Melissa ut Bij besluit van den ge meenteraad van den 10 Dec. j.l, is de jaarwedde van den gemeenteveld wachter C. Struik met f§0 verhoogd en gebracht op f 400. VERSLAG Stellendam. Door Burgemeester en Wethouders dezer Gemeente zal wor den aanbesteed, het bouwen van een waschhuisje bij de woning van den veldwachter. Het bestek ligt ter lezing ten Gemeentehuize, alwaar ook voor of op Dinsdag 29 Dec. de aanbeste ding bij enkele inschrijving zal ge schieden. Burgemeester en Wethouders dezer Gemeente, hebben ter kennis, §ebracht aan allen wien het aangaat, at de aangifte ter inschrijving voor de Militie, moet geschieden van af den lsten tot den 31sten Januari 1904 en dat tot het ontvangen dier aangifte meer bepaald zitting zal wor den gehouden Dinsdag 19 Jan. des voormiddags 10 ure ter gemeente secretarie. Onze dorpsgenoot G. Koenraad, is benoemd tot politieagent te Vlaar- dingen. Tengevolge van den dikken mist js gisteren (Dinsdag) de Rijksveerboot de reis naar Middelharnis en Helvoet- sluis schuldig gebleven. Goedereede.* In de plaats van den heer D. Breen, die niet meer in aan merking wenschte te komen, is tot Diaken in de Ned. Herv. kerk geko zen de heer F- den Eerzamen Jz. De heer Jansen te Nieuwe Tonge heeft zijne benoeming als onderwijzer aan de O. L. School alhier aangeno men. Ouddorp.* Tot hoofd der bijzondere school alhier is benoemd de heer Haantjes van Rotterdam. In de plaats van Kommer West hoek Lz is tot kerkvoogd bij de Herv. kerk benoemd de heer Kommer Tanis J. Ez. terwijl tot ouderling en diaken zijn herkozen, de heeren S. v. d. Wiele en Klaas Voogd. Op 12 Januari a.s. zal er alhier eene vërkiezing plaats hebben voor een lid van den gemeenteraad, in de plaats van wijlen de heer J. Voogd. De stemming is bepaald op 22 Jan. de herstemming, zoo noodig op 2 Febr. Zaterdagavond ongeveer 10 uur stond in de Ned. Herv. Kerk de kachel in brand op de galerij, achter de pre dikstoel. Gelukkig werd het bijtijds gezien, zoodat alles goed alliep. Spijkenisse. Door den Kerkeraad der Ger. Kerk zijn, bij gelegenheid der periodieke aftreding van één ouderling en één diaken, de volgende alpabetische dubbeltallen gemaakt Voor ouderlingAbr. van den Berg, P. van den Berg (aft,) en Jac. de Koning. Voor diakenF. Groen, P. Geldteïder (aft.) en P. C üorebeek. De gehouden Unie collecte heeft in deze gemeente opgebracht de som van f 90,— wat in verhouding tot vorige jaren een flink bedrag kan genoemd worden. De Oogst collecte leverde een totaal van f 40, Beiden werden gehouden in de Ger. Kerk. Rechtzaken. Ingezonden Stukken. Visscherij. Middelharnis. Binnengekomen te IJrnuiden de navolgende vischsloepen Verkoopingcn. Hïeaiiettud lieims Fraude Overreden. Een droevig einde. Ernstig ongeluk. Goed afgeloopen. Stroopers. Twee vliegen 111 één klap. Goed zoo. van het verhandelde in den gemeenteraad op Donderdag 10 December. Voorzitter de heer C. Zaaijer, burge meester. Afwezig de heeren L. Driëndijk, L. van Beek en T. Kooman, waarvan de eerste met kennisgeving. De voorzitter opent de vergadering ten half drie, waarna de secretaris de notulen der vorige vergadering leest. De heer van der Velde bemerkt dat het door hem ge sprokene over de gratificatie van den ge meente-veldwachter niet zeer juist is weer gegeven. Op eene desbetreffende vraag van den voorzitter zegt spreker echter er niet op aan te willen dringen de notulen te doen veranderen. De notulen worden onveranderd goedgekeurd. De voorzitter doet daarna mededeeling van de kennisgeving van den heer L. Driëndijk, dat hij verhinderd is ter ver gadering te komen en dat hij zijne taak als wethouder weder zal aanvaarden. De voorzitter deelt mede dat het wetsontwerp tot onteigening voor de tram is ingediend en dat de mededeeling is ontvangen, dat op verzoek van den raad het station te Dirksland niet op Melissantsche maar op Dïrkslandsche grond zal gebouwd worden. Aan het bezwaar van den raad om de tramlijn niet langs den Nollendijk, maar over het dorp te leggen kan niet tegemoet gekomen worden, omdat dan weder nieuwe bezwaren rijzen met de onteigening. Wel zal met de bezwaren van den raad en het adres van C. Wamaer en 85 andere on derteekenaren zooveel mogelijk rekening gehouden worden. De voorzitter doet daarna mededeeling van de volgende ingekomen stukken. Van Ged. Staten is de goed keuring ontvangen van de verordening op de openbare wegen welke niet onder het beheer van het rijk, de provincie of de gemeente staan. Ook is goedgekeurd de af- en overschrijving ten behoeve van de ongevallenverzekering. Tevens is van ge noemd college de gemeente-begrooting terugontvangen, met de mededeeling dat aan de aanvraag om f 1800 als buitenge wone subsidie aan het lager onderwijs niet voldaan zal worden, doch dat f 200 minder dan het gevraagde bedrag zal worden ver strekt dat deze f 200 kunnen betaald wor den door de raming van den hoofdelijken omslag met f 60 te vermeerderen en de belasting op het personeel met 1 o opcen ten te bezwaren en dus van 40 op 5° opcenten te brengen. Op voorstel van burgemeester en wethouders besluit de raad de begrooting van den hoofdelijken omslag met f 100 te verhoogen, van f 2800 op f2900. Dit kan geschieden zonder ver hooging van den hoofdelijken omslag daar het kohier van 1903 eene heffing van f 2925 aanwijst en er geen reden zijn om te gelooven, dat deze heffing dit jaar weder niet gedaan zou kunnen worden. Voorts zal men met de vernieuwing in het raadhuis zich beperken, (het beschieten van de wanden zal o.a. achterwege blijven) en daardoor f 100 in plaats van f 200 uitge ven en dus op deze post f 100 uitzui nigen, zoodat alsdan de f 200 welke het tekort zou aanwijzen, gevonden zijn. De goedkeuring van dit besluit door Ged. Staten zal door den raad gevraagd worden. Daar door Ged. Staten aanmerking ge maakt is op de overeenkomst tusschen volgnummers 24 en 25 wordt besloten deze bij elkaar te voegen, daar zij beide over de grintwegen handelen en het dus eene kwestie van vorm is. Nog wordt beslotende gratificatie van f50 van den gemeente-veldwachter te doen vervallenen de jaarwedde van f350 op f400 tebren genvan onvoorziene uitgaven over te schrijven f25 voor bouwkundig teekenen; 5,5 cent voor een tekort aan subsidie aan eene der polders en voor kasgeld f15. Op de gebruikelijke vraag stelt de heer van der Velde voor een afschrift van de gemeente-begrooting aan ieder der leden te verstrekken. De voorzitter zegt dat aan zijn verlangen zal voldaan worden. Niets meer aan de orde zijnde en nie mand het woord meer verlangende, sluit de voorzitter de vergadering. Uw Verslaggever. VERSLAG der openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Zaterdag 12 Dec. Na het teekeneii der presentielijst, waarbij den heer C. van Holst ontbrak, opende do Voorzitter Burgemeester de Lint de Vergade ring. De Notulen der vorige vergadering (28 Oot.) werden gelezen en goedgekeurd. Aan de orde was het benoemen van een Medicus voor de Armenpraktijk. Daar niemand zich daarvoor tot den Raad had gewond, werd met nlgemeene stemmen den heer Peppink daarvoor benoemd. Vervolgens word den heer A. v. d. Meer Hz., die in een vorige veigade- ring benoemd was als lid van het Bnrgel. Arm bestuur in de vacature Jb. Hoogenboom, als zoodanig herbenoemd mot algemeene stemmen. Voorts werd gelezen een schrijven ram God. Stat'.n van Z. H. inzake het Bezwaarschrift van den heer 1. Oosthoek, waarin den Raad werd medegedeeld, dat Ged. Staten na behoorlijk deze zaak onderzocht te hebben, zij tot het besluit waren gekomen om het bezwaar van I. Oosthoek ais ongegrond te verklaren,|on alzoo den door den Raad vastgestelden Aanslag te handhaven. Voorts werd dou Raad verzooht, den heer Oosthoek daarmee in kennis te stel len. Vervolgens werd gelezen eene dankbetui ging van de Dames Rjjkeé voor do toegezegde subsidie van 50 gulden, welk besluit door den Raad in de vorige vergadering was genomen. Do begrooting vau 1904 welke met de noo- dige toelichting aan Ged. Staten was aange boden, was teruggekomen met een paar kleine opmerkingen, hetwelk den Raad werd voorge lezen, en waarop de gewensohte verandering zou aangebraobt wordon. Eveneens was de post „Begrafenis" teruggekomen, houdende de goed keuring van Ged. Staten. Vervolgens stelde de voorzitter voor om aan de veldwaohters de gewone gratificatie te ver strekken, hetwelk na een kleine discusie alge meen werd goedgevonden. Vervolgen» werd nog door den heer de Baan de aandacht gevestigd op hot ongeriefelijke van den waterloop beneden de Kerkstraat, daar het niet zelden, vooral in den winter, én voor de bewoners aldaar, én voor hen die daar pas- seeren alles behalve prettig is. Deze en nog een paar andere ongeriefelijkhedeD, zouden door het dagelijks Bestuur nagegaan, en zoo mogelijk weggenomen worden. Niets meer aan de orde zijnde werd de ver gadering door den Voorzitter gesloten. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK. (Kamer van Strafzaken.) Zitting van Dinsdag 15 December. Heden werden de volgende vonnissen gewezen M. L. C.. 28 jaar, visscher te Middel harnis, wegens mishandeling tot f 10 boete, subs. 5 dagen hechtenis. C. J. v. d. S. 23 jaar, schoenmaker te Dirksland, wegens beleediging van een amb tenaar tot 14 dagen gevangenisstraf. H. V., 25 jaar, arbeider te Spijkenisse, wegens mishandeling, tot 7 dagen gevan genisstraf. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en Uitgever. Mijnheer de Redacteur, Vergun mij een antwoord in uw Blad op het stukje van 11 dezer om mijn broeder zonder aan gezicht of met een vermomd aangezicht te ant woorden, want iemand, die een aangezicht heeft die vertoont dat in zijn persoon of in zijn geschrift, maar verzwijgt niet zijn naam. Nu mijn vriend, wat Dr. van Embden betreft, deze zegt u, heeft de regeering verdacht gemaakt. Neen, deze heeft gezegd, dat zij veel heeft beloofd en nog niets heeft gedaan, en toen zou jk hebben gezegd, als de regeering zoo blijft is zij geen 2 cent waard. Dit is een verdraaiing mijner woorden, ik heb gezegdals ik u zoo hoor, dan zou ik moeten zeggendan is zij voor u geen 2'/, cent waard, daarmede willende zeggen: zoo weinig hebt gjj er mede op. En dat ik zeide, dat ik het in vele punten met spreker eens was over het vele beloven en weinig geven, dat beken ik, want denkt gij dat ik tevreden ben met beloften.en geen vervulling? Neen, mijn vriend, had ik nn maar uitwerking van beloofde daden kunnen opsommen van ons Ministerie, dan had ik het wel gedaan. Maar o, arm volk, ik kon niets bijbrengen als belijdenis en beloften en daar zijn mijn tegenstanders niet mede gediend. Maar het schijnt wel, dat niemand uwer ook iets kon inbrengen, omreden gij waart allen als dooden. Maar denkt gij, dat ik tevreden kan wezen met de beloften, ons bij de stembus gegeven Wat is ons beloofd 1 Het intrekken van den leerdwang 2 wegnemen van den Vaccinatiedwang,3Sabbaths- heiliging, 4 Staatspensioneering, 5 onze arme werklieden in de Ongevallenwet op te nemen, enz. enz. Oordeelt nu zelve, mijn broeder, waar is de vervulling? Moet ik nu hier maar een sluier over werpen en roepen Ja maar wij hebben toch een Christelijke regeering! Nu ja, maar ik wil: toon dan uw geloof uit uwe werken en is ons land bekeerd van het Liberalisme tot het Calvi nisme, breng dan vruchten voort der bekeering waardig. Wat denkt u, mijn vriend Als een onzer Calvinisten eer.s kon opstaan uit zijn gra Jen hij kwam dan eens op de Sabbath in een onzer groote steden en hij zag dan eens het woelen en dartelen, koopen en verkoopen, het rijden der spoortreinen, varen der booten, loopen der posten en woelen der telegraphisten enz., zoude dan deze ware Calvinist gelooven, dat hij in ons land was en onder een Christelijke regeering? Oordeelt zelf maar eens, als gij niet willens blind zijt of hij niet mogelijk zoude denken, dat hij in SodWi was. Maar o, mijn vriend, wee ons land als God niet opstaat 0111 zoovele schreeuwende en tierende Antirevolutionairen hunne jeneverglazen uit de handen te slaan, die achter de toonbanken en in biljartzalen met den afgod Bachus in de hand roe pen ik ben Antirevolutionair, die zich niet ont zien om de huizen in te sluipen der ontucht en hetgeen heimelijk van he* geschiedt, is schandelijk om te zeggen, O, de God der ware Calvinisten beware mij, dot mijne ziel niet kome in hunnen verborgen raad. En maakt gij mij een verwijt, dat ik ben een man met twee aangezichten en tevens Vrijz. Dem Mocht het waar zijn, dat wij allen twe» aange zichten bezaten, één der Belijdenis en één Prak tijk! Maar ik hoop, dat gij bij een tweede schrijven in uw Courant uw aangezicht zult toonen wie gij zijt. Des te beter kan ik mij dan mogelijk verdedigen. Denkt gij dan dat ik voldaan ben met het werk der regeering Ik kan niet nalaten te roepen en blijven aanhouden, voor aleer ik zie, dat het ons Ministerie te doen is om de schapen en niet om de wol: dat zij het noodgeschrei der armen en bedrukten met daden zullen bijstaan. Ik heb dan gezegd, datik overtuigd wasa'sonze Minister van f 4,80 moest bestaan, zooals onze arme broeders hier op ons eiland, die, om niet van den hongerdood te sterven, al hopen dat hun kinderen 10 a II jaar zijn, om deze mede te nemen om een weinig hun arm gezin te helpen steunen en dan het dreigend vonnis krijgende uw kinderen naar school of de gevangenis in. Al moet gij dan ook bezwijken van armoe en ellende, uw kinderen naar school, al was het zelfs zonder eten of drinken. Ik geloof: onze Minister zou dan deze wet ook wel intrekken. En daarom heet ik dan Vrijz Dem. omreden ik tegen deze Ongoddelijke wetten protesteer?? Neen, mijn Vriend, ik ben en blijf Calvinist, dit is mijne overtuiging en kan dan ook niets anders, als hen beminnen, die in waarheid en met een vol komen hart voor God en zijn woord buigt, en zal bij elke stemming niemand anders naar de Regeering kunnen helpen brengen als hen. En ik hoop, dat onze afgevuardigden, als zij dit mijn schrijven soms lezen zullen, opgewekt worden om eens een nauwkewtig onderzoek in te stellen naar onze arme Elakkeesche broeders. Ik verzeker hen, dat het noodig is en zij zullen van mijne Calvinistische broeders wel op de hoogte worden gebracht met de groote ellende en armoede, die onder de landarbeiders heerscht, en daar is met hunne medewerking verandering in te brengen. Ik wenschte dan ook wel, dat onze Geachte Heer Vegtel eens zijn gave en kennis hier kwam be steden en niet onder de korenmaat liet blijven, daar deze ware Antirevolutionair (door mij Hoog geëerd) een warm hart omdraagt voor de belan gen des volks en in zoovele gevallen dit al heeft be.toond. En nu, mijn vriend, heb ik mij mogelijk eenige woorden laten ontglippen, die niet geheel mijn meening uitdrukten, dat is wel mogelijk. Want die in woorden niet struikelt die is een volmaakt man en dat ben ik niet. En waarom hebt gij wel vergif uit mijne woorden gezogen en ze zooveel mogelijk verdraaid, maar hetgeen dat juist was, dat hebt gij verzwegen, dus kan ik wel opmaken, dat gij in vollen zin mijn Vrieud niet zij tl En nu gij Antirevolutionair, voor ditmaal zal ik het er bij laten. Wie gij zijt, weet ik niet, er wordt mij wel gezegd, wie gij mogelijk zijt, maar dat kan ik niet gelooven. „Daar heeft die persoon te veel kennis voor" heb ik gezegd.En toch weet ik het niet, maar dan zeg ik: het kon zijn, dat ik dwaalde en mij verkeerd heb uitgelaten, maar als gij dan een Antirevolutionair zijt, waarom hebt gij dan niet den koninklijken weg gevolgd Indien uw broader gezondigd heeft, bestraf hem ouder u en met hem alleen. Geeft hij u gehoor, zoo hebt gij uwen broeder gewonnen, zoo niet, ziet dan verder. Maar neen gij Antirevolutionair, gij moet mij met uw laag stukje „waarin mijn naam zoovele malen voorkomt" voor de geheele wereld aan de kaak stellen om mogelijk met uw vrienden een avond van lach- en spotlust door te brengen, Geloof mij, ik ben niet met toorn vervuld, maar betreur uw waanzin, waar gij mij inden ban wilt doen en niet alleen uit de synagoge werpen, maar mijn naam uit het Antirevolutionair boek schrappen wilt. Nu, ik vracht uw censuur af en hoop in een volgend schrijven, dat gij uw aange zicht dan zult vertoonen, hoewel het mij voorkomt dat wij beiden in couranten maar moesten zwij gen, want ik geloof niet dat er iets voordeel voor ons in zit. En nu, Mijnheer de Redacteur bij voorbaat dankend voor uw plaatsruimte in uw Blad, tee- L. VAN DER WEIDE. Middelharnis, Dec. 1903. [Hoewel we als Redactie ons niet men gen mogen in een polemiek tusschen twee inzenders, houde 'tde^heer v. d. Weide ons ten goede, dat we hem op een ern stige vergissing wijzen, die onverwijld her steld moet wordenleen vergissing, waar hij zegt: Wat is ons beloofd? En dan 5 punten opnoemt. We merken .op,:, dat punt 1 nooit en nergens is beloofd dat punt 2 nooit en nergens is beloofd; dat punt 3 nöoit en nergens is beloofd dat punt 4 nooit en nergens is beloofd; dat punt 5 is beloofd en ook reeds ter hand is genomen. Met de stukken in de hand zullen we dit ter gelegener tijd aantoonen. Voorts blijve den inzenders 't woord. Red,] Mijnheer de Redacteur Gelieve een plaats in uw blad af te staan voor het volgende; bij voorbaat daarvoor mijn dank. Hoewel over de zaak die het betreft, de vorige week reeds een kort maar krachtig woord in uw blad werd geschreven, is/ het m. i. toch niet overbodig, nogmaals hierop terug te komen, daar het hier iets geldt, waartegen ieder recht geaard Antirevolutionair een krachtig protest moet laten hooren, opdat het onzen tegenstanders duidelijk zij, dat de persoon, wiens woo; den tot dit^chrijven aanleiding gaven, stond als „een veldheer zonder leger',. De vorige week (Woensdagavond) trad voor de Kiesvereen, „Recht en Vrijheid" in het hotel „Spee" te Sommelsdijk op, de héér Dr. D. van Embden, uit 's Gravenhage, met een rede, waarin hij aan de eene zijde het M.nisterie „Kuyper" trachtte voor te stellen als een conservatief Ministerie, een Kabinet, dat niets voelde voor de sociale nood en van ons volk, e* als gevolg daarvan ook niets tot stand bracht op het ge bied van sociale wetgeving. Terwijl hy, aan {den anderen kant het programma der Vrijz.-Dem. besprekende, den volke verkondigde de zegenin gen, die mildelijk zouden vloeien wanneer deze partij eens aan het bewind zou komen. Het is mijn plan niet, hier een verslag te geven van de rede van Dr. Van Embden, of om te beoordeelen of deze rede nu wel zoo overtuigend was en veel indruk op de toehoorders maakte ook niet, of dat „Recht en Vrijheid" met den spreker op te laten treden, werkelijk een geluk kige keuze gedaan heeft tot bereiking van haar doel. Dit alles kan buiten bespreking blijven. Ge noeg hiervan. Nadat de spreker zijn rede geëindigd had ener eenige minuten was gepauzeerd, werd gelegenheid gegeven tot debat. Aanvankelijk scheen niemand daar gebruik van te zullen maken. Zou, zoodaebt ik en misschien velen met mij, er dan niemand wezen die het voor dat (volgens den spreker) „niets doende en tot niets in staat zijnde Minis terie? opnemen?" Ja, toch iemand.Althans zpo zou men denken. De heer v. d. Weide toeh, Voorz. der Antirev. Kiesv.en lid van de Commissie van advies der afdeeling „Middelharnis—Som melsdijk" van Patrimonium, vroeg het woord. Oppervlakkig dug een der voormannen van de Antirev. partij in deze plaatsen iemand van wie men zou verwachten, dat hij, zoover zijn gaven daarvoor strekte*, de aanvallen op ons Ministerie gedaan door den spreker, zou afslaandaar hij ook reeds dadelijk begon met te zeggen dat hij Antirev. was. Ieder der aanwezigen kon daar natuurlijk niets anders uit afleiden, als dat de heer v. d. Weide, zeggende dat hij Antirev, was, de beginselen dier partij zou verdedigen tegenover die der Vrijz.-Dem. Doch wie zoo dacht werd spoedig ontnuchterd. Geheel iets anders kreeg men te hooren. Reeds dadelijk liet de heer v. d. Weide op zijn eerste gezegde volgen, dat hij, niet tegenstaande hij Antirev. was, het toch geheel met den spreker van dien avond eens was, ten opzichte van het conservatieve van hetMinisterie, en van het niet nakomen van hare beloften. Ja, hij moest het ook erkennen, dat het Ministerie niet* waardis. Dij had zelfs bewijzen, dat het hare beloften niet nakwam. Dezen zomer was hij op audiëntie geweest bij Dr. Kuiper en had deze hem ook wat beloofd 't welk hij niet nagekomen was. Ieder zal wel begrijpen wat de heer v. d. Weide hiermee bedoelde. Êraaie argumenten..? Doch genoeg. Ieder, die verleden week in bovengenoemde vergadering aanwezig geweest is, zal moeten toe stemmen, dat de heer v. d. Weide daar een treurig figuur maakte. Zeggen dat men Antirev. is, maar er tevens bijvoegen dat men instemt met hetgeen door een Vrijz.-Dem. gezegd wordtja erger nog, dat men openlijk verklaart: „bijna Vrijz.-Dem." te zijnik vraag oi zoo iemand zich Antirev. noemen mag? of zoo iemand dien naam verdient te dragen? Wjj kunnen er dan ook gerust bijvoe gen, dat de heer v. d. Weide allerminst het gevoelen (ten opzichte van ons Ministerie en vernamelijk voor den Premier) vertolkte van de Antirev. partij in het algemeene in zijn omgeving. Verre van dat. Uitzonderingen zijn er altijd en overal. liet was trouwens niet de eerste maal dat de heer v. d. Weide zoo sprak. Reeds meermalen, bv. op de laatstgehouden vergadering der Kiesv. in vereeni- ging met Patrimonium, heeft hij zich op dergelijke wijze over onze regeering uitgelaten. _Nu wil ik volslrekt niet beweren, dat ieder die zich' Antirev. noemt en ook wil wezen, nu maar blindelings alles moet goedkeuren wat door het Ministerie gezegd en gedaan wordt. In 't minst niet. Doch personen die een standpunt innemen gelijk de heei v. d. Weide doet, komen geen enkele partij ten goede, maar worden tenslotte door elke richting geschuwd. Verder wii ik op deze zaak nist ingaan. Het is volstrekt myn bedoeling niet, met dit schrijven om den heer v.d. Weide nu eens aan de kaak te stellen, als iemand die door ieder dient vermeden te worden, doch om hem te overtuigen dat het thans door hem ingenomen standpunt onhoudbaar is en hem voor geen enkele partij geschikt maakt. Indien de heer v.d. Weide, An tirev. wil zijn, d.i. een geestverwant van Groen van Prinsterer, laat hij dan handelen overeen komstig de kernspreuk van dien Christenstaats man „In ons isolement," d.i in onze zelfstan digheid, in ome beginselvastheid, ligt onze kracht." Niemand tooh kan twee heeren dienen. Hinkt daarom niet langer op twee gedachten. Kiest heden (met beslistheid) wie gij dienen wilt. U. M,de R. nogmaals dank voor de opname. Middelharnis. W. NLEUWLAND. Mijnheer de Redacteur. Verzoekt vriendelijk een plaatsje in uw veelge lezen blad, voor de volgende vraag Ik was jl. week ook in de vergadering, waarin de heer van der Weide als debatter? optrad. Ik zeg optrad, want hij heeft ziek niet als zoo danig opgegeven. Wel werd even tevoren tot hem een door oogen knipjes vriendelijke ui'.noodiging gericht door den Voorzitter van de vooruitstrevende kiesvereeni ging, den redacteur van „Vooruit." Dit feit kan ik met 3 getuigen staven. Ook een ander bestuurslid der Antirevolutio naire Kiesvereeniging, die zoo graag in „Vooruit" stukjes inzendt, m zoo graag met Vrijz. Democraten conferenties houdt, werd gevraagd, of hij niets had te zeggen; doch deze zei: ik heb niks te zeg gen 'k ben het volkomen eens met den spreker Nu wilde ik alleen maar vragen M. de R. waar de bewijzen voor het grijpen zijn, dat er een nauwe verstandhouding bestaat tusschen den Voorzitter met genoemd bestuurslid der Antirev. kiesvereen. eenerzijds en de Voorzitter der Vooruitstrevend Liberale anderzijds: mogen zulke personen nog langer als antirevolutionair worden gehandhaafd Wordt het niet hoog tijd, dat er een flinke Anti revolutionaire Kiesvereeniging worde opgericht, waaruit zulke verraders worden geweerd EEN ANTIREVOLUTIONAIR. Middelharnis. „Hendrika Adriana",sch. H. Jordaan f 250. „Noordster", C. Langbroek f 300. „Doggersbank", Jacs. v. d. Hoek f 850. „Middelharnis" Jacob de Korte f 940. „Titia Jacoba", W. v. d. Hoek f 1107. „Voorlichter", Matth.d.Braber f 1260. Woensdag 23 Dec. 1903 's aam, 2 uur. Verkeop schaarhout, gegroeid op boschland a/d Sohenkelweg i/d. Hoerenpolder te Oude Tonge, voor A. FluitMz. bjj van den Boogaard A Co, aldaar. Notaris VAN SCHOUWEN. O,) Donderdag 24 December 1903, das nam. 3 uur ter herherge van G. Smit to Stad aan 't Haringvliet: Afslag van 41 aren, 70 centiaren tuinland in den polder „Du Nieuwe Stad" te Stad aan 't Haringvliet, in twee perceelen en in massa. Notaris STEHOUWHR. Maandag 28 en Dinsdag ï9 December: Hakhout, dood hout, kophout #n Boomen onder Oaddorp en Goedereode, aanvangende 's voorm. 9 ure van den eersten dag onderOuddorp. Notaris VAN I8PELEN. Op Dinsdag 29 December, en zoo noodig eok op Woensdag 30 December 's voorm. 10 uur to Dirks land aan de Voorstraat, voor het huis van D. Vos kamp van eene belangrijke partij gemaakt schoenwerk (plm. 600 paar) eene partjj sigaren, eenig meubilair, hit en kar en eene partjj hooi. Notaris VAN DER SLUIJS. G. Jj. M. lid der firma Miiller Go., cominisiormairs m effecten te Amersfoort, bij vonnis der rechtbank te Utrecht van 5 Aug. 11. failliet verklaard, in welk faillis- semen accoord is aangeboden en aange nomen,—terwijl door de rechtbank de homologatie is geweigerd, werd Zaterdag te A mersfoort iu arrest genomen en naar het huis van bewaring te Utrecht over gebracht. Te Nijmegen is Maandagavond de ran geerder A de Vries door den sneltrein 129 uit Amsterdam overreden. Linkerarm en -bpen werden hem afgereden. Be on- lukkige is gisternacht aan de bekomen wonden overleden. Hij was nog zeer kort in dienst eu laat een vrouw en twee kinderen achter. Terwijl B. S. en echtgenoote te Ker- kenbosch (bij Meppel) zich even naar het vee op een deel van hun boerderij be gaven, maakte hun bijna 3 jarig doch tertje van de gelegenheid gebruik om met een pot heete melk te gaan spelen, waar bij zij zulke hevige brandwonden bekwam, dat zij aan de gevolgen spoedig is over leden. Zaterdagmiddag had het 15 jarig tim mermansjongmaatje B Vermeulen, die be hulpzaam was met het doen van herstel lingen aan de Herv. kerk te Heusden, het ongeluk van een aanzienlijke hoogte te vallen, met het noodlottig gevolg dat een been op twee plaatsen en het ander been op een plaats werd gebroken. De schouder werd ontwricht en de arme jongen kreeg een groote wond in het aangezicht. Hij werd zoo goed als dood opgenomen en naar het R. K. ziekenhuis vervoerd. De bedienden van den banketbakker N. C. Ate Zwolle, zijn aan een groot gevaar ontkomen. Moe gewerkt gingen ze Zaterdagavond naar bed. De laatste draaide het gaslicht uit. Waar schijnlijk is dat wat haastig gebeurd en de kraan weer een eindje losgedraaid. Althans den volgenden morgen werden twee der jongsten wakker en voelden zich onwel. Benedefi gekomen moesten ze over geven. De patroon begaf zich naar boven en vond zijn overige personeel reeds be zwijmd. Door spoedige hulp konden allen gelukkig weer in normalen toes tand terug gebracht worden. Nu op het eiland Tliolen de suikerbieten- campagne is geëindigd, zoo schrijft het N. v. d. 1)., is ook de arbeid op het veld gedaan. Het werkvolk heeft niet veel meer te doen dan in groote troepen op de hoeken van de straten te staan en er zijn maar weinigen, die met spitten of dorschen nog wat bezigheid heb ben. De boeren zitten zich op hunne hoe ven en hoefjes te vervelen, niets uitvoerende dan een klein getal koeien en eenige paarden verzorgend. Die verlatenheid van het veld brengt menigen strooper op het denkbeeld om het oud bedrijf weer ter hand te nemen. De jachtopzieners en politiemannen mogen hun waakzaamheid verdubbelen of zelfs verdrievou digen, het verhindert niet, dat menige haas door strik of geweer den dood vindt. Op een der dorpen van het eiland bestaat eene stroopers-vereeniging, natuurlijk een ge heime, die wekelijks contributie inlegt, ten einde daaruit de noödige gereedschappen, ge weren, lichtbakken, enz. te betalen, en ook eventueele boeten. Intusschen schijnt vooral bet dorp Scherpenisse het brandpunt der stroo- perij te zijn. Sedert de laatste tien jaren heeft men daar telkens conflicten tusschen politie en stroopers; een ijverig en moedig jachtop ziener aldaar heelt al heel wat avonturen doorleefd en is door kwaadgezinden menig- keer benadeeld en gesard, doch meermalen zijn personen, die op verboden jacht betrapt werden, in arrest gebracht. Zoo ook in de vorige week de jachtopzie ner, die te Scherpenisse ook lantaarnopsteker is, was op een avond na 10 uur aan den rand van de bebouwde kom der gemeente bezigde lantaarns te blusschen, toen hij in de verte in den polder een verdacht licht ontwaarde. Een uur later was hij gewapend in het veld en «ntdekte hij inderdaad eenige stroopers, die bezig waren hun slag te slaan. Allen namen snel de vlucht, ook de man die het licht (eeri automobiel-lantaarn) droeg, doch deze was daardoor het gemakkelijkst in te halen. N» eene hevige worsteling gelukte het den man meester te worden, waarna hi) in het arres tantenhok werd opgesloten. Toen dezer dagen een korporaal van 't koloniaal werfdepot te Harderwijk aan een der wachtposten kwam om den wacht hebbende af te lossen, vond hij, naar de «Tel.'/ meldt, slechts 't geweer van den man, een koloniaal voor West-Indië be stemd. Natuurlijk werd aan desertie ge dacht en terstond naar de omliggende plaatsen getelegrapheerd. Te Ermelo kreeg de gemeente-veld wachter een Westganger t3 pakken, doch bij aankomst te Harderwijk bleek, dat het niet de vermiste man was, doch een die zijn wandeling wat ver had uitgestrekt, wat niet geoorloofd is De ontrouwe wacht werd 's avonds door een serge; 111 in een bierhuisje aangetrof fen, waar hij, minder ingenomen met het onaangename schilderen, z^n toevlucht gezocht had. Hij zal er natuurlijk voor moeten boeten, evenals zijn kameraad, die zooveel van wandelen hield. Tn Friesland hebben sommige landeige naren, verhuurders van boer; nplaatsen of losse landerijen, aan de huurders een ge deelte der pacht geschonken, als gedeel telijke vergoeding voor de schade, geleden door den hoogen waterstand. Sommige corporaties, als kerkelijke gemeenten enz,, hebben dit voorbeeld gevolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 4