voor de Kaidhtllandiche en Zeeuwsche Eilanden, TWEE BLADEN Vrijdag 18 December 1903. Antirevolutionair Achttiende Jaarg. No. 948. Orgaan 1904. IN HOC SIGN O VINCES T. BOEK HO VEN. sommmii so SJ H FEUILLETON. tjitösveïs: a EERSTE BLAD. Deze Courant verschijnt eiken Yrijöag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per po3t 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentie» 10 eeiitper regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat Advert nitiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. 'Al Se stukken voor tie SSedactie bestemd, Advertentièn eis ventere Administratie franco toe te zenden aan den Uit jee ver. Dit nummer bestaat uit In het nummer van dit blad, het welk in den morgen van 1 januari a.s. verschijnt sullen evenals vorigen jaré, gebracht aan FAMILIE, VRIEN DEN en BEGUNSTIGERS, enz. enz,, opgenomen worden, tegen den prijs van slechts 85 ceg®!§ indien de' advertentie 5 ol minder regels be draagt, elke regel meer 5 Cents. Ila^elelllseefcesi. Het terugkomen der tegenpartijen op de staking, de misdadige woeling® in Januari en April jl. bij de Kamer debatten in de eerste Decemberweek, heeft den heeren geen goed gedaan. Zij sprongen met die staking won derlijk om, en brachten er zichzelf door in 't nauwwant zij wilden te gelijk beweren, dat de liberale par tijen even krachtig tegen de woeling zoude opgetreden zijn, en dat de zaak nu toch eigenlijk niet van zoo groote beteekems was, dat de Troonrede er het stempel van «mis dadig® bij behoefde te halen, of dat de Regeering er de vertraging in het werk aan behoefde te wijten. Vooral de heer Goeman Borgesius liep er leelijk in. Hij zou krachtig op getreden zijn, ware hij minister ge weest, beweerde hij nuen destijds ontwierp hij meê een adres aan de Kamer om te verzoeken toch vooral zacht aan te doen. Maar wat zat er achter? Mr. Drucker zeide het ronduit, te weten, dat de staking in het voorjaar »een politiek fortuintje was voor het Kabinet®. Schaamteloos werd hier dus de partij-politiek bloot gegeven. De Minister bleef echter ook op dit punt het antwoord niet schul dig. Vooreerst, zeide hij, kent gij par tijen der linkerzijde, ook een «politiek fortuintje®, want gij hebt Staalman met u, die zegt bij de antirevolutie- onairen te behooren, en die toch steeds op uwe hand is, ja waar hij slechts even kans ziel, kwaad van ons spreekt. En met voorbeelden wees de Minister die vijandige gezindheid aan. Maar ten tweede antwoordde hij als gij dat «een politiek fortuintje noemt, dan mag ik toch vragen of er juist deswege ook zekere neiging opkomt om uit vrees voor de gevol gen bij de stembus (ten gunste der christelijke partijen) liet gebeurde te bagetelliseeren. is dit nu zoo, zeide de Minister, dan moet ik met ernst daartegen op komen, want bet was zoo weinig een bagatel, dat de leider der oppositie tegen de stakiugswetten, in de Kamer er van zeide«Ik geloof, mijnheer de Voorzitter, dat de'toestand op dit oogenblik zeer ernstig moet genoemd worden. Sedert 1848 is er zulk een gespannen politieke toestand in Ne derland niet geweest.Ja, dat zeide Mr. Troelstra, niet in opgewonden heid, maar naar zijne eigen bijvoe ging: «zonder overdrijving®. Al dat geredeneer over de misda dige woeling heelt dus slechts te meer in het licht gesteld, hoe nooctig het is, tegenwoordig ook met het oog op mogelijke nieuwe aanslagen op het gezag, eene Regeering te bezitten, die weet wat zij wil en die onvoorwaar delijk gelijk het eene christelijke ovei heid betoont het gezag hand haaft. Ilelaslfngiierzleaiiiëg-. De Minister van Financiën heeft op 2 Dec. jl. een wetsontwerp inge diend voor wijziging der personeele belasting. Grootendeels is dit afkomstig van het vorige Kabinet, maar er zijn twee belangrijke wijzigingen aan toege voegd nl. de verschuiving van de op brengst der haardsteden naar het mobilair en de invoering van belas ting op de automobielen. De haardsteden brengen thans meer dan een millioen aan belasting öp, en konden dus niet losgelaten worden zonder een tegenwicht, en dit is ge vonden door het mobilair 5U% hoo- ger te belasten, zoodat van dezen grondslag de opbrengst in plaats van ruim twee, zal worden ruim drie mil lioen. Hiermede zal echter gewonnen zijn, dat een gehate en met allerlei kunst grepen ontdoken grondslag uit de wet zal verdwijnen, hl. de haardsteden- belasting. Tevens stelt de Minister voor om de automobielen, welker aantal in ons land vrij groot begint te worden, en die door hare kostbaarheid, ook wat onderhoud en gebruik betreft, den welstand der bezitters aanduiden, mede te gaan belasten. Evenals bij de paarden is er een veel lager belastingbedrag voorge- s'eld voor de automobielen, die in het bedrijf, voor goederenvervoer worden gebruikt. Het komt ons voor, dat dit wets ontwerp wel bij verschillende rich tingen vrij algemeene sympathie zal ontmoeten. Want wat den automobiel-berijders aangaat, deze zullen toch reeds vóór lang begrepen hebben, dat hun voer tuigen naar recht en billijkheid aan belasting onderworpen mochten wor den. En de welgestelde burgers kunnen evengoed iets meer voor de meubelen betalen als schoorsteenbelastingter wijl in eenvoudige kost- of pension huizen of in gezinnen waar door ziekte meerdere kachels moeten bran den, de overschuiving der schoor steenbelasting op het mobilair allicht vermindering ten gevolge zal hebben. lioproeopalhie. Velen zullen zich herinneren, dat Dr. Kuyper vroeger als Kamerlid wel eens bij de Regeering aangedron gen heeft op het benoemen van al thans één medisch hoogleeraar, die voorstander is van de homoeopathie. De Regeering wilde daar destijds echter niet aan, zeide, dat zij de te genstelling tusschen de homoeopat- hische en de alloeopathische genees wijze niet kon aanvaarden en dat zij eiken staatsprofessor vrij liet om al of niet in hornoeopatischen geest te leeren Daarom zullen velen zich onlangs verblijd hebben toen zij hoorden, dat Dr. Kuyper, nu hij zelf de beschik king als minister in handen heeft, moeite deed om een hornoeopatischen hoogleeraar aan te stellen voor eene bestaande vacature te Leiden. Dit was consequent. Ook op eene jaarvergadering der Vrije Universi teit heeft Dr. K. dit belang wel eens besproken, en persoonlijk toonde hij zich een serieus voorstander van de voortgezette wetenschappelijke beoefe ning der homoeopathie. Doch het heeft niet mogen geluk keg, een geschikten hoogleeraar voor dit doel te krijgen. Onomwonden wordt dit door den minister in zijn antwoord aan de Tweede Kamer gezegd. Deskundigen, die naar 's ministers gevoelen in aanmerking mochten ko men wellicht waren dat buiten landers wezen eene benoeming af. En om het hier beoogde werk op te dragen aan iemand van twijfelachtige bekwaamheid, daaraan wilde de Mi nister noch de Leidsche hoogeschool, noch de homoeópathie wagen. De minister heeft dus zijn goeden wil weer getoond, en de vastheid van zijne gedragslijn maar tevens, dat hij bij gewichtige benoemingen niet over één nacht ijs gaat. Voorshands is er niets aan te doen. De voorstanders der homoeopathie moeten maar hopen op eene latere gelegenheid. a Politiek in de Vakvereeniging. III. De vakvereeniging moet waken voor de geestelijke, zedelijke en stoffelijke belangen harer leden. Zal ze dat kunnen, dan is noodig dat er een volkomen eensgezind heid heerscht omtreut de geestelijke, ze delijke en stoffelijke goederendie te ver werven zijn. De leden van een vakvereeni- ging moeten dus eens geestes zijn, of althans in de hoofd beginselen niet ver schillen ze moeten dezelfde moreele be ginselen koesteren over moreele vraag stukken van den dsgen de ideeën over stoffelijke goederen doen beheerschen door een zelfde uitgangspunt. Maar wat de vakvereeniging moet na laten iszich mengen in de politiek. "Wil ieder lid, en dat moet hij doen, aan po litieke zaken zijn aandacht wijden, dan worde hij lid eener k-'esvereeniging, die zijn politieke beginse'en belijdt. Komen er wetten tot stand, die zijn vak benadeelen, dan «adresseert" hij met heel de vakvereeniging maar voorts blijve de politiek uit den kiing. De vakvereeni ging bemoeit zich niet met algemeen kies recht desnoods wel met werkstaking maar weer niet werkstaking om dat recht te verkrijgen. De vakvereeniging mag ijveren voor een achturendagmaar wanneer de regeering in bestekken van rijkswege dien tijd'niet aangeeft, dan mag zij luider en luider dien wensch doen hoóren een petitionnement opbouwen, doch voorts door geen staatsgreep het doel zien te bereiken. En nog veel meer dringt dit, als men een vakvereeniging heeft, die uit allerlei elementen bestaat. Boven hadden we 't nog slechts over een vakvereeniging, die uit de zelfde beginselen is opgebouwd maar neem nu 't Aig. Ned. werkliedenverbond 't her stelde of «ongestelde en ziekelijke» verbond van den heer De Klerk.'t Bestaat uit neutrale, oud-libeiale, liberale, vooruitstrevende, de mocratische, enz. personen. Ga nu in zoo'n werkliedenvereniging de politiek halen en ge werpt een stok in 't hoenderhok. Scheuring is 't gevolg. En wat in de werkliedenvereeniging iu 't grcot gebeurt, geschiedt in de vakver- eenigingen in 't klein. Zoodra de politiek aangeroerd wordt, en antirevolutionaire beginselen komen te staan tegenover de liberale enz., krijgt men verdeeldheid en twist. Of is men als de Socialistische vakver eeniging geneigd om te aller stond de fell A A SITE. 4) (Historisch.) Hij zou stelen, en met dat stelen niets anders bedoelen dan zich tijdelijk redden. Straks breekt een schoone toekomst voor mij aan en uit Londen of uit Kopenhage zal ik aan de door mij benadeelde perso nen al het gestolene restitueeren met dubbele renten zonder dat zij ooit mijn naam zullen kennen. Verblind, en de concientie in slaap gewiegd, gaat hij in den avond om 6 uur op den 2den Januari 1796 met de trek schuit van Rotterdam naar Delft, en trekt nog dien zelfden avond verder naar Den Haag, Te 's Gravenhage op 'tSpui woonde in de Stads-Herbirg de kastelein Bartholomew Ilazemond. Hier was Jonker Frederik bij zijn vorig be zoek aan Holland gelogeerd geweest. Toen had hij opgemerkt dat in een Bureau nu en dan zilvergeld werd opgeborgen. Kou hij daarvan een goed deel machtig worden, dan was hij voorloopig gered. Het was 12 uur in den nacht. Door een klein gangetje dat tusschen het huis van Ilazemond en de stal waar de paarden van den trekschuit gestald werden, wist hij in dat stal te komen, vanwaar hij het dak heeft weten te bereiken. Van dit dak kon hij gemakkelijk het dak van de stal van Hazemond bereiken en vervolgens in den tuin zich neerlaten. Daarin bevond zich een plat, waarboven het raam, dat vol gens zijne herinneringen ongetwijfeld van die kamer moest zijn, waarin het geld ge borgen was. Het raam was niet gesloten. Het behoefde slechts opgeschoven te worden en Jonker Frederik stond voor het eiken houten meubelstuk hetwelk de schat verborgen hield. Daarop heeft hij met een der beitels die hij daartoe bij zich had de bureau open gebroken, waarop het hem bleek dat hij zich niet had ver gist. Daar lag het zilver tafelgereedschap benevens eenige zakken me t zilver geld. Om dat alles op te bergen, voorzag hij zich van een laken, waarin hij de lepels, vorkens en messen alle van zilver, te zamen ongeveer zestig stuks er. vier zakken met zilvergeld bij elkander knoopte, en ver volgens het huis. met achterlating der beitels langs denzelfden weg verliet. Om vier uur des morgens was dit straf baar feit verricht. Hij begaf zich toen met zijn buit naar Delft vanwaar hij om zes uur des morgens met de schuit te Rot terdam terugkeerde. In zijn logement terug gekeerd verborg hij het gestolen tafelgereedschap in zijn koffer en zocht' spoedig het geld in te wisselen. Is de eerste stap op den verkeerden weg gedaan, spoedig volgt de tweede, Reeds den volgenden avond maakte hij zich weer schuldig aan een dergelijk feit te Rotter dam. Hij had zijn logement de Doele ver wisseld met St. Lucas op de Hoogstraat. Aangemoedigd door het welslagen in Den Haag, 2ou hij nu zijn geluk beproe ven in de Zeepfabriek de Olifant. Hij had namelijk bij gelegenheid dat hij dat huis op de Hoogstraat passeerde, opgemerkt dat daar veel geld omging en gezien waar men het gewoonlijk wegbergde. Voorzien van eenige beitels en een Engelsch stopmes, voor dat doel in een ijzerwinkel gekocht, zou hij zijn boos plan in den nacht van 4 op s Januari volvoeren. Hij verliet daartoe zijn logement St, Lucas door een dak venster, kroop langs de goot over de da ken van minstens vijf huizen, en sloop zoo het pand binnen, waarop hij zich had toegelegd. Voorzien van tanderdoos, vuur steen, zwavelstokken en groen waskaars maakte hij licht waardoor hij van de zol der gemakkelijk den weg naar beneden kon vinden, d'oorsnuffelde verscheidene kisten en koffers, en tenslotte de lessenaar waarin de firma haar contaten wegsloot. Hier stal hij niet minder dan een duizend en tachtig gulden. Daarop volgde een dergelijk feit in de Toerijstuin te Rotterdam op 12 Januari. Drie dagen later lag Amsterdam aan de beurt. En zeven dagen later den 22 Janu ari bevond hij zich weer te Rotterdam waar hij voor de vierde maal diefstal met inbraak pleegde. Niet minder dan een bedrag van zeven en een half duizend gulden behalve de zilver werken waren door hem ontvreemd. Zijn diefstallen waren stout, ondernemend, over daken en langs wegen die men voor ontoegankelijk zou houden. Zulke kort op elkander gepleegde groote diefstallen met inbraak konden natuurlijk niet verborgen blijven. Reeds eenige dagen daarna was de mare overal verspreid. Bijna geen ge sprek of de stoute ondernemingen werden verhandeld. Maar niemand was in staat eenige aanwijzing van den dader te doen. Iedereen was vol verwondering en veront- .waardiging. Ook Jonker Frederik verwon derde zich niet weinig als men met hem over de dingen der laatste dagen sprak. De Justitie deed een ernstig onderzoek, maar wie de dader was viel haar niet gemakkelijk te gissen en de zaak bleef duister. Reeds waren eenige dagen voor bij gegaan toen Jonker Frederik zich naar Den Haag begaf om bij den Deenschen Minister een paspoort te vragen. Bij de eerste scheepsgelegenheid de beste, zou hij zich naar Engeland begeven om, in staat gesteld door zijn gestolen vermogen in het huwelijk te treden, en dan door zijn for tuin dat hem scheen toe te lachen, het ge;,tolene terug te geven, zonder dat men hem als dader zou kunnen beschouwen. Zijn toekomst was schitterend. In den schoot zijner beminde, verzoend met zijn oom, zou hij ongetwijfeld in eer en in deugd voortleven. Wat hij gepleegd had werd door niemand geweten, en de be rokkende schade zou hij dan ruimschoots hersteld hebben Arme Jongeling Hoe zijt ge zoo verblind Er is een God die rechtvaardig is. Zijn wraak zal u ver volgen. Ge zult de straf en de schande uwer misdaden niet ontgaan. Nauwelijks van Den Haag teruggekeerd informeerde hij naar eene gelegenheid om te kunnen vertrekken. Het kwam de Justitie wel wat vreemd voor dat dit jongmejisch nog zoo kort geleden daar aangekomen, zonder middel van be staan, weer zoo spoedig vertrekken wilde. Dit zou nog niet zoo erg zijn, maar in zijn geheele houding lag iets vreemds. Hij was zeer gejaagd. En daar het signalement van hem nogal overeenkwam met dat, beschreven door den ijzerhandelaar bij wien de beitels waren aangekocht, viel hij onder zware verdenking en werd gearresteerd. Onmiddellijk werd hij in verhoor geno men, en zonder eenige prestie bekende hij al de hem ten laste gelegde feiten met een duidelijke omschrijving van de wijze waarop ze waren gepleegd, en de bedoe ling die hij er mede had. Dit laatste toonde hij aan uit een zakboekje waarin hij alles nauwkeurig had genoteerd. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 1