HA
1
Vri
lit üe Pers.
Hel woord christelijkheteekent
niets, zegt Troelstra.
Onze Christelijke beginselen zijn
nog zoo slecht niet.
lil de Siamese
Tuin- en Landbouw.
litiefe men ook voeren wil in de toekomst,
't is en blijft te doen om Macht, en
dat streven breDgt ernstige gevaren mee.
Want bij zooveel splijtziekte, als te
genwoordig en in det toekomst wellicht
nog meer zich openbaart, is er niet één
partij, die de regeeringsmeerderheid be
halen zal. Steeds zal 't in de toekomst
voorkomen, dat twee ot meer partijen
zich tegen twee of meer andere zullen
vereenigen, om door eendracht in vele
hoofdpunten bij verschil vaak in onder
geschikte zaken de bedoelde Macht te
verwerven. Dat is coalitie
Er is dus coalitie noodig En de twee
ot meer overwinnende partijen vormen
in de Kamer de coalitiemeerderheid, die
met 't coalitiekabinet aan de Groene
Tafel, aan de Coalitiepartijen inden Lande
en aan hare tegenstanders wetten dienen
te geveji, dieJa, daar hebt ge
de klip reeds aangevaren 't schip voelt
den schok, en de Stuurlui voelen hem,
en de passagiers voelen hem en iedereen,
die in 't Sraatshulkje niet ligt te slapen,
voelt hier het lastige gevaarte in 't po
litieke water 't schip aanraken.
Hoe en welke wetten, met welke be
ginselen, scherp belijnd of zeer vaag P
Water- en melkwetten Of wetten met
't volle, eigen, altijd beleden beginsel,
wetten die ons cachet, ons zegel dragen
van begin tot eind P Zulien 't benoemingen
en aanstellingen, ontslagen en afwijzingen
van verzoeken zijn, die heel en al op de
lijn onzer beginselen liggen Wat zal
't coalitiekabinet brengen en indragen P
Ons beginsel over de doodstraf Maar
wie herinnert zich niet 't debat tusschen
mr. Loef en mr. Lueassebij de be
handeling der Militaire Strafwetten
Den strijd tusschen noodweer en ver
gelding?
Ons beginsel over den vaccinedwang
Wie 't wetsontwerp Nadere wijziging
en Aanvulling der wet van 4Dec. 1872
tot voorziening tegen besmettelijke ziek
ten naleest, en in de Mem. van toelich
ting vindt opgeteekend, dat 't wetje
nergens anders voor dient, dan om de
kinderen, die door den dwang niet op
school konden en mochten komen, en
dan nog alleen gaande naar de Bijz.
School, nu voortaan zonder vaccinatie
op School te doen zijn, vraagt zich
afIs dat nu den dwang, naar ons
beginsel, afschaffen Dat is half werk
en ter nauwernood een dankzegging
waard. Waarom zoo'n kwart maatregel
Zou 't zonder coalitie ook zoo kleinzeerig
geschieden P
Ons beginsel over de Staatsloterij en
haar finale afschaffing Waarom 18 jaren
over die afschaffing gedaanis 't te
verklaren uit hetgeen de Mem. v. Toe
lichting zegt, dat „een in ruimen kring
sinds langen tijd ingewortelde gewoonte,
zich niet in een kort tijdsverloop terstond
gewonnen geeft." Moet ons antirevol.
beginsel nu door die „ingewortelde ge
woonte" 18 jaar pijn lijden Waarom
niet geheel en in eens gebroken met
die Loterij Zit daar de coalitie achter,
oi is dat nationale politiek P Maar wat
is dan principieele politiek en wanneer
wordt die dan gevoerd
Ons beginsel over 't vrije Hooger
Onderwijs Zullen wij volle vrijheid
krijgen voor de Universiteiten, de ge-
heele vrijmaking van het Bijzonder
onderwijs Hoe lang zal 't duren Dit
vragen we nu niet om te critiseeren en
en af te breken In geenon deele. Wij
wachten de toekomst met geduld en
Tertrouwen af omdat we reeds voor |>ns
smakelijke vruchten hangen zien, zij 't
ook niet de volwassene. Maar we vra
gen dit nu als tegenstelling met 't werk
eener principiëel dezelfde Kamer- en
Kabinetsmeerderheid
Ziedaar nu kort geschetst de klip der
coalite voor eigen, steeds beleden, altijd
geprogageerde beginselen, doch let wel,
zóó vertoont bij zich nog maar in den
Kegeeringskringzoo is hij nog maar
een rots tusschen twee vocruitstocmende
schepenzóó belet hij nog slechts (doch
't is al verdrietig genoegde doorwer
king geheel van onze „eigendommelijke"
principes.
Doch hij openbaart zich ook in 't pu
blieke leven, èn in de Pers, èti in de
congresdagen, èn op de meetings, èn bij
partieele verkiezingen voor Prov. Staten
gd Gemeenteraad, èn in de Kiesver-
eenigingen 't heele partijwezen raakt er
door van stuur.
De Pers zal niet zoo boud spieken
over de tegenstrijdige beginselen, die ze
afkeurtwant denk om de coalitie pas
op voor aanroering van te teere snaren.
Op congresdagen en meetingswees
voorzichtig en spreek niet al te forscb,
en becriiiseer niet al te zelfstandig den
Coalitievriend en bondgenoot.
Bij verkiezingen, partieel voor den
Gemeenteraadkijk uit uw oogen en
zorg, dat zulk een verkieziDkje U geen
wraak op den hals haalt met 't oog op
de generale stembuswaarbij voor die
Gemeente de coalitie leelijk zou qebroken
kunnen worden.
Maar niet alleen voor de eigen begin
selen in wetsvoorstellen verlangdniet
alleen om de meerdere voorzichtigheid
in spreken en schrijven en handtien
in 1t heele partijleven, is de coalitie een
klipmaar voor 't gehalte eener, eiker
partij is ze ook een gevaar.
Zelfstandig optreden kunnen we niet
we hebben bondgenooten noodig, even als
in deze splijtperiode iedere partij bondge
nooten behoeft om meerderheid te kun
nen worden, en juist daarom zullen we
gaan visschen. 't Politieke net wordt ge
breid, en om nu veel beestjes te kunnen
vangen, maakt men de mazen klein, zoodat
allerlei spro', dat 't bakken soms niet
waard is, in de kaar kan worden over-
geworpen. En men vischt maar voort;
klein ei: groot; stekelbaarzen en paliuk-
jes visscben zoo glad, dat ze door de
vingers gljjden en baarzen, die u ge
ducht prikken en waar ge een hoop last
van hebt; met harde schubben, dieniet
afspringen, al zet ge 't mes er nog zoo
stevig op.
Met al zulke waterdieren, ook kik
vorschen, die op 't land leven en ook in
waterkrabben, die al schee/ vooruit
willen met al zulke „beestjes" gaat ge
nu naar de kaar. Een volle kaar,krjjgt
ge! Maar o, wee! als de groote „markt
dag" komt en de vischjes moeten uit de
kaar in de mandjes, och, och, wat een
afval, daar ge uw hart voor vasthoudt,
óf ge er wel één cent voor zult ont
vangen
Coalitie, ze is in de tegenwoordige
tijdsomstandigheden, om doel en bestem
ming te bereiken, voor elke partij nood
zakelijk] noemt 't een noodzakelijk Jcwaud,
dat u belemmert in de vrije vertolkiug
en de volle critiek, die ge anders hooren
deedt.
Coalitie, een noodzakelijk kwaad, maar
van twee kwaden 't minst erge, want
zeker go kunt uw leven lang in de op
positie blijven, en als enkele partij uw
stem dag en nacht laten hooren, doch
dan mist ge uw doelgij kakelt wel,
maar er zijn geen eierengij maalt
wel, zou de beer van Houten zeggen,
maar er komt geen meel.'
Coalitie, een noodzakelijk kwaad; maar
tegenover uw tegenstanders, die u al
jaren hebben laten praten, en die met
u niet of weinig rekenden, een heerlijk
goed, een goed van rijke waardij, om
slechter beginselen te weren uit de wet
geving, en om recht te erlangen, dat
vroeger niet altijd te verkrijgen was.
Coalitie, een tjoodzakelijk kwaad voor
elke partij, die aan 't roer wil komen
voor olke partijdie aan 't roer is, voor
't partijleven in zijn geheel.
Coalitie't woord der toekomst
vereenigen Roomsch met Onroomschtegen
Liberaal en Socialist jgeloofspartijen tegen
die van 't Rationalisme of wilt ge een
ander snoer Democraten tegen Conser
vatieven of trekt ge een andere planeet
voor de toekomstProletariërs tegen
't Kapitalismedoch hoe ge de combi
natie ook maaktze is en blijft een
klip voor de volle ontplooiing van eigen
altijd beleden beginselen.
ook voor Scheiding van Kerk en Staat.
Maar Èt propos! als de Socialisten eens
baas werden in Nederland, zouden ze dan
de geldelijke rechten van de Ned. Herv.
Kerk ook erkennen Zouden ze aan die
Kerk uit de Staatskas aan Kapitaal terug
geven, wat haar als vergoeding na de
Scheiding en na 't ophouden der subsidies
eerlijk toekomt?
Wij betwijfelen 't
Yan ons heeft de Ned. Merv. Kerk
geen finantieele scha te wachten. Haar
rechten zullen worden gekapitaliseerd.
Omdat wij Christenen zijn en geen
Socialist.
Dat is Chiistelijk staatsbeleid En zulke
beginselen zijn blijkens dat feit toch nog
zoo slecht niet.
»NEUTRALE« LECTUUR.
"\Vij waarschuwen altijd tegen zooge
naamde neutrale lectuur.
In een der groote neutrale bladen -
nog wel een Zondagsblad staat 't vol
gende versje
*Naar de andere wereld, eerste klas.
Ja de eene springt in 't water,
En de andere hangt zich op.
Deês storf^-tidr* -lit het venster,
Die schiet zich voor den kop.
Doch, dat is goed voor menschen
Met beurzen, plat en schriel,
Wie geld heeft, die gaat rijden
In een automobiel.*
Het spijt ons dat een dergelijk realis
tisch stukje in een beschaafd, neutraal
blad kon worden opgenomen.
Zelts het beste neutrale blad is nog ge
vaarlijk.
Ouders, ziet toch toe welke kranten gij
leest, en derhalve ook door uwe kinderen
licht worden ter hand genomen.
Wij zullen bedoeld blad niet signaleeren,
mogelijk h elpt deze ééne algemeene mede-
deeling wel. (De Zeeuiv.)
De heer Troelstra maakte bij 't debat
over den eed de opmerking, dat men zeer
verkeerd doet over christelijke beginselen
van staatsbeleid te spreken. Het theolo-
gendebat gaf zooveel verschillende meenin
gen te hooren, dat men veel beter kan
spreken over Geref. beginselen beginselen
van dr. de Visser, van dr. Schokking of
van Mr. Lohmau, of Ethisch-irenische of
moderne.
Aangenomen, dat van christelijke begin
selen als een vaststaand soort, een welom
lijnde uiting, niet kan gesproken worden,
maar eilieve, dan doet men cok en even
zeer verkeerd over de rationalistische be
ginselen van staatsbeleid te spreken, want
als de heeren Liberalen met Socialisten
aan 't debateeren gaan, zijn zij 't ook bijna
zelden eensen als de Liberalen onder
elkaar aan 't woord zijn, is er ook van
meeningeenheid weinig sprakeen hoe
de Socialisten 't met de Anarchisten, allen
mannen der Rede, eens zijn, dat weet de
Amsterdamsche politie, die tusschenbeide
moest komen om ze te «scheiden'/.
Wil de heer Troelstra niet spreken over
christelijke beginselen van staatsbeleid
goed, maar de pot moet den ketel niet
verwijten, dat ie zwart is.
Als Troelstra 't met Nieuwenhuis heeft
klaar gespeeld en zij samen zijn dan weer
goede maatjes met van Houten, en als
dit trio ook eens op visite gegaan is bij
den heer Bogesius of bij den heer Mees,
dan moet hij ons eens waarschuwen om
inzage te nemen van hun gezamenlijke
eenparige beginselen van staatsbeleiddie
der Rede bedoelen we.
Wij zullen zoolang wachten de christ.
beginselen over boord te werpen.
Briand, een socialistisch afgevaardigde
heeft een wetsontwerp ingediend tot schei
ding van Kerk en Staat. Het berust op
dit beginsel, dat de Staat aan eenige kerk
geen steu» behoeft te geven't schaft het
budget van eeredienst af, maar de kerk
genootschappen moeten hun volle vrijheid
houden.
We hebben er niets op tegenwij zijn
VERSCHRIKKELIJK.
Het volgende droeve statistiekje, door
de ïTel.c saamgelezen uit haar rubriek Ge
mengd Nieuws, wordt door het blad ter be
studeering aanbevolen.
Men luistere
Celebesstr., Amsterdam,
te Meerle.
c Wilsum.
Chaamdijk.
Haarsteeg,
«moordaanslag* Rotterdam,
moord
Neeritten.
moordaanslag* Driebergen.
Roermond.
moord
moordaanslag*
25 Juli moord
2 Aug.
3
6
9
10
10
14
"5
ló
19
21
1 o Sept
12
14
15
17
18
18
21
22
24
27
27
29
2 Oct.
2
4
6
8
Tilburg.
Rotterdam.
Ginneken.
Meppel.
Stoppeldijk.
Didam.
Schiedam.
moord Rotterdam.
Maastricht,
«moordaanslag* Rotterdam.
moord den Haag.
«moordaanslag* Groningen.
moord
Oostwolde.
Drienen.
Rotterdam.
Uitwijk.
Castelré
Rotterdam.
Prinsenhage.
Peij.
Slochteren.
Dat wil zeggen in den tijd van tien weken
zestien moorden en vijftien moordaanslagen
of ongeveer een om den anderen dag.
Is het niet ontzettend Wordt het niet
hoog tijd, dat de Overheid maatregelen
neme Terugkeer naar Gods Woord is ook
hier eenig redmiddel,
Rotterd.)
13 October. Aanwezig 88 leden. Wetsont
werp Wijziging van de Gemeente
wet.
Zooals de Mem. v. Toelichting reeds ver
klaart, beoogt deze wijziging in hoofdzaak
de nadere regeling der benoembaarheid tot
Ambtenaar van den Burg. Stand. Niet dus
een geheele herziening, want er staat nog
te komen een meer ingrijpende wijzi
ging der bepalingen omtrent het beheer der
gemeente finantiën welke een langduriger
voorbereiding vordert.
We zullen een korte opsomming geven
van de nieuwe artikelen.
Art. 19. Leden van den Raad kunnen
alleen zijn de mannl. ingezetenen, en oud
23 jaar. Ingezetene is hij, die gedurende 't
laatste jaar zijn woonplaats binnen de ge
meente had.
Art. 23. In 't laatste lid worden achter 't
woord //toepassing// ingevoegd de woorden
//op de Ambtenaren van den burgerl. stand,
noch
Art. 48. Aan dit art. wordt een 2de lid
toegevoegd nl.: Een benoeming wordt geacht
iemand persoonlijk aan te gaan, wanneer hij
behoort tot die personen, wuartoe de keuze
door een voordracht ot bij een herstemming
is beperkt.
Art. 51 wordt gelezenIngeval omtrent 't
benoemen of voordragen van personen de
stemmen staken bij herstemming, beslist 't lot.
Art. 61. moet 't woord //mannelijk// inge
vuld worden enz.
Art, 51; in 2de lid wordt gelezen//burge
meester// in plaats van //lid van den Raad.//
Art. 73. in 't 2de lid wordt achter 't
woo d //Secretaris// gevoegd de woorden //of
Ambtenaar van den Burg. Stand.//
Art. 71. Bij 20,000 zielen en daar bene
don zijn 2 wethouders bij 20,000 tot 100,000
drie of vier naar goedvinden vun den Raad;
bij meer dan 100,000 zielen 4 Wethouders,
I)it laatste getal kan door den Raad, onder
goedkeuring van Ged. St. op vijf of zes worden
gesteld.
Art. 95. Ontslag, anders dun overeenkom
stig eigen verzoek, behoeft de goedkeuring
van Gedp. Stalen.
Art. 96. Tot Secret, is alleen benoembaar
hij, die mannelijk Ned. is en 23 jaar.
Art. 100. m pla/tts van //lid van den Raad//
worde in 't laatste lid gelezen//secretaris.//
Art. 106. aan dit art. wordt een 2de lid
toegevoegd Ontslag anders dan overeenkoin-
stig eigen verzoek behoeft goedkeuring van
Gedp. Staten.
Art. 108. laatste lid wordt gelezen, over
eenkomstig 39, maar in plaats van //lid van
den Raad'/ worde gelezen //ontvanger//.
Achter art. 119 wordt ingevoegd een
nieuwe litei VII, nl. Van de Ambtena
ren Van den Burg. Stand.
Art. 119 A. In elke gem. zijn 2 of naar
goedvinden van den Raad meer Ambtenaren
v. d. B. St., 23 jaar enz. Zij worden door
den Raad benoemd, geschorst of ontslagen.
Burg. en Wdienen voor elke benoeming
eene aanbeveling van zoo mogelijk tweeper
sonen in. Ontslag onder goedkeuring van
Gedp. St.
Art. 119 B. Tot Ambtenaar v. d. B. St.
is alleen hij benoembaar, die mannl. Ned. is
enz. en 23 jaar oud.
Art. 119 C. De betrekking v. A. v. d.
B. St. is onvereenigbaar met betrekkingen
genoemd in art. 23, a, e, h-k ook met elk
ander ambt, als bedoeld in art. 23, i en g,
met deze uitzondering, dat in een gem. van
niet meer dan 20,000 zielen de Secr. tevens
Arab, v. d. B. St. kan zijn met de betrek
king v. Ambt. v. 't O. M.
Art. 119 D. Hij verliest zijn betrekking
bij verlies van de vereischten uit Art 119 B
Art. 119 E. Hij zwere een eed of doe een
belofte.
Art. 119 F. De bezoldigiog wordt door
Ged. St. geregeld.
Art. 119 G. Te gemeente zorgt voor Lo
calen voor die Ambt. en geeft personeel tot
bijstand dit personeel wordt op voordracht
van den Ambt. door Burg. en W benoemd
en ontslagen het ontvangt van de Ambt.
Art. 119 TI. bespreekt de verdeeling der
werkzaamheden tusschen de verschillende
Ambtenaren v. d. B. Stand.
Art. 149 wordt ingetrokken.
Art. 205 sub. g wordt gelezen //de kos
ten v. d. B. Stand.//
Zooals we reed3 schreven is de hoofdscho
tel de instelling van een nieuwen Titel, de
benoeming van Ambtenaren van den B. Stand
van personen buiten den Raad. De Regeering
wenscht daartoe over te gaan, omdat bij de
tegenwoordige udministratie wettelijk be
rust de verantwoordelijkheid der gedane
handteekeningen, maar feitelijk bij andere
personen, die als hulppersoneel dienst doen.
Deze onwettige en ongewenschte toestand is
onvermijdelijk zooling de benoembaarheid tot
Amotenaar v. d. B. St. tot de leden van 't
gemeentebestuur beperkt blijft. Van geen
raadslid kan worden verwacht, dat hij op
zeker uur present is en evenmin van een
wethouder en een Burgem., die toch vooral
in groote Gemeenten volop werk hebben.
En daarom, al blijft een lid van 't Gemeen
tebestuur Ambtenaar v. d. B. Stand voor 't
sluiten van huwelijken, er is nog zooveel
anderen dagelijkschen arbeid, zooals't ontvan
gen der afgilten, 't afgeyen Van extra eten, 't
bijhouden der registers enz. dat er wel een
zelfstandig ambtenaar mag zijn, aangesteld
door 't gemeenteoestuur doch niet aan hem
ondergeschikt, wel aan 't bijzonder, toezicht
in art. 38 B. W. bedoeld.
Er is dus dit zedelijk voordeel aan ver
bonden, dat er meer innerlijke waarheid der
acten in alle gemeenten wordt bevorderd, er
zij niet langer strijd tusschen wet en practijk
en zooals bij 't speetwetje dient ook hier in
gegrepen te worden om wettelijke regelen,
maar practisch onuitvoerbaar, in 't belang van
't gezag der wet, weer uitvoerbaar te maken
Doch kecren we na deze korte uiteenzet
ting van 't hoofddoel der wet terug naar de
beraadslagingen.
Eerst de algemeene beschouwingen herha
lingen van 't Voorloopig verslag, zooals, waar
om de rechtspositie niet was aangeroerd,
waarom de veldwachters geen betere positie
kregen enz. enz. al te maal dingen, die er
wel in hadden kunnen staan, maar bij 't,
beoogde doel niet te pas behoefden te worden
gebrachtdat alles komt,, later bij nieuwe
partieele wijziging en bij of na de behande
deling van der Rijksambtenaren positie alleen
de vrouwenkwes ie was hier wel in 't spel.
Toen juridische vragen over 't woord
/voorafgaande jaar//, die niemand onzer be
lang in boezemen, en daarna de vraag: waar
om zijn ook geen vrouwen benoembaar art.
6 snijdt deze keuze geheel af door de invoe
ging van ,t woord mannelijk We zeiden
haastnatuurlijk, werd hier een amendement
ingediend door de heeren Smidt, Duc-
ker, Bos, Ketelaar en Pynacker Hordijk,
voorstanders der feministische beweging.
De heer Smid lichtte 't amd toe en be
weerde, dat de regeering nu gaan verbieden,
wat in de Gemeentewet niet verboden was
door de Gemeentewet bleef er naar oorspron
kelijke redactie plaats voos vrouwelijke bur
gemeesters, secretarissen en ontvangers. Door
't woord mannelijk wordt die weg nu af
gesneden en gansch onnoodig, want vrouwen
zijn ook geschikt en dat bewezen ze door
reeds werkzaam te zijn op allerlei bureau's.
't Zelfde werd. betoogd door den heer Scha
per. De heer Heemskerk oordeelde er anders
over. De heeren voorstellers brachten juist
een nieuw beginsel in de wet, adres aan art.
21 2de lid, waar staat, dat de zwagerschap
op houdt door 't overlijden van de vrouw
die haar verooriaakte. Bewijs dus, dat de
gedachte aan de vrouw als ambtenaar was uit
gesloten, want anders moest er staan door
't overlijden van de vrouw of van den man
die de zwagerschap veroorzaakte. Overigens
hecht hij niet reel aan 't argument geschiktheid.
De verhouding tusschen man en vrouw wordt
niet geregeld door de geschiktheid, maar door
elks roeping.
En nu zijn er wel vrouwelijke Koningen,
maar die toestand is uitzondering in ver
band met de erfelijkheid der Kroon. De lei
ding behoort in 't algemeen aan den man,
't feminisme zpgt, dat er 't niets aan
doet oi de man dan wel de vrouw gezag
heelt.
Het feminisme breekt met ïle leer, dat de
man 't hoofd is der vr»uw naar Scheppings-
ordinantie, en stelt er deze theorie Toor in
de plaats, dat men man en vrouw a's zelf
standige individuen moet beschouwenen
wie nu van die twee individuen de meeste
kennis, tact, vaardigheid en geschiktheid heeft,
die moet volgens de feministen gekozen wor
den. Dat beginsel van 't individeele weten
en kennen willen de heeren voorstellers in
de Gemeentewet leggen, een nieuw beginsel
dus, en daarom raadt hij de Kamer de aan
neming beslist af. Zijn er dan geen om
standigheden, waarin de vrouw op kan treden
Ja zeker, maar in elk geval moet dan op zich
zelf onderzocht wordenen een wettelijke
regeling zou goed zijn. De hr. Talma was
ook tegen 'tamendement, maar zijn gronden le
ken niet bijzonder sterk in 't oog van de
heeren van der Zwaag en Borgesius, die 't
■erdedigden. Daarna kwam de Minister aan
t woord, die 't feminisme kon goedkeuren,
en ook deels er zich tegen verzette.
Onze plaatsruimte laat niet toe over deze
gedachtewisseling verder iu te gaan.wewen-
schen er nader op terug te komen.
14 Oct. 89 leden. Voortzetting der beraad
slaging waarin de eedskwestie aan de orde
kwam, waarbij de tegenstanders glommen van
blijdschap dat ze de meerderheid uit hare tent
gelokt had en zich een niet aangename ver
deeldheid en een verschil van inzicht open
baarde tusschen den heer Lohrnan, Schokking
en den Minister. Doch ook deze moeilijke
kwestie kunnen we in dit Korte Kamer
overzicht niet behoorlijk uiteenzetten om
niet onduidelijk te worden.
15 Oct. 89 leden. Voorzitting over art. 96
Tot secretaris is alleen benoembaar hij, die
mannelijk Nederlander is. En hierbij weer
de feministische kwestie, maar in verband met
de geschiktheid voor adniinistratievenjarbeid
ook een pikant debat over 't huwelijk voor
den ambtenaar van den B. Stand in verband
met den wensch van 't R. K. over 't hu
welijk door de geestelijkheid gesloten.
16 Oct. 76 leden, Aan de orde is de be
handeling van 't wetsontwerp betreffende aan
leg, exploiatie en gebruik van /telegrafen en
telefonen, met een gewichtig amendement van
den heer Tijdeman, dat nog al veel sympathie
ontmoetAchter art. 1 een nieuw art. 1 bis,
aldus luidende: De aanleg en de exploitatie
van telegrafen en telefonen geschieden van
Staatswege. Met aiwijking van dezen, regel
kan door ons concessie voor den aanleg en
de exploitatie worden verleend.
BEMESTING VAN WEILAND.
IV.
Kali is ook een onmisbaar plantenvoedsel.
Geen plant groeit er die niet grootere of klei
nere hoeveelheden kali bevat. En 't i's ook
menigmaal gebleken, dat gebrek aan kali in
vele gevallen de oorzaak is van een slechten
oogst. Dus kan een kalibemesting vaak heei
wat voordeel opleveren.
En geen wonder.
Als ge moeite doet, de onderstaande ge
tallen eens nauwkeurig na te gaan, zult ge 't
terstond met ons eens zijn, als we roepen
daar moet in menige oude weide vooral ge
brek aan kali komen.
Volgens prof. Dr. A. Stutzer onttrekt een
gemiddelde hooioogst 90 KG. kali aan den
bodem. En 1000 KG. stalmest levert 6,3 KG.
daarvan. Om dus 90 KG. of ruimi4 maal 8,3
KG. kali terug te geven aan 't land, zou niet
minder dan 14000 G. stalmest verstrekt moeten
worden. Wie nu maar een beetje op de hoogte
is met de boerderij zal inzien, dat de boer
zulks misschien één enkelen keer kan doen.
Doch geregeld na elke hooioogst kan hij geen
14000 KG. stalmest per H.A. missen. En als
hij nu wel geregeld oogst, doch niet geregeld
bemest, dan moet er ten langen leste een te
kort komen aan kali.
Wij zouden ook wel een soortgelijke rede
neering kunnen geven betreffende andere voe
dende stoffen. Maar dezen keer wenschten we
't alleen te hebben over kalibemesting.
Kalibemesting is dus geen weelde in vele
gevallen. Dat is duidelijk na 't voorgaande.
Maar waarmee kan ik voorzien in de be
hoefte aan kali zoo vraagt ge
Daarop zullen we U 't antwoord geven. Het
is bepaald niet moeielijk, want er zijn kali-
verbindingen genoeg.
Daar is vooreerst het kainiet.
ija, ja, daarvan hoorde ik al eens van. Mijn
buurman heeft er al eens een baaltje van uit
gestrooid. Doch van de uitwerking er van za
gen we niet veel.ï Zoo zei ons een boer, die
we ook den raad gaven eens wat kainiet te
gebruiken. Toen we hem er attent op maak
ten dat éèn zoo'n baalje slechts 12 13 KG.
kali bevat, zag hij echter heel goed in, dat
er onmogelijk van 1 baaltje veel verwacht
kan worden. Ja, hij Jrekende al zélf uit, dat
een baaltje of acht, dus zoo'n 800 KG. per
H.A. noodig zijn, om het kaliverües door een
gemiddelden oogst te herstellen.
Juist, 800 KG. per H.A. Zelfs is heel vaak
1000 KG. gebezigd.
Kainiet moet men in 't najaar uitstrooien.
Reeds vroeger hebben we er op gewezen, dat
de vergiftige verbindingen er in dan tegen 't
volgende voorjaar weggezakt zijn.
Wanneer men geen gelegenheid heeft kai
niet te gebruiken, dan kan men eene andere
kalimest nemen. Patentkali is al een zeer ge
schikte. Zwavelzure kali-magnesia heet deze
kunstmest ook wel. 26 pCt. kali zit er in. En zoo is
't duidelijk, dat 100 KG. patent-kali 26 KG. kali
bevat of ruim 2 keer zooveel als too KG.
kaïniet. In plaats van 800 KG. kaïniet kan
men dus volstaan met 350 400 KG. patent
kali. M.
(Slot volgt.)
tober a.
melsdijk
dam 11
13
A A
J Ai
J va
A
5' L
6 M
W
A
A
7
8
9
10 W
11 L
12 J I
1
2
3
4
5