Eilanden. I TWEE BLADEN. I Vrijdag 20 November 1908. Achttiende Jaarg. No. 944. Antirevo lutionair Orgaan IN HOC SIGN O VINCE S voob* it® Xuidiiollniidsclie en fA Alle- iinkken to©p «Ie Medaille teeatemd, AstverfesBlIêsi cm verdere Administratie ïraiico toe te sendee aan den Uitgever. EERSTE BUD. USeerdere vrUheid. Trein- en Landbouw. WW»*"'" V.cJ él Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afeendnrlijh» nummers* Cent. UITGEVER: T. BOEKHOVEN. smMMEij&BïJa. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienst&anvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsrnimte die zij beslaa Advert utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Dit Hammer bestaat nit Wat men ook van de politiek der antirevolutionairen moge zeggen, het is niet te ontkennen, dat deze partij het vaandel der vrijheid hooger op heft en ook feitelijk veel meer ge lijkheid, in het toebedeelen der bur gerrechten en vrijheden betracht dan eenige andere partij. Dit komt voort uit het meerdere licht, dat de antirevolutionaire partij aldoor opvangt uit Gods Woord. De liberalen beweren wel, dat zij van de toepassing der Bijbelleer weinig bespeuren tegenwoordigmaar zij kunnen toch niet loochenen, dat b.v. in de aanhangige wijzigingen der wetten op het gebied van het on derwijs zij (liberalen) in het minst niet achtergesteld worden, op de wijze zooals zij in hun tijd de antirevolu tionairen in hun rechten verkort hebben. Er is in ons land wel een groepje gereformeerde belijders, die de ge schiedenis van vorige eeuwen, voor zooveel betreft het voortrekken van de meerderheidspartij in den lande, nog eens zouden willen herbalen, meenende dat dit naar Gods wil, dat het echt christelijk zoude zijn. Tolk van dit groepje is in ons land de Banier. En ook het week blad f/de Gereformeerde Kerkv heeft heel wat in die richting gepleit. Doch dat groepjelevert reeds hierom geen beduidend gevaar voor den tegenwoordigen gang der politiek op omdat het zich niet denken laat, dat in een afzienbaar tijdperk de antirevolutionairen alleen eene meer derheid in het land zouden vormen. En ook in beginsel verwerpt onze partij als zoodanig alle uitoefening van dwang op de gewetens door ongelijkheid van rechten of voor deden. Dit kwam dezer dagen ook nog helder uit, toen zekere inzender [C. J. S. D. te St. M.] onverbloemd den voorslag deed om alleen de gereformeerde scholen van Rijkswege te gaan steunen, in voege als in de vorige eeuw alleen de godsdienst loze school Rijkssteun ontving. Deze schrijver stelde zich op het stand punt, dat de niet-gereformeerden als bijwoners als kostgangers in eens anders huis moesten beschouwd wor den en dus de handen uit de sec retaire moesten houden, niet mede zouden mogen regeeren, administree- ren en rechtspreken. Zulk eene hou ding noemde hij „plicht.,, „Oud- estamentisch,,, blijk van gehecht- eid aan Gods wil, teeken van los- ating der revolutie, voldoening aan het vierde gebod, enz. Maar wat antwoordde de Neder lander aan wie het desbetreffend schrijven was toegezonden? Dank u wel, zeide die redactie het gedeeltelijk rechteloos en onver zorgd laten der andersdenkenden kan wel liggen op de lijn der ultramon- taansche Staatsregeling, of in het plan der „neutralisten,/ of „liberalis- ten„ of in vroegere eeuwen door Gereformeerden, Lutheranen of Ang licanen zijn voorgestaan, wij antire volutionairen van de 19 en 20 eeuw vatten op grond der H. Schrift de vrijheid ruimer opwij leerden uit die Schrift, dat God op andere wijze wil gediend zijn dan door overheids dwang, die slechts uitwendig is en dat de overheid dus alleen den ar beid des Evangelies vrij heeft te latenook drukt de ervaring sedert de 16e eeuw met de dwangmaat regelen opgedaan op de echtheid der ruimere opvatting het zegelen wat het Oude Testament aangaat, God heeft aan de Joodsche overheid niet den plicht opgelegd om scholen te bouwen, of om in eenig ander opzicht den ongeloovigen Jood naar 'een anderen maatstaf te berechten dan den geloovigen. En zulk een afdoend, helder be scheid wordt niet slechts nu gegeven terwijl de antirevolutionairen zich met hun roomsche landgenooten moe ten verstaan over de beste wijze van het land te besturen maar die mil dere vrijheid, die gelijkheid in de rechtsbedeeling is van den aanvang af door onze partij in de vorige eeuw tot doelwit gesteld. In één der eerste geschriften van Dr. Kuyper, in 1874 verschenen, lezen wij: „Wij verlangen niet dat vroegere bevoorrechting terugkeeren, wijl we weten, dat dit nijd baart en wrok Neen, wat we willen is gelijk recht voor allen, van wat conditie of religie ook. Onze gewe tensvrijheid, de vrijheid der drukpers, de vrijheid van vereeniging en der gedachte zullen we handhaven met alle kracht.,, (1) Hoort het, gij liberalisten, die u soms zoo vreesachtig aanstelt, en gij democraten, die de stakingswetten hebt misbruikt om onze partij te belasteren vrijheid van geweten en vrijheid van vereenigen zullen ge handhaafd blijven. Vrij kunnen de arbeiders zich organiseeren. Vrij kun nen alle partijen voor hun gevoelens ijveren. Een hooger standpunt ten aanzien der vrijheid is eenvoudig niet denk baar. Maar daarom is het willen ver dringen van den invloed der antire volutionairen dan ook steeds gemengd met partijzucht. (1) „Het Calvinisme, oorsprong en waarborg onzer constitutioneele vrijheden blz. 62, Dr. K. betoogde dat die vrijheid, welke de antir.-partij voorstaat, een latere ontwikkelingsvorm van 't Calvinisme is." Geen politiek in de vakvereeni- ging? Deze kwestie wordt in een Ingezonden stuk tan 31 Oct. j.l. in Het "Volk door den liuidigen hoofdredacteur, den heer Tak behandeld, en is waard nader over dacht te worden. Het stuk luidt aldus POLITIEK EN VAKBEWEGING. Partijgenoot Simon Prank vroeg mij in het nommer van Zaterdag wat ik bedoeld had met mijn raad aan de afdeeling van den Landelijken Bond van Gemeen tewerklieden om geen partij politiek, ook geen sociaaldemocratische, in hun vakver- eeniging te brengen. Ik kan Prank ant woorden dat deze raad rechtstreeks voort komt uit de motie op het Utechtsche congres van 1901 aangenomen, die zich verklaarde voor samenwerking van politieke partij, vakbeweging, coöperatie, met be houd van elks zelfstandigheid op eigen gebied, en die de vakbeweging voor ieder arbeider toegankelijk wilde houden. Deze motie is thans nog gebiedende regel voor elk sociaaldemocraat, die spreekt en schrijft over dit onderwerp. Door ons streng aan deze uitspraak van ons congres te houden zullen wij de normale ontwikkeling der Nederl. arbeidersbeweging het best dienen. Dus geen politiek in de valcvereeniging Dat is wat anders en het komt erop aan hier goed te onderscheiden. De vakver- eeniging loopt in haar werk telkens tegen wetten aan. Zij ondervindt den invloed van slechte wetten, verlangt naar goede, en neemt dagelijks waar, hoe gebrekkig de bestaande wetten worden uitgevoerd. Bemoeit zij zich niet met politiek, de po litiek bemoeit zich wel duchtig met de belangen barer leden. Hoe meer dat tot het besef der arbeiders doordringt, hoe meer onvoldoende wetten er worden voor gesteld en gemaakt, hoe gebrekkiger ze worden uitgevoerd, des te meer zal de vakvereeniging behoefte gevoelen aan eene politiek, die kaar eigen politiek moet zijn, gericht op verbetering der vaktoestanden, dat is, in 't kort gezegd, op de verbete ring van den stoffelijken en geestelijken toestand harer leden. Zij heeft haar lijst van eischen, die zij aan regeering en wet gevende macht stelt en ziet door nadere overweging van den feitelijke toestand die lijst dagelijks langer worden. Daarentegen spruit de sociaaldemocra tische partijpolitiek uit een algemeene overtuiging omtrent de ontwikkeling dei- economische verhoudingen uit de erken ning, dat de klassefistrijd zoowel een on loochenbaar feit is als het eenige middel om de bevrijding der arbeidersklasse te verwerven. In haar opmarsch tot dien strijd ziet zij zich grootelijks belemmerd door den druk, vooral van lage looneu en langen arbeidstijd, die voor vele ar beiders het oogenbhk der bewustwording van de beteekenis en van de toekomst hunner klasse vertraagt. Daarom beijvert de sociaal-demokratie zich ook van haren kant om de arbeidsvoorwaarden beter te maken. Zoo komt de sociaaldemocratie van het algemeene tot het bijzondere, van haar op historische ontleding berustende over tuiging tot de middelen om hare zege praal te verhaasten. Die middelen zijn, hare politiek, in haar strijdprogram te vinden. Maar de vakvereeniging beschouwt eiken maatregel op zich zelf in zijn nut of in zijn schade voor het dadelijk belang. Zoo zullen zij reeds nu vaak samen kunnen optreden met gelijke eischen. Komt de vakvereeniging tot het nasporeil van de algemeene oorzaken der bijzondere grieven tegen welke hij strijdt, dan is hij, behal ve vakvereenigingsman ook spoedig so ciaal-democraat. Maar in vijn vakvereeni ging moet hij niet pogen de sociaaldemo cratische politiek over te planten. Want daar zijn nog niet allen tot gelijke slot som gekomen als hij hij brengt er ge schil in plaats van de voor kracht ver- eisehte eenheid, en zijn pogingen kunnen ook niet gedijen, omdat de vakvereeniging, al moeten zekere bemoeiingen met de wet geving allengs meer op haar program ko men, geen politieke vereeniging is, omdat het veroveren der politieke macht haar doei niet is. Beide soorten van actie moeten leven naar haar eigen levenswetten, af te leiden uit haren aard en bedoeling. De ontwikkeling van beide is, dat zij als het ware naar elkaar toe groeien de sociaaidemocratie liet in beter besef haar eerste zelfgenoegzaamheid varen en erken de de belangrijke plaats der vakvereeni ging in den strijd. Eu de vakvereeniging, waar de politiek en alle bemoeiing met wetgeving eerst geheel uit den booze wa ren, adresseert en demonstreert voor en tegen wetten en critiseert de uitvoering ervan. Sociaaldemocraten zijn ijverige leden en leiders hunner vakvereeniging, en de mannen der vakvereeniging betreden al meer en meer den weg naar de stem bus. Deze ontwikkeling is duidelijk waar te nemen en de dag zal komen, waarop men tot elkaar ze. gen zalhoe hebben wij toch ooit zoo vreemd tegenover elkaar kun nen staan Maar deze groei moet zijn natuurlijk verloop hebben. Door uitwisseling van meeningen over en weer, door trouw waar nemen van de feiten in hun waren aard, komt langzaam maar zeker de klaarheid, die noodig is. Wie hier kunstmatig wil verhaasten loopt gevaar het tegendeel van zijn bedoelen te bereiken. En ook als de goede verstandhouding gekomen is, moeten beide soorten van arbeiders-actie elkanders volkomen zelf standigheid op eigen terrein blijven erken nen. Geen van beide moet meester willen spelen over de andere, want dan belem mert men elkander, er komt nieuwe twist, en weder wordt versnipperd wat in sa menwerking kracht kan vinden. De beschouwingen worden allengs meer gehuldigd in de beweging van verschil lende lauden, en zij vinden hare uitdruk king in Onze Utrechtsche motie. Ik meende de jonge Amsterdamsehe afdeeling van den Landelijken Bond van Gemeentewerklieden den raad te mogen geven, die er uit voortvloeit. Want het is met ons sociaaldemocraten zoo gesteld, dat zoodra wij van onze overtuiging goed doortrokkeu zijn, er een vuurtje in ons gaat branden dal niet meer uitgaat. De warmte wordt omgezet in kracht van han delen, en wij stellen ons wel eens voor de omstandigheden eerder te kunnen be- heerschen dan deze zelve het dulden. Dat is de energie, het kostbare bezit gericht op het grooie doel, door den klassenstiijd de klassen op te heffen, eerlijkheid en welwillendheid in de meuschelijke verhou dingen uit beter organisatie van den vooit- brengeuden arbeid te doeii voortspruiten, en op deze gegevens de dan eerst moge lijke nieuwe beschaving der menscheid te bouwen. Maar naast de energie komt de tactiek, die ons leert de middelen te kiezen, en op het juiste oogenblik en op de juiste plaats de nuttige mate vau kracht aan te wenden. Aan de tactiek is de richtige nakoming van de Utrechtsche motie een belangrijk deel. Wij komen op dit artikel door een So cialist geschreven, nader terug. Niet al les kunnen we onderschrijven. Onze sterke drankdoor den Bijbel niet gekend In liet Correspondentieorgaan van de Gereformeerde Vereeniging voor Drank bestrijding No. 1, staat een artikel „De sterke diank in de Heilige Schrift//, waari n betoogd wordt, 't volgende kunstmatig opgevoerd gehalte als de sterke gedistilleerde dranken van onzen tijd, kent de 11. Schrift niet. 2. De sjekar, in onze Statenvertaling vertaald door „sterke drank// is geweest een zoete drank, bereid als onze //mee», volstrekt niet in kracht en vreeselijke uitwerking gelijk te stellen met de sterke dranken van onzen tijd en er is dus in hetgeen de 11. S. mededeelt van den sterken drank, reeds daarom niet eenig bewijs voor 't geoorloofde van 't gebruik der gedistilleerde dranken te vinden, 3. Van dezen alcoholisch veel zwak keren „sterken drank// (mee) spreekt de Heilige Schrift nimmer aanbevelend. Als in Deut. 14 16 sprake is in een or dening des Hceren voor de maaltijden bij gelegenheid van de tieudoflers, dat Israël zijn geld ook voor „mee// mocht uitgeven, hebben we te denken aan toenmalige ge woonten, aan de omstandigheid, dat „mee// goedkooper was dan wijn, terwijl in Num. 28 7 met offer des sterken dranks naar aller gevoelen niet anders bedoeld is dan 't gewone drankofi'er van wijn. 4. Het opzettelijk verhoogen van de bedwelmende kracht door vermenging met kruiden en andere middelen wordt door de Heilige Schrift niet goedgekeurd, maar berispt in de bestraffing des godde- loozen. 5. Van niet één Bijbelheilige, noch in 't Oude Testament, noch in 't Nieuwe, wordt ons 't gebruiken van „sterken drank// bericht. 6 Het N. Test. zwijgt op één plaats na, geheel van „sterken drank//, sikera waaruit wij mogen opmaken, dat noch de Apostelen, noch de eerste Christenen deze „sikera// gebruikten, waar wel dron kenschap door wijn vourkwain en ten ernstigste bestraft werd. 7. Ook van den Heere Jezus wordt nimmer verhaald, dat Hem zelfs ten laste gelegd werd, dat Hij sterken drank dronk. Aan 't Kruis heeft Hij een drank af gewezen om zijn gruoter bedwelmend vermogen, wat te sterker spreekt, daar Hij wel zich heeft laten laven met edik, welke of niet of in zeer geringe mate alcoholisch was. Waar 't misbruik en 't gebruik van alcohol ook in ons Vaderland zoo ernstig is, en met de oplossing van sociale kwes ties in zeer erg verband staat, willen we aan de hand van 't bovengenoemde orgaan de zaak eens bezien bij 't licht van den Bijbel, en verschillende teksten beschou wen, die over sterke dranken spreken, zooals in Lev. 10 9Num. 6:3; Rich teren 13 4, 7, 11 Deut. 29 6 1 Sam. 1 15; Deut. 14 23; Num. 28 7 Spr. 23 30 Spr. 20 1 Spr. 31 4, 5 Ps. 69 13 Jes. 5 ll, 22 en meer anderen. Wij zullen niet een vers-verklaring geven, maar een vergelijkende beschou wing, zooals we die vonden. VOEDERMEEL-ENQUETE. (Slot.) De feiten, welke wij verleden week meedeel den, wij zouden die nog wel met vele andere vermeerderen. De veehouder wordt maar al te vaak beet genomen. En wat 't ergste is De man, waarvan hij zijn waar betrekt, de kleinhandelaar, hij is zich meestal van geen kwaad bewust. De verschillende Dorpsvereenigingen, die de noodige voederartikelen vaak voor gezame- lijke rekening inkoopen, doen dit haast altijd, onder openbare controle. Zij behouden zich het recht voor, om een monster van de gele verde waar te laten onderzoeken aan een der Rijkslandbouwproefstatians en de te betalen prijs daarnaar te doen regelen De leden dier

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 1