WEMERKLOK met Dllele Bel
J. vau ZIELST, Nieuwe Tonge.
Den Heer J. van Messel is de man
Die tegen ieder concurreeren kau.
Diamant, Goud, Zilver enzoovoort,
Verkoopt hij ieder zooals het behoort,
Ook fijne Uurwerken in ruime keuze
Zijn daar verkrijgbaar naar ieders leuze.
Want soliede waar dat is gewis
Dat dit op den duur 't goedkoopst nog ia.
Dus die daarop nu is gesteld.
Dient naar Kipstraat 105 gesneld.
Nieuwe Tonge. C. Sneep.
J. van Me-sel is de man,
Waar men 't beste koopen kan.
Wekkers, klokken enzoovoort,
Koopt men daar de beste soort.
Zeg mij eens, waar woont die man,
Waar men zoo goedkoop koopen kan.
Die man woont zonder een abuis, -
In Kipstraat 105, over het Stadhuis.
Sommelsdijk. Cornelis van der Boom.
Geen beter adres zou ik ooit kunnen vinden,
Dan den heer J. van Messel in de stad Rot
terdam.
Daar ga ik niet alleen, maar ook al mijn u
[vrinden,
Benevens de familie van geheel mijn stam.
Daar koopen wij krullen, en brosjes en koralen,
Ook spelden zeer prachtig, met paarlen omzet,
Ook klokken en wekkers, waarvoor we weinig
[betalen.
En toch zijn zij stofvrij, soliede en net.
En dan nog 't mooiste, men krijgt garantie
[in kluis,
Begeef u naar de Kipstraat, schuin over 't
[Stadhuis.
Spijkenisse. C. A. van den Berg.
Naar J. van Messel moet gij gaan
Om uwe waren in te slaan,
Ik wil u daarom schrijven
Wat er is te verkrijgen.
Drie der kostbaarste metalen
Kunt gij halen en betalen.
Goud, zilver en diamant
Krijgt gij er h contant.
Allerlei soort van uurwerken
Zult gij er genoeg bemerken.
En wilt gij u niet verslapen,
Laat dan een wekker u bewaken.
Gij' moet dus bij Van Messel wezen,
Bedrog behoeft gij niet te vreezen.
Hij woont te Rotterdam, in de Kipstraat,
Waar 105 boven de deur staat.
Stad aan 't Haringvliet. C. Koppenaal Az.
J. tan Messel te Rotterdam.
Nu vraagt men mij waar woont hij dan
Wel in de Kipstraat, naast honderd en zes,
Gaat zien en zijn artikels bevallen u best.
Zijn wekkers verkoopt hij voor lage prijzen
Die dan ook den omzet dagelijksch doet rijzen.
Stellendam. Corn. Roon Rz.
Goede -oplossingen kregen we voorts van:
P. C. S. T. v. d. W. S. v. d. B.
M. G. K. A. B. en W. B. te Sommelsdijk.
G, S. P. S. B. v."R, en D. L. Az. te
Hiddelharnir.
G. N. Cz. te Den Bommel.
B. K. te Ooltgensplaaf.
G. C. J. B. Gz, J. V. Dz. en L. P. Pz. te
Nieuwe Tonge.
Joh. B. te Dirksland.
A. v. G. en A. B. te Melissant.
P. B. S. M. v. d. V. en N. v. S. te Stel
lendam.
D. v. G. Gz. te Goedereede.
M. S. KJd. P. W, S. en A. M. Az. te
Ouddorp.
P. B. te Rotterdam, en
A. P. te Schoonhoven.
De hoofdprijs een keurige
viel bij loting ten deel aan
Terwijl de volgende prijzen werden toegewezen
aan
Kaatje de Lignio, Oude Tonge. t Louwerse.
[Alles zingt.
C. Barendregt, Spijkenisse. 1 Ned.Indie, 2 dlu
D. Brija, Den Bommel. 1 Waarheid boven al.
C. A. v. d. Berg, Spijkenisse. 1 Turksohe Yer-
[halen.
C. Sneep, Oude Tonge. 1 Album der Natuur.
P. A. Troost, Spijkenisse. 1 Nederland, 3 dln.
J. de Jong, Wijngaarden, 1 Praotisoh Volksboek.
Maatje de Jong, Dirksland, 1 Van Liet en Leed.
De prijzeu kunnen als altijd worden afgehaald
of worden tegen inzending van het porto franco
toegezonden.
Aanstaande week hopen wij weder een nieuw
prijsraadsel op te geven.
Ingezonden «lukken.
Buiten verantwoordelijkheid van Redactie
en Uitgever.
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik weer zoo vrij zijn U eenige plaatsruimte
te verzoeken voor het volgende aan den heer
Van Gelder?
Waarde Beer Van Gelder!
Nogmaals acht ik mij geroepen tot recht begrip
der zaken het volgende aan te schrijven. Wat
die geschiedenis der Baaispriesters betreft, waar
bij U opmerkte dat zij dan zin en beteekenis
hebben zou, als er van den hemel een teeken
gegeven was, om het pleit aan de eene of andere
zijde te beslissen, dit acht ik een juiste opmer
king. En daar U zoo zeker ben van de vaccine,
zou ik daar tegenover stellen de afzondering,
zooals die aan Israël inzake melaatschheid gebo
den is geworden. U denkt en meent dat vaccine
zoodanige invloed gehad heeft en nog heeft
op sommige epidemiën en op pokziekten in
het algemeen. Maar hebt U wei in aanmerking
genomen, hoe niet alleen de vaccine zeer alge
meen is toegepast, maar hoe ook in gelijke
mate alom van Regeeringswege de afzondering
is bevordert geworden? Is vaccine zoo pokaf-
werend dan kon zeer gemakkelijk die afzon
dering met al den aankleve van dien, opgeheven
worden, dan behoefde voor die afzondering
niet zooveel drukte gemaakt te wordenen ook
geen bijzondere kosten, overmits de vaccine ge
noegzaam beschutting bood dan behoefden
gevaccineerden, en gerevaccineerden ook niet zoo
bevreesd te zijn om poklijders te helpen en bij
te staan. Dat echter de vaccine geen genoegzamen
weerstand biedt, blijkt wel uit de veelvuldige
maatregelen die genomen worden om de aange
tasten zooveel mogelijk af te zonderen; en hen
die met hun in aanraking komen af te zonderen, en
hun bedden en dekens en al wat met hen in aanra
king geweest is te verbranden of te ontsmetten. Al
was er geen ander argument, dan was ditalleen sterk
en krachtig genoeg om te bewijzen dat de Dok
toren geen zoodanig vertrouwen in vaccine stel
len als zij laten voorkomen. Wanneer nu byv.
in een district, of in een Provincie stelselmatig
de vaccinatie tot de uiterste hoogte en zuiverheid
werd gebracht, maar de afzondering stelselmatig
werd verwaarloosd. In een ander district of Pro
vincie daarentegen, de afzondering stelselmatig
tot de uiterste hoogte en zuiverheid werd ge
bracht, terwijl de Vaccine werd verwaarloosd
dan zou pas wanneer door onverdachte personen
controle werd uitgeoefend, zuiver kunnen aange
geven worden wat het meest nuttig was. Aan
zulk een teeken uit den hemel zou ik zeer gaarne
mijne overtuiging afhankelijk stellen en ik twijfel
niet of de vaccine zou het tegen de afzondering
afleggentemeer omdat de afzondering op den
bodem der H. Schrift steunt, terwijl vaccine
dien bodem mist. Wanneer men echter beide
heeft, vaccine en afzondering, dan kan onmogelijk
met wiskundige zekerheid de vaccine als de
eenige oorzaak aangemerkt worden waarom
epidemiën beperkt worden en ophouden. Hier
mede meen ik ook aangetoont te hebben, dat
mijn godsdienstig standpunt in geen geval geoor
deeld en gevonnist is.
Dat U beweert niet van de Herkingsche hoogte
afgekomen te zijn, laat ik nu aan alle bevooroor
deelde lezers over. Eerst heb 'U gezegd „Voorts
hoort men van kinderen die eertijds gezond, na
de vaccine toegepast werd, gebreken kregen of
stierven, de mogelijkheid blijft bestaan dat zoo
iets kan gebeuren doch het komt zoo onbeduidend
weinig voor dat alleen dweepers daar hun aa?idacht
aan kunnen schenken, om op die wijze eene nut
tige ontdekking als de inenting in een kwaad
daglicht te stellen."
Naderhand heb U ons zelve te lezen gegeven,
(dat sommige der gevaren die aan de inenting
toe geschreven worden ongetwijfeld werkelijk be
staan, en verderdat dat een overwonnen sta1 d-
punt is; door diegenen n. m. 1. die U eerst als
dweepers aanduiden. Dat dit standpunt door de
tegenstanders der vaccine overwonnen moest
worden teekent zeer duidelijk dat daarom gestre
den is, en het bewijst dat dengenen die het meest
van nabij met de droeve uitkomsten der vaccine
bekend waren, en bekend konden zijn, bet meest
bijgedragen hebben om die droeve uitkomsten te
verbergen, te verdonkeremanen. Het teekent ook
U waarde heerdat gij Uzelven zoo ondanks
Uzelven heb bloot gegeven, en het toch niet wil
erkennen.
Dat U vervolgens het scheren, het paard rijden
het varen met de stoomboot enz. enz. er bij haalt
om te bewijzen dat ons overal een ongeluk kan
overkomen, en dat daarmee het gevaar aan vac
cine verbonden goedgepraat is, gaat volstrekt niet
op. Wanneer het met Vaccine zoo stond als met
scheren of anderzins, wel dan kon U naar bar-
telust een loflied tei; eere der vaccine aanheffen
wat mij aangaat, maar lot op heden werd ieder
die van het onderwijs wilde proflteeren verplicht
zich eerst aan de vaccine te onderwerpen. Gestel
dat liet verplichtend was voor baardgroei dat
jongens die naar school gingen zich moesten
laten scheren, of anders geen onderwijs, dan stond
de zaak even gelijk. Ik vertrouw dat er tegen
dat scheren billijke tegenstand zou komen, of ge
stel dat ieder vrij was van vaccine dan verviel
de tegenstand legen vaccine, en stond gelijk met
het gevaar aan scheren of anderzins verbonden.
Mijne bewijzen wetenschappelijke, of statische
acht U ganschelijk niet, nu dat verwondert mij
ook niet meer, en mijne wetenschappelijke en
statische gegevens konden ook wel wat uitgebrei
der zijn, iets ervan wil ik U echter wel te zien
geven als de Redactie haar kolommen daarvoor
kan en wil openstellen. Dat ganschelijk geen
stoffelijk voordeel maar eer nadeel voor de ge
neeskundigen aan de vaccine verbonden is, wil
er bij mij ook nog niet zoo best in. Immers de
doktoren zijn niet zoo erg van een Evangelischen
geest doortrokken, om door de liefde te dienen.
Als men in het dagelijksche leven zegt: „Je
gang is geen dokters gang", dan heeft dat een
tamelijk ernstige beteekenis; en ieder die de
hulp van een dokter behoeft en noodig heeft,
weet dat maar al te goed. Dat zulks reeds een
geijkte gewoonte geworden is,neemt echter
niet weg dat het een verkeerde gewoonte is,
en in onze samenleving niet moest bestaan, ot'
het moest voor allen en voor ieder bestaan. Ge
stel dat de schilder een huis, Uw huis moest
verven, en bij elke Visite die hij aan het werk
bracht 30, 50, 75, of 100 et. in rekening bracht
welk een bedrag zou dat wel niet worden, eer
dat werk afgeloopen waB?
Evenzoo een Timmerman of Metselaar of een
ander Ambachtsman. Waar nu de doctoren in
het Sociale leven een zeer ongunstige uitzonde
ring maken, in betrekking tot stoffelijk voordeel,
daar kan ik niet gelooven, dat zij alleen in,
betrekking tot de vaccine, door liefde tot den
naaste worden gedrongen maar liefst het zekerste
voor het onzekere hebbengestel al dat vaccine
beschutte, wat ik met rede betwijfel. Wat U waarde
heer! over Uwen vader schrijft ben ik blij van
U te vernemen, dan weet ik ook dat U van nabij
met zoodanige meuschen bekend ben, die ge
moedsbezwaren tegen vaccine hebben, en kan U
dus zonder de achting voor Uwen vader te
verliezen zoodanige meuschen niet als dweepers
aanmerken en voorstdien, of hunne bezwaren
als nietsbeteekenend, ja als dwaasheid beschou
wen. Om die rede moet ,JJ dus ook van Uwe
Herkingsche hoogte Waarde HeerMisschien zal
het U hard vallen en zult gij wel de verzenen
tegen de prikkels slaan, maar even als Paulus
den stokbewaarder toeriep: „doe Uzelven geen
kwaad 1" zoo roep ik U ook door dezen toe.
Dat Uw vader voorts zijne overtuiging niet zoo
best in woorden kon brengen, en alleen maar
het in het praktische leven betoonde, dat is eene
bij die menscben veel voorkomende ervaring,
maar U, zijn Zoon onderwierp hij toch daaraan
handelde hij ook daarin naar zijne overtuiging?
Ik meen neenDeze handelwijze tegen zijne
overtuiging in was het begin 0111 U zijn Zoon
tot een opeDbaar tegenstander te maken van de
Godsdienst Uws vaders, alsof Uw vader U toe
riep, zoo doe ik het nu. Weet gij wel dat de
wijsheid dezer wereld, dwaasheid bij God is
Wanneer die wijsheid n.m.l. van God afwijkt,
en ons, inplaats van op den levenden God, op
het schepsel of in de werken hunner hand doe
steunen en vertrouwen.
Wat nu echter mannen als Mr. Groen van
Prinsterer, Dr. Kuyper, enz. aangaat, dat die de
vaccine als nuttig en goed achten, dat is een
zaak voor hun. Ik acht mij zeer gelukkig dat
wij niet gebonden zijn, om alles-wat zulke man
nen als goed en nuttig achten, om datookmaar
onvoorwaardelijk te moeten doen. Misschien waren
er wel meer dergelijke zaken, waarvan ik mij
gelukkig gevoel met hen te mogen verschillen
van overtuiging.
Dat ik ten slotte volgens Uw schrijven niets,
letterlijk niets heb bijgebracht, dat de vaccine
van haar invloed in de harten der menschen kan
berooven, omdat zij allen zoo zeer van haar gun
stige werking en heilzamen invloed verzekerd zijn
heb U nog vergeten bij Uwe verzameling. En de
logische redeneering, dat hoofdzakelijk personen
die alleszins belang bij de kwestie hebben, (om ze
zoo rooskleurig mogelijk voor te stellen) de offi-
cieele statistieken samenstellen, en alzoo zelve
rechters zijn in deze zaakdit heeft voor U in
't geheel geen waarde! neen waarde heer! ik acht
dat elk die de zaak onpartijdig beziet om deze
rede alleen, recht en grond heeft om te twijfelen
aan de zaak zelve eii aan haar hoog geroemde
uitkomsten.
Een volgende week hoop ik (D. V.)iets ten beste
te geven van wat namens het Bestuur van den
Anti-vaccinedwangbond is uitgegeven. Misschien
heeft dat voor U en Uwe collega's meerder be
teekenis.
U M. de R. dank zeggende voor de verleende
plaatsruimte verblijf ik hoogachtend, en heil-
biddend,
Uw dn. en vriend
C. BARENDBRGT.
Spijkenisse, October 1903.
VACCINE-DWANG.
Geachte Redactie
Door een verzuim, gevolg ook van allerlei
omstandigheden, heb ik geen kennis genomen
van de polemiek in uw blad over de vaccinatie
kwestie. 'tls mij alzoo tot mijn leedwezen niet
mogelijk een oordeel uit te spreken over de
waarde van hetero en contra door de schrijvers
aangevoerdmaar wellicht kunt u mij de desbe
treffende nummers toezenden en vind ik misschien
gelegenheid om mijne gedachten daarover beschei-
denlijk aan uwe lezers ter overweging te geven.
Waarom ik me dan toch in deze polemiek
meng? Alleen om mijne verbazing uit te spreken
over de laatdunkende en kwetsende wijze waarop
de heer Van Gelder zich veroorlooft, zijn tegen
standers op dit stuk te lijf te gaan.
Alleen zij, die om, gemoedsbezwaren van gods-
dienstigen aard zich tegen de vaccinatie verklaren,
nemen volgens den heer Van Gelder een eerlijk
standpunt in. Alle andere tegenstanders zijn,
naar die beschouwing, oneerlijk. Schier alle
geneesheeren in Nederland zijn vóór de vaccinatie
ergo is het voor hem uitgemaakt en moet het
voor een ieder uitgemaakt zijn, dat de vaccinatie
werkelijk is een voorbehoedmiddel tegen de
pokken. Het schijnt wel, dat de medische weten
schap onfeilbaar is; dat haar beoefenaars onfeil
bare pausjes zijn; en dat „gelooven op gezag"
walmeer dat maar niet door de Kerk wordt opge
drongen alleszins geoorloofd en plichtmatig is
voor den vrij Nederlander.
Erkend wordt, dat aan de vaccinatie gevaren
verbonden zijn; maar ook aan hec scheren, aan
het varen met een stoomboot, aan het ry den met
paaiden zijn gevaren verbonden. Zooals nu de
menschen blijven scheren, varen en rijden, zoo
behoort men zich ook te laten vaccineeren en
revaccineeren.
Aldus de redeneering van den heer Van Gelder.
Er ontbreekt één element in deze redeneering.
Niemand dwingt mij tot het scheren. Ik kan mijn
baard laten groeien. Niemand dwingt mij tot
varen of rijden. En wat hier het meest zegt: ik
kan zorgen voor een doeltreffend scheermes,
waardoor de gevaren tot een minimum worden
herleidik kan bij stormachtig weer mijn boot
reisje uitstellenen ik kan behoorlijk onderzoe
ken of het paard mak en het rijtuig in goeden
toestand 'is.
Bij de vaccinatie niets van dit alles. Ik word
gedwongen mijn kinderen te laten vapcineeren
en ben onmachtig om te zorgen, dat de inentings-
stof niet schadelijk is voor het gestel van mijn
kind.
De redeneering van den heer Van Gelder gaat
dus niet op; en dit te minder waar de wet tot
voorziening tegen besmettelijke ziekten wel voor
schriften bevat zelfs omtrent het pokken-briefje,
maar geen enkele waarborg aanbiedt voor de deug
delijkheid en voor het onsehadi lijke van de kunst
bewerking.
Daarom, Mijnheer Van Gelder! ben ik en zijn
duizenden met mij absoluut tegen vaccinedwang.
Met godsdienstige bezwaren, waarmede Gij U
m. i. veel te druk maakt, heeft dit op zichzelf
niets te maken. Ben ik daardoor ook ar oneerlijk
het zij zoomaar ik vindiceer voor mij het
volle recht 0111 tegen vaccinedwang te protes
teeren, ook al noemen mij al de dokters en artsen
van Nederland oneerlijk, dom en onnoozel.
Met dank voor de plaatsing
Uw dn.
II. DE WILDE.
Den Haag, 9 October 1903.
Mijnheer de Redacteur.
In het laatste no. van uw blad neemt u een
artikel over uit de „Protectiehode," in het belang
van den landbouw, van den heer L. M, Born te
Middelharnis,
Ik meen, dat 't niet misplaatst is in uw blad
ook te vermelden, dat de Protectiebode veel bevat
dat zeer belangrijk is, zoowel voor den landbouw
als voor andere werkgevers in verband met pro
tectie dat o.m. ook de aanval tegen de Protectie
bode van het .„Nieuwsblad van Nederland" over
de emigratie uit ons vrijhandelsland, daarin schit
terend wordt afgeslagen.
Nu bevat het blad een keurige schets van den
ingenieur Obreen tegen onze vrijhandelspolitiek
en is door de redactie ook het vraagstuk der
bedeelden tegen de „Nieuwe Rotterdammer Cou
rant" ingeleid.
Het abonnement is slechts f 1,per jaar (bij
den uitgever van dit blad) of f 1,—het lidmaat
schap der Vereeniging met vrije toezending van
het blad, aanmelding bij den algèmeent-n Secretaris
G. A. A. Knaap, Voorzitter van den boerenbond
te Haarlemmermeer of L. M. Born teMiddelhaï'nis.
Ik zou willen vragen of dit blad niet op alle
tafels van den boerenstand moest gelezen worden
Of ook de arbeidere daarvan geen kennis behoo-
rer. te nemen voor hunne groote belangen arbeid
geeft brood 1
Niemand zal zich beklagen over dit gewichtig
vraagstuk wat dieper inzicht te bekomen in ver
band met graanprijzen en al dan niet loohenden
arbeid.
Men vrage den Uitgever dezer een proefnom-
mer van dit blad, dat in enkele maanden zijn
lezers bij honderdtallen mag tellen.
Een lid der vereeniging.
Oneerlijke Concurrentie.
Mijnheer de Redacteur
Vergun ons s.v.p. eenige ruimte in uw blad,
waarvoor wij u bij voorbaat onzen dank betuigen
Omdat de concurrentie in onze dagen op al
lerlei gebied, zoowel in handel als in industrie,
zoo scherp is, mag wel degelijk het oog gehouden
worden op mogelijke oneerlijkheden, in dien
strijd gepleegd.
Nooit zou echter de gedachten bij ons opgekomen
zijn onzen handeiscollega in 't bijzonder en bet
publiek in 't algemeen op oneerlijke handelingen
in de concurrentie te wijzen, ware het niet dat
wij in onzen handel op oneerlijke wijze waren
benadeeld.
Vergun een paar aanhalingen, mijnheer de Red.
üit juridische kringen ter verduidelijking van
bovenstaand onderwerp. Mr. Josephjss Jitta,
Hoogleeraar te Amsterdam, constateert oneerlij
ke concurrentie daar waarop het gebied van han
del een concurrent benadeeld wordt met betoog
op eigen voordeel door aanwending van een
middel dat onrechtvaardig is en noemt dat een
onrechtmatige daad. Mr. P. J. M. Aalbekse, lid
van de Tweede Kamer, heeft in zijn prae-advies
over genoemd Onderwerp uit de beteekenis,
waarin wij het woord gebruiken, afgeleid,dat
voor oneerlijke concurrentie misleiding noodig
is en zou bij bet plegen daarvan het artikel van
Gort van der Linden in het ontwerp strafrecht-
novelle1 met eenige wijziging toegepast willen zien:
„Hij of zij die om zijn of haar handelsdebiet te
vestigen, te behouden of uit te breidenhande
lingen pleegt tot misleiding van het publiek of
van zijn concurrent wordt als schuldig aan on
eerlijke concurrentie gestraft met enz."
Doch genoeg het feit dat'ons met dit schrijven
tot de pers deed wenden, heeft betrekking op
onze zoo algemeen gunstig bekende LEVER
TRAAN (onder eigen etiquet verpakt). De Heer
H. Zaadnoordijk, die in gesprek met een van
zijne clienteele over het gebruik van Levertraan
onze flacons ging aanbevelen, werd verrast niet
de verklaring- dat de Traan van de firma Dijke-
ma Doornbos, die hij verkocht voor een groot
gedeelte met -Slaolie (Olijfolie) was vervalsght.
Onze geachte afnemer de Heer Zaadnoordijk, die
verzocht te mogen weten wie die Vervalsching
had geconstateerd, kreegton antwoord: „daarover
wil ik voorloopig liever het stilzwijgen bewaren."
Menigeen zou zicii daarop allereerst niet dien
klacht tot den beirokken leverancier gewend
hebban, doch handelservaring deed den Heer
Zaadnoordijk besluiten, alvorens dit tedoen.een
monster dier Traan op te zenden naar een Schei
kundig Laboratorium, en wel naar het Pharm.
Chem. Laboratorium, te Amsterdam. Den le Oct jl.
ontving dé heerZ|ADNOÓBWJK de resultaten van het
gehouden scheikundig onderzoek en vervoegde zich
eerst daarna tot ons met de klacht en toonde
vervolgens de bewijsstukken van het Scheikundig
Laboratorium. Wij geven per advertentie in dit
nummer de woordelijke tekst daarvan, geteekend
door Dr. N. SctiooRL, scheikundige aan meer
genoemde inrichting. Uit deze korte verklaring
mijnheer de Redacteur, zal het u duidelijk zijn,
dat er bij ons onwillekeurig een zucht tot ver
volging opklimt tegen dengene, die ons durft
beschuldigen, van h>-t vervalschen van Lever
traan, die door ons met zooveel aandrang wordt
aanbevolen en met vertrouwen reeds jaren door
het publiek gezocht wordt als de beste die be
staat. Niet alleen worden wij naast eene valsche
beschuldiging daardoor in ons debiet benadeeld
maar ook bet publiek zou schromelijk misleid
worden, wat bun lot schade zou strekken en al
leen ten bate zou zijn van den oneerlijken con
current, als de zaak door ons niet in het licht
werd gesteld. Tot schade van het publiek, zeiden
wij, veronderstellende dat dezulken, die een ar
tikel van een concurrent durven bekladden, in
den handel wat al te ruim van geweten zijn. Wij
waarschuwen ten slotte tegen handelingen van
soortgelijke oneerlijke concurrenten en besluiten
met onzen dank te betuigen aan onzen geachten
afnemer, den Heer H. Zaadnooreijr te Dirksland
voor de flinke wijze van handelen in deze zaak.
Hoogachtend,
Uw dw. dr.,
Sommelsdijk. DIJKEMA A DOORNBOS.
Bloekfeecordeeiing*.
Propaganda.
De propaganda onzer heerlijke antirevolutionaire
beginselen is door ons Comité in de laatste jaren met
meer ernst ter band genomen. Onder anderen werd
voor onze rekening uitgegeven een leiddraad, die
thans compleet is, in twee seriën, ieder van acht
nummers. Op eenvoudige en bevattelijke wijze worden
daarin ongeveer alle artikelen van ons Program be
handeld met opgave der bronnen, die men er bij be-
studeeren kan, zoodat deze blaadjes zich zeer goed
leenen als schetsen voor meer uitgewerkte lezingen
of referaten.
Voor kiesvereenigingen propagandaclubs, enz. is,
,u'eze zeer geschikt, dut blijkt ook wel uit het feit
dat van de eerste nummers reeds herheuldelijk her-
dt ukken noodig waren, leder nummer kost 5 cent
de eetste en de tweede serie zijn ook in hear geheel
te bekomen a 40 ceat. Bij gioote getallen is de prijs
belangrijk lager.
Ook gai ons Comité reeds oonige propagandablaadjea
uit in verschillende grooto van 4 tot 16 bladzijden
prijs 1tot 6 cent; bij getallen is de prijs zeer laag
gesteld.
Met het oog op de vergaderingen jin den na lerenden
winter vestigen wij de aandacht op deze uitgaven,
waarmede wij alleen bedoelen de propaganda ouzo-
beginselen: levert ze geldelijke winst op, dan wordt
dit geldt besteed óm weer op andere wijze tepropa-
geereu in die deelen onzer provincie, waar dit bet
hardst noodig is.
Daar ons gebleken is, dat sommige nog geen kennis
namen van deze uitgaven, stellen we voor besturen
van kiesverenigingen propagaudaclubs of dergelijke
veroenigingen een present-exemplaar ter kennismaking
beschikbaar, dat ze kunnen aanviagen bij den beer
Jan Haan, boekhandelaar te Groningen, bij wien ook
alle bestellingen worden ingewacht.
Namens hei Provinciaal Comité van Antire
volutionaire Kiesvereenig.'in Groningen
J. C. WIRT<5 Czn., Voorzitter.
E. G. PETERSEN, Secretaris.
Groningen,
t;October 1903.
Veendam,
('orrespomleiitieorgaaii van «le Geref.
Ver. voor Drankbestrijding IVo. 8.
Hoogevcep K. Öling-ejiberg prijs 10 cent.
Dit is de inhoud 1. Lezirg van Ds.Dicrmanse over
Is Onthouding van den alkoholischeu drank in de
tegenwoordige tijdsomstandigheden schriftuurlijk2.
Verslag 3de Vergadering3. Jaatvrslag 4. Ontvang
sten en Uitgaven 1902 5. Correspondentie; 6. Spre
kerslijst 7. Ledenlijst8 Huish. Reglement.
Een rijke verzameling van onderwerpen. Zeer be
langrijk is de lozing- van Us. Diërmanse, die betoogt,
dat de huidige onthouding op Gods Woord is geba
seerd onthouding is naur Paulus noouig, om een
broeder niet te doen zondigen tegen zijn geweten
om zelf uit de verzoeking te blijvenuit den drang
der liefde voor anderen en ons z«lvenuitliefde voo
de hoogere en meerdere goederen van ons menscbelij
leven, die door den alcohol in gevaar worden gebracht.
Lees oir let vooral op Mare. 9i 43—48.
Wij raden ieder aan, van dit No. kennis te nemen,
dat met ie andere liclit verspreidt en kennis over den
aard en den "omvang van 't alcoholisme, over zijn
oorzaken en gevolgen, over de middelen om 't te
voorkoinon en te bestrijden en over onze roojiing
teg-enover dit kwaad.
De heer J. Minderaa, Secretaris van de Geref. Ver.
te Amsterdam, 1ste Helmersslraut 217, geeft gaarne
nadere inlichtingen en ontvangt even gaarne èn ze
delijken èn finantieelen steun.
Hervormingsdag 31 Oct. Eeu Blaadje
voor Reerlunds Kinderen, uitgegeven
door de Ned. Zondagss. Vereen. 100 ex.
60 cents Egelings Boekhandel Amsterdam.
Op zeer bevattelijken vorm wordt de beietkenis
van den 31sten Oct. voor de Protestanten geschetst.
Luthers werk en de aanplakking der 95 stellingen
nader uiteengezet; gesproken over Te.zel en den
droom van ï'rederik, Keurvorst van Saksen.
Volstrekt niet antipapistisch is de toon, maar
't blaadje dient om hun tot' dankbaarheid te stemmen
voor hetgeen de hervorming ons geschonken heeft, en
hun ernstig te vermanen, dat zij een goed gebruik er
van zullen maken.
Wij bevelen 't aan Zondagsscholen met vrijmoedig
heid aan. De Hervorming on Luther; ze zij u machtig
om met blijdschap] aan ,t verleden te denken. Luther
en Calvijnwat kolossussen, Wat reuzengestalten in
den geestelijken strijd der voorvaderen!
„Gij zult niet echtbreken." De moraal
in het zevende gebod. Door Ds. G.
Wisse Jr. Wageningen, Naamlooze
Vennootschap Drukkerij „Vada"1903.
Prijs f 1.30.
Waar in onze dagen veel gedaan wordt voor
het verkrijgen eener goede wetgeving, toonen
sommigen gelukkig in te zien, dat vooral niet
minder noodig is bet verspreiden van de ware
begrippen over godsvrucht en zedelijkheid.
Eene belangwekkende bijdrage hiervoor, een
echt tijdwoord luverdé Ds. Wisse in zijn boek
ter verklaring van de omvangrijke beteekenis
van het zevende gebod.
Leering en stichting zijn hier vereenigd. Vooral
voor jongelieden kan dit werk tot gids strekken,
en aansporen om de verlokkingen der sexueele
zonden te ontvlieden. Maar ook ouderen van jaren
kunnen er in meer dan één opzicht, ook bij de
opvoeding der kinderen, winst nrede doen. En
zij die belaas terug moeten zien op een door
groote overtredingen bezoedeld leven, kunnen
er door ontdekt worden aan zichzelf en uitgedre
ven tot den Troon der genade.
Achtereenvolgens behandelt de schrijver het
huwelijk als Sobeppings-ordinantie, de zonde in
het polygamiseh huwelijk, de christelijke tucht
over het huwelijk, het Neo-Malthusionisme, hét
tweeërlei-moraal-stelsel, de zonde der z.g. vrije
liefde, de beteekenis der verloving, de zonden
der jonkheid de uitgebreidheid en de vrucht
der zonde van ontucht, de herstelling van het
huwelijk, de aard van het christelijk huwelijk,
de onderrichting der kinderen, de christelijke
verloving, de christelijke jeugd en „genade voor
schuldigen-".
Wie deze stof in helderen stijl saamgevat, en
in vijftien hoofdstukken ingedeeld, doorgelezen
heeft, zal moeten erkennen, dat Ds. Wisse zijn
onderwerp meesier was en'met zijn arbeid velen
aan zich heeft verplicht-
Hoe meer de zonden tegen het zevende gebod
eene nationale algemeenheid dreigen te bekomen,
des te krachtiger moet er tegen getuigd worden.
Bechtxakera.
ARRONDISSEM EN TS-RECHTBAN K
(Kamer van Strafzaken.)
Zitting van Dinsdag 13 October.
Heden werden de volgend» vonnissen
gewezen:
C. v. E., huisvrouw van A. H., 40
jaar, te Den Bomtnel, wegens diefstal van
2 oorknopjes, tot f 5 boete, subs. 5 dagen
hechtenis.
J. Mi, 30 jaar, jager te Rozenburg,
wegens een jachtovertreding (appèl) tot
7 dagen hechrenis.
M. B., 55 jaar, veldarbeider te Stad
aan 't Haringvliet, wegens mishandeling,
tot 14 dagen gevangenisstraf.
O. J. v. d. S 33 jaar, schoenmaker
te Dirksland, wegens wederspannigheid tot
een maand gevangenisstraf.
Uit Sommelsdijk.
Een kalme zitting heden, als beklaag
den buitenmannetjes, d.w.z geen Rotter
dammers en een luttel aantal getuigen.
Als gewoonlijk betroffen de nu te be
rechten delicten in hoofdzaak beledigin
gen en mishandelingen, zoo die gewone
urtingen van brutalen levenslust, zelfge
noegzaamheid, brooddronkenheid en der
gelijke menschelijke, maar daarom niet
mensch waardige leigenschappen.
tiet meeiendeel der beklaagden had
zich niet motielijk gemaakt maar vteini-
gen kwamen zich persoonlijk verantwoor
den.
De eerste beklaagde had het al verslikt
door zijn aanwezigheid de zaak op te luis
teren, waai voor hij gedagvaart was.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat de
18-jarige vcldnrbeider II. V., te Sommels
dijk, op 2 Juli 11. in den polder '/het
Oudeland" den jachtopziener O. v. Rossum
zou hebben beleedigd.
Eisch 7 dagen gevangenisstraf.
Uitslag
Gcmeeuteraadsverk iez ingen
Stad aan 't'IIai-ingviiet. Uitgebracht
108 stemmen, meerderheid alzoo 54. Hier
van verkregen de heereu A. J. Braber 61
stemmen en J. Braber 47 stemmen. Geko
zen alzoo de heer A. J BRABER.
Oen Hommel. Uitgebracht 114 stem
men, van onwaarde 7, meerderheid alzoo
54 stemmen. Hiervan verkregen de heeren
Joh. Mijs Dz. 72 stemmen en K. Buth
35 stemmen. Gekozen alzoo Joh. MIJS Dz.
cs-tiüOjjiiig-en.
Op Donderdag 22 Oc ober 1903, 's nam. 2 uur te
Dirksland in het iogement van Johs. Vroegindewey,
Veiling van 15 arbeiderswoningen met erf en grond
(z. g. Vluchtdorp) en een tuin te Melissant. onmid
dellijk nabjj Dirksland; een blok van 6 arbeiders
woningen te Dirksland aan het Schelpenpad; een
winkelhuis te Dirksland aan den Straatdijk 0.27-80 H.A.:
bouwland te Dirksland in polder „Dirksland" en een
huis en tuin te Melissant aan denSehenkeldijk in polder
„Aiteklein", alles behoorende tot de nalatenschap van
wijlen den Heer J. Overwoei. Notaris VAN DER SLTJYS.
Op Donderdag 29 O tober 1903 'snam. 2 uur te
Dirkt-land in het logement ran P. Brooi hooit afslag
van 15 arbeiderswoningen met erf en grond. (z. g.
Vluchtdorp) en een ttiin te Meliesant onmiddellijk
nabij Dirksland een biok van 6 arbeiderswoningen te
Dirksland aan bet Schelpenpadeen winkelhuis te
D/rksIaud aan den Straatdijk 0.27-80 H. A. bouw
land te Dirksland in polder „Dirksland" en een huis
en tuin 1e Melissant aan den Schenkcldijk in polder
„Aiteklein". alles behoorende tot dé nalatenschap van
van wijlen den Heer J. Overweel No'iris VAN DER
SLÜYS.
fi IMitg* Aanbesteding*.
Goedcreedc. Bij de op 8 October plaats gehad
hebbende aanbesteding van hulpineststoffen al
hier, werd als volgt ingeschreven
Sup. Thom. Kaïn. Kalk.
Maatsch. tot verk. van
hulpm.Dordt 12,75 f2,081550/„ f2,15
P. J. v. Aardenne
Dordrecht *f 2,67 *f 2.15 17 •/„*f2,U *f 0,80
C. v. Gelder, Goer.ee *f2,71
Int. Guano en Sup.
werken Zwij ndr. •f2,721/,
lm. J. v. d.Have
Zieribzee per 13s ct.
Jac. v.d. Koogh
Middelharnis f 2,10pl. vr. f 2,15 pl. vr,
Gegund.
Gemengd iüiciiws.
Eene veroordeeling.
Zaterdag is do behandeling der zaak Kooh-
Dippold ton einde gebruoht, en de rochtbauk
veroordeelde den beklaagde wegens mishandeling
met doodeljken afloop tot aoht jaar tuchthuis
straf en tien jaar verlies, van eer. Dit vonnis
zal in Duicsohland opzien baren. Een man, dio
dezer dagen een paar portretten van den Keizer
vernielde, kreeg drie jaar een gouverneur die
een aan zyn zorg toevertrouwd kind maundeulaug
martelt, Uan allorloi liederlijkheden blootBtolt en
ton slotte vemuordt, krijgt acht jaar. Volgens
de verklaringen det geneesheoten, moet Dippold
worden beschouwd als een sexueel gedegene
reerde, oi' geslachtelijk ontaard persoon (sadist).
Alle medici waren overigens eenstemmig van
gevoelen, dat Dippold geheel toerekonbuar
moest worden geacht voor de door hem gepleegde
feiten.
Aau het verboor van den kleinen Joachim
het dortionjarige broertje van den vermoorden
Heinz, oatleeaea wij hot volgende:
Presideut „Op welke wijze bestrafto Dippold
jelui?" Hij gaf ons harde klappen om de ooien
meestal sloeg hij ons met oen dikken stok.
Meestal sloeg hij ons 's nachts, wanneer hij
cna wakker had gemaakt."
President: „Hoe sloeg hij dan?" Get.: „Hij
sloeg niet eeu dikken stok op onze knieën,
schenen, borst, hoofd, kortom, waar hij ons
maar raakte."
President: „En waarom deed hij dat?" Get.:
stamelend„Hij zei, dat wij iets sleohts hadden
gedaan!"
President: „Hadt jelui dat dan gedaan?"
Get.; „Neen, nooit!"
President: „Hebt jelui dat dan niet tegen
Dippold gezegd Get.„Ja zek< r, maar als
we dat zeiden, sloeg hij ous nog voel harder!"
President: „Heeft Dippold jelui iu bed vast
gebonden?" Get.: „Dan gebeurde heel dikwijls."
President: „Hoe bond hij jo dan?" Get.:
„Hij boud ons met de handeu en voeten vast
aan de stijlen van het bed, zoodat wij ons niet
meer verroeren konden."
President: „Konden jelui dan slapen Get.
„Ja, wij sliepen wel, omdat wij zoo ,jmoe waren.
Maar als we dan goed sliepen, wekte Dippold
ons en sloeg hij ons zon vreeselijk, dat wij
het niet konden uithouden. Dikwijls heeft hij
onB ook, aan handen en voeten gebonden, op
een tafel gelegd en ons dan zoolang geslagen
tot de dikke stok gebroken was."
President: „Heb je toen om genade gesmeekt
en geroepen„mijnheer Dippold, mijnheer
Dippold, slaat u ons tooh niet zoo?" Get.: „O
ja, wij hebben erg gesmeekt, maar hij sloeg
kalm door."
President,: „Het moet ook voorgekomen zijn,
dat gij de slagen hardop moest tellen Get.
„Ja dat gebeurde vaak."
President: „Hoever kwam je met tellen?"
Get.: „Dat kun ik niet zoo precies zeggen."
President: „Wareu hot er twintig Get:
„O, veel meer, dikwijls van 40 tot 50."
President: „Heeft hij jelui ook wol overdag
geslagen?" Got.: „Ook wel, maar tooh mees
tal 's nacbti."
Nadat het kind nog verteld had, hoe Dippold
hen 'apte, en, in een naoht, zeven stokken op
hun ruggen hadden stuk geslagen, vroeg de
President, waarom zij Diets van dat alles aan
hun ouders hadden gezegd. Joachim antwoordde,
dat Dippuid hun vertelde, hoe hun ouders wil
den, dat zy nog veel meer ransel kregen. „Maar"
vroeg de President weer „geloofden jelui
dat dan Eu als een schrijnende aanklacht
tegeu ouderlijk verzuim en nalatigheid klonk
het droeve antwoord van het ventje „ja, wij
moesten het ten slotte wel gelooven."
Diep aangrijpend is ook het relaas van het
sterven van den vijftienjarigen Heinz, zooals het
ter teree'izitting door het jongere broertje werd
gegeven.