Melissa ut Bij besluit van den ge
meenteraad van den 10 Dec. j.l, is
de jaarwedde van den gemeenteveld
wachter C. Struik met f§0 verhoogd
en gebracht op f 400.
VERSLAG
Stellendam. Door Burgemeester en
Wethouders dezer Gemeente zal wor
den aanbesteed, het bouwen van een
waschhuisje bij de woning van den
veldwachter. Het bestek ligt ter lezing
ten Gemeentehuize, alwaar ook voor
of op Dinsdag 29 Dec. de aanbeste
ding bij enkele inschrijving zal ge
schieden.
Burgemeester en Wethouders
dezer Gemeente, hebben ter kennis,
§ebracht aan allen wien het aangaat,
at de aangifte ter inschrijving voor
de Militie, moet geschieden van af
den lsten tot den 31sten Januari
1904 en dat tot het ontvangen dier
aangifte meer bepaald zitting zal wor
den gehouden Dinsdag 19 Jan. des
voormiddags 10 ure ter gemeente
secretarie.
Onze dorpsgenoot G. Koenraad,
is benoemd tot politieagent te Vlaar-
dingen.
Tengevolge van den dikken mist
js gisteren (Dinsdag) de Rijksveerboot
de reis naar Middelharnis en Helvoet-
sluis schuldig gebleven.
Goedereede.* In de plaats van den
heer D. Breen, die niet meer in aan
merking wenschte te komen, is tot
Diaken in de Ned. Herv. kerk geko
zen de heer F- den Eerzamen Jz.
De heer Jansen te Nieuwe Tonge
heeft zijne benoeming als onderwijzer
aan de O. L. School alhier aangeno
men.
Ouddorp.* Tot hoofd der bijzondere
school alhier is benoemd de heer
Haantjes van Rotterdam.
In de plaats van Kommer West
hoek Lz is tot kerkvoogd bij de Herv.
kerk benoemd de heer Kommer Tanis
J. Ez. terwijl tot ouderling en diaken
zijn herkozen, de heeren S. v. d. Wiele
en Klaas Voogd.
Op 12 Januari a.s. zal er alhier
eene vërkiezing plaats hebben voor
een lid van den gemeenteraad, in de
plaats van wijlen de heer J. Voogd. De
stemming is bepaald op 22 Jan. de
herstemming, zoo noodig op 2 Febr.
Zaterdagavond ongeveer 10 uur
stond in de Ned. Herv. Kerk de kachel
in brand op de galerij, achter de pre
dikstoel. Gelukkig werd het bijtijds
gezien, zoodat alles goed alliep.
Spijkenisse. Door den Kerkeraad
der Ger. Kerk zijn, bij gelegenheid
der periodieke aftreding van één
ouderling en één diaken, de volgende
alpabetische dubbeltallen gemaakt
Voor ouderlingAbr. van den Berg,
P. van den Berg (aft,) en Jac. de
Koning. Voor diakenF. Groen, P.
Geldteïder (aft.) en P. C üorebeek.
De gehouden Unie collecte heeft
in deze gemeente opgebracht de som
van f 90,— wat in verhouding tot
vorige jaren een flink bedrag kan
genoemd worden.
De Oogst collecte leverde een totaal
van f 40,
Beiden werden gehouden in de
Ger. Kerk.
Rechtzaken.
Ingezonden Stukken.
Visscherij.
Middelharnis. Binnengekomen te
IJrnuiden de navolgende vischsloepen
Verkoopingcn.
Hïeaiiettud lieims
Fraude
Overreden.
Een droevig einde.
Ernstig ongeluk.
Goed afgeloopen.
Stroopers.
Twee vliegen 111 één klap.
Goed zoo.
van het verhandelde in den gemeenteraad
op Donderdag 10 December.
Voorzitter de heer C. Zaaijer, burge
meester.
Afwezig de heeren L. Driëndijk, L. van
Beek en T. Kooman, waarvan de eerste
met kennisgeving.
De voorzitter opent de vergadering ten
half drie, waarna de secretaris de notulen
der vorige vergadering leest. De heer van
der Velde bemerkt dat het door hem ge
sprokene over de gratificatie van den ge
meente-veldwachter niet zeer juist is weer
gegeven. Op eene desbetreffende vraag
van den voorzitter zegt spreker echter er
niet op aan te willen dringen de notulen
te doen veranderen. De notulen worden
onveranderd goedgekeurd.
De voorzitter doet daarna mededeeling
van de kennisgeving van den heer L.
Driëndijk, dat hij verhinderd is ter ver
gadering te komen en dat hij zijne taak
als wethouder weder zal aanvaarden. De
voorzitter deelt mede dat het wetsontwerp
tot onteigening voor de tram is ingediend
en dat de mededeeling is ontvangen, dat
op verzoek van den raad het station te
Dirksland niet op Melissantsche maar op
Dïrkslandsche grond zal gebouwd worden.
Aan het bezwaar van den raad om de
tramlijn niet langs den Nollendijk, maar
over het dorp te leggen kan niet tegemoet
gekomen worden, omdat dan weder nieuwe
bezwaren rijzen met de onteigening. Wel
zal met de bezwaren van den raad en het
adres van C. Wamaer en 85 andere on
derteekenaren zooveel mogelijk rekening
gehouden worden. De voorzitter doet daarna
mededeeling van de volgende ingekomen
stukken. Van Ged. Staten is de goed
keuring ontvangen van de verordening op
de openbare wegen welke niet onder het
beheer van het rijk, de provincie of de
gemeente staan. Ook is goedgekeurd de
af- en overschrijving ten behoeve van de
ongevallenverzekering. Tevens is van ge
noemd college de gemeente-begrooting
terugontvangen, met de mededeeling dat
aan de aanvraag om f 1800 als buitenge
wone subsidie aan het lager onderwijs niet
voldaan zal worden, doch dat f 200 minder
dan het gevraagde bedrag zal worden ver
strekt dat deze f 200 kunnen betaald wor
den door de raming van den hoofdelijken
omslag met f 60 te vermeerderen en de
belasting op het personeel met 1 o opcen
ten te bezwaren en dus van 40 op 5°
opcenten te brengen. Op voorstel van
burgemeester en wethouders besluit de
raad de begrooting van den hoofdelijken
omslag met f 100 te verhoogen, van f 2800
op f2900. Dit kan geschieden zonder ver
hooging van den hoofdelijken omslag daar
het kohier van 1903 eene heffing van
f 2925 aanwijst en er geen reden zijn om
te gelooven, dat deze heffing dit jaar
weder niet gedaan zou kunnen worden.
Voorts zal men met de vernieuwing in het
raadhuis zich beperken, (het beschieten van
de wanden zal o.a. achterwege blijven) en
daardoor f 100 in plaats van f 200 uitge
ven en dus op deze post f 100 uitzui
nigen, zoodat alsdan de f 200 welke het
tekort zou aanwijzen, gevonden zijn. De
goedkeuring van dit besluit door Ged.
Staten zal door den raad gevraagd worden.
Daar door Ged. Staten aanmerking ge
maakt is op de overeenkomst tusschen
volgnummers 24 en 25 wordt besloten
deze bij elkaar te voegen, daar zij beide
over de grintwegen handelen en het dus
eene kwestie van vorm is. Nog wordt
beslotende gratificatie van f50 van den
gemeente-veldwachter te doen vervallenen
de jaarwedde van f350 op f400 tebren
genvan onvoorziene uitgaven over te
schrijven f25 voor bouwkundig teekenen;
5,5 cent voor een tekort aan subsidie aan
eene der polders en voor kasgeld f15.
Op de gebruikelijke vraag stelt de heer
van der Velde voor een afschrift van de
gemeente-begrooting aan ieder der leden te
verstrekken. De voorzitter zegt dat aan zijn
verlangen zal voldaan worden.
Niets meer aan de orde zijnde en nie
mand het woord meer verlangende, sluit
de voorzitter de vergadering.
Uw Verslaggever.
VERSLAG
der openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Zaterdag 12 Dec.
Na het teekeneii der presentielijst, waarbij
den heer C. van Holst ontbrak, opende do
Voorzitter Burgemeester de Lint de Vergade
ring.
De Notulen der vorige vergadering (28 Oot.)
werden gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde was het benoemen van een
Medicus voor de Armenpraktijk. Daar niemand
zich daarvoor tot den Raad had gewond, werd
met nlgemeene stemmen den heer Peppink
daarvoor benoemd. Vervolgens word den heer
A. v. d. Meer Hz., die in een vorige veigade-
ring benoemd was als lid van het Bnrgel. Arm
bestuur in de vacature Jb. Hoogenboom, als
zoodanig herbenoemd mot algemeene stemmen.
Voorts werd gelezen een schrijven ram God.
Stat'.n van Z. H. inzake het Bezwaarschrift van
den heer 1. Oosthoek, waarin den Raad werd
medegedeeld, dat Ged. Staten na behoorlijk
deze zaak onderzocht te hebben, zij tot het
besluit waren gekomen om het bezwaar van
I. Oosthoek ais ongegrond te verklaren,|on alzoo
den door den Raad vastgestelden Aanslag te
handhaven. Voorts werd dou Raad verzooht,
den heer Oosthoek daarmee in kennis te stel
len. Vervolgens werd gelezen eene dankbetui
ging van de Dames Rjjkeé voor do toegezegde
subsidie van 50 gulden, welk besluit door den
Raad in de vorige vergadering was genomen.
Do begrooting vau 1904 welke met de noo-
dige toelichting aan Ged. Staten was aange
boden, was teruggekomen met een paar kleine
opmerkingen, hetwelk den Raad werd voorge
lezen, en waarop de gewensohte verandering
zou aangebraobt wordon. Eveneens was de post
„Begrafenis" teruggekomen, houdende de goed
keuring van Ged. Staten.
Vervolgens stelde de voorzitter voor om aan
de veldwaohters de gewone gratificatie te ver
strekken, hetwelk na een kleine discusie alge
meen werd goedgevonden.
Vervolgen» werd nog door den heer de Baan
de aandacht gevestigd op hot ongeriefelijke van
den waterloop beneden de Kerkstraat, daar het
niet zelden, vooral in den winter, én voor de
bewoners aldaar, én voor hen die daar pas-
seeren alles behalve prettig is. Deze en nog een
paar andere ongeriefelijkhedeD, zouden door het
dagelijks Bestuur nagegaan, en zoo mogelijk
weggenomen worden.
Niets meer aan de orde zijnde werd de ver
gadering door den Voorzitter gesloten.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK.
(Kamer van Strafzaken.)
Zitting van Dinsdag 15 December.
Heden werden de volgende vonnissen
gewezen
M. L. C.. 28 jaar, visscher te Middel
harnis, wegens mishandeling tot f 10 boete,
subs. 5 dagen hechtenis.
C. J. v. d. S. 23 jaar, schoenmaker te
Dirksland, wegens beleediging van een amb
tenaar tot 14 dagen gevangenisstraf.
H. V., 25 jaar, arbeider te Spijkenisse,
wegens mishandeling, tot 7 dagen gevan
genisstraf.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
en Uitgever.
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij een antwoord in uw Blad op het
stukje van 11 dezer om mijn broeder zonder aan
gezicht of met een vermomd aangezicht te ant
woorden, want iemand, die een aangezicht heeft
die vertoont dat in zijn persoon of in zijn geschrift,
maar verzwijgt niet zijn naam.
Nu mijn vriend, wat Dr. van Embden betreft,
deze zegt u, heeft de regeering verdacht gemaakt.
Neen, deze heeft gezegd, dat zij veel heeft beloofd
en nog niets heeft gedaan, en toen zou jk hebben
gezegd, als de regeering zoo blijft is zij geen 2
cent waard. Dit is een verdraaiing mijner woorden,
ik heb gezegdals ik u zoo hoor, dan zou ik
moeten zeggendan is zij voor u geen 2'/, cent
waard, daarmede willende zeggen: zoo weinig
hebt gjj er mede op. En dat ik zeide, dat ik het
in vele punten met spreker eens was over het
vele beloven en weinig geven, dat beken ik, want
denkt gij dat ik tevreden ben met beloften.en
geen vervulling? Neen, mijn vriend, had ik nn
maar uitwerking van beloofde daden kunnen
opsommen van ons Ministerie, dan had ik het
wel gedaan. Maar o, arm volk, ik kon niets
bijbrengen als belijdenis en beloften en daar zijn
mijn tegenstanders niet mede gediend. Maar het
schijnt wel, dat niemand uwer ook iets kon
inbrengen, omreden gij waart allen als dooden.
Maar denkt gij, dat ik tevreden kan wezen met
de beloften, ons bij de stembus gegeven Wat
is ons beloofd 1 Het intrekken van den leerdwang
2 wegnemen van den Vaccinatiedwang,3Sabbaths-
heiliging, 4 Staatspensioneering, 5 onze arme
werklieden in de Ongevallenwet op te nemen,
enz. enz. Oordeelt nu zelve, mijn broeder, waar
is de vervulling? Moet ik nu hier maar een sluier
over werpen en roepen Ja maar wij hebben toch
een Christelijke regeering! Nu ja, maar ik wil:
toon dan uw geloof uit uwe werken en is ons
land bekeerd van het Liberalisme tot het Calvi
nisme, breng dan vruchten voort der bekeering
waardig. Wat denkt u, mijn vriend Als een onzer
Calvinisten eer.s kon opstaan uit zijn gra Jen hij
kwam dan eens op de Sabbath in een onzer groote
steden en hij zag dan eens het woelen en dartelen,
koopen en verkoopen, het rijden der spoortreinen,
varen der booten, loopen der posten en woelen
der telegraphisten enz., zoude dan deze ware
Calvinist gelooven, dat hij in ons land was en
onder een Christelijke regeering? Oordeelt zelf
maar eens, als gij niet willens blind zijt of hij
niet mogelijk zoude denken, dat hij in SodWi
was. Maar o, mijn vriend, wee ons land als God
niet opstaat 0111 zoovele schreeuwende en tierende
Antirevolutionairen hunne jeneverglazen uit de
handen te slaan, die achter de toonbanken en in
biljartzalen met den afgod Bachus in de hand roe
pen ik ben Antirevolutionair, die zich niet ont
zien om de huizen in te sluipen der ontucht en
hetgeen heimelijk van he* geschiedt, is schandelijk
om te zeggen, O, de God der ware Calvinisten
beware mij, dot mijne ziel niet kome in hunnen
verborgen raad.
En maakt gij mij een verwijt, dat ik ben een
man met twee aangezichten en tevens Vrijz. Dem
Mocht het waar zijn, dat wij allen twe» aange
zichten bezaten, één der Belijdenis en één Prak
tijk! Maar ik hoop, dat gij bij een tweede schrijven
in uw Courant uw aangezicht zult toonen wie
gij zijt. Des te beter kan ik mij dan mogelijk
verdedigen. Denkt gij dan dat ik voldaan ben
met het werk der regeering Ik kan niet nalaten
te roepen en blijven aanhouden, voor aleer ik zie,
dat het ons Ministerie te doen is om de schapen
en niet om de wol: dat zij het noodgeschrei der
armen en bedrukten met daden zullen bijstaan.
Ik heb dan gezegd, datik overtuigd wasa'sonze
Minister van f 4,80 moest bestaan, zooals onze
arme broeders hier op ons eiland, die, om niet
van den hongerdood te sterven, al hopen dat
hun kinderen 10 a II jaar zijn, om deze mede
te nemen om een weinig hun arm gezin te helpen
steunen en dan het dreigend vonnis krijgende
uw kinderen naar school of de gevangenis in.
Al moet gij dan ook bezwijken van armoe en
ellende, uw kinderen naar school, al was het zelfs
zonder eten of drinken. Ik geloof: onze Minister
zou dan deze wet ook wel intrekken. En daarom
heet ik dan Vrijz Dem. omreden ik tegen deze
Ongoddelijke wetten protesteer?? Neen, mijn
Vriend, ik ben en blijf Calvinist, dit is mijne
overtuiging en kan dan ook niets anders, als
hen beminnen, die in waarheid en met een vol
komen hart voor God en zijn woord buigt, en
zal bij elke stemming niemand anders naar de
Regeering kunnen helpen brengen als hen. En
ik hoop, dat onze afgevuardigden, als zij dit mijn
schrijven soms lezen zullen, opgewekt worden
om eens een nauwkewtig onderzoek in te stellen
naar onze arme Elakkeesche broeders. Ik verzeker
hen, dat het noodig is en zij zullen van mijne
Calvinistische broeders wel op de hoogte worden
gebracht met de groote ellende en armoede, die
onder de landarbeiders heerscht, en daar is met
hunne medewerking verandering in te brengen.
Ik wenschte dan ook wel, dat onze Geachte Heer
Vegtel eens zijn gave en kennis hier kwam be
steden en niet onder de korenmaat liet blijven,
daar deze ware Antirevolutionair (door mij Hoog
geëerd) een warm hart omdraagt voor de belan
gen des volks en in zoovele gevallen dit al heeft
be.toond. En nu, mijn vriend, heb ik mij mogelijk
eenige woorden laten ontglippen, die niet geheel
mijn meening uitdrukten, dat is wel mogelijk.
Want die in woorden niet struikelt die is een
volmaakt man en dat ben ik niet. En waarom
hebt gij wel vergif uit mijne woorden gezogen
en ze zooveel mogelijk verdraaid, maar hetgeen
dat juist was, dat hebt gij verzwegen, dus kan ik
wel opmaken, dat gij in vollen zin mijn Vrieud
niet zij tl
En nu gij Antirevolutionair, voor ditmaal zal
ik het er bij laten. Wie gij zijt, weet ik niet, er
wordt mij wel gezegd, wie gij mogelijk zijt, maar
dat kan ik niet gelooven. „Daar heeft die persoon
te veel kennis voor" heb ik gezegd.En toch weet
ik het niet, maar dan zeg ik: het kon zijn, dat ik
dwaalde en mij verkeerd heb uitgelaten, maar als
gij dan een Antirevolutionair zijt, waarom hebt
gij dan niet den koninklijken weg gevolgd Indien
uw broader gezondigd heeft, bestraf hem ouder
u en met hem alleen. Geeft hij u gehoor, zoo hebt
gij uwen broeder gewonnen, zoo niet, ziet dan
verder. Maar neen gij Antirevolutionair, gij moet
mij met uw laag stukje „waarin mijn naam zoovele
malen voorkomt" voor de geheele wereld aan de
kaak stellen om mogelijk met uw vrienden een
avond van lach- en spotlust door te brengen,
Geloof mij, ik ben niet met toorn vervuld, maar
betreur uw waanzin, waar gij mij inden ban wilt
doen en niet alleen uit de synagoge werpen,
maar mijn naam uit het Antirevolutionair boek
schrappen wilt. Nu, ik vracht uw censuur af en
hoop in een volgend schrijven, dat gij uw aange
zicht dan zult vertoonen, hoewel het mij voorkomt
dat wij beiden in couranten maar moesten zwij
gen, want ik geloof niet dat er iets voordeel voor
ons in zit.
En nu, Mijnheer de Redacteur bij voorbaat
dankend voor uw plaatsruimte in uw Blad, tee-
L. VAN DER WEIDE.
Middelharnis, Dec. 1903.
[Hoewel we als Redactie ons niet men
gen mogen in een polemiek tusschen twee
inzenders, houde 'tde^heer v. d. Weide
ons ten goede, dat we hem op een ern
stige vergissing wijzen, die onverwijld her
steld moet wordenleen vergissing, waar
hij zegt: Wat is ons beloofd? En dan 5
punten opnoemt.
We merken .op,:,
dat punt 1 nooit en nergens is beloofd
dat punt 2 nooit en nergens is beloofd;
dat punt 3 nöoit en nergens is beloofd
dat punt 4 nooit en nergens is beloofd;
dat punt 5 is beloofd en ook reeds ter
hand is genomen.
Met de stukken in de hand zullen we
dit ter gelegener tijd aantoonen.
Voorts blijve den inzenders 't woord.
Red,]
Mijnheer de Redacteur
Gelieve een plaats in uw blad af te staan voor
het volgende; bij voorbaat daarvoor mijn dank.
Hoewel over de zaak die het betreft, de vorige
week reeds een kort maar krachtig woord in uw
blad werd geschreven, is/ het m. i. toch niet
overbodig, nogmaals hierop terug te komen,
daar het hier iets geldt, waartegen ieder recht
geaard Antirevolutionair een krachtig protest
moet laten hooren, opdat het onzen tegenstanders
duidelijk zij, dat de persoon, wiens woo; den tot
dit^chrijven aanleiding gaven, stond als „een
veldheer zonder leger',.
De vorige week (Woensdagavond) trad voor
de Kiesvereen, „Recht en Vrijheid" in het hotel
„Spee" te Sommelsdijk op, de héér Dr. D. van
Embden, uit 's Gravenhage, met een rede, waarin
hij aan de eene zijde het M.nisterie „Kuyper"
trachtte voor te stellen als een conservatief
Ministerie, een Kabinet, dat niets voelde voor
de sociale nood en van ons volk, e* als gevolg
daarvan ook niets tot stand bracht op het ge
bied van sociale wetgeving. Terwijl hy, aan {den
anderen kant het programma der Vrijz.-Dem.
besprekende, den volke verkondigde de zegenin
gen, die mildelijk zouden vloeien wanneer
deze partij eens aan het bewind zou komen.
Het is mijn plan niet, hier een verslag te geven
van de rede van Dr. Van Embden, of om te
beoordeelen of deze rede nu wel zoo overtuigend
was en veel indruk op de toehoorders maakte
ook niet, of dat „Recht en Vrijheid" met den
spreker op te laten treden, werkelijk een geluk
kige keuze gedaan heeft tot bereiking van haar
doel. Dit alles kan buiten bespreking blijven. Ge
noeg hiervan.
Nadat de spreker zijn rede geëindigd had ener
eenige minuten was gepauzeerd, werd gelegenheid
gegeven tot debat. Aanvankelijk scheen niemand
daar gebruik van te zullen maken. Zou, zoodaebt
ik en misschien velen met mij, er dan niemand
wezen die het voor dat (volgens den spreker)
„niets doende en tot niets in staat zijnde Minis
terie? opnemen?" Ja, toch iemand.Althans
zpo zou men denken. De heer v. d. Weide toeh,
Voorz. der Antirev. Kiesv.en lid van de Commissie
van advies der afdeeling „Middelharnis—Som
melsdijk" van Patrimonium, vroeg het woord.
Oppervlakkig dug een der voormannen van de
Antirev. partij in deze plaatsen iemand van wie
men zou verwachten, dat hij, zoover zijn gaven
daarvoor strekte*, de aanvallen op ons Ministerie
gedaan door den spreker, zou afslaandaar hij
ook reeds dadelijk begon met te zeggen dat hij
Antirev. was. Ieder der aanwezigen kon daar
natuurlijk niets anders uit afleiden, als dat de heer
v. d. Weide, zeggende dat hij Antirev, was, de
beginselen dier partij zou verdedigen tegenover
die der Vrijz.-Dem. Doch wie zoo dacht werd
spoedig ontnuchterd. Geheel iets anders kreeg
men te hooren. Reeds dadelijk liet de heer v. d.
Weide op zijn eerste gezegde volgen, dat hij, niet
tegenstaande hij Antirev. was, het toch geheel
met den spreker van dien avond eens was, ten
opzichte van het conservatieve van hetMinisterie,
en van het niet nakomen van hare beloften. Ja,
hij moest het ook erkennen, dat het Ministerie
niet* waardis. Dij had zelfs bewijzen, dat het hare
beloften niet nakwam. Dezen zomer was hij op
audiëntie geweest bij Dr. Kuiper en had deze hem
ook wat beloofd 't welk hij niet nagekomen
was. Ieder zal wel begrijpen wat de heer v. d.
Weide hiermee bedoelde. Êraaie argumenten..?
Doch genoeg.
Ieder, die verleden week in bovengenoemde
vergadering aanwezig geweest is, zal moeten toe
stemmen, dat de heer v. d. Weide daar een treurig
figuur maakte. Zeggen dat men Antirev. is, maar
er tevens bijvoegen dat men instemt met hetgeen
door een Vrijz.-Dem. gezegd wordtja erger nog,
dat men openlijk verklaart: „bijna Vrijz.-Dem."
te zijnik vraag oi zoo iemand zich Antirev.
noemen mag? of zoo iemand dien naam verdient
te dragen? Wjj kunnen er dan ook gerust bijvoe
gen, dat de heer v. d. Weide allerminst het gevoelen
(ten opzichte van ons Ministerie en vernamelijk
voor den Premier) vertolkte van de Antirev. partij
in het algemeene in zijn omgeving. Verre van dat.
Uitzonderingen zijn er altijd en overal. liet was
trouwens niet de eerste maal dat de heer v. d.
Weide zoo sprak. Reeds meermalen, bv. op de
laatstgehouden vergadering der Kiesv. in vereeni-
ging met Patrimonium, heeft hij zich op dergelijke
wijze over onze regeering uitgelaten.
_Nu wil ik volslrekt niet beweren, dat ieder die
zich' Antirev. noemt en ook wil wezen, nu maar
blindelings alles moet goedkeuren wat door het
Ministerie gezegd en gedaan wordt. In 't minst
niet. Doch personen die een standpunt innemen
gelijk de heei v. d. Weide doet, komen geen enkele
partij ten goede, maar worden tenslotte door elke
richting geschuwd. Verder wii ik op deze zaak
nist ingaan.
Het is volstrekt myn bedoeling niet, met dit
schrijven om den heer v.d. Weide nu eens aan de
kaak te stellen, als iemand die door ieder dient
vermeden te worden, doch om hem te overtuigen
dat het thans door hem ingenomen standpunt
onhoudbaar is en hem voor geen enkele partij
geschikt maakt. Indien de heer v.d. Weide, An
tirev. wil zijn, d.i. een geestverwant van Groen
van Prinsterer, laat hij dan handelen overeen
komstig de kernspreuk van dien Christenstaats
man „In ons isolement," d.i in onze zelfstan
digheid, in ome beginselvastheid, ligt onze kracht."
Niemand tooh kan twee heeren dienen.
Hinkt daarom niet langer op twee gedachten.
Kiest heden (met beslistheid) wie gij dienen wilt.
U. M,de R. nogmaals dank voor de opname.
Middelharnis. W. NLEUWLAND.
Mijnheer de Redacteur.
Verzoekt vriendelijk een plaatsje in uw veelge
lezen blad, voor de volgende vraag
Ik was jl. week ook in de vergadering, waarin
de heer van der Weide als debatter? optrad.
Ik zeg optrad, want hij heeft ziek niet als zoo
danig opgegeven.
Wel werd even tevoren tot hem een door oogen
knipjes vriendelijke ui'.noodiging gericht door den
Voorzitter van de vooruitstrevende kiesvereeni
ging, den redacteur van „Vooruit."
Dit feit kan ik met 3 getuigen staven.
Ook een ander bestuurslid der Antirevolutio
naire Kiesvereeniging, die zoo graag in „Vooruit"
stukjes inzendt, m zoo graag met Vrijz. Democraten
conferenties houdt, werd gevraagd, of hij niets
had te zeggen; doch deze zei: ik heb niks te zeg
gen 'k ben het volkomen eens met den spreker
Nu wilde ik alleen maar vragen M. de R. waar
de bewijzen voor het grijpen zijn, dat er een nauwe
verstandhouding bestaat tusschen den Voorzitter
met genoemd bestuurslid der Antirev. kiesvereen.
eenerzijds en de Voorzitter der Vooruitstrevend
Liberale anderzijds: mogen zulke personen nog
langer als antirevolutionair worden gehandhaafd
Wordt het niet hoog tijd, dat er een flinke Anti
revolutionaire Kiesvereeniging worde opgericht,
waaruit zulke verraders worden geweerd
EEN ANTIREVOLUTIONAIR.
Middelharnis.
„Hendrika Adriana",sch. H. Jordaan f 250.
„Noordster", C. Langbroek f 300.
„Doggersbank", Jacs. v. d. Hoek f 850.
„Middelharnis" Jacob de Korte f 940.
„Titia Jacoba", W. v. d. Hoek f 1107.
„Voorlichter", Matth.d.Braber f 1260.
Woensdag 23 Dec. 1903 's aam, 2 uur. Verkeop
schaarhout, gegroeid op boschland a/d Sohenkelweg
i/d. Hoerenpolder te Oude Tonge, voor A. FluitMz.
bjj van den Boogaard A Co, aldaar. Notaris VAN
SCHOUWEN.
O,) Donderdag 24 December 1903, das nam. 3 uur
ter herherge van G. Smit to Stad aan 't Haringvliet:
Afslag van 41 aren, 70 centiaren tuinland in den polder
„Du Nieuwe Stad" te Stad aan 't Haringvliet, in twee
perceelen en in massa. Notaris STEHOUWHR.
Maandag 28 en Dinsdag ï9 December: Hakhout,
dood hout, kophout #n Boomen onder Oaddorp en
Goedereode, aanvangende 's voorm. 9 ure van den
eersten dag onderOuddorp. Notaris VAN I8PELEN.
Op Dinsdag 29 December, en zoo noodig eok op
Woensdag 30 December 's voorm. 10 uur to Dirks
land aan de Voorstraat, voor het huis van D. Vos
kamp van eene belangrijke partij gemaakt schoenwerk
(plm. 600 paar) eene partjj sigaren, eenig meubilair,
hit en kar en eene partjj hooi. Notaris VAN DER
SLUIJS.
G. Jj. M. lid der firma Miiller Go.,
cominisiormairs m effecten te Amersfoort,
bij vonnis der rechtbank te Utrecht van
5 Aug. 11. failliet verklaard, in welk faillis-
semen accoord is aangeboden en aange
nomen,—terwijl door de rechtbank de
homologatie is geweigerd, werd Zaterdag
te A mersfoort iu arrest genomen en naar
het huis van bewaring te Utrecht over
gebracht.
Te Nijmegen is Maandagavond de ran
geerder A de Vries door den sneltrein
129 uit Amsterdam overreden. Linkerarm
en -bpen werden hem afgereden. Be on-
lukkige is gisternacht aan de bekomen
wonden overleden. Hij was nog zeer kort
in dienst eu laat een vrouw en twee
kinderen achter.
Terwijl B. S. en echtgenoote te Ker-
kenbosch (bij Meppel) zich even naar het
vee op een deel van hun boerderij be
gaven, maakte hun bijna 3 jarig doch
tertje van de gelegenheid gebruik om met
een pot heete melk te gaan spelen, waar
bij zij zulke hevige brandwonden bekwam,
dat zij aan de gevolgen spoedig is over
leden.
Zaterdagmiddag had het 15 jarig tim
mermansjongmaatje B Vermeulen, die be
hulpzaam was met het doen van herstel
lingen aan de Herv. kerk te Heusden, het
ongeluk van een aanzienlijke hoogte te
vallen, met het noodlottig gevolg dat een
been op twee plaatsen en het ander been
op een plaats werd gebroken. De schouder
werd ontwricht en de arme jongen
kreeg een groote wond in het aangezicht.
Hij werd zoo goed als dood opgenomen
en naar het R. K. ziekenhuis vervoerd.
De bedienden van den banketbakker
N. C. Ate Zwolle, zijn aan een groot
gevaar ontkomen. Moe gewerkt gingen ze
Zaterdagavond naar bed.
De laatste draaide het gaslicht uit. Waar
schijnlijk is dat wat haastig gebeurd en
de kraan weer een eindje losgedraaid.
Althans den volgenden morgen werden
twee der jongsten wakker en voelden zich
onwel. Benedefi gekomen moesten ze over
geven. De patroon begaf zich naar boven
en vond zijn overige personeel reeds be
zwijmd. Door spoedige hulp konden allen
gelukkig weer in normalen toes tand terug
gebracht worden.
Nu op het eiland Tliolen de suikerbieten-
campagne is geëindigd, zoo schrijft het N. v.
d. 1)., is ook de arbeid op het veld gedaan.
Het werkvolk heeft niet veel meer te doen
dan in groote troepen op de hoeken van de
straten te staan en er zijn maar weinigen,
die met spitten of dorschen nog wat bezigheid
heb ben. De boeren zitten zich op hunne hoe
ven en hoefjes te vervelen, niets uitvoerende
dan een klein getal koeien en eenige paarden
verzorgend. Die verlatenheid van het veld
brengt menigen strooper op het denkbeeld om
het oud bedrijf weer ter hand te nemen. De
jachtopzieners en politiemannen mogen hun
waakzaamheid verdubbelen of zelfs verdrievou
digen, het verhindert niet, dat menige haas door
strik of geweer den dood vindt.
Op een der dorpen van het eiland bestaat
eene stroopers-vereeniging, natuurlijk een ge
heime, die wekelijks contributie inlegt, ten
einde daaruit de noödige gereedschappen, ge
weren, lichtbakken, enz. te betalen, en ook
eventueele boeten. Intusschen schijnt vooral
bet dorp Scherpenisse het brandpunt der stroo-
perij te zijn. Sedert de laatste tien jaren heeft
men daar telkens conflicten tusschen politie
en stroopers; een ijverig en moedig jachtop
ziener aldaar heelt al heel wat avonturen
doorleefd en is door kwaadgezinden menig-
keer benadeeld en gesard, doch meermalen
zijn personen, die op verboden jacht betrapt
werden, in arrest gebracht.
Zoo ook in de vorige week de jachtopzie
ner, die te Scherpenisse ook lantaarnopsteker
is, was op een avond na 10 uur aan den rand
van de bebouwde kom der gemeente bezigde
lantaarns te blusschen, toen hij in de verte
in den polder een verdacht licht ontwaarde.
Een uur later was hij gewapend in het veld
en «ntdekte hij inderdaad eenige stroopers,
die bezig waren hun slag te slaan. Allen namen
snel de vlucht, ook de man die het licht (eeri
automobiel-lantaarn) droeg, doch deze was
daardoor het gemakkelijkst in te halen. N»
eene hevige worsteling gelukte het den man
meester te worden, waarna hi) in het arres
tantenhok werd opgesloten.
Toen dezer dagen een korporaal van
't koloniaal werfdepot te Harderwijk aan
een der wachtposten kwam om den wacht
hebbende af te lossen, vond hij, naar de
«Tel.'/ meldt, slechts 't geweer van den
man, een koloniaal voor West-Indië be
stemd. Natuurlijk werd aan desertie ge
dacht en terstond naar de omliggende
plaatsen getelegrapheerd.
Te Ermelo kreeg de gemeente-veld
wachter een Westganger t3 pakken, doch
bij aankomst te Harderwijk bleek, dat het
niet de vermiste man was, doch een die
zijn wandeling wat ver had uitgestrekt,
wat niet geoorloofd is
De ontrouwe wacht werd 's avonds door
een serge; 111 in een bierhuisje aangetrof
fen, waar hij, minder ingenomen met het
onaangename schilderen, z^n toevlucht
gezocht had. Hij zal er natuurlijk voor
moeten boeten, evenals zijn kameraad,
die zooveel van wandelen hield.
Tn Friesland hebben sommige landeige
naren, verhuurders van boer; nplaatsen of
losse landerijen, aan de huurders een ge
deelte der pacht geschonken, als gedeel
telijke vergoeding voor de schade, geleden
door den hoogen waterstand. Sommige
corporaties, als kerkelijke gemeenten enz,,
hebben dit voorbeeld gevolgd.