Politiek in de Vakvereeniging
TI.
Broodchristenen.
Vraagbaak.
SJêi «Ie Mausers.
SSiailenlaiifS.
Par
In
Kiesvt
den
begin
wantei
twijfel
zich h
en de s
vorder
zoo'n
UNZE
Het
echter
van al
derhei
geslote
nog a
onbekt
middej
bode«
Dringt
selijke
zoo sp
weten
le.
uwe 1
2e.
van ]V
tel, ee
waara
3e.
wordt
van n
kenne:
4e.
den pi
ring t
gedeell
gehou
belang
gehou
Mog
zegen
result;
werde
delooz
velen
taris.
Met
zendei
als te zien is onder vers 14 Exodus 29:
40; Lev. 23 .-13.
Trouwens, vers 14 noemt uitdrukkelijk
wijn. Keil verklaartsjekar beteekent bier
nietbedwelmende drank, maar slechts
krachtige drank in tegenstelling met wa
ter als de eenvoudige drankwant 't
drankoffer bestond slechts in wijn. Zelfs
is naar aller meening Lier niet eens be
doeld mee. Wijn, en niets dan wijn.
Wie over dit onderwerp denkt, ver
toeft onwillekeurig bij de dagen van 't
voorjaar; maar daar niet alleen; hij denkt
tevens om den huidigen strijd om 't al
gemeen kiesrecht, waarvoor de Socialis
tische vakvereenigingen al jaar en dag met
vaandels en banieren in allerlei betooging
en manifestatie propaganda maken nog
meer, hij slaat de gewichtige debatten
op, die in Maart gehouden zijn, en be
luistert de socialistische beweegredenen
om politiek en vakvereeniging niet te
scheiden.
Met Minister Kuyper achten wij ook
die combinatie ten eenenmale verkeerd.
Hij aei op 11 Maart aan 't adres van
den heer Troelstra
'/Waar de heer Troelstra aan de Re
geering verwijtgij wilt geweld ge
bruiken, daar is hij 't dus zelf, die op
treedt om te zeggen, dat hij voor po
litieke doeleinden 't geweld der vak
vereenigingen wil gebruiken. Onge
twijfeld, vakvereenigingen zijn ook naar
mijn overtuiging datgene, wat wij heb
ben moeten. Die vakorganisaties wensch
ik zelfs krachtig, maar ik voeg er aan
stonds bij vakorganisaties, die niet de
zet f beheer selling en zelfbeperking hebben
om alle politiek buiten haar vergaderin
gen te houdendie beantwoorden in geen
enkel opzicht aan haar doel.
En de Minister veegde er als slot
woord over deze zaak bij
«Welnu, zoolang van de zijde der
Sociaal-Democraten en der anarchisten
de vakvereenigingen, laat mij ook nu
't woord eens gebruiken, //besmet" wor
den met de politiek, zoolang zullen zij
die vakvereenigingen niet opbouwen,
maar de opkomst ervan belemmeren.
Alleen zij, die zich daartegen verzetten,
die toonen, dat zij de ontwikkeling en
de evolutie in 't arbeidsleven verlangen,
zullen door vakorganisatie die gewich
tige belangen bevorderen.//
Dezelfde gedachten door den Premier
uitgesproken, waren en zijn de onze. Im
mers, wat is 't doel van een vakvereeniging P
De Socialist antwoordtéén van 't
drietal middelen om den Staat in een
Collectivische maatschappij om te zetten
vakvereeniging, coöperatie en algemeen
kiesrecht.
Wij antwoordende vakvereeniging
heeft geen ander doel dan door vereeni-
ging de techniek van 't vak te verbeteren
en voor een mensohwaardig bestaan barer
leden te zorgen.
Nu zullen we ons in den strijd lusschen
de heeren Talma en Sikkel naar aanlei
ding van diens stellingen in Boaz uitge
sproken en nader aldaar en in brochure
toegelicht, niet inlaten, en niet de aan
hangige kwestie bespreken of zelfs Patri
monium wel //in de rechte lijn* is, waar
over we later nog gaarne eenige artikelen
wijden, maar waar is en blijft, dat ds.
Talma door de vakvereeniging niet en
nooit iets anders bedoeld heeft, blijkens
zijn vele redevoeringen en artikelen ia
't Weekblad, dan de geestelijke en stoffe
lijke verheffing der arbeidende klasse door
de vakvereeniging.
Dat ds. Sikkel een bedrijfsorganisatie
wil, en patroon met arbeider saam wil
voegen in één verband, een zeer nauw
verband, och, dat is heel goed gedacht en
goed bedoeldmaar of de werkmansA/awe
dan ooit ofte immer zal worden de wel
bewuste, voor eigen rechten zelfstandig
opkomende klasse, die een werkelijk deel
is van 't maatschappelijk leven, een zelf
standig lirl van 't grocte organisme met
eigen leven, eigen doel, eigen eischen, eigen
plichten, eigen rechten, wij betwijfelen 't
ten sterkste.
Van de bedrijfsorganisatie wachten wij
dan pas heil, als de vakvereeniging haar
plichten ten einde toe heeft betrachtals
door de vakvereeniging de werkmansklasse
welbewust in 't leven optreedt e i 't be
drijf en de eigenaars daarvan weten, zien,
gevoelen, dat ze te deen hebben met een
geheel mondige, geheel naar billijke rech
ten vragende klasse, die ook zeer wel haar
plichten kent.
En zoolang de vakorganisatie nog lam
en stroef bij de pakken neerzit, zal heel
die ideale bedrijfsorganisatie onzes inziens
uitloopen op een afhankelijkheid, die voor
de arbeidersklasse de dood is in den pot.
Onze Vakvereeniging bedoelt dus 't
arbeidersleven te organiseeren om te ko
men (niet door klassenstrijd) door saam-
sprekiug met den werkgever en door toe
zicht op wettelijke bepalingen, door on
derlinge hulp bij allerlei wederwaardighe
den, door oprichting van vakscholen of
instituten, door onderling te lezen vak
bladen enz. enz. tot verhooging van 't
peil der welvaart, beschaving en des geluks.
Er zijn altijd menschen, die graag de
opgaande zon aanbiddenmet andere
woorden, die antirevolutionair willen wor
den, omdat deze partij thans aan 't roer
is, en er als burgemeester of zoo iets
wat garen bij te spinnen is.
Pas lazen we van een vreemdsoortige
benoeming in Woudrichem van iemand,
die zoowat alles is geweesten nu bur
gemeester is geworden, en natuurlijk an
tirevolutionair.
In Wierden is iemand burgemeester
geworden, die een jaar of vier geleden
nog in de liberale Kiesvereeniging te
Vlaardingcn zijn stem deed hooren. Nu
is bij antirevolutionair geworden.
Of dan een liberaal niet antirevolutionair
kan worden Zeer zeker, maar dat we
daar nu zoo over hooren praten dat is
minder aardig.
We zien liever zulke bekeeringen, als
we in de '/vernedering//, in de mindeiheid
zijn; maar nu, nu we in de verhooging"
zijn, nu vind ik aan al zulk hekeeren een
raar luchtje. Ze ruikt naar //smeer van den
kanrleleer."
Of de Minister daar iets tegen doen
kan Zeer zeker, laat men't politiek doop
zegel eens lichten, van der jeugd afaau
dan blijkt wel, wie antirevolutionair ge
boren, dan wel iu 1903 't geworden is,
toen er op den zooveelsten eetie vacature
in 't zicht was.
Tuiü» en Landbouw.
RIJSTVOEDERMEEL.
Als de veehouder hiervan hoort, denkt hij
aan meel van rijst, zooals hij deze kent en
menig handelaar gelooft, dat hij onder dezen
naam in den handel mag brengen, alles wat
bij het pellen, zuiveren en polijsten der ruwe
rijst als afvalproduct wordt gewonnen.
De eerste weet niet beter, de laatste wel.
In de ürijstmolenscc van de nieuwste con
structie is het er om te doen vun de ruwe
rijst de tafelrijst te krijgen. De rijst is een
g aanvrucht, die evenals gerst en haver door
de kafjes omgeven blijft. Zooals zij door den
rijstbouwer gewonnen wordt heet zij paddi.
De paddi is dus een bedekte en niet een
naakte graanvrucht, zooals rogge en tarwe.
Deze graanvrucht onderscheidt zich van onze
granen door een lager eiwit-, een zeer laag
vet- en een hoog zetmeelgehalte. En daar het
eiwit zich vooral bevindt onmiddellijk onder
de zaadhuid zal de tafelrijst, d. i. paddi, die
gedeeltelijk van die lagen wordt ontdaan,
minder eiwit en vet en meer zetmeel bevatten
dan de ruwe rijst. Daarom alreeds is tafelrijst
een veevoeder, dat men niet koopen moet,
want bij den aankoop is het den boer om
eiwit en vet en niet om zetmeel te doen. Maar
afgezien hiervan is rijst, omdat zij vooral als
menschelijk voedsel dient, als veevoeder veel
te duur. Als nu de tafelrijst minder eiwit en
vet bevat dan de paddi, moet bij de zuivering
enz. het een of het ander verkregen worden,
dat meer eiwit bevat dan de ruwe rijst. In
de fabrieken krijgt men bij het gereedmaken
van de consumptie-rijst stof, kafnaalden, kie
men en kafjes of bolsters, kafmeel, vrucht-
vliezen (zilverhuid), grauw en geelachtig rijst-
meel, schuurmeel, kleine rijst, stukjes rijst
enz. Deze afvalproducten worden afzonderlijk
verkregen.
Het is gemakkelijk in te zien, dat hiervan
de kiemen, het grauwe geelachtige meel en
net sohuurmeel, de kleine rijst en de stukjes
rijst een goed veevoeder vormen, maar dat
stof, kafnaalden, kafjes en kafmeel op de
mestvaalt thuis hooren. Stof en naalden zijn
zelfs gevaarlijk en kaf en kafmeel bevatten
meer dan 40 pCt. ruwvezel en slechts 3 pCt.
ruw eiwit, terwijl de kiemen geen ruwvezel en
40 procent eiwit en vet bevatten.
In eiwitgehalte volgt hierop het rijstmeel
(grauw-, geel-, wit-, roodachtig, al naar de
soort der verwerkte rijst), dat bij het schuren
en polijsten der ontbolsterde en gepelde rijst
verkregen wordt.
De lezer begrijpt nu, dat de waarde van
rijstvoedermeel afhangt van de afvalproducten,
waaruit het is samengesteld.
Kaf, naalden, stof en dergel. mogen er niet
in voorkomen. Toch is dit vaak het geval en
daarmede ontvangt dan de veehouder een
eivritarm, moeielijk verteerbaar voeder met veel
ruwvezel, dat altijd moeielijk verteerbaar en
soms zelfs gevaarlijk, in ieder geval onvoor-
deelig is.
De echte rijstvoedermeel, niet te verwarren
met de geringere soorten, die hoofdzakelijk
uil gemalen bolsters en opveegsel bestaan, is
grijs van kleur en bevat volgens Dr. BöHMER
12 pCt. eiwit en 12 pCt. vet. Deze zegt»Van
de in den handel voorkomende rijstvoeder-
meelsoorten is dat het meest aan te bevelen,
waarin zich 12 pCt. eiwit en evenveel vet
bevindtde andere soorten mogen als vee
voeder niet in aanmerking komen.
In ons land brengt de Heer Iman van der
Have te Zierikzee rijstvoedermeel in den han
del, waarin hij zelf 13 pCt. eiwit en 13 pCt.
vet garandeert. Zulk meel verdient alle aan
beveling, vooral omdat het licht verteerbaar
is, tengevolge waarvan het ook zoo geschikt
is voor jonge dierenvoor fokkalveren door
de afgeroomde melk en voor pas gespeende
biggen.
Aan melkkoeien en mestrunderen geve men
ongeveer anderhalf K.G. per daggrootere
hoeveelheden werken nadeelig op de kwaliteit
der boter, maar elk voedermiddel heeft, in
groote hoeveelheid gegeven, hierop een be
paalden invloed. Daarom willen de meeste
deskundigen ook kleinere hoeveelheden van
meerdere krachtvoedermiddelen gevoederd
zien.
Voor loopvarkens is rijstvoedermeel uitste
kend met bijv. gedroogde spoeling vermengd.
Men kan het ook geven met aardappels en
wat vleeschvoedermeel. Kan men bij de be
reiding afgeroomde of karnemelk gebruiken,
des te beter.
Aan mestvarkens geve men slechts kleine
hoeveelheden. Men krijgt anders week, olie
achtig spek of voedere, om dit te voorkomen,
palmpitmeel bij, 't wolk hier nog veel te weinig
gebruikt wordt en bij mais en rijstmeel on
misbaar is.
Met oordeel gebruikt, vormt zuiver, echt
rijstvoedermeel met bovengenoemd eiwit en
vetgehalte een uitstekend voeder voor melk
en mestvee en voor varkenB, Met andere
meelsoorten vermengd is het ook een puik
ochtendvoeder voor hoenders en dit wegens
zijn hoog vetgehalte vooral in den winter.
Overgenomen uit „De Veldpost"
van 14 November 1903.)
Vragen en Antwoorden worden kosteloos gepit'.attót.
Antwoorden of raededeelingen
zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
605 Zijn suikerbieten geen goed veevoeder
606. 'k Heb een klein hoopje aardappelen
bloot laten liggen, 't Verzuim heeft tengevo'ge
gehad, dat ze min of meer zoet ^ijn geworden.
Zou dat er af trekken
607. Een paar hyacintenbollen op trek-
glazen begonnen aardig uit te loopen. Nu schij
nen ze te gaan kwijnen. Er vormt zich schim
mel op de schijf met kleine wortels. Is daar
iets tegen te doen
608. Ik heb veel klander op mijn zolder
weet een der lezers daar ook een afdoend mid
del voor
N- V.
Antwoorden en tnedcdeelingen.
602 Kalkbemestiug oogst vermeerderen Dat
is in zeer veel gevailen mogelijk. Over 't alge
meen wordt nog veel te weinig kalk gebezigd.
603. Vet in rijstmeel In goed rijstmeel komt
wel eens 13 pCt. vet voor. Zie artikel in dit
notnmer. x
604. Wat grondnotenmeel is Dat is 't meel,
't (welk ontstaat door malen van grondnoten
ook wel bekend onder den naam van olie
noten.
Het was een zeer belangrijke week voor
ons volk, voor de Ministers en de Kamers.
De debatten die gevoerd zijn, zoo principieël
mogelijk, wat wij in 's Lands Raadzaal dan
ook maar 't aderliefste hooren, vooral als
de tijd en omstandigheden daar aanleiding
toe geven. En hier was er aanleiding, omdat
er critiek geoefend zou worden op of instem
ming betuigd met 't regeeringsbeleid, zooals
dit zich in 1903 openbaarde en ln 1904
zeer waarschijnlijk op de hoofdbeginselen
zou voortzetten.
De koryfeëen der drie partijen gaven
elkander geen duim breeds gewonnen, en
allen, zoo van Talma, Heemskerk, Nolens,
Aalberse als van de andere zijde Borgesius,
Drukker, van der Vlucht en Troelstra met
Schaper, zij ijverden om de Regeetingmet
kracht en klem te steunen en 't beleid good
te keuren, of enkele of zeer vele punten
te bestrijden.
't Was een belangrijke week, waarin bleek,
dat de coalitiemeerderheid stond als een
rots, flink aaneengesloten tegenover de tegen
standers onzer Regeering en Regeerings-
meerderheid.
Het politiek debat groepeerde zich om
'drie punten: ie, het regeeringsbeleid 2e.
de familieverwantschap tusschen liberaal en
socialist; 3 e. de houding der socialisten en
liberalen van alle gading tegenover de Sta
kers en de zoogenaamde dwangwetten. Over
't eerste punt werd o.m geproken door den
heer Aalberse. Hij wees er op, hoe do heer
Troelstra de overtuiging toegedaan'was, en
die werd ook door andere socialisten ge
deeld, ook door ons, dat wanneer de linkerzij
weer mocht worden meerderheid, de Socia
listen meer invloed zouden krijgen op 't
gansche reilen en zeilen van den Staat. Dat
zou de heer Aalberse betreuren en daarom
was 't zijn wensch, dat de meerderheid van
heden nog lang meerderheid zouden blijven.
Waarom Uit haat tegen de Socialisten.
Dat niet. Maar de feiten spraken. In Fran
krijk en Duitschland, waar de Socialisten
grooten invloed hebben op de regeeringen,
wordt er weinig of niets gedaan voor Sociale
hervormingen. En ten tweede, omdat vooral
in Frankrijk, de Roomkchkatholieken worden
bemoeilijkt in hun onderwijs en onderwijzers.
De spreker viel ook den heer Staalman
aan, dien hij niet meer rekende tot de
Antirev. partij en wiens optreden hij sterk
gispte en daarna beweerde hij, wat ieder
Antirev. hem na zal zeggen, dat hij uit een
oogpunt van beginsel in ieder geval liever
sociaie wetten ontving van een Christelijk
Ministerie dan van een uit de Linkerzijde,
De Rechterzijde, zoo sprak hö, staat nog
in ongeschokt vertrouwen tegenover de
Regeeringmaar wat zij, als bevriende
meerderheid niet doet, is dat ze niet van
maand tot maand en van week tot week de
balans gaat opmaken en uitpluizen en uitre
kenen, wat er wel of niet gedaan is. Zij
houdt 't oog op het heele tijdvak van vier
jaar, waarin de Ministers arbeiden, en als
1905 gekomen is, en de verkiezingen staan
voor de deur, dan zal ze de balans voor
de kiezers opmaken. Maar de meerderheid
vertrouwt den Premier, den Min. van Justitie,
die het aibeiderscontract uitstelde, omdat hij
nog verder wilde gaau dan het ontwerp
Drukker. Een krachtige sociale politiek
eischen weook om den socialisten den
bodem onder de voeten weg te nemen
maar al was er geen socialist in Nederland,
dan nog zou men fhnke sociale wetten moe
ten maken die is noodig voor arbeiders en
middenstand noodig om allerlei misstanden
weg te ruimen, die door de individualistische
beginselen der oude liberale school zijn
ingeslopen.
De heer Heemskerk wees op het gemis
aan diepte in de critiek der oppositieen
betoogde dat de Regeering deed, wat zij
kon doen, waarna de, heer Talma iu een
keurige rede de regeering verdedigde en den
heer Staalman terecht wees. Hetzelfde deed
de heer Nolens, en ook de heer Lobman
bleef niet van verre staan.
Ook over de familieverwantschap tus -chen
liberaal en socialist werd gesproken, naar
aanleiding van de rede van den heer van
der Vlucht over Rede en Openbaring. De
heer van der Vlucht had de wetenschap
tegenover de rethorica gesteld de linker
zijde had de wetenschap gekozen, en de
rechterzij de rhetoricaen de liberalen had
den immers boeken geschreven tegen de
Socialistendat was dus wat anders dan
familieverwantschap. Maar krachtig werd
aangetoond door den heer Talma, dat al
dat boekenschrijven tegen de Socialisten
voor den werkman niets beteekende, want
hij las de boeken niet. Hij las den Bijbel
of hoorde op vergaderingen de sprekers
aan en zoog de woorden van Socialisten
in, omdat ze hem veel beloofden. Geef den
menschen een BijbelHad de heer Troelstra
gesproken over de onlangs benoemde amb
tenaren bij de Rijksverzekeringsbank, de
heer Bijleveld zette dat been weer in het
gelid, en stelde tegenover de onjuistheid
van den Socialislischen spreker 't feit, dat
van de 33 ambtenaren, die tot de antirev.
propagandaclub behoorden, er 1 x benoemd
waren, vóór die club bestond, 17 van
buiten Amsterdam zijn gekomen, en slechts
S reeds leden van de antirev club waren.
Van een schandaal, zooals de heer Tr.
't noemde, was in de verste verte geen
sprake Voorts kwam de heer Bijlevelt hierin
den Socialist tegen, dat hij hem de waarheid
zei over de openbare propaganda van
openbare onderwijzers voor de Socialisten,
en die heeren werden uit de Gemeentekas
betaald; de heer Tr. moest dus niet zeggen
dat de schatkist belast wordt door de
benoeming van schoolopzieners, die wel eens
politieke antirev. propaganda voerden.
Zoo werd er ook gesproken over de
stakiugsdagen. Het zou ons te uitgebreid
maken in dit verslag, indien we hierover
veel zeiden.
Ieder, die wat meegeleefd heeft in dit
jaar, weet wat er al over de staking gezegd
en geschreven is. En ook nu weer in de
Kamer trachtten de Socialisten zich te ver
dedigen, maar werden zonder genade en
pardon op allerlei wijze geslagen. Had de
heer Troelstra over speculaties gesproken
en zwendelarijen van de kapitalisten, wat
voor een groot deel waar is, de heer Aal
berse zou over de speculatie van Troelstra
spreken in Januari en Maart, toen hij't wel
zijn en 't leven van tal van arbeiders in de
waagschaal stelde. Dat hebben de Christenen
niet gedaan. Zij zijn riiet voor de rijken
opgekomen, maar ze hebben de arbeiders
in hun eigen belang gewaarschuwd niet aan
zulke avonturen mee te doen. Ook door
den heer Talma werd nog over de staking
gesproken en betoogd, dat de Min. niet
anders konden doen, en dat zij door hun
zorgzaam en beleidvol optreden land en
volk een grooten dienst hebben bewezen
niet alleen, maar het ook voor de revolutie
hebben behoed. Misdadig was de staking,
maar niet de werklieden waren de misdadi
gers, doch ds leiders, die uit politiek specu
leerden op de maatschappelijke positie van
de arbeiders.
Daarna kwam de Minister, de Premier
aan het woord.
Hij begon met een woord van dank voor
de welwillendheid in de beschouwingen,
vooral aan de woordvoerders der regeerings-
meerderheid, maar ook aan de sprekers van
links, voor de wijze waarop ze hun natuur
lijke oppositie gevoerd hebben. Alleen den
heer Staalman kon hij geen dank toebrengen,
niet omdat de heer St. critiek geoefend heeft,
want dit is zijn volle rechtmaar als men
dat doet, geschiedt het om op te bouwen
en niet af te brekendoet men 't tot zijn
leedwezen en smart. En nu vraagt de Min.
hoe hij zelf over zijn eigen critiek oordeelt.
De Min. herinnerde aan wat in 't antwoord
is gezegd over de arbeidswetmaar wat
heeft de heer St. nu gedaan. Hij stelde 't
voor, dat de vertraging gelegen zou hebben
aan de slechte voorbereiding van 't ontwerp.
Zie, zoo'n zeggen was niet critiseeren alleen,
maar een onverdiende blaam werpen op de
Regeering. Ook nog ditDe heer St. had
gezegd, dat het Kabinet geroemd had toen
de stakingswoede had geknotmaar dat de
arbeiders de oorzaak waren van de rust.
Doch dat had de Min. in de Troonrede ook
gezegd en toch oefent de heer St. critiek.
Wil de heer Staalm. dat er naar de chris
telijke beginselen geleefd zal worden, en
daar is de Regeering ook voor, daarvoor
is zij een christelijk ministerie, maar men
diene wel te bedenken, dat Nederland uit
tal van groepen van inwoners bestaaten
dat hier met groote bedachtzaamheid en
voorzichtigheid moet vooruitgestreefd wor
den En wil de heer St. de Regeering
binden aan haar program van actie, dan is
dit onredelijkde regeering van een land
is geroepen om alles te doen, wat zijn hand
vindt om te doen al staat dit ook volstrekt
niet op een program. Maar de heer St. is
ook tegen de snelvuurkanonnen en de gelden
daarvoor noodig doch, vraagt de Minister,
wat wilt ge dan Den vijand tegenstaan of
niet Wilt dge dit wel, kies dan ook de
beste wapenen, opdat onze jongens niet als
muizen vallen, wanneer de vijandelijke kanon
nen zich laten hooren.
Wij zullen de flauwe opmerking van som
migen uit de Linkerzijde, dat de Minister
wel eens de toonlooze e gebruikt en eigen
aardig woordkeus soms heeft, met stilzwij
gen voorbijgaan, 'tls ons te krenterig. Maar
daarna bond de Min. den strijd aan tegen
den heer van der Vlugt, den afgevaardigde
voor Leiden. Had de heer van der Vlugt
gepoogd een weg te drijven in de coalitie,
't was hem niet geluktde Min. kan consta-
teeren, dat er aan de eenheid van samen
werking niets ontbreekt. En wat 't werkplan
der Regeering betreft De geestelijke vraag
stukken zijn vooropgesteld. Daarom vrijma
king van het onderwijs, beteugeling van
passies van 't volk, tegehgaan van de speel
zucht, van het drankmisbruik en van de
schending der publieke eerbaarheid. Maar
daarom zijn de stoffelijke zaken niet vergeten.
De herziening der Arbeidswet, het arbeids
contract, de verzekering tegen ziekte, tegen
ongevallen bij zeevisscherijen en landbouw,
verbetering van het technisch onderwijs.
Hooger en middelbaar onderwijs zijn inge
diend lager onderwijs is gereed, en zal
weldra bij den Raad van State worden
ingediend, voor loterij en spel, voor bestrij
ding der drankzucht zijn wetsontwerpen inge
diend. De Arbeidswet is van den Raad van
St. terug en zal waarschijnlijk nog deze
maand worden ingediend. Het arbeidsc on
tract is ook zoo goed als gereed. Wat de
ziekteverzekering betrelt, de adviezen der
Kamers v. Arb. zijn gevraagd en spoedig
zal dit ontwerp naar den Raad van State
gaan. Het ontwerp ongevallen bij de zeevis-
scherij is reeds bij het College van de zee-
virgcherij. En wat de arbeiders-ongevallen
betreft, het daarvoor bestemde ontwerp zal
vermoedelijkjtegelijk metde ziekenverzekering
inkomen. Wat de pensioenen betreft, de
Min. laat aan zijn departement verschillende
ontwerpen gereed maken, en dan meent hij,
dat in ieder geval voor de stembus van
1905 een ontwerpregeling zal ingediend
zijn bij de Kamer.
Voorts sprak de Premier ook over de
stakingsgeschiedenisover den familieband
tusschen Socialist en Liberaal, over Rede
en Openbaring, en het houvast dat de een
voudigste heeft aan 't woord van God.
't Was een heerlijke week on wij twijfelen
niet. of de chr. kamerleden zullen met nog
meer animo den nieuwen jaarkring ingaan,
als ze den ouden uitgaan.
Zegene de Heere dan ook ons Ministerie
TIBET.
Met welk een aandacht, en blijkbare
bezorgdheid, Rusland het optreden van
Engeland in Tibet volgt, kan blijken
uit het volgende citaat, ontleend aan
een artikel van de „Nowoje Wremja":
Tibet ia geheel en al in de onmoge
lijkheid om ook maar den minsten te
genstand te bieden aan een Engelschen
inval; maar het zou voor Rusland ge
makkelijk zijn een toestand in het leven
te roepeD, die Engeland zou beletten zijn
marsch naar het binnenland van Tibet
voort te zetten. En de Regeering onder
zoekt, welke maatregelen zij nemen kan,
om Engeland te noodzaken zijn opmarsch
in Midden-Azië te staken".
Dit is een bedreiging, dio in Enge
land te denken zal geven.
Wat kan Rusland doen, anders dan
onlusten doen ontslaan in Afghanistan
of Indië Voor een expeditie tot steun
van Tibet heeft Rusland thans geen ge
legenheid, en nog veel minder om En
geland op de een of andere wijze recht
streeks te dwingen den voorgenomen tocht
naar Gyangtse op te geven.
De bedreigng van de „Nowoje Wrem
ja" is zoo kras, dat wij met belangstel
ling den indruk afwachten, dien zij in
Engeland zal maken.
Vrees voor Ruslands houding bleek
reeds uit een hoofdartikel van de „Westm.
Gazette", geschreven voordat deze uiting
van de „Nowoje Wremja" bekend was;,
daarin zegt het blad „Hot is met het
oog op de mogelijkheid van een Oost-
Aziatische verwikkeling noodzakelijk, dat
de Regeering haar kracht en baar troe
pen concentreert. Met de Tibet-expedi-
tie in het vooruitzicht schijnen wij weer
tijdperk van avonturen tegemoet te gaan
en voor zoover die bestemd zjjn als spel-
deprikken tegen Rusland, zullen zij een
weerslag vinden aan de Indische grens".
Dat zegt de bedreiging van de „Nowoje
Wremja" ook.
ZUID-AFRIKA.
Op 't voorbeeld der heeren Wybergh
en Monnypenny heeft, naar men uit
Johannesburg meldt, nu ook de bekende
mijndirecteur Cresswell zijn ontslag geno
men, omdat hij de uitsluiting van blanke
werklieden en den invoer van Chineezen
in 't algemeen belang verwerpt. De be
weging voor en tegen de Chineezen neemt
in Transvaal met den dag toe.
in eene te Johannesburg gehouden ver
gadering van blanken herinnerde advocaat
Hutchinson eraan, dat volgens eene iu
Transvaal bestaande wet elke Aziaat die
het land binnenkomt, een hoofdgeld van
25 pond sterling 'sjaars heeft te betalen,,
terwijl Hay mededeelde dat reeds 4000'
Chineezen zich wederrechtelijk in Trans
vaal bevinden.
Deputatiën van arbeids- en handels
verenigingen enz. hebben haar opwachting
gemaakt bij Sir Arthur Lawly, den plaats-
vervangenden gouverneur van de Transvaal,
om aan te dringen, dat een volksstemming
zal worden gehouden, alvorens een wet tot
het invoeren van ChineeSehe arbeiders
wordt bekrachtigd.
Sir Arthur antwoordde, dat het houden
van een referendum zeer veel bezwaren
oplevert en dat de zaak ter beslissing ligt
voor den Wetgevenden Raad.
De Times-correspondent te Johannes
burg noemt een referendum onuitvoerbaar
en alleen geschikt om een oplossing van
de arbeid-quaestie te vertragen.
De Wetgevende Raad is heden geopend,
met een rede, waarin de regeering aan
kondigde, dat de Raad zich weldra zal
We
Centr.
om da
aldus
Aan
£ij
Ovel
betref
't hou
doelm
Ouddc j
[Zuil
daar
schrijve
antirevt
Vijand
te wore
Wie
opmerl
zich v
breken
nen on
het licl
leiden
Eenig
van de
des Le
Broc