Een spinneweb van akelig
heden.
Uit «lc fiiamers
Tuin- en Landbouw.
Vraagbaak.
Antwoorden of mededeelingen
Buitenland.
Rusland en Japan.
Turkije.
Marokko.
craten saam wil optrekken tegen de hoog-
en vrijconservatieven en de Centrum
partij, of tegen de Jonkers en Priesters,
zooals de volksmond aldaar dat uitdrukt.
Wij zien ook daar, wat we in Neder
land bespeuren in de eerste een plaats zoe
ken naar hereeniging, eou centratie van
wat uiteengeslagen of uiteengevallen was
en een opheffen van'een seinvlag, die ral-
liement beoogtten tweede een oprichten
van een standaard, waar sommigen nood
zakelijkerwijs zich van afkeeren, opge
richt juist en alleenig om de echte vrien
den weer moed en geestdrift te hergeven,
om de liefde voor de partij weer in
lichter laaie te doen ontgloeien, maar
om de meeloopers, de hybridische volge
lingen wel niet kort en goed af te
stooten, maar ze toch te laten zien, dat
saamwerking en hun hulp maai noode
worden op prijs gestelden ten derde
een streven naar saamwerking met an
dere partjjen, vooruitstrevender nog meer
dan zij zeiven zijn, om met die oudtijds
vijandige smaldeelen tezamen het regeer-
kasteel in te nemen, en plaats te nemen
in de oude Burcht, die jaren lang 't bol
werk was van invlo^ds-en machsoefening.
Wij begrijpen zulk een streven. Elke
partij handelt zoo, omdat ze 't doel en
bestemming heeft om de Wetgevende
Macht uit te oefenen.
Men versta ons hier wel.
Het ligt niet op 't terrein onzer be
ginselen, om aan de kiezers en de ge
kozen Kamerleden en de daar weer uit
geroepen Ministers de wetgevende Macht
op te dragen, want zoolang we een Ko
ningin hebben, is Zij de eenige Macht,
die als dienaresse Gods, bij Zijne gratie,
ons regeert, en zijn de Ministers hare
verantwoordelijke dienarende Kamer
leden slechts de tolk der kiezers, en de
kiezers slechts de mondig verklaarde leden
der maatschappij om te „wenschen" en
te „verlangen."
Maar we plaatsen ons nu eens niet
op theoretisch standpunt, hoe 'c onzes
inziens in een constitutioneelen Staat
behoort te zijn, doch we houden ons, voor
wat Nederland aangaat, aan onze huidige
Grondwet, die in één harer artikelen de
clausule bevat, dat de wetgevende macht
wordt uitgeoefend door Koningin en
Staten-Generaal, en op een andere plaats
soortgelijke macht bespieekt.
Voor die feiten, die onveranderde be
zworen grondwetstaande, zullen dus alle
partijen op haar beurt geroepen worden,
om wetgevende Macht uit te oefenen,
onder de vigeur der tegenwoordige Con
stitutie.
En dan is 't onloochenbaar, dat doel
en bestemming eener partij is om zulk
een Macht in handen te krijgen.
Natuurlijk gaat dat langzaam eerst
is er een niet kennen der „nieuwe" be
ginselen hier en daar echter staat een
man op, die 't oude regime in al zijn
gebreken doorziet (Groen, Kuiper, Mars,
Engels, enz.); met gaven en talenten toe
gerust tijgen die Eerstelingen aan 'tin-
denken, en ze speuren niet alleen de
breuken op, waarmee 't oude stelsel be
hept is, maar peinzen tevens over een
nieuw politiek systeem, dat andere
grondbeginselen belijdt, een ander uit
gangspunt en een ander eindpunt heeft.
Heeft men dan den politieken toe
stand tot op zijn fijnste vezelen, en in
ontwikkeling, maar jook in gewis te voor
ziene uitkomst, blootgelegd, dan komt
er een algemeen ontwaken wel nog geen
bewust opstaan, maar toch een mee
voelen in 't Land, dat die Eerstelingen
op dit en dat punt volkomen gelijk hebben.
En zoo langzamerhand wordt een
nieuw beginsel, een nieuwe denkkring
gemeengoed, d. i. vriend en vijand nemen
er niet alleen notitie van, maar duizenden
vrienden omhelzen de nieuwe idee, staan
pal voor hun overtuiging en wekken
tevens weer anderen op om 't oude
stelsel los te laten en 't nieuwe te be
lijden.
De tijd van stembusprograms en be
ginselprogram en program van actie viert
zijn triomfen, en binnen weinig tijds telt
de nieuwe partij tal van algevaardigden,
die de nieuwe beginselen in de wetten
zullen pogen neer te leggen óf door
't recht van amendement, óf door 't recht
van initiatief, enz.
Nog eenige jaren en de meerderheid
is omde nieuwe ideeën worden door
de nieuwe Ministers in wetsvoorstellen
belichaamd, 't oude regime heeft uitge
diend, en een nieuwe politieke aera breekt
aande oppositie is „regeering" ge
worden.
De politieke partij heeft haar doel en
bestemming bereikt. Zij is aan 't roer
en moet nu trachten de vrienden te be
vredigen en de vijanden te verzoenen
door zulke wetten in te dienen, die niet
partijzuchtig, maar in den waren zin
des woords Nationaal zijn.
De tegenpartij moet zien en overtuigd
worden, dat de nieuwe „Regeering" en
de nieuwe wetgevende macht te zamen
niets anders beoogen, dan groei en bloei
van 't geheele volk.
Wars van partijpolitiek, moet de
nieuwe meerderheid een waarlijk nati
onale politiek voeren, die voor alle ran
gen en standen, voor alle volkskringen
zegen en heil verspreidt. Wars van on
gemotiveerde bevoorrechtingder vrienden,
van doordrijven van beginselen, die in
't hart der zeer groote minderheid ai-
keer wekken, en waarvoor de tijden nog
niet rijp zijn om ze toe te passen wars
van betoon van overmacht jegens de
onderdrijvende partij, van slaan met
scorpioenen waar deze vroeger met gee-
selen strafte moet elke haar doel bereikt
hebbende partij vruchtbaar trachten te
regeeren voor heden en toekomst.
Doel en bestemming is de wetgevende
Macht.
Eerst een veldheer zonder leger.
Dan eenige legerhoofden, die op ver
kenning uitgaan.
Het plan van verdediging met nog
kleine krachten.
De hulptroepen met de kern voorwaaits!
Royal front gemaakt in massa.
Gestreden om de volle overwinning.
Gewonnen en de legerhoofden, eerst
verguisd, mei eere gekroond
Maar wee de partij, die, enkel op re
geeren belust, haar crediet gaat verliezen
door allerlei en alles in haar midden
toe te laten. Die op succes eenig en
alleenig 't oog houdt.
Het zou ons artikel al te lang m aken,
indien we op die politieke klip wat
breeder gingen wijzen.
Doch ieder voelt wel, dat «een klip,
waar elke partij op kan stranden; En
ook de partij, die aan 't roer is, dient
op te passen. Voor haar vooral is 't ge
vaar groot. Zij is nu eenmaal de bo
vendrijvende, en wil't graag blijven voor
vele wetgevende perioden.
Zoo groot is 't gevaar, dat men in
de Kiesvereenigingen minder scherp be-
lijnd optreedt om maar bij de stembus
de noodige mannetjes te hebben voor
een meerderheid er is gevaar voor al
lerlei coalitie met minder gewenschte
vrienden voor lalen vallen van noodige
eischen, die gesteund moesten worden.
De goudglans doft zoo licht van de
vleugelen af, als de kapel al te dartel en
speelziek tegen de ruwe bladeren vliegt.
Doch genoeg. Wordt 't onze partij ge
schonken nog lang te regeeren, en mogen
de propagandabladen, als de bloem
knoppen in de Meimaand, „uitbreken
in menigte", en de vruchten gezien
worden niet alleen van kloek regeerings-
beleid, maar ook van de rustelooze po
gingen om hoe langs zoo meer „hout
hakkers" en „waterputters" te voegen
bij die breede rijen van mannen, die
al jaren de hitte van den dag en de koude
van den nacht verduurd hebben. Tot heil
des Volks Des geheelen volks
De Socialistische meetings, partijdagen
en Congressen hebben ons nog zelden
de vervulling gebracht van 't beloofde
trio deugden vrijheid, gelijkheid en
broederschap, die de nieuwe levensbe
schouwing den Volke meende te moeten
en te kunnen brengen. Vooral hoopten
we, dat, waar de „vrijheid" door Na
poleon was in banden geslagen, en de
„gelijkheid" in de Parijsche Commune,
in de straattooneelen was overbodig ge
bleken, nu althans de „broederschap"
als een aureool schitteren zou.
Doch ijdel is de verwachting.
In de nachtelijke vergaderingen der
Socialisten na de Staking was 't een
„hel", volgens de uitspraak van Mevr.
Roland Holstde stoelen gebruikte men
als argumenten, en gebalde vuisten wa
ren de conclusies. En de poiitie waakte
over de broederen.
In Bellevue, veertien daag geleden,
waar Samson uit geweerd was, stonden
rechercheurs en Commissarissen gereed
om den een na den ander er uit te
gooien, en de eigenaar draaide ten
slotte de lichten uit. Men floot en
schreeuwde en schold en liep naar
't podium, alsof wilde kannibalen met
krijgsgeschreeuw op den vijand inren-
den.
En zie nu naar Dresden, 't Was daar
een slachthuis, waar Bebel en zijn vrien
den 't mes der persoonlijke verdacht
making hanteerde, en tal van revisionisten
enz. eenige uren waren blootgesteld aan
de verachting en bespotting hunner
medeleden.
Een nieuwmodisch veemgericht.
Een moderne inquisitie.
Wel moge Kautsky van een nood
zakelijke reiniging sprekenmaar de
stortvloed van onthullingen, die den
Socialistischen Augias-stal moesten
schoonmaken, bevuilde en bemodderde
de partijgenooten van top tot teen.
Een spinneweb van akeligheden, ge
weven door den Haat, die op buit loer
de, en op pijniging belust was.
Of we daarover nu juichen Of we
verheugd zijn, dat de heeren elkaar
zoo te keer gaan en de broederschap
slechts nijd en haat openbaart In gee-
nen deele. De gewrochten der zonde zijn
voor ieder, die ze ziet, en eigen hart
kent, door en door vuil.
En we wenschten, dat het „Zie, hoe
goed en lieflijk is 't, als zonen van
't zelfde huis, als broeders samenwonen",
in alle partijen mocht gezien worden.
Mag er dan geen wrijving van mee-
niDgen zijn Ze moet er zijnmaar
schuren is geen scheuren en insnijden
is geen kerVen.
Is er broeder,twisi", dan deze: wie
aller dienaar zal zijnwie 't meeste
wil behartigen de eere Gods, den voor
spoed van zijn naaste, het heil des
lands.
Is er verdeeldheid, dan dezewie de
beste middelen zoekt en weet om de
eenheid te handhaven zonder nadeel
voor recht en beginbel
Zjj 't Socialistisch kabaal, hier en el
ders, ons ten voorbeeld, hoe de broe
derschap niet moet worden geoefend
Donderdag 8 Oct. beraadslaagde de
Kamer over 't wetsontwerp verlenging en
wijziging van 't aan de Nederlandsche
Bank verleend octrooitevens zou dan
ook gesproken worden over de intrekking
van de muntbiljetten van tien en 50 gld.
Zooals de lezer weet is de Nederl.
Bank de Rijkskassier, maar daarom nog
geen Staatsbankze is een particuliere
credietinstelling, die van Rijkswege 't cir-
culeeren van 't geld beoogt, door uitgifte
van bankbiljetten van fiooo, 300, 100,-
60, 40 en 25; ze is gesticht door Koning
Willem I den 25 Maart 1814. In 1838
werd haar octrooi of vergunning voor 25
jaar vernieuwd, evenzoo in 1863 en 1888
liep de nieuwe termijn af en de regeering
stelde een nader contract in, niet voor 25
maar voor isqaar. Dat dit.tijdvak korter
werd genomen dan vroeger, zat em hierin,
dat in 1888 de Staat een aandeel eischte
in de winsten men dus beter 15 jaren
de zaken kon laten passeeren dan 25 jaar.
Het Bankoctrooi zou dus atgefoopen zijn
31 Maart 1904, en de vraag was dus, zal
dit op den ouden voet worden voortgezet,
of zal de Regeering een poging wagen om
nog meer voordeel te krijgen. Dit laatste
is geschied. De Regeering wilde verlenging
geven, maar de schatkist moest meer aan
deel krijgen in de winst. Over die nieuwe
winst enz was nu de Kamer bijeengekomen
om te beraadslagen of 't octrooi op den
nieuwen voet voor de schatkist voldoende
gevestigd was.
De oude toestand was dezeEerst kre
gen de aandeelhouders 5 petvan 't ove
rige gaat 10 pet. in 't reservefonds, totdat
dit s millioen is van de rest krijgen de
Staat en de aandeelhouders ieder evenveel
totdat deze 7 pet. hebben van wat er dan
nog over blijft, krijgt de Staat 2/3 en de
Bank Bij de nieuwe regeling zou 't
als volgt zijn: Eerst krijgen de aandeel
houders 3V2 pCt.van de rest gaat 10
pet. in 't reservefonds totdat dit 5 mill,
bedraagtvan 't overschot is 3 pCt. voor
tantièmes aan directeuren en commissaris
sen, en daarna krijgt de Staat 2/t en de
bank ]/3. In de laatste 13 jaar heeft de bank
gemiddeld 31/., millioen winst gemaakt en
de Staat gemiddeld 13 ton. Over 't laatste
jaar was de winst voor den Staat ruim 1 '/2
millioen.
De aandeelhouders kregen vroeger 8 4/5
pCt. naar de nieuwe verlenging zou 't on
der dezeltde omstandigheden 7,34 pCt.
bedragen. Zooals we reeds schreven, kreeg
de Staat vroeger 13 ton, nu zal 't zijn 16
ton.
De directeuren en commissarissen gaan
20,000 gld. vooruit.
Voorts had de Minister bedongen, dat
na 1 s jaar 't octrooi elk jaar kan opgezegd
worden en tevens voor den Staat 't recht
verworven om, nu de muntbiljetten werden
afgeschaft, 15 millioen renteloos op te
nemen.
De eerste spreker was de heer van Bij
land, die 't octrooi liever met 25 jaar had
verlengdde heer Bos pleitte voor een
Staatsbankde heer van Asch van Wijk
voor een particuliere Bank, en had liever
't octrooi verleend voor 25 jaar; de heer
Ter Laan klaagde over 't weinige nut, dat
't platteland heeft van de Bank en hij
meende daarom dat 't aantal correspondent
schappen moest worden uitgebreid.
Ook de heer Schaper voerde nog 't woord
en meende, dat er wat achter de coulises
was afgespeeld, waarna de heer Harte v, T.
de Minister bestreed.
Over de intrekking der muntbiljetten
voerden 't woord de heeren Bos, Mees en
Heemskerk, waarna de beraadslaging ge
sloten werd en 't wetsontwerp met 6 7 te
gen 4 stemmen werd aangenomen. Tegen
de heeren Melchers, ter Laan, van Kol en
Schaper, de Socialisten.
De Min. ontving van allen een woord
van lof en waardeering voor zijn flink op
treden en de gelukkige behartiging van 's
Lands belangenen wij voegen gaarne
onzen lof daarbij, dat Z.Ex, flinke voor
deden heeft weten te bedingen.
Dat is nu eens niet reactie, maar echte
actie
BEMESTING VAN WEILAND.
III.
Nadat wij, over schuimaarde schrijvende, een
zeer gewenschte kalkbemesting hebben afgehandeld
willen we stilstaan bij enkele andere kunstmest-
soortendie onzes inziens voor weiland uitermate
aanbevelenswaardig zijn.
Wanneer de grond, ;waarop de wei is aangelegd,
uit klei bestaat, dan zal er wellicht wel voldoende
phosphorzuur en kali aanwezig zijn. Maar toch
kan eene bemesting niet verbindingen, waarin
de genoemde stoffen voorkomen, meestal zeer
loonend zijn. In een nieuwen polder waarvan
de bodem rijk was aan phosphorzuur leverde
een superphosphaat-bemesting veel voordeelen op.
Al stond de proefnemer daar verbaasd over, dat
doet cr niet toe. Het feit werd geconstateerd.
En ons kan het tot leering strekken. Én wanneer
we bedenken, dat de verbindingen, die deel uit
maken van den bouwgrond, veelal niet gemak
kelijk opneembaar zijn, dan kunnen we 'tons
toch ook wel voorstellen, hoe de meststoffen,
waarin die verbindingen veel meer pasklaar zijn,
een nuttig effect hebben.
Phosphorzuurhoudende en kalibevattende mest -
stoffen zullen dus met voordeel aangewend kun
nen worden.
Van de eerste noemen we vooral beendermaei,
superphospbaat en Thomasslakkenmeel. Het
beendermeel bestaat, zooals de naam voldoende
aanduidt, uit fijn gemalen beenderen. In de fa
brieken is daar eene stof aan onttrokken, die
lijm kan leveren. Ze heet het lijmgevend weefsel
en bevat onder meer stikstof. Hoe meer de been
deren ontlijmd zijn, des te armer is het over
blijvende beendermeel aan stikstof. Doch het
phosphorzuur blijft er in. En voor phosphaat-
bemesting heeft het steeds een hooge beteekenis.
Vraagt ge, hoeveel er per II. A. gebruikt moet
worden, dan moet het antwoord afhangen van
dan aard van 'tmeel. De eene soort is rijker aan
phosphorzuur dan ;de andere. Beendermeel met
30 pCt. er van levert natuurlijk per 100 K.G.
30 K.G. phosphorzuur, 'terwijl men met 100 K.G.
van 22 pCt. slechts 22 K.G. phosphorzuur geeft.
En als we nu bedenken, dat met een flinken
oogst 30 K.G. phosphorzuur wordt weggehaald,
dan is het niet moeilijk te berekenen, hoeveel
beendermeel noodig is om het noodige phos
phorzuur te leveren.
Wie 200 K.G. geeft van 22 pCt., zal gewis te
vreden zijn over de resultaten. 150 K.G van 30
pCt. verschaffen zeker ook ruimschoots de ver-
eischte voorraden. Omdat niet alles opgenomen
kan worden, .is 'tsteeds zaak, wat meer phos
phorzuur te geven dan volgens de theorie noodig
zou wezen.
Beendermeel moet liefst in 't najaar uitgestrooid
worden.
Dit geldt ook van Thomasslakkenmeel. Daar
van strooit men veelal zoe'n 500 K G. per II.A.
uit. Bedenken we dat hierin vaak 13 pCt. phos
phorzuur zit, dat de planten gemakkelijk kunnen
opnemen, dan leert eene eenvoudige berekening,
dat 500 K.G. zelfs 65 K.G. bruikbaar phosphor
zuur aanbiedt. Dat is derhalve wel voor 2 oog
sten, als er ten minste gerekend wordt, dat 't
alles gras is, wat er groeit.
Hoe meer klavertjes daartusschen ontwikke
len, hoe meer phosphorzuur er verbruikt wordt.
Bovendien zal die 65 K.G. niet in zijn geheel
in eens beschikbaar wezen en eindelijk is 'took
niet de gewoonte om elk jaar wat Thomasphos-
phaat te geven. Dus 500 K.G. Thomasphosphaat
en zooals ik zei liefst in 'tnajaar geven.
Wie nog in 't voorjaar deze meststof uitstrooit,
die zal vooral als 'twat laat wordt inden
eerstvolgenden zomer niet veel profiteeren.
De voorjaarsinest met phosphorzuur er 111 is
superphosphaat. Wel is waar kan die evengoed in
't najaar uitgestrooid worden, doch wie tot 't voor
jaar wacht, ondervindt ook de uitstekendé wer
king er van. 300 K.G. per H.A. is nog wel niet
veel te noemen. Maar toch moesten sommigen
het daarmee vast eens pr-obeeren.'t Zou best kun
nen wezen, dat ze een ander jaar zeiden„weet
je wat, ik beproef 't van 'tjaar eens met 400
K.G." Want over 't algemeen zijn de uitkomsten
met deze phosphorzuurme3t op weiland schitte
rend geweest. De praktijk heeft bovendien geleerd
dat het mede een uitstekend middel is tegen mos.
M.
(Wordt vervolgd.)
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst.
zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
578. In verschillende advertentiën lees ik
over smetpoeder. Wat is dat toch voor poeder?
En waar gebruikt men 't voor?
579. Ik kreeg eenige tulpenbollen ten geschenke.
Hoe moet ik handelen, om daarom mooie bloe
men van te kweeken?
580. Op ingemaakte augurken vormt zich een
velletje. Hoe kan dat komen? Is er iets tegen
te doen?
Antwoorden en mededeelingen.
575. Hoeveel eieren vail kip? Vooropge
steld, dat het voederen der dieren niet te wen
schen overlaat, zal 't aantal eieren wel afhangen
van raseigenschappen. Het eene ras geeft veel
betere legsters dan de andere. Maar van onze
gewone boerenkippen mag men, mijns inziens, toch
100 tot 120 verwachten.
576. Kaïniet bepaald nu uitstrooien Dat is
wel 't beste. Als ge gelegenheid hebt, moet ge
't nu doen. Maar 't kan desnoods ook nog vroeg
in 't voorjaar. Na begin Februari neme men ech
ter liever patent- kali.
577. Castreeren van Vrouwelijke dieren? Dat
is eene bewerking, die tengevolge heeft, dat ge
slachtsdrift niet meer voorkomt. Gecastreerde
dieren laten zich hierdoor beter vetmesten.
We schreven nu 13 Octoberen vol
gens de berichten die dusver inkwamen,
valt er nog niets hoegenaamd te bespeu
ren van de ontruiming van Mantsjoerije
door Rusland tegen 8 October 11. be
loofd. De Russen blijven Nioetsjwang en
het douanekantoor aldaar die voor
ontruiming het eerst aan de beurt kwamen
bezet houdenja, volgens Reuter's
correspondent in gindsche stad, hebben de
Russen zelfs nog een kanonneerboot toe
gevoegd aan hun te Nioetsjwang liggend
eskader. Ook de berichten uit het noorden
van Mantsjoerije wijzen in geenen deele
op toebereidselen tot ontruiming.
Den negenden dezer dus Vrijdag 11.
hebben de troepen van het Russische
garnizoen te Nioetsjwang, voorafgegaan
door de kapel, die Russische volksliederen
speelde, nog eens »op in het oog loo-
pende wijze in de straten der vreemde en
Chineesche nederzetting geparadeerde Alsof
ze wilden laten zien, dat ze er Dog waren,
den dag na de beloofde ontruiming
De civiele bestuurder Crosse zoo
wordt van daar nog geseind, in een tele
gram d.d. gisteren heeft geen enkel
instructie ontvangen omtrent het-ontruimen
van Mantsjoerije. Zijn assistenten verklaren
openlijk, dat de Russen een blijvende be
zetting wenschen te bewerkstelligen. Rus
sische ambtenaren verzekeren everieens, dat
Rusland Mantsjoerije niet zal ontruimen.
Kenschetsend is ook, dat de commandant-
generaal der Russische troepenmacht, thans
met verlof, een huis gehuurd heeft te Ni
oetsjwang voor den winter. Hij komt er
met heel zijn familie vestigen.
En wat is nu Japan's houding hiertegen
over
Het is onmogelijk, met zekerheid te
zeggen, waarnaar men in dezen te rade
moet gaan naar de vredelievende houding
van den Japanschen gezant te Londen, en
de geruststellende officieele verklaringen,
óf naar de oorlogszuchtige stemming in
Japan, om tot de meest juiste beoordeeling
van den staat van zaken in het Verre
Oosten te komen. De onrustbarende be
richten over landing van Japansche troepen
op Korea zijn alweer tegengesproken.
Edoch, ook volgens de »New York He
rald* wordt de toestand toch gevaarlijk*
en heeft de Russische vloot te Chefoo
gezegelde orders ontvangen om naar de
Koreaansche wateren te stoomende
schepen zouden Vrijdag al vertrokken zijn.
Ook wordt beweert, dat Japan aan Rusland
een ultimatum voor de ontruiming van
Mantsjoerije heeft gesteld, welk ultimatum
dan gisteren ten einde zou loopen. Maar
dat bericht komt uit een Engelsch blad
uit den Morning Post* en is daarom
weinig betrouwbaar.
't Ziet er met dat al ernstig genoeg uit
in het Verre Oosten. Vooral wijl men zoo
heelemaal niet weet, of Rusland en Japan
nu tot een vergelijk zijn gekomen. Maar
zoo de eene als de andere partij kan on
mogelijk neiging hebben om de oorlogs
dans te beginnen, en daarom mag men nog
betrouwen, dat de crisis* van heden in
gunstigen zin wordt opgelost.
De kans op oorlog verminderd met den
dag, Bulgarije en Turkije wenschten niets
liever clan vrede, de Oostenrijk-Russische po
litiek had gezegevierd. Langs den weg van
onderhandeling zou een oplossing gegeven
worden, beide partijen zouden concessies doen.
Bulgarije en Turkije zouden verdere mobili
saties staken, de reserve thuis houden.
Plotseling kwam echter het volgende tele
gram
Parijs, 0 Oct. De Bulgaarsche legatie deelt
aan Havus het volgende telegram mede, gis
teren uit Sofia ontvangen Een bataljon on
geregelde Turksche troepen trok de Bul
gaarsche grens over en viel een po3t bij Ka-
ramanitza aan de post werd vernield, een
dorp geplunderd. De soldaten in den post, ten
getale van zes, boden tót den laatsteri patroon
weerstand, en toen terug, een gewonde mee
nemende. De Turken hadden vele gewonden
en dooden. De Turken trokken over de
grens terug, met medeneming van hun buit,
bij de nadering van Bulgaarsche troepen. De
schending der grens en de plundering ver
oorzaakten overal groote opwinding vooral
na het overhandigen van de Russisch-Oos-
tenrijksche nolaaan de Bulgaarsche regeering.
En bij opwinding is het niet gebleven. De
Bulgaarsche regeering heeft terecht gemeend
dat zoo'n schending te kras is en, dat j't af
wachten van de resultaten eener vredesonder
handeling niet gepaard behoefde te gaan met
invallen van Turken op haar gebied, al zijn
het dan //ongeregelde// Turken. Veel verschil
tusschen //geregelde// en //ongeregelde// zal
er wel niet bestaan. Ook de //ongeregelde//
plunderen, zooals uit bovenstaand telegram
blijkt.
De Bulgaarsche regeering is het lange
wachten, wanneer dit //verkort// wordt met
zulke verrassingen, zeer te moede; en het
ministerie van oorlog gaf bevel tot mobilisatie
der reservisten eerste en tweede klasse, ver
blijf houdende in het district Kustendil, en
van het dertiende Macedonische infanterie-
regiment
En nu zal de Turksche overheid het be
richt van den inval wel weer tegenspreken
of vergoelijken, doch deze mobilisatie ge
schiedt niet willekeurig of zonder redenen.
Naar de jongste berichten uit Marokko
melden, schijnt zich daar iets heel ernstig»
voor te bereiden, iets, dat veel van een aan
staand bankroet en anarchie heelt. In Londen
houdt men deze ontwikkeling der gebeurtenissen
voor onvermijdelijk, indien de mogendheden
of ook Frankrijk alleen den sultan niet willen
redden. Eeitelijk schijnen de Fransche regee-
ringskringen than3 den tijd voor gekomen te
achten, om eindelijk orde te brengen in den
zeer verwarden toestand.
Hierop wijst het volgende telegram uit
Parijs, dd. Zaterdag
//De Fransche Ministerraad is heden bijeen
gekomen. I)e //Matin// meent zeker te weten,
dat van den sultan van Marokko onmiddellijke
opheldering zal worden verlangd. Alle Fran
sche notabelen te A lgiers, waaronder de maire
van Oran, Gobert, lieten zich in gelijken geest
uit over den sultan, dien zij verantwoordelijk
stellen voor het gebeurde en wat nog plaats
kan hebben- Het geldt hier het aanzien van
Frankrijk, dat door de verrassing van het
bombardement van Figuig volstrekt niet ver
hoogd werd.
Het doel van dit onverwachts vijandig
optreden der regeeringspers tegenover Marokko
is duidelijk. Frankrijk wilde esne goede gele
genheid vinden, om te kunnen ingrijpen en
nu schijnt het die te hebben. Van de zijde
van Engeland heeft Frankrijk geen tegenkan
ting in Marokko te vreezen, zooals onlangs
werd gemeld. Omtrent de instelling van een
permanent scheidsgerecht voor alle, tusschen
FrankiLjk en Engeland bestaande en toekom
stige geschillen hieronder begrepen de
Noord-Afrikaansche is men over hoofd
punten tot overeenstemming gekomen.//
In aansluiting met deze mededeeiing seinde
ook de Parijsche correspondent der //Assosiated
Press/' over de spoedige vaststelling van een
arbitrage-verdrag tusschen Frankrijk en Enge
land anders niet zoo gewichtig.
Volgens het boven weergegeven bericht van
de //Matin// uit Oran, moeten de Marokkaan-
sche soldaten, die met toestemming der Fran
sche regeering aan de Fransch-Marokkaanscbe
grens politiediensten zouden verrichten, reeds
geruimen tijd afgedankt en de wapens, welke
zij van de Fransche regeering hadden ont
vangen, aan de woestijn-roovers verkocht zijn.
Men heeft zulke wapens na den overval
van El Mungar op het slagveld gevonden. Nog
ernstiger, is het feit,dat desultan van Marokko
met de woestijnroovers, die Fransche troepen
aangevallen hebben, geheuld heeft.
De omstandigheid, dat de Berbers de Fran
sche troepen meermalen aangevallen hebben,
is teekenend maar nog bedenkelijker is het,
dat de Marokkaansche benden bij El Mungar
door den eigen neef van den sultan, den zoon