voorschrif ten, die de wet stelt, zij zullen ook in zoodanige afwijking te hunnen nadet-le moeten bewilligen. Eene bevredigende or dening is, vooral met 't oog op deze ar beiders, niet anders te verkrijgen dan door een gedeelte der rechtsregels met dwin gende kracht te voorzien. Aan de orde Wijziging en aanvulling der wet tot regeling van 't hooger onder wijs. Laten we eerst meedeelen de Saam- stelling vau 't Wetsontwerp. Er zal open baar hooger onderwijs gegeven worden aan gymnasia's hoogescholen en universiteiten. Deze laatste zijn te Leiden, Utrecht, Gro ningen en Amsterdam. Hoogescholen zullen er drie zijnéén technischeéén landbouw-, en een handel- hoogeschool. Aan Bijz. Gymnasia zal vol gens art. 107 m. ter lesuur subsidies wor den gegeven tot een bedrag van f 45, als 't gymnasium staat in een gemeente met SOjUO zielen of minderof 54, als 't gerestigd is in een grootere gemeente, bovendien wordt een bij/trage in de aan den rector uit te keer en jaarwedde ver leend tot een bedrag van J 1000. Behalve deze nieuwigheden (we hebben ze cursief gedrukt) is ook dit iets nieuws Art. 107 n bepaalt, dat instellingen, stichtingen enz. bevoegd worden verklaard om bij de eene of andere der 5 faculteiten aan elke Uni versiteit een of meer leerstoelen te vestigen, met opgave natuurlijk, waarin zal worden onderwijs gegeven. Iets nieuws is ook art. 107 z en art. 107 n In 't eerste art. ivorde aan de by zonder e Universiteiten, na alleen de bestaande Vrije te Amsterdam, 't recht verleend om doctorale graden te oerleenen die (en dit is 't puntjwaarop 't op aan komt, omdat de Vrije te Am sterdam dat voorrecht nog mist) die gelijke rechten geven als de doctorale graden der Rijks-Universiteitendeze kwestie is die der effectus civilis bij art. 107 n wordt bepaald, dat aan een Vrije Universiteit subsidie mag gegeven worden, dat in :- 5 jaar niet meer dan 100000 bedraagt; daarenboven kunnen van Rijkswege tien beurzen worden verleend, ieder van f 500, ter ondersteuning van onvermogende stu denten van buitengewonen aanleg, Wat de opleiding zelve betreft, is er nog een be langrijke nieuwigheid nl. voor bijz. gym nasiums en bijz. Universiteiten, volgens art. 107 c. en 107 dd dat nl. om 0 derwijs te geven, niet beslist noodig is een diplo matie of actie, maar dat de aanstelling ook zonder diploma door den Minister van Binnenl. Zaken is bekrachtigd. Geen diploma dus, slechts een bekrachtiging een bewijs, dat deze of gene geschikte bevoegd is, om aan gymnasium en hoogeschool te doceeren. Ziedaar de voornaamste wijzigingen, die zeer bijzonderlijk 't Bijzonder Hooger on derwijs raken; maar1 die ook zeker en gewis felle beslrijdmg zullen uitlokken en reeds uitgelokt hebben. De eerste tegen stander, die sprak, was Prof. v.d. Vlucht. Er waren vroeger tegen de Staatsuniversi teiten grieven, maar tegenwoordig is dat zoo erg met meer. Groen v. Prinsteren was voorbijgaan, Da Costa had men niet erkend maar die laatdankendheid was voorbij en bij de Curatoren zoowel als bij de Profes- soien kwam er veel meer dan vroeger nei ging om wel terdege christelijke professo ren te krijgen. Ook vroeger was dit ge schied, zoo de Katholieken medicus Schrant te Leidende Geer van Jutfaas maar de heer v. d. V. meende, dat men nn nog veel meer geneigd was om anders denken den te benoemen dan eertijds. (De prof. voegde er niet bij, dat dit te danken is aan onze antirev. propaganda tegen dat stelsel van uitsluiting. Red.) De andere bezwaren tegen de bijzondere Universiteiten waren, dat ze onnoodig zijn, omdat de kleinste helft der leerstoelen slechts de nekligste zijn voor de beginsel kwesties der professoren en studenten tevens onnoodig, omdat de oude w. an, als gingen wetenschappelijkheid en open- barings geloof niet samen, aan de Staats universiteiten volstrekt niet meer gehuldigd wordttegenwoordig wordt aan alle chris tendom bij de rechtsfaculteit recht gedaan en dat christendom wordt onbevooroordeeld gegeven; gegeven, zooals dat zich in 't rechtswezen ontplooit, en waarnaar dat- rechtswezen zich schikt. En dat moeten de prof. ook wel doen, anders zouden de nobele figuren uit de studenten er wel beslist captie op makende bijzondere Universiteit richt af mannen voor propa ganda en polemiekhandteering van 't woord is 't strijdmiddel de Staats Uni versiteit (och arme Reddoet dat niet zij zoekt de waarheid onbevangen. De heer Roel besprak den effectus civilis en kon zich met dat recht voor de Bijz. Univ. volstrekt niet vereenigen, omdat deze niet de noodige waarborgen bood, dat de »graad« even wetenschappelijk was als die van den Staatde heer van Idsinga was echter persoonlijk geneigd om ook dien effectus aan de Staatsuniversiteiten te ontnemenen dan eene Staatsexamen in te stellen voor eiken student aan welke Universiteit ook of waar ook gestudeerd nu is die effectus voor alle hooger on derwijs een keurslijf, waarin 't onderwijs benauwend zit; een noodzaak tot »africh- tiug« der studenten. Toch is voor dat plan geen meerderheid te vinden, en daarom wilde hij de regeling, zooals 't ontwerp die geeft. Daarna trok hij krachtig te velde tegen den heer v. d. Vlucht over diens uitlating; de Vrije Universiteiten zijn propaganda inrichiingen. De heer v. d. VI, meende, dat een Universiteit een instelling is voor wetenschappelijk onderzoek maar- dat is niet waarzij is een instelling voor opleiding en opvoeding door wetenschap die wetenschap en 't onderzoek daarnaar is voor den professor afgeloopen hij bezit de resultaten of de dogma's, zoodat alle onderwijs aan elke Universiteit dogmatisch is. Nu heeft men twee methoden om die dogma's of resuiLaten aan de studenten mee te deelen of systematisch öf stelsel loos. In 't eerste geval is 't de instelling, die bepaalt in welken zin de propaganda zal worden gedrevenen die dan ook haar hoogleeraren daaraan bindt. In 't tweede geval kan men aan de hoogleer- aren overlaten, om de richting aan te wijzen, waarin die propaganda zal worden gevoerd. De vrije Univ. kiest de eerste de Staatsuniv. de tweede melhode maar als al de hoogleeraren nu aan zoo'11 Staatsuniv, modern zijn, dan is de melhode precies eender als bij de Vrije Univ., waar de hoogleeraren gereformeerd zijn beide zijn dan propaganda scholen voor een verschillend dagmanaar één en dezelfde methode. En nu moet men, als dat modernisme welig tiert, eens naden ken over den invloed, dien dat stelsel op de jeugdige mannen, en dies in de toekomst op Staat en Maatschappij en Kerk enz., heeft. Elke Universiteit propageert. Dat prof. v. d. Vlucht de Staatsuniversiteiten tegenwoordig prijst, waar ze niet meer zoo laatdunkend ziin, is zijn zaakmaar die nieuwe toestand is pas ingetreden, toen 't Liberalisme klappen kreeg bij de stem bus maar de prof. begrijpt de bezwaren niet, die de Antirev. en Calvinisten tegen de Staatsuniv. hebben. De prof. heeft gewezen op vakken, waarin als 't ware van geen levens- en wereldbeschouwingen sprake is bij de praemissen, waarvan men uitgaat maar hij vergat één ding dat het niet de pre-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1904 | | pagina 1