Vrijdag 30 October 1903.
Achttiende Jaarg. No. 941.
Antirevolutionair w':.!F Orgaan
voor de ZuidliollaiMlsclae en Keeuwiclif Eilanden.
TWEE BLMEII.
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
4E»
uitgever:
Alle stukken voor de Medactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Dit mimaer bestaat uit
ËKKSTE BLAD.
Laag- bU den grond.
In eene overigens leerzame rede
hoorden wij onlangs een prediker
zeggen, dat koning Achab, Omri's
zoon, door de begeerte om zijn rijk
uit te breiden, lot het huwelijk kwam
met de heerschzuchtige Isebel, zijnde
een koningsdochter van het naburige
Sidon, en dat hij daardoor tot erger
afgoderij verviel. Hij besloot dit deel
zijner toespraak met de nadrukkelijke
opmerking, dat Achab de „politiek"
boven den dienst van God stelde,
en dat dit eigenlijk de bron zijner
ellende was. Hij sprak dit uit op
een toon, als wilde hij zijne hoorders
waarschuwen dat zij nooit denzelfden
weg zouden opgaan, en stellen de
„politiek" boven den dienst des Hee-
ren.
Op zichzelf is zulk eene waarschu
wing natuuilijk gansch onberispelijk
want boren den dienst van God mag
niets gesteld worden dat zoude recht
streeks ingaan tegen het eerste gebod,
waarvan de gereformeerde confessie
zoo roerend duidelijk zegt dat de
mensch, zoo lief hem zijner ziele zalig
heid is, op God alleen zal vertrou
wen, in alle ootmoedigheid en lijd
zaamheid zich Hem alleen moet onder
werpen, van Hem alleen alles goeds
zal verwachten, en hem zóó zal
liefhebben, vreezen en eerendat hij
eerder van alle schepselen afgaat en
die varen laat, dan dat hij in hetaller-
minste tegen Gods wil doet.
Ook is er nog niet eens veel zelf
kennis voor noodig, om in te zien,
hoe spoedig de mensch. naar dezen
hoogeren maatstaf gemeten, zich tegen
het eerste gebod bezondigt. Al richt
hij geen Baaldienst op, gelijk Achab,
al oflert hij niet op het altaar der
moderne afgoden, Mammon, Bacchus
en Yenus, dan kan toch alleen hooger
licht en hoogere genade hem weer
houden van het stellen van iets anders
naast of boven den eenigen God, die
alles regeert.
Maar toch konden wij in stilte
niet geheel beamen, dat bovenbedoelde
prediker Achab's afgoderij, zonder
nadere verklaring, ging betitelen als
een verhdfen van „de politiek" boven
den dienst Gods. Immers daardoor kon
er in het besef van minkundige hoor
ders verwarring ontstaan tusschen de
begrippen van politiek en afgoderij.
En aangezien nu in onze veel bewo
gen dagen, bij den harden oecouomi-
schen strijd, die de mindere volksklas
sen te sirijden hebben, het woord
„politiek"' op schier aller lippen
komt, en vaak veel vleeschelijks en
zondigs met de politiek vermengd
wordt, zoo had bij dat afgeven op
Achabs „politiek" als de spreker
dan dat woord bepaald wilde gebrui
ken in plaats van „heerschzucht,"
„veroveringszucht, of „afgoderij,"
in 't voorbijgaan o.i. noodig dienen te
zijn gezegd, dat zulk eene wereldsche.
goddelooze „politiek" vierkant staat
tegenover de ware, christelijke poli
tiek, die juist omgekeerd leidt tot
beteugeling van zonde en ellende, en
tot het vestigen van een houdbaar
nationaal leven.
lntusschen is het bovenstaande niet
de hoofdzaak, waar wij voor ditmaal
op komen wilden. Maar wel geelt het
ons gereede aanloiding om er nog eens
op te wijzen, dat ook de christelijke
politiek niet gemakkelijk onbesmet
van de wereld wordt bewaard.
Dit is nu niet enkel en speciaal met
de politiek het geval, maar met allen
arbeid op aarde het heiligste werk
voor de uitbreiding van Gods Konin
krijk zelfs niet uitgezonderd.
Wat had de Heere Jezus bij Zijne
omwandeling hier beneden veel te
doen om zijne discipelen af te brengen
van het ideaal der oprichting van etn
aardsch Koninkrijk. Hoeondubbeiziu-
nig Hij het hun telkens voorhield, dat
Zyn Koninkrijk in déze l edeeling uiet
zou gsvestigd worden, dat het niet
kwam met uiterlijk gelaat, tochstrekte
zich naar die zichtbare glorie altijd
weer hun lu3t en liefde heen.
En zie, iets van dat verlangen naar
een ook voor de tegenstanders meer
tastbare, meer onmiskenbare openba
ring van voorspoed en vooruitgang
kleeft Bchier aan allen arbeid op chris
telijk gebied ook al wordt hij inder
daad met heilige bedoeling, uit een
hooger levensbeginsel, tot Gods eere,
ondernomen.
Niet het minst de politiek van chris-
telijken huize staat voor die besmet
ting bloot, en dit zoowel door de
geluk- en overwinningszucht harer
oprechte beoefenaars als door den toe
vloed van schijnvrienden, die wèl
soms komen overloopen zoodra zij
bemerken, dat er bij eene partij direct
voordeel te behalen is, maar die ook
weer spoedig aan het murmureeren
gaan als zij zien dat het werk niet vlot
op de wijze zooals zij zich dat hadden
voorgesteld. Te midden van die vlee-
schelijke beweging omtrent het succès
worden dan niet zelden de eerste fei
ten, waarmede te rekenen valt, over
het hoofd gezien, wijkt de billijkheid
in het oordeelen, en wordt er koren
geladen op den molen der tegenpar
tij ders.
Gewis daar is overvloedige stof
om God te danken, dat twee jaren
geleden de meerderheid onzer kiezers
bij de stembus heeft uitgesproken,
dat zij Nederland op christelijke
wijze wenschen te zien bestuurd
te danken, dat er in den Raad der
Kroon thans stemmen kunnen op
gaan van mannen, die het volks
leven wenschen te baseeren op de
fundamenten van Gods eeuwige wet
en dat die Raad wordt aangevoerd
door een diepen kenner der Heilige
Bchrilt, en een man van zoo reus
achtige bekwaamheid, dat zij meer
malen zijn vinnigste belagers ver
baasd en verstomd deed staan.
Maar nu krijgt het soms den
schijn alsof een deel onzer partij—
genooten van dien begaafden leider
een wonderdoener wil maken, die
zich boven de gewone groeiwetten
der natuur zou kunnen verheffen,
en zou kunnen maaien ter plaatse
waar niet gezaaid is.
Denzulken moeten wij toeroepen
zijt nuchteren en waaktzijt niet
booggevoelende, maar vreestver
heugt u ook in de christelijke po
litiek met beving.
Of met andere woordenblijft
laag by den grond, en blijft daar
uw plicht doen. Dat wil zeggen,
doet al wat gy kunt om voor zoo
veel gy tijd en gelegenheid hebt,
de rechte kennis te verzamelen van
den stand der politieke quaestiën,
van hetgeen thans al of niet bereik
baar is, en poogt dan die kennis
door gesprekken of op andere ma
nier zooveel doenlijk te verbreiden.
Bepleit daarby ook den verststrek-
kenden eisch der christelyke poli
tieke beginselen. Doet dat zoo kloek
en volhardend mogelyk. Zyt niet
met een weinigje geheel voldaan,
maar streeft naar het meerdere.
Edoch, betracht bierby geheiligde
wijsheid, en wyt het zonder nader
onderzoek, niet terstond aan conser
vatisme of moedwillige verslapping,
wanneer het werk in de regeerings-
kringen niet zoo snel vordert als gy
dat een paar jaren geleden hooptet.
Neemt by uw oordeel steeds in
aanmerking, dat reeds het beginsel
program der antirevolutionairen is
gesteld voor eene gemengde bevol
king dat het tegenwoordig regee-
ringsprogram nog veel meer met
die gemengdheid moet rekenen, om
dat de antirevolutionaire party in
beide Kamers, nog in de minderheid
isdat de uitnemendste regeering
in den middellyken weg afhankelyk
blyft van den toestand onzes volks
omdat uit dat volk de medewerkers,
de helpers, de uitvoerders vau de
wetten moeten voortkomen, en dat
dus, goed bekeken, het inhalen van
den oogst niet anders dan langzaam
kan vorderen.
Waarlyk, wy zyn cr nog niet
met onze antirevolutionaire staat
kunde. Wij staan met den invloed
onzer beginselen op het regeering3-
beleid eerder aan het begin dan aan
het einde van den stryd. Tegenover
kleine beddekens waarop iets valt
te maaien, liggen nog groote lappen
gronds gereed om nieuw zaaisel in
de opgeploegde voren te ontvangen.
Trede daarom uit de gelederen der
antirevolutionaire party terug, eon
ieder die zich niet schikken kan in
het nederige, en slechts uitziet naar
verrassingen, naar wonderboomen
en laten zy, die een helderder
inzicht in 's lands toestand hel ben,
zy die Gods eere in den lande boven
alles bedoelen, biddend voortwerken
aan de nationale zaak, geloovende
dat op Gods tyd wel greotere en
meerdere vruchten zullen rijpen.
Zy die gelooven, haasten zich
wèl tot hun eigen werk, maar zy
haasten zich niet tot het voeren van
hooge wapens en ook niet tot het
beoordeelen van andeier daden met
halve gegevens.
De voetmarsch en niet de lucht
reis fclijve beeld van onzen politieken
arbeid. Regeeren of mede-iegeeren
is nog geen overwinnen.
Een kras besluit van
„lïaily Hews".
Eed drietal jaren geleden is in
ons land uitgegeven een uit het
Engelsch vertaald werk van Charles
M. Scheldon, getiteld: Wat zou Je
zus doen. En dit werk wordt de ge
schiedenis geschetst van een groep
personen, die de belofte hadden af
gelegd om bij al hun daden zich af
te vragen Wat zou Jezus in mijn
plaats doen en naar het antwoord
op die vraag te handelen.
Een van hen, een dagbladredac
teur, voelde zich volgens dat begin
sel gedrongen tal van advertenties
te schrappen en plaatsruimte te
weigeren aan menig artikel of inge
zonden stuk.
Interessant is het te vernemen, dat
thans Daily News, het groote libe
rale Engelsche blad, ongeveer in
denzelfden geest handelt. Adverten
ties ter aanprijzing van cafés, wijnen,
bieren, gedistilleerd enz. alsmede alle
annonces op weddenschappen betrek
king hebbende, worden voortaan ge
weigerd.
De verwachte'schade daardoor ver
oorzaakt schat men op ongeveer
10.000 pond sterling peh, jaar.
Herziening der Drankwet.
De wet van 28 Juni 1881, bekend
onder den naam van drankwet, staat
gewijzigd te worden voor de vijfde
maal23 April 84,16 Apr. 85,15 Apr.
86, en 27 April 1901 is dit ook reeds
geschied, en op 19 Juni 93, en 25 Mei
1900 is een voorstel daartoe dienende
ingekomen, maar zonder bijzondere
gevolgen. Toch bleef ook 't besef le
vendig, dat 't met de Drankwet niet
foed gaat en aangezien art. 26 in
901 in dier wege is aangevuld ge-
1 worden, als noodartikel, dat de ver
gunning tot 1 Mei 1904 niet geweigerd
mocht worden aan hem, die op 1 Mei
1901 ,t bedrijf uitoefende, zoo rust
dus van zelf op de Regeering den
plicht om te zorgen, dat 1 Mei 1904
een wettelijke voorziening is getroffen
omtrent 't aantal vergunningen boven
,t maximum.
Laten we even de geschiedenis der
wet in herinnering brengen.
De overheid in 1881 begreep, dat
zij de drankgelegenheden niet aan
haar lot kon overlatensociale be
langen waren hier te veel in spel;
welvaart en gezondheid, misdaad en
gevangenisstraf staan allernauwst met
't drinken in verband nu had men
vroeger reeds in de goede richting
gewerkt door verhooging van den ac
cijns en 't patentrecht en de vooruit
betaling van dit recht, maar 't bleek
alles onvoldoende. Daarom besloot de
Regeering in 1881 den drankver
koop plaatselijk te regelen, en hem te
binden aan een wettelijk, in verband
met ,t zielental te bepalen maximum,
voor welke vergunningen dan een
plaatselijk recht zou geheven worden.
Daarom lezen we ook in art. 2 dier
wet, dat 't aantal vergunningen niet
meer mag bedragen, dan in gemeenten
met meer dan 50,000 zielen 1 ver
gunning op de 500dus 100 als mo
gelijk minimum; dan in gemeenten met
meer dan 20,000 en ten hoogste 50,000
1 vergunning op 400, dus maximum
125; in gemeenten met meer dan
10,000 en ten hoogste 20,000 zielen 1
vergunning op de 300, dus ruim 60en
in gemeenten beneden 10,000 zielen
1 op 250.
Doch wat was nu 't slot Dat, ook
in verband met 't laatste gedeelte van
art. 2, waarin de gemeenteraad ge
rechtigd wordt naar aanleiding van
plaatselijke omstandigheden verhoo
ging vau 't maximum vergunningen
toe te staan, dat, zeiden we 't aantal
vergunningen veel grooter werd, dan
art. 2 in zijn becijfering aangaf. Op
1 Juni 1902 bestonden er reeds 1035
vergunningen boven 't maximun, door
toepassing van dat laatste gedeelte
van art 2; gedurende 1901 werden
er weer 118 verleend, en gedurende
1902 weer 211; zoodat er op 31 Dec.
1902 in ,t geheel waren 23,429 inrich
tingen, waarin krachtens vergunning
sterken drank in 't klein werd ver
kocht. Veel te veel, als ge 't zielental
neemt en de wettelijke aantallen van
500, 400, 300 en 250 voor elke ver
gunning.
Doch nu kwam de groote moeilijk
heid Want wel had de wetgever in
81 voorgeschreven, dat de zaak ge
heel op wettelijken grond zou moeten
rusten, en dus al de vergunningen
boven 't maximum moesten verdwij
nen, doch toen hij aan 't snoeien zou
gaan, stond hij voor 't feit om dan
een aantal vergunninghouders broode
loos te maken. Er was in 1881 al een
overcompleet, en wat moest er met
die menschen gebeuren, als ze uit hun
brood gezet werden Toen is artikel
26 ingevoegd, en daarbij bepaald, dat
de vergunninghouders boven 't maximum
binnen 20 jaren, dus op 1 Mei 1901,
in hun onderhoud op een andere wijze
moesten gaan trachten te voorzien.
Zeer billijk, natuurlijk
Had men dat nu maar consekwent
toegepast, en streng de hand gehouden
aan die bepaling van art. 26 dan was
op 1 Mei 1901 de zaak in orde ge
weest, en practijk en wetsartikel had
den op elkaar geklopt.
Maar men slofte niet alleen, doch
maakte er nog nieuwe fouten bij door
maar voort te gaan met nieuwe ver
gunningen te geven. En toen viel de
wet geheel in 't water, zoodat we nu
voor dezen toestand staan, dat art. 2
nog net zoo min waarde heeft als in
1881. Er wfls in '81 een teveel, en dat
is er nog. De wet is een doode letter
gebleven
Nu zal onze Regeering, meent ge,
weer wat leven blazen in de wet en
,t aantal vergunningen precies op hare
wettelijk aantal brengen. Mis. geraden
En we voegen er bij tot onze blijd
schap. Want ook wij zouden den moed
missen om dat over compleet, dat er
sinds 1881 nog is, op straat te zetten.
Men maakt tal van huisgezinnen broo
deloos, en wie dat nu op zijn geweten
durft te nemen, hij moge consekwent
De» Courant verschijnt eiken Yrfjdag.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar.
iftondorlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën IO cent per rogel en s/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en Va maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dis zjj beslaat
Advert rntiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 unr.