TWEE BLADEN.
Vrijdag 23 October 1903.
Antirevolutionair
Achttiende Jaarg. No. 940.
Orgaan
voor tie Zuidhollandüclie en Keeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGN O VINCE S
T. BOEKHOVEN.
AbOBBementtprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Alle stokken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Dit nimmer bastiat uit
EERSTE BLAD.
Ds. Gispen s brochure
over de Vakorganisatie.
Men moet eenigszins aan inge-
wikkelden boekenstijl gewend zijn
en veel geduld hebben, en de nuch
terheid bezitten van de heeren Gis
pen ook des schrijvers alom ge
ëerde vader is in dit opzicht zeer
bokend om eene critiek te le
veren zooals in dit geschrift aan
ons volk werd aangeboden.
Met al den gloed van eene ken
nelijk door ernstig nadenken gerijpte
overtuiging en met veel zeggens
kracht neemt Ds. Gispen Jz. het
hier op voor de belangen der ar
beiders en voor hunne in opkomst
zijnde en aanvloed winnende vak
organisatie. Met de stukken toont
hij Ds Sikkel aan, dat, al was dan
diens bedoeling goed, hij zich al
zeer ongelukkig en onpractisch over
de arbeidersbeweging heeft uitge
laten dat Ds, S. gansch ten on
rechte Patrimonium en de andere
chr. arbeidersverenigingen, zooals
zij thans bestaan, in discrediet heeft
gebracht, en zich daarbij veel te on-
gereserveerd op den wille Gods heeft
beroepen.
Zooals onze lezers weten, hebben
ook wij met vele anderen destijds
onze bedenkingen tegen de stellin
gen van Ds. S. (in de vergadering
van Boaz voorgedragen) ingebracht
en betoogd, dat het idealistisch uit
wijden over den schoonsten vorm van
samenwerking tusachen patroons en
arbeiders wel kan boeien in de stille
meditatiekamer, maar dat in het
sociaal gedrang van onzen tijd, als
veidedigingsmiddel voor de arbeiders
belangen hun afzonderlijke aaneen
sluiting niet kan worden gemist.
Later heeft Ds. S. z.,ne stellingen
„toegelicht". Hij werd hiertoe ook
wel haast genoodzaakt door de krasse
motie van Patrimonium,waarin luide
geprotesteerd werd tegen de mis
kenning van hetgeen op dit gebied
reeds in chr. geest tot stand kwam,
en waarin de chr. arbeiders wor
den opgewekt om met kracht hunne
organisaties te versterken, ter ver
krijging van behooilijke arbeiders
voorwaarden.
Het wil ons voorkomen, dat Ds.
B. gedachtig aan het spreekwoord
beter ten halve gekeerd dan geheel
gedwaald, wijzer had gedaan met te
erkennen, dat hij in zijn op zich
zelf prijzenswaardige!) ijver tegen re
volutionaire bewegingen zijn on
derwerp verkeerd heeft aangepakt.
Want, gelijk ds. G. hem nu met hoo-
gen ernst voorhoudt, heeft de„toelich-
ting'1 weinig anders gedaan dan zijne
dwaling in nog meer licht stellen.
De criticus verdient voor dezen
arbe.d ten zeerste den dank van
allen, die de gezonde ontwikkeling
onzer maatschappelijke toestanden
begeeren. Immers Ds. S. behoort tot
de predikanten, die zich niet enkel
tot hun pastoralen arbeid bepalen.
Hij heeft zich sedert lang over tal
van hedendaagsche quaestiën uitge
sproken en door zijn Holland* Kerk
blad" in vrij ruimen kring zijn ge
voelens verspreid.
Wanneer nu zoo iemand, nog wel
in vaste stellingen gaat zeggen, dat
de arbeidersverenigingen uit den
booze zijn, en dat het christelijk
etiket ze nog boozer, wijl bedriege-
lijker, maakt, ja waar moet
het dan heen Wie zoo kaast, moet
ook in eigen kring den bal terug
verwachten. En Ds. G. doet hem
dit geducht ondervinden. Wel kalm
en waardig, maar met groote vrij
moedigheid wijst hij Ds. S. terecht.
Het is een „wederstaan in het aan
gezicht", en dat was noodig wegens
de groote belangen, die er bij betrok
ken zijn. Het zal den chr. arbeiders
goed doen dit pleitstuk te lezen. Het
is eenvoudig, duidelijk gesteld, en
gaat dus niet boven het bereik der
meer ontwikkelden onder hen. Het
ia een uitgebreid stuk, en voor
slechts negen stuivers te koop. Ver
dere aanbeveling 'zal dus wel overbo
dig zijn.
Een van de belangrijkste trekken
in het opstel van Ds. G. is de dui
delijke onderscheiding tusschen den
belangenstrijd in de arbeiderswereld
en den klassenstrjd, zooals de soci
aal-democraten dien bedoelen. Ds.
S. schijnt deze twee verward te heb
ben, en daardoor met zijne rede
neeringen op een verkeerd veld te
zijn gekomen.
Ds. S.-^noemde in zijn stellingen
de christelijke vakbeweging het
voortzetten van een materialistischen
machtstrijd, heenleidende naar het
Kijk van den AntichristGeen won
der dus, dat Ds. S. zich „bezwaard"
gevoelde, en er tegen in schreeuwde,
zoo hard hij kon.
drang in hun wezen lag. Hoe kan
dat op zichzelf zondig zijn Leven
wij dan niet in een vrij land Heb
ben alleen de arbeiders geen bur
gerrechten Heeft niet zelf de on
verdachte Standaard in vroegere ja
ren aansluiting aan de „neutrale"
vakvereenigingen aanbevolen En
heeft niet Dr. Kuyper zeer terecht
de stoffelijke jverruiming aangepre
zen als middel tot verheffing van
het geestesleven der arbeiders, met
verwijzing naar het voorbeeld van
Amerika P Kan er dus achter het
zoeken van een dragelijk werkcon
tract niet wat anders, wat beters
zitten dan stoffelijke gewinzucht
Moet daarom niet de vereeniging
van arbeiders onderscheiden worden
van de anarchistische ontaarding
welke wij in het voorjaar aanschouw
den Moet niet veeleer het zien
van verkeerde insluipsels in de eerst
„neutraal" geachte vakvereenigin
gen den ijver ver wakkeren om de
chr. arbeiders afzonderlijk te ver-
eenigen, maar dan voor hetzelfde
oirbaar economisch doel En waarom
zou dat, overeenkomstig het geldige
spraakgebruik, (daar men toch ook
spreekt van kiezersorganisatie enz.)
geen organisatie mogen heeten
Doch laat ons hier afbreken. Onze
chr. arbeiders moeten zelt dit prac-
tisch leerzaam stuk lezen.
„Keu uioole fooeï!"
Onder dit opschrift brengt de
Hollander het volgende in herrinne-
ring
wHet socialisme moet den vrede
brengen, zal alles geven wat thans,
ten minste voor den kleinen man,
in de kapitalistische maatschappij,
ontbreekt.
Vrede bovenal. Maar dan zou men
toch meenen, dat de socialisten thans,
nu ze nog in de minderheid zijn,
onder elkander in vrede leven.
't Lijkt er niet naar.
Overal hebben ze onder mekaar
hooggaande ruzie.
In ons eigen land staan de vol
gelingen van Domela Nieuwenhuis
verwoed tegenover de getrouwen van
Troelstra. In Frankrijk is het ook
alles behalve vrede.
In Duitschland daar is het toch,
zou men zoo meenen, heel wat beter.
Pas immers hebben de socialisten
aldaar zulke prachtige stembus-over
winningen behaald en nu zullen
zij, met frissche kracht aan het werk
gaan om het Duitsche volk en de
geheele wereld te laten zien, dat zij
nog wat meer kunnen doen dan de
ontevredenen opzweepe» voor de stem
bus.
Helaas, ook. in Duitschland ruzie,
in hooge mate zelfs.
Den eersten Partijdag de beste, te
Dresden gehouden, was het al mis.
Bebel, de leider, wilde positief baas
blijven en ieder, die van hem af
week, moest er van lusten, werd in
het hoekje der verdachten geplaatst.
Tot degenen, die het juk van
Bebel moede zijn behoort ook Ileine,
een der afgevaardigden voor Berlijn.
Door Bebel beleedigd en verdacht
gemaakt, wilde hij weten, hoe zijn
kiezers over hem dachten, en riep
hen daartoe in een vergadering op.
Onder meer zei hij ook dit: //Men
kan vrijer over den Keizer en de
andere Bondsvorsten spreken, dan
over Majesteit Bebel. 7 Een geweldig
tumult volgde op die woorden
«Schoft 1 Gemeene kerel Haal dien
kerel van de tribune!// waren de
lieflijke woorden, die hem van de
volksmenigte naar het hoofd werden
geslingerd.
Heine vervolgt //Als ik aange
klaagd werd wegens critiek op den
Keizer, dan hooren mijn tegenstan
ders tenminste mijn verdediging nog,
maar, om den wille van Bebel,
schijnt mijn eigen partij mij zonder
gehoor te willen afmaken.// Opnieuw
geweldig tumult.
Heine ging voort vlk ben nooit
proletariër geweestik heb ook om
de menigte te vleien, nooit gespro
ken van ons proletariërsen ik kan
ook slechts glimlachen, wanneer b.v.
ieman d als mevrouw Zetkin schrijft
//Wij* Proletariërinnen.// Opnieuw
gesch eeuw, waarin zich ook mevrouw
Zetkin mengde.
En zoo ging het voort onder de
lieden, van wie beweerd wordt, dat
zij de tweede partij in Duitschland
vormen, dat zij in staat zijn om den
boedel van de bourgeoisie over te
nemen.
Zelfs Het Volk klaagt steen en
been over den janboel onder de
Duitsche socialisten.
-Afbreken, dat kunnen ze voor
treffelijk maar opbouwen, ho maar!//
Zoo worden de socialisten allengs
meer in hun eigenlijk karakter open
baar, èn in het buitenland, èn in het
binnenland; adres aan hun saam ver
gadering met de anarchisten, door
hen zelf „de hel" genoemd.
Het woord „berusten" staat in hun
woordenboek niet. De geest van
verzet beheerscht hen, zoolang geen
formeele hoogere macht hen hierin
beteugelt.
Hun kalmere houding in de
Staten-Generaal is slechts noodge
dwongen, en een gevolg van hun
besef van nog „minderheid" te zijn.
Maar laat dat blaadje eens omslaan.
Dan zal men de andere zijde van
den Januskop ook in het Parlement
zien, en ervaren hetgeen de Standaard
zoo typisch aldus uitdrukt -.
„Op een modderbodem kan geen
zuil van graniet recht staan".
Zegt het voort, lezers
Opgeschroefd.
Deza Courant verschijnt eiken Yrijdag.
UiTGEVBit:
&OMMEL&MJH
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte di» zij beul» 1
Adrerl ntiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Db. Gispen vraagt echter hoe de
Amsterdamsche collega aan zulk een
vernietigend oordeel komtaange
zien hij geen enkel bewijs uit eenig
statuut of reglementen geen en
kele uitspraak van eenigen leider
bijbrengt. En dan gaat hij den be
schuldiger vastzetten met diens eigen
v/oorden. Ds. S. toch schreef, dat
„daar in de steeds breedere schare
der atbankelyken, die zonder vak
organisatie en zonder rechtspositie
in hun bedrijf werkten, weerstand
opkwam tegen de Kapitaalmacbt,
waardoor ze dreigden onder te gaan".
Waar schuilt hier, zoo vraagt Da.
G. het materialistisch beginsel
Mochten zij zich dan niet saam ver
eenigen tegen hun ondergang, ter
verkrijging van arbeidsvoorwaarden
van een voldoend levensonderhoud.
Mogen zij altemet geen gebruik ma
ken van het recht der vereeeniging,
dat God hun schonk, en waartoe de
De bekende Van-dag-tot-dag-schrij
ver in het Handelsblad heeft weer eens
een van die ontboezemingen geleverd,
waaraan men meer het licht ontvlam
bare gemoed dan den diepen over-
denker herkent.
Naar aanleiding van het feit, dat
ook in Engeland de neiging tot het
invoeren van beschermende rechten
voor den handel allengs meer veld
wint, zegt hij, dat de Nederlanders
nu een schoone gelegenheid hebben
otn hun land te verheffen, namelijk
door het te maken tot »de eenige
vrij haven.
Chamberlain, zegt hij, schijnt vrouw
»Fortum« op ons land af te sturen
(door zijn werken voor het protec
tionisme), en dus Nederlanders, grijpt
haar, als ze u voorbijvliegt, en doet
als het ware geweld op de regeering,
opdat zij toch in vredesnaam geen
bestaande invoerrechten ga verzwaren
of nieuwe er bij voegen.
Zelfs doet de schrijver een beroep
op den historischen zin en den ver-
zienden staatsmansblik van den pre
mier in het Kabinet.
Moeielijk kan de vraag onderdrukt
worden, of wij .hier ook met een
politieke manoeuvre te doen hebben.
Met de leuze van »algemeen-kies-
recht« gaat het hereenigen van »de
groote liberale partijnog niet best.
Zou men het nu eens met het anti-
protectionisme willen probeeren 1
Uit de heftige bijvoeging, dat het
regeeringsplan om de invoerrechten
eenigermate uit te breiden, «moordend
is voor den voorspoed en de toekomst
van Nederland,zou men het haast
zeggen.
Toch is dit vrijhandels idealisme te
stuitend oppervlakkig voorgedragen
om onze bedaarde Nederlanders te
verschalken. Zij zullen in meerder
heid hartelijk bedanken, ten eerste
voor de fortuin, die Chamberlain op
ons volk afstuurt, en ten tweede voor
het dom-koppig er op na houden van
eene handelspolitiek, die afwijkt van
de in geheel Europa geldige.
Laat de Van dag-tot dag-schrijver
eerst maar eens aantoonen, hoe onze
arbeiders aan werk én eten zullen
komen, als ons land nog meer met
buitenlandsche artikelen overstroomd
wordten ook, hoe onze schatkist in
houdbaren toestand kan blijven als de
consumenten (de verbruikers) niet
medehelpen om den nationalen arbeid
te steunen door het betalen van een
goeden prijs voor de door hen gekochte
artikelen.
Dit zal hij wel niet kunnen. Maar
dan beduidt zijn geschetter ook niets.
Een politieke klip.
Schreven we eerst een artikel over de
Coneentratieplannen van den heer Bor-
gesius en daarna in logisch verband over
Doel en bestemming eener politieke par
tij, nu wenschen we een oogenblik stil
te staan bij een gevaar, waaraan elke
partij en elke Concentratie van individuen,
en elke Fusie van fracties bloot staat.
Dezer dagen werden er weer aan
herinnerd door Duitschlands hoofdstad
Berlijn, waar, in alle distrieten op één na,
't Liberalisme 't vroeger heeft afgelegd
tegen de Sociaal-Democraten, en het nu
aan zijn kiezors deed weten dat *daar
wij Liberalen op 't oogenblik niet uit
eigen kracht kunnen zegevieren, is in weer
wil van de principieele verschillen, die
ons Liberalen van de Sociaal-Democra
tische partij scheiden, een vergelijk ook
met deze partij wenschelijk"
Doel en bestemming is een erlangen
van de Wetgevende Machtom nationale
politiek te voeren op de huidige grond
slagen van Staat en Maatschappij, volgens
bestaande wetten en dies economische
fundamenten, die alleen langs wettigen
weg onder werking van een steeds voort
gaande evolutie op 't terrein van Staat
en Maatschappij, mogen gewijzigd en
verzet wordenof zooals de Sociaal-De
mocraten willen een Wetgevende Macht
om arbeiderspolitiek te voeren, en de
Machtsï iddeleu gebruikend om alle klas
sen tot éóoe groote, sociaal gelijke Maat
schappij saam te binden doch welke po-