HA 1 Vri lit üe Pers. Hel woord christelijkheteekent niets, zegt Troelstra. Onze Christelijke beginselen zijn nog zoo slecht niet. lil de Siamese Tuin- en Landbouw. litiefe men ook voeren wil in de toekomst, 't is en blijft te doen om Macht, en dat streven breDgt ernstige gevaren mee. Want bij zooveel splijtziekte, als te genwoordig en in det toekomst wellicht nog meer zich openbaart, is er niet één partij, die de regeeringsmeerderheid be halen zal. Steeds zal 't in de toekomst voorkomen, dat twee ot meer partijen zich tegen twee of meer andere zullen vereenigen, om door eendracht in vele hoofdpunten bij verschil vaak in onder geschikte zaken de bedoelde Macht te verwerven. Dat is coalitie Er is dus coalitie noodig En de twee ot meer overwinnende partijen vormen in de Kamer de coalitiemeerderheid, die met 't coalitiekabinet aan de Groene Tafel, aan de Coalitiepartijen inden Lande en aan hare tegenstanders wetten dienen te geveji, dieJa, daar hebt ge de klip reeds aangevaren 't schip voelt den schok, en de Stuurlui voelen hem, en de passagiers voelen hem en iedereen, die in 't Sraatshulkje niet ligt te slapen, voelt hier het lastige gevaarte in 't po litieke water 't schip aanraken. Hoe en welke wetten, met welke be ginselen, scherp belijnd of zeer vaag P Water- en melkwetten Of wetten met 't volle, eigen, altijd beleden beginsel, wetten die ons cachet, ons zegel dragen van begin tot eind P Zulien 't benoemingen en aanstellingen, ontslagen en afwijzingen van verzoeken zijn, die heel en al op de lijn onzer beginselen liggen Wat zal 't coalitiekabinet brengen en indragen P Ons beginsel over de doodstraf Maar wie herinnert zich niet 't debat tusschen mr. Loef en mr. Lueassebij de be handeling der Militaire Strafwetten Den strijd tusschen noodweer en ver gelding? Ons beginsel over den vaccinedwang Wie 't wetsontwerp Nadere wijziging en Aanvulling der wet van 4Dec. 1872 tot voorziening tegen besmettelijke ziek ten naleest, en in de Mem. van toelich ting vindt opgeteekend, dat 't wetje nergens anders voor dient, dan om de kinderen, die door den dwang niet op school konden en mochten komen, en dan nog alleen gaande naar de Bijz. School, nu voortaan zonder vaccinatie op School te doen zijn, vraagt zich afIs dat nu den dwang, naar ons beginsel, afschaffen Dat is half werk en ter nauwernood een dankzegging waard. Waarom zoo'n kwart maatregel Zou 't zonder coalitie ook zoo kleinzeerig geschieden P Ons beginsel over de Staatsloterij en haar finale afschaffing Waarom 18 jaren over die afschaffing gedaanis 't te verklaren uit hetgeen de Mem. v. Toe lichting zegt, dat „een in ruimen kring sinds langen tijd ingewortelde gewoonte, zich niet in een kort tijdsverloop terstond gewonnen geeft." Moet ons antirevol. beginsel nu door die „ingewortelde ge woonte" 18 jaar pijn lijden Waarom niet geheel en in eens gebroken met die Loterij Zit daar de coalitie achter, oi is dat nationale politiek P Maar wat is dan principieele politiek en wanneer wordt die dan gevoerd Ons beginsel over 't vrije Hooger Onderwijs Zullen wij volle vrijheid krijgen voor de Universiteiten, de ge- heele vrijmaking van het Bijzonder onderwijs Hoe lang zal 't duren Dit vragen we nu niet om te critiseeren en en af te breken In geenon deele. Wij wachten de toekomst met geduld en Tertrouwen af omdat we reeds voor |>ns smakelijke vruchten hangen zien, zij 't ook niet de volwassene. Maar we vra gen dit nu als tegenstelling met 't werk eener principiëel dezelfde Kamer- en Kabinetsmeerderheid Ziedaar nu kort geschetst de klip der coalite voor eigen, steeds beleden, altijd geprogageerde beginselen, doch let wel, zóó vertoont bij zich nog maar in den Kegeeringskringzoo is hij nog maar een rots tusschen twee vocruitstocmende schepenzóó belet hij nog slechts (doch 't is al verdrietig genoegde doorwer king geheel van onze „eigendommelijke" principes. Doch hij openbaart zich ook in 't pu blieke leven, èn in de Pers, èti in de congresdagen, èn op de meetings, èn bij partieele verkiezingen voor Prov. Staten gd Gemeenteraad, èn in de Kiesver- eenigingen 't heele partijwezen raakt er door van stuur. De Pers zal niet zoo boud spieken over de tegenstrijdige beginselen, die ze afkeurtwant denk om de coalitie pas op voor aanroering van te teere snaren. Op congresdagen en meetingswees voorzichtig en spreek niet al te forscb, en becriiiseer niet al te zelfstandig den Coalitievriend en bondgenoot. Bij verkiezingen, partieel voor den Gemeenteraadkijk uit uw oogen en zorg, dat zulk een verkieziDkje U geen wraak op den hals haalt met 't oog op de generale stembuswaarbij voor die Gemeente de coalitie leelijk zou qebroken kunnen worden. Maar niet alleen voor de eigen begin selen in wetsvoorstellen verlangdniet alleen om de meerdere voorzichtigheid in spreken en schrijven en handtien in 1t heele partijleven, is de coalitie een klipmaar voor 't gehalte eener, eiker partij is ze ook een gevaar. Zelfstandig optreden kunnen we niet we hebben bondgenooten noodig, even als in deze splijtperiode iedere partij bondge nooten behoeft om meerderheid te kun nen worden, en juist daarom zullen we gaan visschen. 't Politieke net wordt ge breid, en om nu veel beestjes te kunnen vangen, maakt men de mazen klein, zoodat allerlei spro', dat 't bakken soms niet waard is, in de kaar kan worden over- geworpen. En men vischt maar voort; klein ei: groot; stekelbaarzen en paliuk- jes visscben zoo glad, dat ze door de vingers gljjden en baarzen, die u ge ducht prikken en waar ge een hoop last van hebt; met harde schubben, dieniet afspringen, al zet ge 't mes er nog zoo stevig op. Met al zulke waterdieren, ook kik vorschen, die op 't land leven en ook in waterkrabben, die al schee/ vooruit willen met al zulke „beestjes" gaat ge nu naar de kaar. Een volle kaar,krjjgt ge! Maar o, wee! als de groote „markt dag" komt en de vischjes moeten uit de kaar in de mandjes, och, och, wat een afval, daar ge uw hart voor vasthoudt, óf ge er wel één cent voor zult ont vangen Coalitie, ze is in de tegenwoordige tijdsomstandigheden, om doel en bestem ming te bereiken, voor elke partij nood zakelijk] noemt 't een noodzakelijk Jcwaud, dat u belemmert in de vrije vertolkiug en de volle critiek, die ge anders hooren deedt. Coalitie, een noodzakelijk kwaad, maar van twee kwaden 't minst erge, want zeker go kunt uw leven lang in de op positie blijven, en als enkele partij uw stem dag en nacht laten hooren, doch dan mist ge uw doelgij kakelt wel, maar er zijn geen eierengij maalt wel, zou de beer van Houten zeggen, maar er komt geen meel.' Coalitie, een noodzakelijk kwaad; maar tegenover uw tegenstanders, die u al jaren hebben laten praten, en die met u niet of weinig rekenden, een heerlijk goed, een goed van rijke waardij, om slechter beginselen te weren uit de wet geving, en om recht te erlangen, dat vroeger niet altijd te verkrijgen was. Coalitie, een tjoodzakelijk kwaad voor elke partij, die aan 't roer wil komen voor olke partijdie aan 't roer is, voor 't partijleven in zijn geheel. Coalitie't woord der toekomst vereenigen Roomsch met Onroomschtegen Liberaal en Socialist jgeloofspartijen tegen die van 't Rationalisme of wilt ge een ander snoer Democraten tegen Conser vatieven of trekt ge een andere planeet voor de toekomstProletariërs tegen 't Kapitalismedoch hoe ge de combi natie ook maaktze is en blijft een klip voor de volle ontplooiing van eigen altijd beleden beginselen. ook voor Scheiding van Kerk en Staat. Maar Èt propos! als de Socialisten eens baas werden in Nederland, zouden ze dan de geldelijke rechten van de Ned. Herv. Kerk ook erkennen Zouden ze aan die Kerk uit de Staatskas aan Kapitaal terug geven, wat haar als vergoeding na de Scheiding en na 't ophouden der subsidies eerlijk toekomt? Wij betwijfelen 't Yan ons heeft de Ned. Merv. Kerk geen finantieele scha te wachten. Haar rechten zullen worden gekapitaliseerd. Omdat wij Christenen zijn en geen Socialist. Dat is Chiistelijk staatsbeleid En zulke beginselen zijn blijkens dat feit toch nog zoo slecht niet. »NEUTRALE« LECTUUR. "\Vij waarschuwen altijd tegen zooge naamde neutrale lectuur. In een der groote neutrale bladen - nog wel een Zondagsblad staat 't vol gende versje *Naar de andere wereld, eerste klas. Ja de eene springt in 't water, En de andere hangt zich op. Deês storf^-tidr* -lit het venster, Die schiet zich voor den kop. Doch, dat is goed voor menschen Met beurzen, plat en schriel, Wie geld heeft, die gaat rijden In een automobiel.* Het spijt ons dat een dergelijk realis tisch stukje in een beschaafd, neutraal blad kon worden opgenomen. Zelts het beste neutrale blad is nog ge vaarlijk. Ouders, ziet toch toe welke kranten gij leest, en derhalve ook door uwe kinderen licht worden ter hand genomen. Wij zullen bedoeld blad niet signaleeren, mogelijk h elpt deze ééne algemeene mede- deeling wel. (De Zeeuiv.) De heer Troelstra maakte bij 't debat over den eed de opmerking, dat men zeer verkeerd doet over christelijke beginselen van staatsbeleid te spreken. Het theolo- gendebat gaf zooveel verschillende meenin gen te hooren, dat men veel beter kan spreken over Geref. beginselen beginselen van dr. de Visser, van dr. Schokking of van Mr. Lohmau, of Ethisch-irenische of moderne. Aangenomen, dat van christelijke begin selen als een vaststaand soort, een welom lijnde uiting, niet kan gesproken worden, maar eilieve, dan doet men cok en even zeer verkeerd over de rationalistische be ginselen van staatsbeleid te spreken, want als de heeren Liberalen met Socialisten aan 't debateeren gaan, zijn zij 't ook bijna zelden eensen als de Liberalen onder elkaar aan 't woord zijn, is er ook van meeningeenheid weinig sprakeen hoe de Socialisten 't met de Anarchisten, allen mannen der Rede, eens zijn, dat weet de Amsterdamsche politie, die tusschenbeide moest komen om ze te «scheiden'/. Wil de heer Troelstra niet spreken over christelijke beginselen van staatsbeleid goed, maar de pot moet den ketel niet verwijten, dat ie zwart is. Als Troelstra 't met Nieuwenhuis heeft klaar gespeeld en zij samen zijn dan weer goede maatjes met van Houten, en als dit trio ook eens op visite gegaan is bij den heer Bogesius of bij den heer Mees, dan moet hij ons eens waarschuwen om inzage te nemen van hun gezamenlijke eenparige beginselen van staatsbeleiddie der Rede bedoelen we. Wij zullen zoolang wachten de christ. beginselen over boord te werpen. Briand, een socialistisch afgevaardigde heeft een wetsontwerp ingediend tot schei ding van Kerk en Staat. Het berust op dit beginsel, dat de Staat aan eenige kerk geen steu» behoeft te geven't schaft het budget van eeredienst af, maar de kerk genootschappen moeten hun volle vrijheid houden. We hebben er niets op tegenwij zijn VERSCHRIKKELIJK. Het volgende droeve statistiekje, door de ïTel.c saamgelezen uit haar rubriek Ge mengd Nieuws, wordt door het blad ter be studeering aanbevolen. Men luistere Celebesstr., Amsterdam, te Meerle. c Wilsum. Chaamdijk. Haarsteeg, «moordaanslag* Rotterdam, moord Neeritten. moordaanslag* Driebergen. Roermond. moord moordaanslag* 25 Juli moord 2 Aug. 3 6 9 10 10 14 "5 ló 19 21 1 o Sept 12 14 15 17 18 18 21 22 24 27 27 29 2 Oct. 2 4 6 8 Tilburg. Rotterdam. Ginneken. Meppel. Stoppeldijk. Didam. Schiedam. moord Rotterdam. Maastricht, «moordaanslag* Rotterdam. moord den Haag. «moordaanslag* Groningen. moord Oostwolde. Drienen. Rotterdam. Uitwijk. Castelré Rotterdam. Prinsenhage. Peij. Slochteren. Dat wil zeggen in den tijd van tien weken zestien moorden en vijftien moordaanslagen of ongeveer een om den anderen dag. Is het niet ontzettend Wordt het niet hoog tijd, dat de Overheid maatregelen neme Terugkeer naar Gods Woord is ook hier eenig redmiddel, Rotterd.) 13 October. Aanwezig 88 leden. Wetsont werp Wijziging van de Gemeente wet. Zooals de Mem. v. Toelichting reeds ver klaart, beoogt deze wijziging in hoofdzaak de nadere regeling der benoembaarheid tot Ambtenaar van den Burg. Stand. Niet dus een geheele herziening, want er staat nog te komen een meer ingrijpende wijzi ging der bepalingen omtrent het beheer der gemeente finantiën welke een langduriger voorbereiding vordert. We zullen een korte opsomming geven van de nieuwe artikelen. Art. 19. Leden van den Raad kunnen alleen zijn de mannl. ingezetenen, en oud 23 jaar. Ingezetene is hij, die gedurende 't laatste jaar zijn woonplaats binnen de ge meente had. Art. 23. In 't laatste lid worden achter 't woord //toepassing// ingevoegd de woorden //op de Ambtenaren van den burgerl. stand, noch Art. 48. Aan dit art. wordt een 2de lid toegevoegd nl.: Een benoeming wordt geacht iemand persoonlijk aan te gaan, wanneer hij behoort tot die personen, wuartoe de keuze door een voordracht ot bij een herstemming is beperkt. Art. 51 wordt gelezenIngeval omtrent 't benoemen of voordragen van personen de stemmen staken bij herstemming, beslist 't lot. Art. 61. moet 't woord //mannelijk// inge vuld worden enz. Art, 51; in 2de lid wordt gelezen//burge meester// in plaats van //lid van den Raad.// Art. 73. in 't 2de lid wordt achter 't woo d //Secretaris// gevoegd de woorden //of Ambtenaar van den Burg. Stand.// Art. 71. Bij 20,000 zielen en daar bene don zijn 2 wethouders bij 20,000 tot 100,000 drie of vier naar goedvinden vun den Raad; bij meer dan 100,000 zielen 4 Wethouders, I)it laatste getal kan door den Raad, onder goedkeuring van Ged. St. op vijf of zes worden gesteld. Art. 95. Ontslag, anders dun overeenkom stig eigen verzoek, behoeft de goedkeuring van Gedp. Stalen. Art. 96. Tot Secret, is alleen benoembaar hij, die mannelijk Ned. is en 23 jaar. Art. 100. m pla/tts van //lid van den Raad// worde in 't laatste lid gelezen//secretaris.// Art. 106. aan dit art. wordt een 2de lid toegevoegd Ontslag anders dan overeenkoin- stig eigen verzoek behoeft goedkeuring van Gedp. Staten. Art. 108. laatste lid wordt gelezen, over eenkomstig 39, maar in plaats van //lid van den Raad'/ worde gelezen //ontvanger//. Achter art. 119 wordt ingevoegd een nieuwe litei VII, nl. Van de Ambtena ren Van den Burg. Stand. Art. 119 A. In elke gem. zijn 2 of naar goedvinden van den Raad meer Ambtenaren v. d. B. St., 23 jaar enz. Zij worden door den Raad benoemd, geschorst of ontslagen. Burg. en Wdienen voor elke benoeming eene aanbeveling van zoo mogelijk tweeper sonen in. Ontslag onder goedkeuring van Gedp. St. Art. 119 B. Tot Ambtenaar v. d. B. St. is alleen hij benoembaar, die mannl. Ned. is enz. en 23 jaar oud. Art. 119 C. De betrekking v. A. v. d. B. St. is onvereenigbaar met betrekkingen genoemd in art. 23, a, e, h-k ook met elk ander ambt, als bedoeld in art. 23, i en g, met deze uitzondering, dat in een gem. van niet meer dan 20,000 zielen de Secr. tevens Arab, v. d. B. St. kan zijn met de betrek king v. Ambt. v. 't O. M. Art. 119 D. Hij verliest zijn betrekking bij verlies van de vereischten uit Art 119 B Art. 119 E. Hij zwere een eed of doe een belofte. Art. 119 F. De bezoldigiog wordt door Ged. St. geregeld. Art. 119 G. Te gemeente zorgt voor Lo calen voor die Ambt. en geeft personeel tot bijstand dit personeel wordt op voordracht van den Ambt. door Burg. en W benoemd en ontslagen het ontvangt van de Ambt. Art. 119 TI. bespreekt de verdeeling der werkzaamheden tusschen de verschillende Ambtenaren v. d. B. Stand. Art. 149 wordt ingetrokken. Art. 205 sub. g wordt gelezen //de kos ten v. d. B. Stand.// Zooals we reed3 schreven is de hoofdscho tel de instelling van een nieuwen Titel, de benoeming van Ambtenaren van den B. Stand van personen buiten den Raad. De Regeering wenscht daartoe over te gaan, omdat bij de tegenwoordige udministratie wettelijk be rust de verantwoordelijkheid der gedane handteekeningen, maar feitelijk bij andere personen, die als hulppersoneel dienst doen. Deze onwettige en ongewenschte toestand is onvermijdelijk zooling de benoembaarheid tot Amotenaar v. d. B. St. tot de leden van 't gemeentebestuur beperkt blijft. Van geen raadslid kan worden verwacht, dat hij op zeker uur present is en evenmin van een wethouder en een Burgem., die toch vooral in groote Gemeenten volop werk hebben. En daarom, al blijft een lid van 't Gemeen tebestuur Ambtenaar v. d. B. Stand voor 't sluiten van huwelijken, er is nog zooveel anderen dagelijkschen arbeid, zooals't ontvan gen der afgilten, 't afgeyen Van extra eten, 't bijhouden der registers enz. dat er wel een zelfstandig ambtenaar mag zijn, aangesteld door 't gemeenteoestuur doch niet aan hem ondergeschikt, wel aan 't bijzonder, toezicht in art. 38 B. W. bedoeld. Er is dus dit zedelijk voordeel aan ver bonden, dat er meer innerlijke waarheid der acten in alle gemeenten wordt bevorderd, er zij niet langer strijd tusschen wet en practijk en zooals bij 't speetwetje dient ook hier in gegrepen te worden om wettelijke regelen, maar practisch onuitvoerbaar, in 't belang van 't gezag der wet, weer uitvoerbaar te maken Doch kecren we na deze korte uiteenzet ting van 't hoofddoel der wet terug naar de beraadslagingen. Eerst de algemeene beschouwingen herha lingen van 't Voorloopig verslag, zooals, waar om de rechtspositie niet was aangeroerd, waarom de veldwachters geen betere positie kregen enz. enz. al te maal dingen, die er wel in hadden kunnen staan, maar bij 't, beoogde doel niet te pas behoefden te worden gebrachtdat alles komt,, later bij nieuwe partieele wijziging en bij of na de behande deling van der Rijksambtenaren positie alleen de vrouwenkwes ie was hier wel in 't spel. Toen juridische vragen over 't woord /voorafgaande jaar//, die niemand onzer be lang in boezemen, en daarna de vraag: waar om zijn ook geen vrouwen benoembaar art. 6 snijdt deze keuze geheel af door de invoe ging van ,t woord mannelijk We zeiden haastnatuurlijk, werd hier een amendement ingediend door de heeren Smidt, Duc- ker, Bos, Ketelaar en Pynacker Hordijk, voorstanders der feministische beweging. De heer Smid lichtte 't amd toe en be weerde, dat de regeering nu gaan verbieden, wat in de Gemeentewet niet verboden was door de Gemeentewet bleef er naar oorspron kelijke redactie plaats voos vrouwelijke bur gemeesters, secretarissen en ontvangers. Door 't woord mannelijk wordt die weg nu af gesneden en gansch onnoodig, want vrouwen zijn ook geschikt en dat bewezen ze door reeds werkzaam te zijn op allerlei bureau's. 't Zelfde werd. betoogd door den heer Scha per. De heer Heemskerk oordeelde er anders over. De heeren voorstellers brachten juist een nieuw beginsel in de wet, adres aan art. 21 2de lid, waar staat, dat de zwagerschap op houdt door 't overlijden van de vrouw die haar verooriaakte. Bewijs dus, dat de gedachte aan de vrouw als ambtenaar was uit gesloten, want anders moest er staan door 't overlijden van de vrouw of van den man die de zwagerschap veroorzaakte. Overigens hecht hij niet reel aan 't argument geschiktheid. De verhouding tusschen man en vrouw wordt niet geregeld door de geschiktheid, maar door elks roeping. En nu zijn er wel vrouwelijke Koningen, maar die toestand is uitzondering in ver band met de erfelijkheid der Kroon. De lei ding behoort in 't algemeen aan den man, 't feminisme zpgt, dat er 't niets aan doet oi de man dan wel de vrouw gezag heelt. Het feminisme breekt met ïle leer, dat de man 't hoofd is der vr»uw naar Scheppings- ordinantie, en stelt er deze theorie Toor in de plaats, dat men man en vrouw a's zelf standige individuen moet beschouwenen wie nu van die twee individuen de meeste kennis, tact, vaardigheid en geschiktheid heeft, die moet volgens de feministen gekozen wor den. Dat beginsel van 't individeele weten en kennen willen de heeren voorstellers in de Gemeentewet leggen, een nieuw beginsel dus, en daarom raadt hij de Kamer de aan neming beslist af. Zijn er dan geen om standigheden, waarin de vrouw op kan treden Ja zeker, maar in elk geval moet dan op zich zelf onderzocht wordenen een wettelijke regeling zou goed zijn. De hr. Talma was ook tegen 'tamendement, maar zijn gronden le ken niet bijzonder sterk in 't oog van de heeren van der Zwaag en Borgesius, die 't ■erdedigden. Daarna kwam de Minister aan t woord, die 't feminisme kon goedkeuren, en ook deels er zich tegen verzette. Onze plaatsruimte laat niet toe over deze gedachtewisseling verder iu te gaan.wewen- schen er nader op terug te komen. 14 Oct. 89 leden. Voortzetting der beraad slaging waarin de eedskwestie aan de orde kwam, waarbij de tegenstanders glommen van blijdschap dat ze de meerderheid uit hare tent gelokt had en zich een niet aangename ver deeldheid en een verschil van inzicht open baarde tusschen den heer Lohrnan, Schokking en den Minister. Doch ook deze moeilijke kwestie kunnen we in dit Korte Kamer overzicht niet behoorlijk uiteenzetten om niet onduidelijk te worden. 15 Oct. 89 leden. Voorzitting over art. 96 Tot secretaris is alleen benoembaar hij, die mannelijk Nederlander is. En hierbij weer de feministische kwestie, maar in verband met de geschiktheid voor adniinistratievenjarbeid ook een pikant debat over 't huwelijk voor den ambtenaar van den B. Stand in verband met den wensch van 't R. K. over 't hu welijk door de geestelijkheid gesloten. 16 Oct. 76 leden, Aan de orde is de be handeling van 't wetsontwerp betreffende aan leg, exploiatie en gebruik van /telegrafen en telefonen, met een gewichtig amendement van den heer Tijdeman, dat nog al veel sympathie ontmoetAchter art. 1 een nieuw art. 1 bis, aldus luidende: De aanleg en de exploitatie van telegrafen en telefonen geschieden van Staatswege. Met aiwijking van dezen, regel kan door ons concessie voor den aanleg en de exploitatie worden verleend. BEMESTING VAN WEILAND. IV. Kali is ook een onmisbaar plantenvoedsel. Geen plant groeit er die niet grootere of klei nere hoeveelheden kali bevat. En 't i's ook menigmaal gebleken, dat gebrek aan kali in vele gevallen de oorzaak is van een slechten oogst. Dus kan een kalibemesting vaak heei wat voordeel opleveren. En geen wonder. Als ge moeite doet, de onderstaande ge tallen eens nauwkeurig na te gaan, zult ge 't terstond met ons eens zijn, als we roepen daar moet in menige oude weide vooral ge brek aan kali komen. Volgens prof. Dr. A. Stutzer onttrekt een gemiddelde hooioogst 90 KG. kali aan den bodem. En 1000 KG. stalmest levert 6,3 KG. daarvan. Om dus 90 KG. of ruimi4 maal 8,3 KG. kali terug te geven aan 't land, zou niet minder dan 14000 G. stalmest verstrekt moeten worden. Wie nu maar een beetje op de hoogte is met de boerderij zal inzien, dat de boer zulks misschien één enkelen keer kan doen. Doch geregeld na elke hooioogst kan hij geen 14000 KG. stalmest per H.A. missen. En als hij nu wel geregeld oogst, doch niet geregeld bemest, dan moet er ten langen leste een te kort komen aan kali. Wij zouden ook wel een soortgelijke rede neering kunnen geven betreffende andere voe dende stoffen. Maar dezen keer wenschten we 't alleen te hebben over kalibemesting. Kalibemesting is dus geen weelde in vele gevallen. Dat is duidelijk na 't voorgaande. Maar waarmee kan ik voorzien in de be hoefte aan kali zoo vraagt ge Daarop zullen we U 't antwoord geven. Het is bepaald niet moeielijk, want er zijn kali- verbindingen genoeg. Daar is vooreerst het kainiet. ija, ja, daarvan hoorde ik al eens van. Mijn buurman heeft er al eens een baaltje van uit gestrooid. Doch van de uitwerking er van za gen we niet veel.ï Zoo zei ons een boer, die we ook den raad gaven eens wat kainiet te gebruiken. Toen we hem er attent op maak ten dat éèn zoo'n baalje slechts 12 13 KG. kali bevat, zag hij echter heel goed in, dat er onmogelijk van 1 baaltje veel verwacht kan worden. Ja, hij Jrekende al zélf uit, dat een baaltje of acht, dus zoo'n 800 KG. per H.A. noodig zijn, om het kaliverües door een gemiddelden oogst te herstellen. Juist, 800 KG. per H.A. Zelfs is heel vaak 1000 KG. gebezigd. Kainiet moet men in 't najaar uitstrooien. Reeds vroeger hebben we er op gewezen, dat de vergiftige verbindingen er in dan tegen 't volgende voorjaar weggezakt zijn. Wanneer men geen gelegenheid heeft kai niet te gebruiken, dan kan men eene andere kalimest nemen. Patentkali is al een zeer ge schikte. Zwavelzure kali-magnesia heet deze kunstmest ook wel. 26 pCt. kali zit er in. En zoo is 't duidelijk, dat 100 KG. patent-kali 26 KG. kali bevat of ruim 2 keer zooveel als too KG. kaïniet. In plaats van 800 KG. kaïniet kan men dus volstaan met 350 400 KG. patent kali. M. (Slot volgt.) tober a. melsdijk dam 11 13 A A J Ai J va A 5' L 6 M W A A 7 8 9 10 W 11 L 12 J I 1 2 3 4 5

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 2