Politiek in de Vakvereeniging TI. Broodchristenen. Vraagbaak. SJêi «Ie Mausers. SSiailenlaiifS. Par In Kiesvt den begin wantei twijfel zich h en de s vorder zoo'n UNZE Het echter van al derhei geslote nog a onbekt middej bode« Dringt selijke zoo sp weten le. uwe 1 2e. van ]V tel, ee waara 3e. wordt van n kenne: 4e. den pi ring t gedeell gehou belang gehou Mog zegen result; werde delooz velen taris. Met zendei als te zien is onder vers 14 Exodus 29: 40; Lev. 23 .-13. Trouwens, vers 14 noemt uitdrukkelijk wijn. Keil verklaartsjekar beteekent bier nietbedwelmende drank, maar slechts krachtige drank in tegenstelling met wa ter als de eenvoudige drankwant 't drankoffer bestond slechts in wijn. Zelfs is naar aller meening Lier niet eens be doeld mee. Wijn, en niets dan wijn. Wie over dit onderwerp denkt, ver toeft onwillekeurig bij de dagen van 't voorjaar; maar daar niet alleen; hij denkt tevens om den huidigen strijd om 't al gemeen kiesrecht, waarvoor de Socialis tische vakvereenigingen al jaar en dag met vaandels en banieren in allerlei betooging en manifestatie propaganda maken nog meer, hij slaat de gewichtige debatten op, die in Maart gehouden zijn, en be luistert de socialistische beweegredenen om politiek en vakvereeniging niet te scheiden. Met Minister Kuyper achten wij ook die combinatie ten eenenmale verkeerd. Hij aei op 11 Maart aan 't adres van den heer Troelstra '/Waar de heer Troelstra aan de Re geering verwijtgij wilt geweld ge bruiken, daar is hij 't dus zelf, die op treedt om te zeggen, dat hij voor po litieke doeleinden 't geweld der vak vereenigingen wil gebruiken. Onge twijfeld, vakvereenigingen zijn ook naar mijn overtuiging datgene, wat wij heb ben moeten. Die vakorganisaties wensch ik zelfs krachtig, maar ik voeg er aan stonds bij vakorganisaties, die niet de zet f beheer selling en zelfbeperking hebben om alle politiek buiten haar vergaderin gen te houdendie beantwoorden in geen enkel opzicht aan haar doel. En de Minister veegde er als slot woord over deze zaak bij «Welnu, zoolang van de zijde der Sociaal-Democraten en der anarchisten de vakvereenigingen, laat mij ook nu 't woord eens gebruiken, //besmet" wor den met de politiek, zoolang zullen zij die vakvereenigingen niet opbouwen, maar de opkomst ervan belemmeren. Alleen zij, die zich daartegen verzetten, die toonen, dat zij de ontwikkeling en de evolutie in 't arbeidsleven verlangen, zullen door vakorganisatie die gewich tige belangen bevorderen.// Dezelfde gedachten door den Premier uitgesproken, waren en zijn de onze. Im mers, wat is 't doel van een vakvereeniging P De Socialist antwoordtéén van 't drietal middelen om den Staat in een Collectivische maatschappij om te zetten vakvereeniging, coöperatie en algemeen kiesrecht. Wij antwoordende vakvereeniging heeft geen ander doel dan door vereeni- ging de techniek van 't vak te verbeteren en voor een mensohwaardig bestaan barer leden te zorgen. Nu zullen we ons in den strijd lusschen de heeren Talma en Sikkel naar aanlei ding van diens stellingen in Boaz uitge sproken en nader aldaar en in brochure toegelicht, niet inlaten, en niet de aan hangige kwestie bespreken of zelfs Patri monium wel //in de rechte lijn* is, waar over we later nog gaarne eenige artikelen wijden, maar waar is en blijft, dat ds. Talma door de vakvereeniging niet en nooit iets anders bedoeld heeft, blijkens zijn vele redevoeringen en artikelen ia 't Weekblad, dan de geestelijke en stoffe lijke verheffing der arbeidende klasse door de vakvereeniging. Dat ds. Sikkel een bedrijfsorganisatie wil, en patroon met arbeider saam wil voegen in één verband, een zeer nauw verband, och, dat is heel goed gedacht en goed bedoeldmaar of de werkmansA/awe dan ooit ofte immer zal worden de wel bewuste, voor eigen rechten zelfstandig opkomende klasse, die een werkelijk deel is van 't maatschappelijk leven, een zelf standig lirl van 't grocte organisme met eigen leven, eigen doel, eigen eischen, eigen plichten, eigen rechten, wij betwijfelen 't ten sterkste. Van de bedrijfsorganisatie wachten wij dan pas heil, als de vakvereeniging haar plichten ten einde toe heeft betrachtals door de vakvereeniging de werkmansklasse welbewust in 't leven optreedt e i 't be drijf en de eigenaars daarvan weten, zien, gevoelen, dat ze te deen hebben met een geheel mondige, geheel naar billijke rech ten vragende klasse, die ook zeer wel haar plichten kent. En zoolang de vakorganisatie nog lam en stroef bij de pakken neerzit, zal heel die ideale bedrijfsorganisatie onzes inziens uitloopen op een afhankelijkheid, die voor de arbeidersklasse de dood is in den pot. Onze Vakvereeniging bedoelt dus 't arbeidersleven te organiseeren om te ko men (niet door klassenstrijd) door saam- sprekiug met den werkgever en door toe zicht op wettelijke bepalingen, door on derlinge hulp bij allerlei wederwaardighe den, door oprichting van vakscholen of instituten, door onderling te lezen vak bladen enz. enz. tot verhooging van 't peil der welvaart, beschaving en des geluks. Er zijn altijd menschen, die graag de opgaande zon aanbiddenmet andere woorden, die antirevolutionair willen wor den, omdat deze partij thans aan 't roer is, en er als burgemeester of zoo iets wat garen bij te spinnen is. Pas lazen we van een vreemdsoortige benoeming in Woudrichem van iemand, die zoowat alles is geweesten nu bur gemeester is geworden, en natuurlijk an tirevolutionair. In Wierden is iemand burgemeester geworden, die een jaar of vier geleden nog in de liberale Kiesvereeniging te Vlaardingcn zijn stem deed hooren. Nu is bij antirevolutionair geworden. Of dan een liberaal niet antirevolutionair kan worden Zeer zeker, maar dat we daar nu zoo over hooren praten dat is minder aardig. We zien liever zulke bekeeringen, als we in de '/vernedering//, in de mindeiheid zijn; maar nu, nu we in de verhooging" zijn, nu vind ik aan al zulk hekeeren een raar luchtje. Ze ruikt naar //smeer van den kanrleleer." Of de Minister daar iets tegen doen kan Zeer zeker, laat men't politiek doop zegel eens lichten, van der jeugd afaau dan blijkt wel, wie antirevolutionair ge boren, dan wel iu 1903 't geworden is, toen er op den zooveelsten eetie vacature in 't zicht was. Tuiü» en Landbouw. RIJSTVOEDERMEEL. Als de veehouder hiervan hoort, denkt hij aan meel van rijst, zooals hij deze kent en menig handelaar gelooft, dat hij onder dezen naam in den handel mag brengen, alles wat bij het pellen, zuiveren en polijsten der ruwe rijst als afvalproduct wordt gewonnen. De eerste weet niet beter, de laatste wel. In de ürijstmolenscc van de nieuwste con structie is het er om te doen vun de ruwe rijst de tafelrijst te krijgen. De rijst is een g aanvrucht, die evenals gerst en haver door de kafjes omgeven blijft. Zooals zij door den rijstbouwer gewonnen wordt heet zij paddi. De paddi is dus een bedekte en niet een naakte graanvrucht, zooals rogge en tarwe. Deze graanvrucht onderscheidt zich van onze granen door een lager eiwit-, een zeer laag vet- en een hoog zetmeelgehalte. En daar het eiwit zich vooral bevindt onmiddellijk onder de zaadhuid zal de tafelrijst, d. i. paddi, die gedeeltelijk van die lagen wordt ontdaan, minder eiwit en vet en meer zetmeel bevatten dan de ruwe rijst. Daarom alreeds is tafelrijst een veevoeder, dat men niet koopen moet, want bij den aankoop is het den boer om eiwit en vet en niet om zetmeel te doen. Maar afgezien hiervan is rijst, omdat zij vooral als menschelijk voedsel dient, als veevoeder veel te duur. Als nu de tafelrijst minder eiwit en vet bevat dan de paddi, moet bij de zuivering enz. het een of het ander verkregen worden, dat meer eiwit bevat dan de ruwe rijst. In de fabrieken krijgt men bij het gereedmaken van de consumptie-rijst stof, kafnaalden, kie men en kafjes of bolsters, kafmeel, vrucht- vliezen (zilverhuid), grauw en geelachtig rijst- meel, schuurmeel, kleine rijst, stukjes rijst enz. Deze afvalproducten worden afzonderlijk verkregen. Het is gemakkelijk in te zien, dat hiervan de kiemen, het grauwe geelachtige meel en net sohuurmeel, de kleine rijst en de stukjes rijst een goed veevoeder vormen, maar dat stof, kafnaalden, kafjes en kafmeel op de mestvaalt thuis hooren. Stof en naalden zijn zelfs gevaarlijk en kaf en kafmeel bevatten meer dan 40 pCt. ruwvezel en slechts 3 pCt. ruw eiwit, terwijl de kiemen geen ruwvezel en 40 procent eiwit en vet bevatten. In eiwitgehalte volgt hierop het rijstmeel (grauw-, geel-, wit-, roodachtig, al naar de soort der verwerkte rijst), dat bij het schuren en polijsten der ontbolsterde en gepelde rijst verkregen wordt. De lezer begrijpt nu, dat de waarde van rijstvoedermeel afhangt van de afvalproducten, waaruit het is samengesteld. Kaf, naalden, stof en dergel. mogen er niet in voorkomen. Toch is dit vaak het geval en daarmede ontvangt dan de veehouder een eivritarm, moeielijk verteerbaar voeder met veel ruwvezel, dat altijd moeielijk verteerbaar en soms zelfs gevaarlijk, in ieder geval onvoor- deelig is. De echte rijstvoedermeel, niet te verwarren met de geringere soorten, die hoofdzakelijk uil gemalen bolsters en opveegsel bestaan, is grijs van kleur en bevat volgens Dr. BöHMER 12 pCt. eiwit en 12 pCt. vet. Deze zegt»Van de in den handel voorkomende rijstvoeder- meelsoorten is dat het meest aan te bevelen, waarin zich 12 pCt. eiwit en evenveel vet bevindtde andere soorten mogen als vee voeder niet in aanmerking komen. In ons land brengt de Heer Iman van der Have te Zierikzee rijstvoedermeel in den han del, waarin hij zelf 13 pCt. eiwit en 13 pCt. vet garandeert. Zulk meel verdient alle aan beveling, vooral omdat het licht verteerbaar is, tengevolge waarvan het ook zoo geschikt is voor jonge dierenvoor fokkalveren door de afgeroomde melk en voor pas gespeende biggen. Aan melkkoeien en mestrunderen geve men ongeveer anderhalf K.G. per daggrootere hoeveelheden werken nadeelig op de kwaliteit der boter, maar elk voedermiddel heeft, in groote hoeveelheid gegeven, hierop een be paalden invloed. Daarom willen de meeste deskundigen ook kleinere hoeveelheden van meerdere krachtvoedermiddelen gevoederd zien. Voor loopvarkens is rijstvoedermeel uitste kend met bijv. gedroogde spoeling vermengd. Men kan het ook geven met aardappels en wat vleeschvoedermeel. Kan men bij de be reiding afgeroomde of karnemelk gebruiken, des te beter. Aan mestvarkens geve men slechts kleine hoeveelheden. Men krijgt anders week, olie achtig spek of voedere, om dit te voorkomen, palmpitmeel bij, 't wolk hier nog veel te weinig gebruikt wordt en bij mais en rijstmeel on misbaar is. Met oordeel gebruikt, vormt zuiver, echt rijstvoedermeel met bovengenoemd eiwit en vetgehalte een uitstekend voeder voor melk en mestvee en voor varkenB, Met andere meelsoorten vermengd is het ook een puik ochtendvoeder voor hoenders en dit wegens zijn hoog vetgehalte vooral in den winter. Overgenomen uit „De Veldpost" van 14 November 1903.) Vragen en Antwoorden worden kosteloos gepit'.attót. Antwoorden of raededeelingen zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 605 Zijn suikerbieten geen goed veevoeder 606. 'k Heb een klein hoopje aardappelen bloot laten liggen, 't Verzuim heeft tengevo'ge gehad, dat ze min of meer zoet ^ijn geworden. Zou dat er af trekken 607. Een paar hyacintenbollen op trek- glazen begonnen aardig uit te loopen. Nu schij nen ze te gaan kwijnen. Er vormt zich schim mel op de schijf met kleine wortels. Is daar iets tegen te doen 608. Ik heb veel klander op mijn zolder weet een der lezers daar ook een afdoend mid del voor N- V. Antwoorden en tnedcdeelingen. 602 Kalkbemestiug oogst vermeerderen Dat is in zeer veel gevailen mogelijk. Over 't alge meen wordt nog veel te weinig kalk gebezigd. 603. Vet in rijstmeel In goed rijstmeel komt wel eens 13 pCt. vet voor. Zie artikel in dit notnmer. x 604. Wat grondnotenmeel is Dat is 't meel, 't (welk ontstaat door malen van grondnoten ook wel bekend onder den naam van olie noten. Het was een zeer belangrijke week voor ons volk, voor de Ministers en de Kamers. De debatten die gevoerd zijn, zoo principieël mogelijk, wat wij in 's Lands Raadzaal dan ook maar 't aderliefste hooren, vooral als de tijd en omstandigheden daar aanleiding toe geven. En hier was er aanleiding, omdat er critiek geoefend zou worden op of instem ming betuigd met 't regeeringsbeleid, zooals dit zich in 1903 openbaarde en ln 1904 zeer waarschijnlijk op de hoofdbeginselen zou voortzetten. De koryfeëen der drie partijen gaven elkander geen duim breeds gewonnen, en allen, zoo van Talma, Heemskerk, Nolens, Aalberse als van de andere zijde Borgesius, Drukker, van der Vlucht en Troelstra met Schaper, zij ijverden om de Regeetingmet kracht en klem te steunen en 't beleid good te keuren, of enkele of zeer vele punten te bestrijden. 't Was een belangrijke week, waarin bleek, dat de coalitiemeerderheid stond als een rots, flink aaneengesloten tegenover de tegen standers onzer Regeering en Regeerings- meerderheid. Het politiek debat groepeerde zich om 'drie punten: ie, het regeeringsbeleid 2e. de familieverwantschap tusschen liberaal en socialist; 3 e. de houding der socialisten en liberalen van alle gading tegenover de Sta kers en de zoogenaamde dwangwetten. Over 't eerste punt werd o.m geproken door den heer Aalberse. Hij wees er op, hoe do heer Troelstra de overtuiging toegedaan'was, en die werd ook door andere socialisten ge deeld, ook door ons, dat wanneer de linkerzij weer mocht worden meerderheid, de Socia listen meer invloed zouden krijgen op 't gansche reilen en zeilen van den Staat. Dat zou de heer Aalberse betreuren en daarom was 't zijn wensch, dat de meerderheid van heden nog lang meerderheid zouden blijven. Waarom Uit haat tegen de Socialisten. Dat niet. Maar de feiten spraken. In Fran krijk en Duitschland, waar de Socialisten grooten invloed hebben op de regeeringen, wordt er weinig of niets gedaan voor Sociale hervormingen. En ten tweede, omdat vooral in Frankrijk, de Roomkchkatholieken worden bemoeilijkt in hun onderwijs en onderwijzers. De spreker viel ook den heer Staalman aan, dien hij niet meer rekende tot de Antirev. partij en wiens optreden hij sterk gispte en daarna beweerde hij, wat ieder Antirev. hem na zal zeggen, dat hij uit een oogpunt van beginsel in ieder geval liever sociaie wetten ontving van een Christelijk Ministerie dan van een uit de Linkerzijde, De Rechterzijde, zoo sprak hö, staat nog in ongeschokt vertrouwen tegenover de Regeeringmaar wat zij, als bevriende meerderheid niet doet, is dat ze niet van maand tot maand en van week tot week de balans gaat opmaken en uitpluizen en uitre kenen, wat er wel of niet gedaan is. Zij houdt 't oog op het heele tijdvak van vier jaar, waarin de Ministers arbeiden, en als 1905 gekomen is, en de verkiezingen staan voor de deur, dan zal ze de balans voor de kiezers opmaken. Maar de meerderheid vertrouwt den Premier, den Min. van Justitie, die het aibeiderscontract uitstelde, omdat hij nog verder wilde gaau dan het ontwerp Drukker. Een krachtige sociale politiek eischen weook om den socialisten den bodem onder de voeten weg te nemen maar al was er geen socialist in Nederland, dan nog zou men fhnke sociale wetten moe ten maken die is noodig voor arbeiders en middenstand noodig om allerlei misstanden weg te ruimen, die door de individualistische beginselen der oude liberale school zijn ingeslopen. De heer Heemskerk wees op het gemis aan diepte in de critiek der oppositieen betoogde dat de Regeering deed, wat zij kon doen, waarna de, heer Talma iu een keurige rede de regeering verdedigde en den heer Staalman terecht wees. Hetzelfde deed de heer Nolens, en ook de heer Lobman bleef niet van verre staan. Ook over de familieverwantschap tus -chen liberaal en socialist werd gesproken, naar aanleiding van de rede van den heer van der Vlucht over Rede en Openbaring. De heer van der Vlucht had de wetenschap tegenover de rethorica gesteld de linker zijde had de wetenschap gekozen, en de rechterzij de rhetoricaen de liberalen had den immers boeken geschreven tegen de Socialistendat was dus wat anders dan familieverwantschap. Maar krachtig werd aangetoond door den heer Talma, dat al dat boekenschrijven tegen de Socialisten voor den werkman niets beteekende, want hij las de boeken niet. Hij las den Bijbel of hoorde op vergaderingen de sprekers aan en zoog de woorden van Socialisten in, omdat ze hem veel beloofden. Geef den menschen een BijbelHad de heer Troelstra gesproken over de onlangs benoemde amb tenaren bij de Rijksverzekeringsbank, de heer Bijleveld zette dat been weer in het gelid, en stelde tegenover de onjuistheid van den Socialislischen spreker 't feit, dat van de 33 ambtenaren, die tot de antirev. propagandaclub behoorden, er 1 x benoemd waren, vóór die club bestond, 17 van buiten Amsterdam zijn gekomen, en slechts S reeds leden van de antirev club waren. Van een schandaal, zooals de heer Tr. 't noemde, was in de verste verte geen sprake Voorts kwam de heer Bijlevelt hierin den Socialist tegen, dat hij hem de waarheid zei over de openbare propaganda van openbare onderwijzers voor de Socialisten, en die heeren werden uit de Gemeentekas betaald; de heer Tr. moest dus niet zeggen dat de schatkist belast wordt door de benoeming van schoolopzieners, die wel eens politieke antirev. propaganda voerden. Zoo werd er ook gesproken over de stakiugsdagen. Het zou ons te uitgebreid maken in dit verslag, indien we hierover veel zeiden. Ieder, die wat meegeleefd heeft in dit jaar, weet wat er al over de staking gezegd en geschreven is. En ook nu weer in de Kamer trachtten de Socialisten zich te ver dedigen, maar werden zonder genade en pardon op allerlei wijze geslagen. Had de heer Troelstra over speculaties gesproken en zwendelarijen van de kapitalisten, wat voor een groot deel waar is, de heer Aal berse zou over de speculatie van Troelstra spreken in Januari en Maart, toen hij't wel zijn en 't leven van tal van arbeiders in de waagschaal stelde. Dat hebben de Christenen niet gedaan. Zij zijn riiet voor de rijken opgekomen, maar ze hebben de arbeiders in hun eigen belang gewaarschuwd niet aan zulke avonturen mee te doen. Ook door den heer Talma werd nog over de staking gesproken en betoogd, dat de Min. niet anders konden doen, en dat zij door hun zorgzaam en beleidvol optreden land en volk een grooten dienst hebben bewezen niet alleen, maar het ook voor de revolutie hebben behoed. Misdadig was de staking, maar niet de werklieden waren de misdadi gers, doch ds leiders, die uit politiek specu leerden op de maatschappelijke positie van de arbeiders. Daarna kwam de Minister, de Premier aan het woord. Hij begon met een woord van dank voor de welwillendheid in de beschouwingen, vooral aan de woordvoerders der regeerings- meerderheid, maar ook aan de sprekers van links, voor de wijze waarop ze hun natuur lijke oppositie gevoerd hebben. Alleen den heer Staalman kon hij geen dank toebrengen, niet omdat de heer St. critiek geoefend heeft, want dit is zijn volle rechtmaar als men dat doet, geschiedt het om op te bouwen en niet af te brekendoet men 't tot zijn leedwezen en smart. En nu vraagt de Min. hoe hij zelf over zijn eigen critiek oordeelt. De Min. herinnerde aan wat in 't antwoord is gezegd over de arbeidswetmaar wat heeft de heer St. nu gedaan. Hij stelde 't voor, dat de vertraging gelegen zou hebben aan de slechte voorbereiding van 't ontwerp. Zie, zoo'n zeggen was niet critiseeren alleen, maar een onverdiende blaam werpen op de Regeering. Ook nog ditDe heer St. had gezegd, dat het Kabinet geroemd had toen de stakingswoede had geknotmaar dat de arbeiders de oorzaak waren van de rust. Doch dat had de Min. in de Troonrede ook gezegd en toch oefent de heer St. critiek. Wil de heer Staalm. dat er naar de chris telijke beginselen geleefd zal worden, en daar is de Regeering ook voor, daarvoor is zij een christelijk ministerie, maar men diene wel te bedenken, dat Nederland uit tal van groepen van inwoners bestaaten dat hier met groote bedachtzaamheid en voorzichtigheid moet vooruitgestreefd wor den En wil de heer St. de Regeering binden aan haar program van actie, dan is dit onredelijkde regeering van een land is geroepen om alles te doen, wat zijn hand vindt om te doen al staat dit ook volstrekt niet op een program. Maar de heer St. is ook tegen de snelvuurkanonnen en de gelden daarvoor noodig doch, vraagt de Minister, wat wilt ge dan Den vijand tegenstaan of niet Wilt dge dit wel, kies dan ook de beste wapenen, opdat onze jongens niet als muizen vallen, wanneer de vijandelijke kanon nen zich laten hooren. Wij zullen de flauwe opmerking van som migen uit de Linkerzijde, dat de Minister wel eens de toonlooze e gebruikt en eigen aardig woordkeus soms heeft, met stilzwij gen voorbijgaan, 'tls ons te krenterig. Maar daarna bond de Min. den strijd aan tegen den heer van der Vlugt, den afgevaardigde voor Leiden. Had de heer van der Vlugt gepoogd een weg te drijven in de coalitie, 't was hem niet geluktde Min. kan consta- teeren, dat er aan de eenheid van samen werking niets ontbreekt. En wat 't werkplan der Regeering betreft De geestelijke vraag stukken zijn vooropgesteld. Daarom vrijma king van het onderwijs, beteugeling van passies van 't volk, tegehgaan van de speel zucht, van het drankmisbruik en van de schending der publieke eerbaarheid. Maar daarom zijn de stoffelijke zaken niet vergeten. De herziening der Arbeidswet, het arbeids contract, de verzekering tegen ziekte, tegen ongevallen bij zeevisscherijen en landbouw, verbetering van het technisch onderwijs. Hooger en middelbaar onderwijs zijn inge diend lager onderwijs is gereed, en zal weldra bij den Raad van State worden ingediend, voor loterij en spel, voor bestrij ding der drankzucht zijn wetsontwerpen inge diend. De Arbeidswet is van den Raad van St. terug en zal waarschijnlijk nog deze maand worden ingediend. Het arbeidsc on tract is ook zoo goed als gereed. Wat de ziekteverzekering betrelt, de adviezen der Kamers v. Arb. zijn gevraagd en spoedig zal dit ontwerp naar den Raad van State gaan. Het ontwerp ongevallen bij de zeevis- scherij is reeds bij het College van de zee- virgcherij. En wat de arbeiders-ongevallen betreft, het daarvoor bestemde ontwerp zal vermoedelijkjtegelijk metde ziekenverzekering inkomen. Wat de pensioenen betreft, de Min. laat aan zijn departement verschillende ontwerpen gereed maken, en dan meent hij, dat in ieder geval voor de stembus van 1905 een ontwerpregeling zal ingediend zijn bij de Kamer. Voorts sprak de Premier ook over de stakingsgeschiedenisover den familieband tusschen Socialist en Liberaal, over Rede en Openbaring, en het houvast dat de een voudigste heeft aan 't woord van God. 't Was een heerlijke week on wij twijfelen niet. of de chr. kamerleden zullen met nog meer animo den nieuwen jaarkring ingaan, als ze den ouden uitgaan. Zegene de Heere dan ook ons Ministerie TIBET. Met welk een aandacht, en blijkbare bezorgdheid, Rusland het optreden van Engeland in Tibet volgt, kan blijken uit het volgende citaat, ontleend aan een artikel van de „Nowoje Wremja": Tibet ia geheel en al in de onmoge lijkheid om ook maar den minsten te genstand te bieden aan een Engelschen inval; maar het zou voor Rusland ge makkelijk zijn een toestand in het leven te roepeD, die Engeland zou beletten zijn marsch naar het binnenland van Tibet voort te zetten. En de Regeering onder zoekt, welke maatregelen zij nemen kan, om Engeland te noodzaken zijn opmarsch in Midden-Azië te staken". Dit is een bedreiging, dio in Enge land te denken zal geven. Wat kan Rusland doen, anders dan onlusten doen ontslaan in Afghanistan of Indië Voor een expeditie tot steun van Tibet heeft Rusland thans geen ge legenheid, en nog veel minder om En geland op de een of andere wijze recht streeks te dwingen den voorgenomen tocht naar Gyangtse op te geven. De bedreigng van de „Nowoje Wrem ja" is zoo kras, dat wij met belangstel ling den indruk afwachten, dien zij in Engeland zal maken. Vrees voor Ruslands houding bleek reeds uit een hoofdartikel van de „Westm. Gazette", geschreven voordat deze uiting van de „Nowoje Wremja" bekend was;, daarin zegt het blad „Hot is met het oog op de mogelijkheid van een Oost- Aziatische verwikkeling noodzakelijk, dat de Regeering haar kracht en baar troe pen concentreert. Met de Tibet-expedi- tie in het vooruitzicht schijnen wij weer tijdperk van avonturen tegemoet te gaan en voor zoover die bestemd zjjn als spel- deprikken tegen Rusland, zullen zij een weerslag vinden aan de Indische grens". Dat zegt de bedreiging van de „Nowoje Wremja" ook. ZUID-AFRIKA. Op 't voorbeeld der heeren Wybergh en Monnypenny heeft, naar men uit Johannesburg meldt, nu ook de bekende mijndirecteur Cresswell zijn ontslag geno men, omdat hij de uitsluiting van blanke werklieden en den invoer van Chineezen in 't algemeen belang verwerpt. De be weging voor en tegen de Chineezen neemt in Transvaal met den dag toe. in eene te Johannesburg gehouden ver gadering van blanken herinnerde advocaat Hutchinson eraan, dat volgens eene iu Transvaal bestaande wet elke Aziaat die het land binnenkomt, een hoofdgeld van 25 pond sterling 'sjaars heeft te betalen,, terwijl Hay mededeelde dat reeds 4000' Chineezen zich wederrechtelijk in Trans vaal bevinden. Deputatiën van arbeids- en handels verenigingen enz. hebben haar opwachting gemaakt bij Sir Arthur Lawly, den plaats- vervangenden gouverneur van de Transvaal, om aan te dringen, dat een volksstemming zal worden gehouden, alvorens een wet tot het invoeren van ChineeSehe arbeiders wordt bekrachtigd. Sir Arthur antwoordde, dat het houden van een referendum zeer veel bezwaren oplevert en dat de zaak ter beslissing ligt voor den Wetgevenden Raad. De Times-correspondent te Johannes burg noemt een referendum onuitvoerbaar en alleen geschikt om een oplossing van de arbeid-quaestie te vertragen. De Wetgevende Raad is heden geopend, met een rede, waarin de regeering aan kondigde, dat de Raad zich weldra zal We Centr. om da aldus Aan £ij Ovel betref 't hou doelm Ouddc j [Zuil daar schrijve antirevt Vijand te wore Wie opmerl zich v breken nen on het licl leiden Eenig van de des Le Broc

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 2