Een spinneweb van akelig heden. Uit «lc fiiamers Tuin- en Landbouw. Vraagbaak. Antwoorden of mededeelingen Buitenland. Rusland en Japan. Turkije. Marokko. craten saam wil optrekken tegen de hoog- en vrijconservatieven en de Centrum partij, of tegen de Jonkers en Priesters, zooals de volksmond aldaar dat uitdrukt. Wij zien ook daar, wat we in Neder land bespeuren in de eerste een plaats zoe ken naar hereeniging, eou centratie van wat uiteengeslagen of uiteengevallen was en een opheffen van'een seinvlag, die ral- liement beoogtten tweede een oprichten van een standaard, waar sommigen nood zakelijkerwijs zich van afkeeren, opge richt juist en alleenig om de echte vrien den weer moed en geestdrift te hergeven, om de liefde voor de partij weer in lichter laaie te doen ontgloeien, maar om de meeloopers, de hybridische volge lingen wel niet kort en goed af te stooten, maar ze toch te laten zien, dat saamwerking en hun hulp maai noode worden op prijs gestelden ten derde een streven naar saamwerking met an dere partjjen, vooruitstrevender nog meer dan zij zeiven zijn, om met die oudtijds vijandige smaldeelen tezamen het regeer- kasteel in te nemen, en plaats te nemen in de oude Burcht, die jaren lang 't bol werk was van invlo^ds-en machsoefening. Wij begrijpen zulk een streven. Elke partij handelt zoo, omdat ze 't doel en bestemming heeft om de Wetgevende Macht uit te oefenen. Men versta ons hier wel. Het ligt niet op 't terrein onzer be ginselen, om aan de kiezers en de ge kozen Kamerleden en de daar weer uit geroepen Ministers de wetgevende Macht op te dragen, want zoolang we een Ko ningin hebben, is Zij de eenige Macht, die als dienaresse Gods, bij Zijne gratie, ons regeert, en zijn de Ministers hare verantwoordelijke dienarende Kamer leden slechts de tolk der kiezers, en de kiezers slechts de mondig verklaarde leden der maatschappij om te „wenschen" en te „verlangen." Maar we plaatsen ons nu eens niet op theoretisch standpunt, hoe 'c onzes inziens in een constitutioneelen Staat behoort te zijn, doch we houden ons, voor wat Nederland aangaat, aan onze huidige Grondwet, die in één harer artikelen de clausule bevat, dat de wetgevende macht wordt uitgeoefend door Koningin en Staten-Generaal, en op een andere plaats soortgelijke macht bespieekt. Voor die feiten, die onveranderde be zworen grondwetstaande, zullen dus alle partijen op haar beurt geroepen worden, om wetgevende Macht uit te oefenen, onder de vigeur der tegenwoordige Con stitutie. En dan is 't onloochenbaar, dat doel en bestemming eener partij is om zulk een Macht in handen te krijgen. Natuurlijk gaat dat langzaam eerst is er een niet kennen der „nieuwe" be ginselen hier en daar echter staat een man op, die 't oude regime in al zijn gebreken doorziet (Groen, Kuiper, Mars, Engels, enz.); met gaven en talenten toe gerust tijgen die Eerstelingen aan 'tin- denken, en ze speuren niet alleen de breuken op, waarmee 't oude stelsel be hept is, maar peinzen tevens over een nieuw politiek systeem, dat andere grondbeginselen belijdt, een ander uit gangspunt en een ander eindpunt heeft. Heeft men dan den politieken toe stand tot op zijn fijnste vezelen, en in ontwikkeling, maar jook in gewis te voor ziene uitkomst, blootgelegd, dan komt er een algemeen ontwaken wel nog geen bewust opstaan, maar toch een mee voelen in 't Land, dat die Eerstelingen op dit en dat punt volkomen gelijk hebben. En zoo langzamerhand wordt een nieuw beginsel, een nieuwe denkkring gemeengoed, d. i. vriend en vijand nemen er niet alleen notitie van, maar duizenden vrienden omhelzen de nieuwe idee, staan pal voor hun overtuiging en wekken tevens weer anderen op om 't oude stelsel los te laten en 't nieuwe te be lijden. De tijd van stembusprograms en be ginselprogram en program van actie viert zijn triomfen, en binnen weinig tijds telt de nieuwe partij tal van algevaardigden, die de nieuwe beginselen in de wetten zullen pogen neer te leggen óf door 't recht van amendement, óf door 't recht van initiatief, enz. Nog eenige jaren en de meerderheid is omde nieuwe ideeën worden door de nieuwe Ministers in wetsvoorstellen belichaamd, 't oude regime heeft uitge diend, en een nieuwe politieke aera breekt aande oppositie is „regeering" ge worden. De politieke partij heeft haar doel en bestemming bereikt. Zij is aan 't roer en moet nu trachten de vrienden te be vredigen en de vijanden te verzoenen door zulke wetten in te dienen, die niet partijzuchtig, maar in den waren zin des woords Nationaal zijn. De tegenpartij moet zien en overtuigd worden, dat de nieuwe „Regeering" en de nieuwe wetgevende macht te zamen niets anders beoogen, dan groei en bloei van 't geheele volk. Wars van partijpolitiek, moet de nieuwe meerderheid een waarlijk nati onale politiek voeren, die voor alle ran gen en standen, voor alle volkskringen zegen en heil verspreidt. Wars van on gemotiveerde bevoorrechtingder vrienden, van doordrijven van beginselen, die in 't hart der zeer groote minderheid ai- keer wekken, en waarvoor de tijden nog niet rijp zijn om ze toe te passen wars van betoon van overmacht jegens de onderdrijvende partij, van slaan met scorpioenen waar deze vroeger met gee- selen strafte moet elke haar doel bereikt hebbende partij vruchtbaar trachten te regeeren voor heden en toekomst. Doel en bestemming is de wetgevende Macht. Eerst een veldheer zonder leger. Dan eenige legerhoofden, die op ver kenning uitgaan. Het plan van verdediging met nog kleine krachten. De hulptroepen met de kern voorwaaits! Royal front gemaakt in massa. Gestreden om de volle overwinning. Gewonnen en de legerhoofden, eerst verguisd, mei eere gekroond Maar wee de partij, die, enkel op re geeren belust, haar crediet gaat verliezen door allerlei en alles in haar midden toe te laten. Die op succes eenig en alleenig 't oog houdt. Het zou ons artikel al te lang m aken, indien we op die politieke klip wat breeder gingen wijzen. Doch ieder voelt wel, dat «een klip, waar elke partij op kan stranden; En ook de partij, die aan 't roer is, dient op te passen. Voor haar vooral is 't ge vaar groot. Zij is nu eenmaal de bo vendrijvende, en wil't graag blijven voor vele wetgevende perioden. Zoo groot is 't gevaar, dat men in de Kiesvereenigingen minder scherp be- lijnd optreedt om maar bij de stembus de noodige mannetjes te hebben voor een meerderheid er is gevaar voor al lerlei coalitie met minder gewenschte vrienden voor lalen vallen van noodige eischen, die gesteund moesten worden. De goudglans doft zoo licht van de vleugelen af, als de kapel al te dartel en speelziek tegen de ruwe bladeren vliegt. Doch genoeg. Wordt 't onze partij ge schonken nog lang te regeeren, en mogen de propagandabladen, als de bloem knoppen in de Meimaand, „uitbreken in menigte", en de vruchten gezien worden niet alleen van kloek regeerings- beleid, maar ook van de rustelooze po gingen om hoe langs zoo meer „hout hakkers" en „waterputters" te voegen bij die breede rijen van mannen, die al jaren de hitte van den dag en de koude van den nacht verduurd hebben. Tot heil des Volks Des geheelen volks De Socialistische meetings, partijdagen en Congressen hebben ons nog zelden de vervulling gebracht van 't beloofde trio deugden vrijheid, gelijkheid en broederschap, die de nieuwe levensbe schouwing den Volke meende te moeten en te kunnen brengen. Vooral hoopten we, dat, waar de „vrijheid" door Na poleon was in banden geslagen, en de „gelijkheid" in de Parijsche Commune, in de straattooneelen was overbodig ge bleken, nu althans de „broederschap" als een aureool schitteren zou. Doch ijdel is de verwachting. In de nachtelijke vergaderingen der Socialisten na de Staking was 't een „hel", volgens de uitspraak van Mevr. Roland Holstde stoelen gebruikte men als argumenten, en gebalde vuisten wa ren de conclusies. En de poiitie waakte over de broederen. In Bellevue, veertien daag geleden, waar Samson uit geweerd was, stonden rechercheurs en Commissarissen gereed om den een na den ander er uit te gooien, en de eigenaar draaide ten slotte de lichten uit. Men floot en schreeuwde en schold en liep naar 't podium, alsof wilde kannibalen met krijgsgeschreeuw op den vijand inren- den. En zie nu naar Dresden, 't Was daar een slachthuis, waar Bebel en zijn vrien den 't mes der persoonlijke verdacht making hanteerde, en tal van revisionisten enz. eenige uren waren blootgesteld aan de verachting en bespotting hunner medeleden. Een nieuwmodisch veemgericht. Een moderne inquisitie. Wel moge Kautsky van een nood zakelijke reiniging sprekenmaar de stortvloed van onthullingen, die den Socialistischen Augias-stal moesten schoonmaken, bevuilde en bemodderde de partijgenooten van top tot teen. Een spinneweb van akeligheden, ge weven door den Haat, die op buit loer de, en op pijniging belust was. Of we daarover nu juichen Of we verheugd zijn, dat de heeren elkaar zoo te keer gaan en de broederschap slechts nijd en haat openbaart In gee- nen deele. De gewrochten der zonde zijn voor ieder, die ze ziet, en eigen hart kent, door en door vuil. En we wenschten, dat het „Zie, hoe goed en lieflijk is 't, als zonen van 't zelfde huis, als broeders samenwonen", in alle partijen mocht gezien worden. Mag er dan geen wrijving van mee- niDgen zijn Ze moet er zijnmaar schuren is geen scheuren en insnijden is geen kerVen. Is er broeder,twisi", dan deze: wie aller dienaar zal zijnwie 't meeste wil behartigen de eere Gods, den voor spoed van zijn naaste, het heil des lands. Is er verdeeldheid, dan dezewie de beste middelen zoekt en weet om de eenheid te handhaven zonder nadeel voor recht en beginbel Zjj 't Socialistisch kabaal, hier en el ders, ons ten voorbeeld, hoe de broe derschap niet moet worden geoefend Donderdag 8 Oct. beraadslaagde de Kamer over 't wetsontwerp verlenging en wijziging van 't aan de Nederlandsche Bank verleend octrooitevens zou dan ook gesproken worden over de intrekking van de muntbiljetten van tien en 50 gld. Zooals de lezer weet is de Nederl. Bank de Rijkskassier, maar daarom nog geen Staatsbankze is een particuliere credietinstelling, die van Rijkswege 't cir- culeeren van 't geld beoogt, door uitgifte van bankbiljetten van fiooo, 300, 100,- 60, 40 en 25; ze is gesticht door Koning Willem I den 25 Maart 1814. In 1838 werd haar octrooi of vergunning voor 25 jaar vernieuwd, evenzoo in 1863 en 1888 liep de nieuwe termijn af en de regeering stelde een nader contract in, niet voor 25 maar voor isqaar. Dat dit.tijdvak korter werd genomen dan vroeger, zat em hierin, dat in 1888 de Staat een aandeel eischte in de winsten men dus beter 15 jaren de zaken kon laten passeeren dan 25 jaar. Het Bankoctrooi zou dus atgefoopen zijn 31 Maart 1904, en de vraag was dus, zal dit op den ouden voet worden voortgezet, of zal de Regeering een poging wagen om nog meer voordeel te krijgen. Dit laatste is geschied. De Regeering wilde verlenging geven, maar de schatkist moest meer aan deel krijgen in de winst. Over die nieuwe winst enz was nu de Kamer bijeengekomen om te beraadslagen of 't octrooi op den nieuwen voet voor de schatkist voldoende gevestigd was. De oude toestand was dezeEerst kre gen de aandeelhouders 5 petvan 't ove rige gaat 10 pet. in 't reservefonds, totdat dit s millioen is van de rest krijgen de Staat en de aandeelhouders ieder evenveel totdat deze 7 pet. hebben van wat er dan nog over blijft, krijgt de Staat 2/3 en de Bank Bij de nieuwe regeling zou 't als volgt zijn: Eerst krijgen de aandeel houders 3V2 pCt.van de rest gaat 10 pet. in 't reservefonds totdat dit 5 mill, bedraagtvan 't overschot is 3 pCt. voor tantièmes aan directeuren en commissaris sen, en daarna krijgt de Staat 2/t en de bank ]/3. In de laatste 13 jaar heeft de bank gemiddeld 31/., millioen winst gemaakt en de Staat gemiddeld 13 ton. Over 't laatste jaar was de winst voor den Staat ruim 1 '/2 millioen. De aandeelhouders kregen vroeger 8 4/5 pCt. naar de nieuwe verlenging zou 't on der dezeltde omstandigheden 7,34 pCt. bedragen. Zooals we reeds schreven, kreeg de Staat vroeger 13 ton, nu zal 't zijn 16 ton. De directeuren en commissarissen gaan 20,000 gld. vooruit. Voorts had de Minister bedongen, dat na 1 s jaar 't octrooi elk jaar kan opgezegd worden en tevens voor den Staat 't recht verworven om, nu de muntbiljetten werden afgeschaft, 15 millioen renteloos op te nemen. De eerste spreker was de heer van Bij land, die 't octrooi liever met 25 jaar had verlengdde heer Bos pleitte voor een Staatsbankde heer van Asch van Wijk voor een particuliere Bank, en had liever 't octrooi verleend voor 25 jaar; de heer Ter Laan klaagde over 't weinige nut, dat 't platteland heeft van de Bank en hij meende daarom dat 't aantal correspondent schappen moest worden uitgebreid. Ook de heer Schaper voerde nog 't woord en meende, dat er wat achter de coulises was afgespeeld, waarna de heer Harte v, T. de Minister bestreed. Over de intrekking der muntbiljetten voerden 't woord de heeren Bos, Mees en Heemskerk, waarna de beraadslaging ge sloten werd en 't wetsontwerp met 6 7 te gen 4 stemmen werd aangenomen. Tegen de heeren Melchers, ter Laan, van Kol en Schaper, de Socialisten. De Min. ontving van allen een woord van lof en waardeering voor zijn flink op treden en de gelukkige behartiging van 's Lands belangenen wij voegen gaarne onzen lof daarbij, dat Z.Ex, flinke voor deden heeft weten te bedingen. Dat is nu eens niet reactie, maar echte actie BEMESTING VAN WEILAND. III. Nadat wij, over schuimaarde schrijvende, een zeer gewenschte kalkbemesting hebben afgehandeld willen we stilstaan bij enkele andere kunstmest- soortendie onzes inziens voor weiland uitermate aanbevelenswaardig zijn. Wanneer de grond, ;waarop de wei is aangelegd, uit klei bestaat, dan zal er wellicht wel voldoende phosphorzuur en kali aanwezig zijn. Maar toch kan eene bemesting niet verbindingen, waarin de genoemde stoffen voorkomen, meestal zeer loonend zijn. In een nieuwen polder waarvan de bodem rijk was aan phosphorzuur leverde een superphosphaat-bemesting veel voordeelen op. Al stond de proefnemer daar verbaasd over, dat doet cr niet toe. Het feit werd geconstateerd. En ons kan het tot leering strekken. Én wanneer we bedenken, dat de verbindingen, die deel uit maken van den bouwgrond, veelal niet gemak kelijk opneembaar zijn, dan kunnen we 'tons toch ook wel voorstellen, hoe de meststoffen, waarin die verbindingen veel meer pasklaar zijn, een nuttig effect hebben. Phosphorzuurhoudende en kalibevattende mest - stoffen zullen dus met voordeel aangewend kun nen worden. Van de eerste noemen we vooral beendermaei, superphospbaat en Thomasslakkenmeel. Het beendermeel bestaat, zooals de naam voldoende aanduidt, uit fijn gemalen beenderen. In de fa brieken is daar eene stof aan onttrokken, die lijm kan leveren. Ze heet het lijmgevend weefsel en bevat onder meer stikstof. Hoe meer de been deren ontlijmd zijn, des te armer is het over blijvende beendermeel aan stikstof. Doch het phosphorzuur blijft er in. En voor phosphaat- bemesting heeft het steeds een hooge beteekenis. Vraagt ge, hoeveel er per II. A. gebruikt moet worden, dan moet het antwoord afhangen van dan aard van 'tmeel. De eene soort is rijker aan phosphorzuur dan ;de andere. Beendermeel met 30 pCt. er van levert natuurlijk per 100 K.G. 30 K.G. phosphorzuur, 'terwijl men met 100 K.G. van 22 pCt. slechts 22 K.G. phosphorzuur geeft. En als we nu bedenken, dat met een flinken oogst 30 K.G. phosphorzuur wordt weggehaald, dan is het niet moeilijk te berekenen, hoeveel beendermeel noodig is om het noodige phos phorzuur te leveren. Wie 200 K.G. geeft van 22 pCt., zal gewis te vreden zijn over de resultaten. 150 K.G van 30 pCt. verschaffen zeker ook ruimschoots de ver- eischte voorraden. Omdat niet alles opgenomen kan worden, .is 'tsteeds zaak, wat meer phos phorzuur te geven dan volgens de theorie noodig zou wezen. Beendermeel moet liefst in 't najaar uitgestrooid worden. Dit geldt ook van Thomasslakkenmeel. Daar van strooit men veelal zoe'n 500 K G. per II.A. uit. Bedenken we dat hierin vaak 13 pCt. phos phorzuur zit, dat de planten gemakkelijk kunnen opnemen, dan leert eene eenvoudige berekening, dat 500 K.G. zelfs 65 K.G. bruikbaar phosphor zuur aanbiedt. Dat is derhalve wel voor 2 oog sten, als er ten minste gerekend wordt, dat 't alles gras is, wat er groeit. Hoe meer klavertjes daartusschen ontwikke len, hoe meer phosphorzuur er verbruikt wordt. Bovendien zal die 65 K.G. niet in zijn geheel in eens beschikbaar wezen en eindelijk is 'took niet de gewoonte om elk jaar wat Thomasphos- phaat te geven. Dus 500 K.G. Thomasphosphaat en zooals ik zei liefst in 'tnajaar geven. Wie nog in 't voorjaar deze meststof uitstrooit, die zal vooral als 'twat laat wordt inden eerstvolgenden zomer niet veel profiteeren. De voorjaarsinest met phosphorzuur er 111 is superphosphaat. Wel is waar kan die evengoed in 't najaar uitgestrooid worden, doch wie tot 't voor jaar wacht, ondervindt ook de uitstekendé wer king er van. 300 K.G. per H.A. is nog wel niet veel te noemen. Maar toch moesten sommigen het daarmee vast eens pr-obeeren.'t Zou best kun nen wezen, dat ze een ander jaar zeiden„weet je wat, ik beproef 't van 'tjaar eens met 400 K.G." Want over 't algemeen zijn de uitkomsten met deze phosphorzuurme3t op weiland schitte rend geweest. De praktijk heeft bovendien geleerd dat het mede een uitstekend middel is tegen mos. M. (Wordt vervolgd.) Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst. zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 578. In verschillende advertentiën lees ik over smetpoeder. Wat is dat toch voor poeder? En waar gebruikt men 't voor? 579. Ik kreeg eenige tulpenbollen ten geschenke. Hoe moet ik handelen, om daarom mooie bloe men van te kweeken? 580. Op ingemaakte augurken vormt zich een velletje. Hoe kan dat komen? Is er iets tegen te doen? Antwoorden en mededeelingen. 575. Hoeveel eieren vail kip? Vooropge steld, dat het voederen der dieren niet te wen schen overlaat, zal 't aantal eieren wel afhangen van raseigenschappen. Het eene ras geeft veel betere legsters dan de andere. Maar van onze gewone boerenkippen mag men, mijns inziens, toch 100 tot 120 verwachten. 576. Kaïniet bepaald nu uitstrooien Dat is wel 't beste. Als ge gelegenheid hebt, moet ge 't nu doen. Maar 't kan desnoods ook nog vroeg in 't voorjaar. Na begin Februari neme men ech ter liever patent- kali. 577. Castreeren van Vrouwelijke dieren? Dat is eene bewerking, die tengevolge heeft, dat ge slachtsdrift niet meer voorkomt. Gecastreerde dieren laten zich hierdoor beter vetmesten. We schreven nu 13 Octoberen vol gens de berichten die dusver inkwamen, valt er nog niets hoegenaamd te bespeu ren van de ontruiming van Mantsjoerije door Rusland tegen 8 October 11. be loofd. De Russen blijven Nioetsjwang en het douanekantoor aldaar die voor ontruiming het eerst aan de beurt kwamen bezet houdenja, volgens Reuter's correspondent in gindsche stad, hebben de Russen zelfs nog een kanonneerboot toe gevoegd aan hun te Nioetsjwang liggend eskader. Ook de berichten uit het noorden van Mantsjoerije wijzen in geenen deele op toebereidselen tot ontruiming. Den negenden dezer dus Vrijdag 11. hebben de troepen van het Russische garnizoen te Nioetsjwang, voorafgegaan door de kapel, die Russische volksliederen speelde, nog eens »op in het oog loo- pende wijze in de straten der vreemde en Chineesche nederzetting geparadeerde Alsof ze wilden laten zien, dat ze er Dog waren, den dag na de beloofde ontruiming De civiele bestuurder Crosse zoo wordt van daar nog geseind, in een tele gram d.d. gisteren heeft geen enkel instructie ontvangen omtrent het-ontruimen van Mantsjoerije. Zijn assistenten verklaren openlijk, dat de Russen een blijvende be zetting wenschen te bewerkstelligen. Rus sische ambtenaren verzekeren everieens, dat Rusland Mantsjoerije niet zal ontruimen. Kenschetsend is ook, dat de commandant- generaal der Russische troepenmacht, thans met verlof, een huis gehuurd heeft te Ni oetsjwang voor den winter. Hij komt er met heel zijn familie vestigen. En wat is nu Japan's houding hiertegen over Het is onmogelijk, met zekerheid te zeggen, waarnaar men in dezen te rade moet gaan naar de vredelievende houding van den Japanschen gezant te Londen, en de geruststellende officieele verklaringen, óf naar de oorlogszuchtige stemming in Japan, om tot de meest juiste beoordeeling van den staat van zaken in het Verre Oosten te komen. De onrustbarende be richten over landing van Japansche troepen op Korea zijn alweer tegengesproken. Edoch, ook volgens de »New York He rald* wordt de toestand toch gevaarlijk* en heeft de Russische vloot te Chefoo gezegelde orders ontvangen om naar de Koreaansche wateren te stoomende schepen zouden Vrijdag al vertrokken zijn. Ook wordt beweert, dat Japan aan Rusland een ultimatum voor de ontruiming van Mantsjoerije heeft gesteld, welk ultimatum dan gisteren ten einde zou loopen. Maar dat bericht komt uit een Engelsch blad uit den Morning Post* en is daarom weinig betrouwbaar. 't Ziet er met dat al ernstig genoeg uit in het Verre Oosten. Vooral wijl men zoo heelemaal niet weet, of Rusland en Japan nu tot een vergelijk zijn gekomen. Maar zoo de eene als de andere partij kan on mogelijk neiging hebben om de oorlogs dans te beginnen, en daarom mag men nog betrouwen, dat de crisis* van heden in gunstigen zin wordt opgelost. De kans op oorlog verminderd met den dag, Bulgarije en Turkije wenschten niets liever clan vrede, de Oostenrijk-Russische po litiek had gezegevierd. Langs den weg van onderhandeling zou een oplossing gegeven worden, beide partijen zouden concessies doen. Bulgarije en Turkije zouden verdere mobili saties staken, de reserve thuis houden. Plotseling kwam echter het volgende tele gram Parijs, 0 Oct. De Bulgaarsche legatie deelt aan Havus het volgende telegram mede, gis teren uit Sofia ontvangen Een bataljon on geregelde Turksche troepen trok de Bul gaarsche grens over en viel een po3t bij Ka- ramanitza aan de post werd vernield, een dorp geplunderd. De soldaten in den post, ten getale van zes, boden tót den laatsteri patroon weerstand, en toen terug, een gewonde mee nemende. De Turken hadden vele gewonden en dooden. De Turken trokken over de grens terug, met medeneming van hun buit, bij de nadering van Bulgaarsche troepen. De schending der grens en de plundering ver oorzaakten overal groote opwinding vooral na het overhandigen van de Russisch-Oos- tenrijksche nolaaan de Bulgaarsche regeering. En bij opwinding is het niet gebleven. De Bulgaarsche regeering heeft terecht gemeend dat zoo'n schending te kras is en, dat j't af wachten van de resultaten eener vredesonder handeling niet gepaard behoefde te gaan met invallen van Turken op haar gebied, al zijn het dan //ongeregelde// Turken. Veel verschil tusschen //geregelde// en //ongeregelde// zal er wel niet bestaan. Ook de //ongeregelde// plunderen, zooals uit bovenstaand telegram blijkt. De Bulgaarsche regeering is het lange wachten, wanneer dit //verkort// wordt met zulke verrassingen, zeer te moede; en het ministerie van oorlog gaf bevel tot mobilisatie der reservisten eerste en tweede klasse, ver blijf houdende in het district Kustendil, en van het dertiende Macedonische infanterie- regiment En nu zal de Turksche overheid het be richt van den inval wel weer tegenspreken of vergoelijken, doch deze mobilisatie ge schiedt niet willekeurig of zonder redenen. Naar de jongste berichten uit Marokko melden, schijnt zich daar iets heel ernstig» voor te bereiden, iets, dat veel van een aan staand bankroet en anarchie heelt. In Londen houdt men deze ontwikkeling der gebeurtenissen voor onvermijdelijk, indien de mogendheden of ook Frankrijk alleen den sultan niet willen redden. Eeitelijk schijnen de Fransche regee- ringskringen than3 den tijd voor gekomen te achten, om eindelijk orde te brengen in den zeer verwarden toestand. Hierop wijst het volgende telegram uit Parijs, dd. Zaterdag //De Fransche Ministerraad is heden bijeen gekomen. I)e //Matin// meent zeker te weten, dat van den sultan van Marokko onmiddellijke opheldering zal worden verlangd. Alle Fran sche notabelen te A lgiers, waaronder de maire van Oran, Gobert, lieten zich in gelijken geest uit over den sultan, dien zij verantwoordelijk stellen voor het gebeurde en wat nog plaats kan hebben- Het geldt hier het aanzien van Frankrijk, dat door de verrassing van het bombardement van Figuig volstrekt niet ver hoogd werd. Het doel van dit onverwachts vijandig optreden der regeeringspers tegenover Marokko is duidelijk. Frankrijk wilde esne goede gele genheid vinden, om te kunnen ingrijpen en nu schijnt het die te hebben. Van de zijde van Engeland heeft Frankrijk geen tegenkan ting in Marokko te vreezen, zooals onlangs werd gemeld. Omtrent de instelling van een permanent scheidsgerecht voor alle, tusschen FrankiLjk en Engeland bestaande en toekom stige geschillen hieronder begrepen de Noord-Afrikaansche is men over hoofd punten tot overeenstemming gekomen.// In aansluiting met deze mededeeiing seinde ook de Parijsche correspondent der //Assosiated Press/' over de spoedige vaststelling van een arbitrage-verdrag tusschen Frankrijk en Enge land anders niet zoo gewichtig. Volgens het boven weergegeven bericht van de //Matin// uit Oran, moeten de Marokkaan- sche soldaten, die met toestemming der Fran sche regeering aan de Fransch-Marokkaanscbe grens politiediensten zouden verrichten, reeds geruimen tijd afgedankt en de wapens, welke zij van de Fransche regeering hadden ont vangen, aan de woestijn-roovers verkocht zijn. Men heeft zulke wapens na den overval van El Mungar op het slagveld gevonden. Nog ernstiger, is het feit,dat desultan van Marokko met de woestijnroovers, die Fransche troepen aangevallen hebben, geheuld heeft. De omstandigheid, dat de Berbers de Fran sche troepen meermalen aangevallen hebben, is teekenend maar nog bedenkelijker is het, dat de Marokkaansche benden bij El Mungar door den eigen neef van den sultan, den zoon

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 2